Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, V/EEKBLAD VOOR NEDERLAND
4 Nov. '22. No. 2367
EEN KENNER VAN DE
VROUWENZIEL
Toen Hendriksen trouwen ging, hadden
ze tegen hem gezegd: De hoofdzaak voor een
man is, dat hij zijn vrouw boeien blijft...."
Hendriksen had zijn ne oog dicht geknepen
en, met een medelijdend glimlachje, geant
woord :
,,Moe-je-mijn-vertellen "
Want hij was er de man niet naar, om zich
raad te laten geven, en zeker niet in een zoo
subtiel geval als dat van zijn huwelijk.
Ze moesten hém maar laten loopen.
Vijf-en-veertig jaar lang had hij zijn zaakjes
naar behooren opgeknapt, en hij zag
heelemaal niet de reden, waarom, nu hij trouwen
ging, ineens al die menschen hem raad kwa
men geven.
Gerust niet.
Ze hoefden Hendriksen niet te leeren hoe je
met een vrouw moest omspringen.
Dat goedje kenikas-me-zak. ."verklaarde
hij gaarne.
Maar dat was natuurlijk bluf.
Dat voelde hij zelf ook wel.
Zoo goed als hij bluffen kon in zijn zaken,
zoo beroerd ging het hem nou af. Want,
heelemaal diep-in-hemzelf, was Hendriksen
doodsbang voor z'n huwelijk met een veel
jongere vrouw.
Je waagde toch God-beter even wat....
Ze moest toch maar eens ingepalmd worden
door zoo'n jongen neus-in-de-wind.... In
zaken lapte hij dat soort aan zijn hak maar
in vrouwedingen.... Sjonge nee.... Dat
lag nog heel anders.
Dat waren zoo de heel-intieme,
diep-inwendige overwegingen van Hendriksen vór
hij trouwen ging.
Voor het oog van de wereld echter rolde hij,
rond en joviaal, het huwelijk tegemoet.
Niemand die hem zag, in z'n nieuwe pak en
met een heerlijke lucht van eau-de-quinine
om zijn haast-nog-niet-kale hoofd, zou gezegd
hebben, dat de worm van den twijfel aan zijn
hart knaagde.
Maar, dat deed de worm.
Sinds den dag, dat ze hem gezegd hadden,
dat het hoofdzaak was voor een man, om zijn
vrouw te blijven boeien, had hij geen gerust
oogenblik meer gehad.
Hoe boeide men een vrouw....? Hij kon
geen vreeselijke verhalen vertellen, en, om
nou iederen avond uit te gaan, naar boeiende
vermakelijkheden, daar had hij toch ook geen
zin in, met dertig jaren hard werken in zijn
beenen.
Tjong hoe moest je een vrouw nou
naar behooren boeien....?
Dat was de groote vraag.
Hoe kwam je nou achter zoo-iets..?
Vragen, dat kon je toch niet Ook al niet
voor je figuur.
Ze zou'e zeggen: Kijk Hendriksen
begint al nattigheid te voelen Wat begint
die man ook op zijn leeftijd...."
Neen dan was er voor mannen-als-hij
nog wel een ander middel: List".
Wees maar niks ongerust hoor.... Hij
zou d'r wel achter komen, hoe je een
vrouwboeien most....
iiiuiiiiiiiiuiiiiiuiiiiiiiliuiiimiiiii
RUU- 4IDEZELWIINEN' mit il. 0.80 per U
WIJNHANDEL DE BARBANSON Amstal 51
Amsterdam.
Op een middag, aan de borreltafel fluisterde
hij, zoo langs zijn neus weg, tegen Verschoor,
die naast hem zat: ... .?Zeg.... die Meijer
hè...., die schijnt zijn vrouw k, niet zoo
heel-erg meer te boeien, hè., wat..?"
Daarbij knipoogde hij, en sloeg Verschoor,
vettig-keellachend, op de knie. Maar, uit het
hoekje van zijn oog, hield hij Verschoor goed
in de gaten. Want die wist het hoor, hoe je
een vrouw boeien moest....
Nou Alsjamblief....
