Historisch Archief 1877-1940
^Jliifl^ifffl^tiiS
DE AMSTERDAMMER, WEEKBL A D VOOR NE DERL AN D
4 Nov. '22. No. 2367
OPERATIEF (INGRIJPEN
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
KGGpm3n-HairHlët:: To me or not to be"
lllllllllllllllllllllliniMnillllllllltlllllllllllllHIIUHIllllIIIIIIIMUIIIIIIIllllllllllIIIIH'IHHIIIH'llim'IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIII Illlllllllll
Het lijkt mij onnoodig ki dit Weekblad
heel veel dieper op een bespreking dezer
opinies in <te gaan en uitvoerig te betoogen,
met welk een monomane blindheid deze
ultrafrancophilen geslagen zijn. Zij, die hun oogen
voor feiten kunnen en willen openen, weten
tegenwoordig wel beter. 1)
Wat mij echter wél voor een veH»r
u:sprekïng geschikt lijkt,is de rpp^ -loor mij als
mogelijk aangegeven en Je laatste weken meer
en meer tot uitdrukking komende toenadering
tusschen Frankrijk en Rusland. Beide staten
zijn door hét conflict in het naburige Oosten
pas tot een helder inzicht gekomen in de
01 istandigheid, dat hun belangen parallel
liepen.
In de eerste plaats is gebleken, dat de
Sowjet-regeerders de Russische imperialistische
politiek in Azië vrijwel onveranderd hebben
overgenomen. Deze politiek, welke gedurende
de gansene vorige eeuw de internationale ver
houdingen heeft beheerscht en welke haar
brandpunt vindt te Konstantinopel, wordt
thans door het Kemalistisch nationalisme in
de hand gewerkt. Rusland heeft steeds het
groote bezwaar gevoeld, dat het, om den
sleutel tot de poort naar het Aziatisch impe
rialisme, Konstantinopel en de zeeëngten, te
verkrijgen, in botsing kwam met de Turken,
welke door de Entente werden gesteund. Deze
botsing zou op den duur een zeer nadeeligen
invloed op de .Mohammedaansche bevolking
ten opzichte van Rusland hebben uitgeoefend,
waardoor aan_-jèi«n kant zou worden verloren
wat wellicht door de verovering van Konstan
tinopel aaffde andere zijde zou zijn verkregen.
Thans s de toestand gewijzigd. Rusland
kan het'Turksche nationalisme steunen, waar
het door Engeland wordt bestreden (de oude
Russisch-Engelsche antithese blijft, met
wisjseling in het locale object, onveranderd
voort/' bestaan), en krijgt op deze wijze de kans, bij
de Mohammedaansche bevolking een wit
voetje te verkrijgen. Als compensatie voor
dien steun kan het echter van Kemal de con
trole over de zeeëngten verlangen en zal dit
cok ongetwijfeld doen.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIMimillllllllllll
AMERIKA EN EUROPA
door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON
II
Indien men nu vraagt, wat Amerika over
Europa denkt, dan is het antwoord heel
eenvoudig. Amerika (dat is te zeggen de
gewone man in de straat) denkt heelemaal niet
aan Europa.
Men kan het feit betreuren. Men kan den
Amerikanen vertellen, dat zij zooveel aan
Europa te danken hebben. Men kan er van
der Capellen bijhalen en de Hollandsche lee
ningen, die de Amerikaansche revolutie
mogelijk maakten.
Maar dat alles helpt al even weinig als
Frankrijk's beroep op Lafayette. De goede
markies kan hoogstens nog eens bij een
officieel gelegenheidje dienst doen. Maar de
betoovering is uit den naam weg. LafayetteMs
nu nog een historische figuur, maar niet
iemand, die de Amerikanen bij de duizenden
over den oceaan doet stroomen.
Hoe of dit alles dan komt?
Heel eenvoudig.
Amerika heeft een kater van alles wat oor
log en Europa heet.
De gegoede klassen komen naar de oude
wereld om zich te vermaken.
Maar de honderd en negen en een half
millioen, die niet reizen, hopen de kust van
Frankrijk en Engeland en Moermansk nooit
weer te zien.
Een enkel keertje was genoeg.
Hetgeen ook wel te begrijpen valt, als men
alle faktoren eens nauwkeurig bekijkt.
Waarom ging Amerika in den oorlog?
Daarover kan men het nu vrijwel eens zijn.
Amerika ging in den oorlog omdat het er
door Duitschland toe gedwongen werd.