Verschoor was ongetrouwd, en hij was de
Lion van de borreltafel. Oftie. Anders moest-je
die bleeke buffetjuffrouw maar eens naar
hem zien kijken.
Smoor was ze. ...
En wat die Verschoor al niet mee-maakte
met vrouwen.
Dat moest je hem zelf hooren vertellen.
Ze lieten hem compleet niet met rust, z
reusachtig sterk kon hij ze boeien.
Hij was d'r zelf akelig van. Ze hingen hem
aan z'n lijf.
Hoe bedoel je....?" vroeg Verschoor,
een beetje verbaasd.
Hendriksen voelde zich onzeker worden,
en lachte daarom een beetje hard: Nou..
zeg.... Dat mot jij me vragen.... zeg..
Je behoeft die' dooie'Meijer maar aan te kijken
..Een schellevis.... zeg...."
Verschoor tikte elegant de asch van zijn
cigarette af, staarde een beetje vermoeid
naar Hendriksens rood en opgewonden ge
zicht, zoog aan zijn cigarette, blies een sierlijke
rookpluim in de blauwe wolk die boven het
tafeltje dreef, en zeide:
Och ja Hendriksen Wat zal
ik je zeggen Meijer ach.... is nu
eenmaal iemand die hm niet .licht
eene vrouw in jalouzie zal doen ontbranden..
zie je ?"
Nee.... hè....?" grinnikte Hendriksen
dom, en, toen de ander zweeg, ging hij listig
en achteloos voort:
Mijn systeem i i altijd.... om een vrouw
te boeien, moet je haar jaloersch maken.... Ze
moet in jalouzie ontbranden vind ik altijd..
stapel-gek-jaloersch mot ze zijn.... 'dan
alleen hou je d'r vast Nou hèWat
jij, Verschoor... . ? Nou jij-weer "
Och-ja,.... " antwoordde Verschoor luste
loos.
Maar Hendriksen wist al wat hij weten
moest, en, tevreden over zichzelf, kondigde
h ij me t luider stemme een rondje-voor-hem aan.
11
Och.... God " zuchtte mevrouw
Hendriksen. Wie had ooit kunnen denken
dat je zó'n beest was...."
Haar man keek welwillend, maar uut de
hoogte op haar neer.
Maar vrouwtje," lachte hij, .. wat wil je
toch ? Men kan een man toch niet heele
maal opsluiten ? Zeg nu zelf...."
Heelemaal opsluiten " herhaalde ze
snikkend.
Er is nog een verschil tusschen
heelemaalopsluiten en wat jij doet...."
Kom.... kom.... is dat dan zóerg.. ?"
Bah...."
Dat ik zoo-nu-en-dan eens een klein
glippertje.... ?"
Hij lachte wereldsch.
Walgelijk is het En dat je het rond-uit
voor je vrouw durft te erkennen...."
Phoe ...." zeide hij, nam zijn hoed en ver
liet het huis.
Daarna ging hij naar een klein cafétje in
de buurt, waar hij tot bij nen kranten bleef
lezen bij een glaasje bier.
Dat deed hij eiken Woensdag-avond. Het
was zijn systeem.
Maar langzaam-aan had hij booze vermoe
dens in het hart van zijn vrouw gezaaid. Hij
was begonnen met zich te laten uithooren over
die Woensdagsche uitgangen. Daarbij had
hij gezorgd zich een paar malen opvallend
tegen te spreken. Eens had hij een briefje
verloren, dat hij zelf, met een verdraaide
hand, geschreven had, en onderteekend Je
Geliefde Bella". Een anderen keer had hij een
fleschje goedkoop parfum gekocht, en uit
gestort over zijn hoofd en jas.
Bah...." had zijn vrouw beide malen
gezegd, en, beide malen, had hij getracht
een kleur te krijgen.
Maar hij was tevreden met de resultaten.
Ze was jaloersch.... Krankzinnig-jaloersch
was-ze. Ze barstte gewoon van jalouzie en nijd.
Het ging best. Hij boeide haarreus-achtig...
Hij boeide haar zó, dat hij wel eens vond,
dat ze d'r moe en bleek van uitzag.
Maar wat wil je....? Dat kwam van de
huislucht.... ze was huiselijk.
En dan kon je toch nog beter een huiselijke
vrouw hebben, dan een die den Godganschen
dag langs de straten bungelt, vond hij.
Nee-hoor. ... ze dee d'r plicht, en hij was
best tevreden met zijn huishouden. Hij wreef
in z'n handen en vond, dat hij het hem toch
maar gelapt had voor een man van
vijf-enveertig. . . .
III
Op zekeren dag vond hij, thuiskomend,
zijn vrouw op den schoot van den pianostem
mer.
Het werd een ontzettende scène.
Heb ik dat aan je verdiend..?" gilde
hij heesch.
Ze was bleek, en zonder eenigen spijt.
Heb ik dat an-je verdiend .. ?"herhaalde
hij, woedend haar polsen grijpend.
Maar ze bleef waardig en onverschrokken,
en antwoordde alleen: Ja...."
Heb je dien kerel lief....?" schreeuwde
hij, met een gebaar duidend naar de deur,
waardoor de pianostemmer even tevoren
overhaast vertrokken was.
Ze bleef hem ferm aanzien, en zeide, dui
delijk verstaanbaar: ....?Neen...., Hen
driksen. .. .dat niet...."
Hij sloeg zich in wanhoop voor zijn hoofd.
De vrouwenziel was toch nog ingewikkel
der dan hij gedacht had.
Maar wat wil je dan....?" brulde hij.
KUNSTBRONS & METAALGIETERIJ
DE KROON"
HOUTMARKT 23 - HAARLEM
Bronzen Beelden'en Placquetten
Uit het Kladschrift
van Jantje
IIIIIIIIIIMIIIINlIlllllllttllllllllIIIIIIIIIHIII
Toen richtte ze zich op en siste, met crogen,
flikkerend van haat:
Het was om me te wreken. ... Op jou..
Voor je liederlijke uitspattingen op Woensdag
avond .... Daar-dan.... beest...."....
En ze sloeg hem in het gezicht....
MELIS STOKE
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimm
iMimiiiimiiiiiiii
NIEUWE PUZZLE.
A
?Illllllllllllllllllllllllllllllll
Gevraagd om de
getallen l, 2 enz. t/m
12 zoodanig te plaat
sen bij de 12 hoek
en snijpunten, dat de
som der getallen
geplaatst langs elke
zijde van de beide
hoofddriehoeken
26, terwijl de som
dier ge tallen geplaatst
bij dedriehoekpunten
van eiken
hoofddriehoek : 16.
HII IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
RIJM-KRONYGK
Illlllllllllllll
'T
WOON
DIRECTEUR: f: J.ZEEGERS
?**^~*+~*~*^^^~*^^^*~^*^
LEID5CHESTR.73
PRINSENGRACHT
7O9-711-713
AMSTERDAM
LEVERT UITSLUITEND
FABRIKAAT
MODELKAMERS
TABRIEK:
LIJNBAAN5GRACHT
23^4-23
BIJ HET
LEID5CHEPLEIN
Afscheid van mijn blinden darm
Jaren heb 'k u mee-gedragen,
blinde darm, in vreugd en smart
en u achteraf gekoesterd
als een adder aan mijn hart.
Jaren heb ik pijn geleden,
had ik steken in mijn zij....
zonder, ooit, u te verdenken....
Ik was blind, serpent !, niet gij !
Op een rustbank neergezegen
lag ik eindelijk, mat en naar.
en een tweetal aesculapen
l Stak de hoofden bij elkaar.
Ik dronk gretig Eau-de-Carmen,
maar ik hoorde hoe de meid
riep: hij heeft het op zijn darmen
dokter.... wat een narigheid!"
Eén zei: 't is appendicitis"
met een zeer beslist geluid
i en een strijd van welles nietes"'
brak rondom mijn sponde uit.
't Slot was dat ik met ze mce-ging
In een onvolmaakt toilet
Nauwelijks in de verpleging
wierp men mij reeds op een bed.
In een kamer vul met messen
bond men mij op tafel vast
l en de dokters met zijn zessen,
-] waren alle witgejast.