Misschien, dat er hier of daar nog iemand
van de oude Toekomstphalanx zit, die dit
betwisten wil. Wat hem vrij staat, zoo vrij
als het hem stond zijn vaderland vier jaren
lang verkeerden raad te geven. Maar indien
Duitschland in Amerika iemand gehad had
die heusch iets van de Amerikaansche psyche
begrepen had, dan was het zoo gemakkelijk
mogelijk geweest Amerika neutraal te houden.
VRAAGT i
SI-FA-KO
S IQ ARE M
Sorlomurtt
EEN STAD IN 'T GOOI
In de tweede plaats staat Frankrijk
tamelijk onverschillig tegenover de vraag, wie
Oost-Azië zal beheerschen. Het heeft welis
waar belangen in Achter-Indië en China,
maar het strekt zijn koloniale imperialisme
vooral uit over Afrika: Marokko, Algiers,Tunis,
Soedan en wat daar verder nog bijkomt. Een
samenwerking met Rusland en dientengevolge
met de Turksche nationalisten zal het ook
hier,onderdeze Mohammedaansche bevolking,
een niet onbelangrijken voorsprong geven.
Maar boven en behalve dit verlangt Frankrijk
zooals vanouds, een hegemonische positie op
het Continent. Welnu, deze is te gemakkelijker
te verkrijgen naarmate Engeland meer in
Azië wordt beziggehouden door Rusland en
Turkije, en naarmate Duitschland, dat als
stootblok tusschen de Fransch-Russische com
binatie ligt, meer verzwakt en zonder weer
stand is.
Deze overwegingen leidden Frankrijk naar
hetgeen de Britten terecht een inbreuk op het
verdrag van Sèvres achten, naar een verraad,
gepleegd aan de landen, welke het tijdens den
oorlog tot bondgenoot had, en welker belangen
het bij den vrede beloofde te beschermen. Een
verraad, te verachtelijker, omdat het niet ter
verdediging van eigen land gepleegd werd,
doch uitsluitend om Rusland en Turkije ter
bevordering van imperialistische doeleinden
in het gevlei te komen. Onmiddellijk werd dan
ook een daarbij aansluitende actie te Moskou
ontwikkeld: Herriot werd uitgezonden om
het terrein te verkennen en om weldra door
een Commissie-Painlevéte worden gevolgd.
Indien deze nieuwe Fransche politiek slaagt,
een politiek, welke in alle opzichten tegen die
van den eens hooggeprezen bondgenoot
Groot-Brittannië, die Frankrijk van den
ondergang redde, ingaat, en die alle kans van
slagen heeft, gezien het feit, dat ook de
Sowjet-Regeering in dezelfde richting ageert,
dan zal Europa worden gesteld voor een ge
weldige vastelands-combinatie. Frankrijk,
technisch en militair voortreffelijk uitgerust,
voorzien van een formidabele luchtvloot,
opgezweept door den nog lang niet geweken
iHiiiiiiiiiiniiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiifiiiiiiit iiiiiiiiiiniiiiiii
Bernstorff was daarvoor niet de aangewezen
man. Zijne Excellentie zat alleen (of met zijn
tweetjes) in zijn automobieltje en kende nie
mand behalve enkele hooge geesten, die de
eer waardig werden gekeurd in zijn kringetje
te worden opgenomen.
In Holland schrijft men gemeenlijk niet zoo
over Excellentie's. Maar wordt het niet
langzamerhand tijd ook_die kinderen bij den
naam te noemen?
Noch de gezant in Washington, noch de
Consul-generaal in New-York (die door
louter domheid duizenden van zijn
landgenooten in deEngelsche en Fransche gevange
nissen dreef) wisten wat er eigenlijk rondom
hen gebeurde.
In Berlijn was men nog minder op de hoogte.
Men heeft mij eens verteld (maar ik weet niet
of het waar is) dat er in Berlijn geen direkte
telephonische verbinding bestond tusschen
Buitenlandsche Zaken en Oorlog. Maar al is
het verhaal slechts een verzinseitje, dan is er
toch nog een kern van waarheid in.
In Duitschland wisten Buitenlandsche
Zaken en Oorlog nooit wat de buurman deed.
Ieder werkte op eigen houtje en de resultaten
waren bedroevend. En dus ging liet tusschen
Amerika en Duitschland hoe langer hoe
slechter.