'k dacht: een mensch moet toch maar pech'en
,,'t lijkt wel of ik word geslacht...."
Maar, nog vór ik iets kon zeggen
zonk ik in een diepen nacht.
Ondanks eather en morphine
ondanks 't wroeten van de schaar,
had 'k ze's avonds kwart voor tienen
alle 5 weer bij elkaar.
Toen Aurora 's morgens lachend,
rose, aan den trans verscheen,
vond ze mij van 't ding ontslagen
want 'k heb er - - Goddank maar n.
MS*. 3&H<nt<
lllllllllllllllllltllllllllllHIIIIIIMIIIIIIIIIIH
IIIIIIIMIIHIIimillMtimillllllimiMIIIIIIIIMIHMIHh.
BRIEVEN UIT JAPAN
Ditmaal over de plichten der Japansche
vrouw.
De allereerste is het onderhouden der
huisaltaren. De Japanners hebben er meestal
twee, een voor Buddha en een voor Kami,
den Shinto God. De Butsudana, die in den
wand, als in een kastje is opgesteld, lijkt
zeer veel op het altaar in de R. K. kerken.
Buddha zit in het midden, naast hem staan
lotusbloemén, kandelaars en sieraden. Voor
hem wordt iederen avond wierook gebrand
en vaak wordt rijst, sake en, thee geofferd;
zijn altaar is echter verborgen, zoolang de
sutra's riet gelezen worden of zoolang er
niet geofferd wordt.
De Kamidana (het altaar van denShintoGod)
is veel eenvoudiger. Dit is meest een houten
plank waaraan gebedenbriefjes hangen. Een
klein tafeltje staat altijd gereed met versche
offeranden.Wat prutsjes, souvenirs van bede
vaarten en een enkel takje bloemen versiert
dit nogal naïeve altaar
Maar werk is het toch, want de miniatuur
kopjes en napjes zijn van het fijnste porse
lein en moeten zeer voorzichtig behandeld
worden. En 't lichtje op de Kamidana mag
nooit uitgaan. Zijn er nog huis- of familie
goden,dan moeten ook die met eten en drinken
rustig gehouden worden.
Bij een van onze vrienden, die ingenieur
is, heerschte de berggod oppermachtig. Een
prachtig altaartje was hem gewijd, waarop
zilveren mijnwerkersgereedschap, een lan
taarn, een passerdoos etc. etc., en natuurlijk
het lage tafeltje met 't sake kopje en de
rijstbowl.
Meer tot de reeks van plichten dan tot
dre van de genoegens, reken ik het ont
vangen van de vrienden van haar man.
Minder dan in andere landen leeft de
Japanner boven zijn stand. Vroeger waren
alle levens-détails voor alle standen wettig
geregeld en was het boven den stand leven"
eenvoudig onmogelijk.
Het contrast met Europa en vooral met
Amerika, heeft den Japanner het paraitre"
geleerd ? maar 't is hier toch nog een zeld
zaamheid iemand te ontmoeten die boven
zijn stand leeft. De Japanner heeft weinig
behoeften, weinig begeerten. Hij is misschien
de eenige Oosterling, die, als hij Europeesche
kleederen draagt, instinctief (of door zijn
natuurlijken eenvoud) de goede kiest en zorg
vuldig alle protserij van goud en juweelen
vermijdt, die anders den Aziaat zoo lief zijn.
Het ontvangen houdt dus niet, als bij ons,
in: het vertoon". Een heel andere zorg/.it
bij de Japansche vrouw voor.
Het huis moet, als altijd, smetteloos zijn
en alles moet de zorg en tijd verraden, die
de gastvrouw voor haar gasten heeft
overgehad.
Kirei"! (mooi-lieflijk) moet alles
zijn. Het Kirei des ne !" de uitroep van
bewondering, die ongeveer gelijkstaat met
ons hoe mooi", is haar liefste compliment.
Als ze de vrienden van haar man ontvangt,
moet zij bedienen, geholpendoor de dienst
meisjes. Ze mag geen opmerking of aanmer
king maken, als na het maal een geisha voor
de heeren komt dansen en zingen en in haar
eigen huis zich vrijheden tegenover haar man
veroorlooft. Dat dus een diner" voor haar
meer heeft van een corvée" dan van een
genoegen, is te begrijpen.
Ontvangt zij zelf, dan geschiedt dat apart.
Gemengde genoegens bestaan niet in een
japansch huis. behalve het bon-seki. Het
bon-seki (eigenlijke beteekenis : bon pre
senteerblaadje ; seki steen ; landschap)
een tuin in een presenteerblad-feest -?is
precies wat de naam aangeeft.
Op prachtige bladen van zwart lak of in
zacht gekleurde, langwerpige schotels van
aardewerk,worden door de vrouwen en meisjes
tuinen aangelegd.
Met wit zand, steen
tjes, rotsen, meest in den
vorm van den Fuji
yama, met boompjes,
bloemen, brugjes,
ttteehuisjes etc. etc. maken
ze ideale landschappen,
niet grooter dan Af> bij
5'' c.M. Op hun blaadjes
van zwart lak kronkelen
zich rivieren, weerspie
gelen glycines hun
paarsche trossen in stille
vijvers of droomen lo
tusbloemén onder den
ruischenden zang van
blanke bamboes.
Bruggen verbinden de
twee helften van het
landschap, of een
theehuis"je boven het water
geeft een kleine ?
musume gelegenheid haar
waaier's schaduwbeeld
te zien. Miniatuur lan
taarns van steen, won
deren van knutselkunst,
staan op verhooginkjes
onder oeroude bocmcn.
Dagen en weken van eindeloos geduld wor
den daar tentoongesteld en ik zeg u, ik heb
er landschappen bij gczie.i, die ge wel is waar
met een loupe moest bekijken, maar die een
Lenötre geen oneer hadden aangedaan. Zoo'n
bon-seki tentoonstelling is een feest voor
mannen en vrouwen, hoewel de thee die daar
op volgt, beide sexen weer scheidt.
De moderne Japansche vrouw, die onder
Canadeesche, Amerikaansche, Engelsche of
Kransche Missionarissen is opgevoed, begint
langzamerhand naar iets anders te verlangen
dan de langdradige studie van de Onna Dai
Gaku," waaruit ze op honderd manieren te
weten komt hoe ondergeschikt, nederig,
zelfopofferend en gedienstig ze heeft te zijn.
Bioscoopvoorstellingen, lessen in Engelsche
litteratuur, reisverhalen enz. hebben haar
nieuwe belangstelling bijgebracht. Ze begint te
begrijpen dat men zijn leven metnogiets anders
vullen kan dan met ceremoniën en etiquette.
Of ze er gelukkiger om wordt? In ieder
geval nu nog niet in deze overgangsperi
ode van 't oude tot het nieuwe, is er vooiïoopig
niet veel anders dan begeerte en half voldane
begeerte voor haar.
De meisjes hebben op 't oogenblikaan alles
het land. Aan de oude, vervelende Onna Dai
Gakköen aan het half Europeesche gedoe
op school, waar ze altijd weer de neerbuigende
Christelijke, stroeve liefde" voelen der zielen
zoekende missionarissen.
Wat ze vooral als een beleediging voelen,
(iets wat waarschijnlijk niet als zoodanig be
doeld is) is het feit, dat de onderwijzeressen
alleen in de klas en in de Bijbellessen contact
met hen hebben -?- maar dat ze dadelijk na de
verplichte lessen verdwijnen om in hun
parlour" te vergeten, dat ze onder Japanschen
leven.
Een tweede ergernis is het domme schim
pen, dat bijna alle missionarissen gelooven,
ter eere van onzen God en onzen Christus, te
moeten doen.
Buddha noemen ze zonder blikken of blozen
een heidenschen afgod en met hooghartige
stem citeeren ze woorden uit het Nieuwe
Testament, die als dooddoener moeten dienen
tegen al dat heidensch bijgeloof.
Niets is beter in staat dan al deze
hatelijkheden, om de Japanners tegen het Christen
dom te stemmen.