In het begin was de Amerikaan wars van
alle vechten. In het Oosten en vooral onder
meer gefortuneerde kringen was men erg
sterk pro-Fransch. Maar ieder Amerikaan uit
die klasse gaat naar Parijs en dat is dus niet te
verwonderen. Maar de meerderheid van het
volk was niet pro-Engelsch.
Ik herinner mij gedurende den oorlog eens
met een Nederlandschen soldaat aan de grens
gesproken te hebben, die zei: ach, meneer,
de Duitschers zijn misschien wel goeie
menschen, maar we lusten ze nu eenmaal niet".
Dat zou men ook van een Amerikaanschen
boerenjongen gehoord hebben. De
Engelschman heeft de rare gewoonte de Amerikanen nog
steeds als een soortement colonial" te behan
delen en te beoordeelen.
Pro-duitsch was men van den beginne af niet.
De rook van Leuven werd ook aan gene zijde
van den Oceaan gezien. Maar men was eigenlijk
heelemaal anti-Europeesch. Want men vergete
toch niet, dat de meeste Amerikanen of hun
roes van de groote militaire overwinning, in
combinatie met Rusland, favoriet bij de
Mohammedanen en voorzien van onmetelijke
natuurlijke hulpbronnen. Wat heeft Europa
daartegenover te stellen? Groot-Brittannië,
dat de handenvol heeft in]zijn koloniaal gebied,
met een défaitistische bevolking en een door
de Reparation-betalingen verlamde industrie.
Duitschland, afgetobd en verzwakt tot in
hart en nieren, dagelijks meer geplunderd en
naar den afgrond gedreven, geamputeerd en
met een vermoeide en ondervoede bevolking.
Dreigt er gevaar of niet?
Om het evenwicht in Europa te handhaven
zal een krachtige Britsch-Duitsche aaneen
sluiting noodig zijn, welke door een nauw ver
bond met Japan moet worden bevestigd. Voed
de Japansche politiek in Oost-Siberië, ver
scherp de Russisch-Japansche antithese en
red Duitschland van den ondergang. Dat zijn
de gegevens, welke de vrijheid van Europa
moeten waarborgen. Kan het twijfelachtig
zijn, waar de Nederlandsche belangen als
continentale en koloniale macht liggen? Het
gevaar is dreigender dan in 1815, want Rus
land treedt niet meer tot de Britsch-Pruisische
coalitie toe, staat daar integendeel tegenover.
Denkt aan de bescherming onzer verbin
ding met de koloniën; denkt aan de gevolgen
van een Russische controle over de zeeëngten.
Denkt aan het belang, dat Nederland en Enge
land samen bij zulk een bescherming hebben.
De gebeurtenissen der laatste drie weken, de
ontwikkeling van de crisis in het naburige
Oosten, de krachtige Fransch-Russische toe
nadering, deze allen bevestigen, wat ik in mijn
vorig opstel beweerde.
Mogen deze overwegingen somber klinken,
zij zijn op niets anders dan feiten gebaseerd;
het zou echter verkeerd wezen, niet tevens te
verklaren, dat ook in dit opzicht deVolkenbond
goed werk zou kunnen verrichten; het zou
volstrekt verkeerd zijn ons in speculaties en
combinaties van internationale politiek te
verliezen zonder daarbij voortdurend te wijzen
op de oplossing, welke groot onheil kan voor
komen. Eenig idealisme is in deze materie
stellig niet misplaatst.
Mijn doel is dan ook eigenlijk tweeledig:
in de eerste plaats wil ik de omstandigheden
naar waarheid reproduceeren om daaruit een
argument voor versterkte propaganda voorden
Volkenbond en zijn mogelijke verdienste te
putten; anderzijds moet met klem worden
gewezen op de noodzakelijkheid, om, zoolang
de macht van den Volkenbond nog niet defi
nitief gevestigd is, rekening te houden met
conflicten, die ons nationaal bestaan in gevaar
kunnen brengen.
Mijn beschouwingen richten zich tegen elk
Staats-imperialisme op humanitairen zoowel
als op nationalen grond. Het zou waanzin
zijn, zich in de humanitaire idealen te ver
liezen en de oogen te sluiten voor de ruwe
werkelijkheid,die mogelijkonze zelfstandigheid
zou kunnen bedreigen.
W. C. POSTHUMUS M E Y j E s
1) De schrijver van het financieel Week
overzicht v.h. Alg. Handelsblad toonde 15
October bijv. aan, welk.een catastrophaal
karakter de scheepvaartbeweging te Hamburg
en Breinen eigenlijk draagt.