Een volk, dat zoo makkelijk, terwijl het toch
een eigen Godsdienst had, het Boeddhisme
accepteerde en in Bhudda zag ee.i latere
incarnatie van Goden die ze eerst aanbaden,
was volkomen bereid, de laatste Goddelijke
manifestatie, die van den vleeschelijken Zoon
Gods te aanvaarden.
Ze hadden dan den
nieuwen Godsdienst op
den oude geënt. Een
leer van duizenden jaren
afzweren daartoe zijn
ze gelukkig niet in
staat.
Deze uitleg dient
alleen om te bewijzen
dat de vrouw in Japan
begint te denken. Dat
ze na eeuwen van totale
apathie weer als haar
zusteren, die de Mono
gatari" 1) (historische
novellen) schreven, deel
wil uitmaken van intel
lectueel Japan.
Een ding hebben ze
verworven. Ze kunnen
nu, wat vroeger onmo
gelijk was, meer jongens
leeren kennen. In Kanda,
het schooldistrict van
Tokyo zie je vaak, als
bij ons, meisjes en jon
gens samen uit school
Een Japansche straat
1)
900?1070.
Miimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii uiiMiiiiiiiiiMtimii u
Jaren heb 'k je meegedragen,
lamme, blinde passagier!
kweller van mijn levensdagen !
adder ! aterling ! vampyr !
Thans, nu onze wegen scheiden,
rest mij onuitstaanbaar ding
nog j e testament, te weten:
hrrrr. ... !. . . . De doktersrekening.
MELIS STOKE
imiiiiimiiilHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui
komen of genoeglijk in de kleine
boekwinkeltjes snuffelen. Zoo ontstaat, wat ze vroeger
ook niet kenden, een voorkeur voor den
een of anderen jongen met het nu nog
te vaak voorkomende gevolg van
gemeenschappelijken zelfmoord, omdat de ouders
nog aan de oude manier van uithuwelijken
vasthouden.
Maar daar de jongens toch eenig
medezeggingsrecht hebben,zal ook dit langzamer
hand-beter worden. Jongens die in Amerika
of Europa geweest zijn, hebben geleerd dat
men van een vrouw een vriend kan maken.
Ze vinden lang niet alles mooi en goed in het
vreemde land en misschien is niets hun minder
sympathiek dan de geleerde, brutale
Amerikaansche, die er haar eer in stelt ,,to
outshine men" maar toch voelen ze, dat zij uit
de vrouw niet halen wat er in zit en heel diep
in hun ziel schamen ze zich altijd weer voor
vreemden over de manier waarop de vrouwen
in Japan behandeld worden.
Ik voor mij ken geen charmanter vrouwen
dan de Japansche, wier cultuur niet omgezet
is in boekenkennis maar in zieleadel. in
een macht tot abnegatie, in een opofferings
gezindheid en in een inderdaad Christelijke
resignatie. Het Bijbelsche ende
murmereert niet" is door niemand zóin praktijk.
gebracht, als door de Japansche vrouw.
Typisch vond ik den indruk dien het vertel
len van de oude Griselidessageop hen maakte.
Heel hetlangelijdensverhaal hoorden ze aan.
Hoe de heldin, n voor n, haar zoon en
dochter van zich moest laten wegnemen.
Hoe ze haar man aan tafel moest bedienen
ais een dienstmaagd. Al het langzame
plagen hoorden ze onbewogen aan.
Toen zei er een : We have many women in
Japan who undergo the same thing". En ik
zag, noch de wreedheid van den echtgenoot,
noch de smart en onderworpenheid, noch
de schrijnende liefde der vrouw deed hun
iets.
Later vertelde ik hun de sage van Beatrys.
Dat sloeg in maar hoewel ik de ontroering
uit haar glimlach las, kon ik niet te weten
komen, wat hen in de prachtige
middeleeuwsche sage het meest getroffen had.
Als de autocratische,egoïstische brutaliteit
van den Japanschen man dit charmante,
elegante, zacht-sterke wezen ten gevolge
heeft, dan kan men hoogstens betreuren
dat moderne beschav;ng den Japanner zou
verzachten en daardoor de Japansche vrouw
haar charme zou doen verliezen.
E L L E N F O R E S T