Koninklijke M e u b e 11 r a n i p g i I-Maatschappij
DEGRUYTER&Co.l
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Bergplaatsen voor Inboedels l
papa's of groot-papa's naar Amerika trokken
omdat het hun in het oude vaderland niet
aanstond. Die reis naar de wildernis is heusch
zoo aardig niet. Voor zijn plezier doet men
het geenszins. En slechts de sterksten konden
de vermoeienissen doorstaan.
Van hen waren de meesten met een wrok
tegen hun vroeger thuis, over het water ge
trokken. Die wrok bleef bestaan.
De duizenden die Europa verlaten hadden
uit haat tegen alle militaire gedoe zeiden aan
hun kinderen: nu zie je waar die wapenboel
toe leidt",en zij prezen zich gelukkig,dat zij in
een vrije Republiek verre van alle kanonnen
en geweren leefden.
Laten wij nu toegeven, dat er door de geal
lieerden heel wat geschreven en gezegd is,
dat evenveel gelijkt op de waarheid als een
nieuw bankje van 25 op een fraaie ets, dan
blijft er toch nog altijd genoeg over om een
vol'k ais de sentimenteele Amerikanen tot
een verbijsterende woede te kunnen brengen.
Men wist weinig van Europa en begreep
er nog minder van. Maar Leuven en België
en de Lusitania deden hun werk. Inderdaad
ligt tic Lusitania verzonken juist tusschen
de Duitsche voorhoede en de stad Parijs. En
het wrak belette tien zegevierenden niarsch
naar u c Fransche hoofdstad.
Om ec'ii lang verhaal dan maar heel kort
te maken: Wilson die het heele volk nog niet
achter zich had, stuurde nota's en men ant
woordde hem met verdere gewelddaden.
Toen kwamen er nog meer nota's.
En nog meer.
En als antwoord erop de onbeperkte
duikbootenoorlog.
Toen kwam het oogenblik waarop de vrien
den der geallieerden al reeds zoo lang gewacht
hadden. De groote massa in Amerika, die al
reeds vroeger op dergelijke kruistochten was
uitgetrokken (men denke aan den slavenoorlog
en aan Cuba), kwam in beweging.
Men trok naar Europa tot een kruistocht
tegen het militairisme. De Kruisvaarders
sloegen eerst thuis alles kort en klein en de
Amerikaansche kollega's waren ook niet zoo
heel zacht van handen. Maar in een jaar werd
er een vloot gebouwden dricmillioen mannetjes
waren in de kampen en er was geschut genoeg
Wij kunnen er, naar het schijnt, nog niet
zoo heel zeker van zijn, dat het onzalige plan
tot electrificatie en verknoeiing van het Gooi
van de baan is. Nu elk lichaam en elk individu,
waarvan dit verwacht kan worden, geprotes
teerd heeft, geeft het laatdunkend stilzwijgen
der belagers zelfs een onveilig gevoel: stille
krachten zijn het moeielijkst tébestrijden.
Toen nu, juist in den tijd, dat de vandaalsche
plannen van de spoorwegmaatschappij het
meest in het licht stonden, de wethouder de
Miranda kwam met zijn denkbeeld om in het
Gooi een soort nederzetting van het
Amsterdamsche volk te stichten, werd al spoedig
gesproken van een nieuwen aanslag op deze
schoone streek, en beide aanslagen werden
met dezelfde verontwaardiging bejegend.
Het komt mij voor dat het plan van den
heer Miranda.dat ik niet in details ken, of
zou kunnen beoordeelen, zulk een smadelijke
afwijzing niet verdiende. Het heeft al dadelijk
op dat spoorwegplan voor, dat het
grootscheepsch is en radicaal,waar het andere
knoeierij is en slechts ten deele een oplossing brengt
van de bestaande woning- en verkeersmoei
lijkheden.
Maar de reden, waarom deze beide aan
slagen op het Gooi" niet gelijk staan, en die
van Miranda zeer veel onschuldiger is, ligt
nog ergens anders. Het plan van
stedenstichting bedreigt inderdaad het Gooi in zooverre,
dat het de vrije natuur, die daar nog over is,
wil verkleinen; het andere plan echter wil
die vrije natuur ontluisteren, beschadigen,
verbrokkelen. Het plan van den spoorweg, om
het maar eens summair uit te drukken, be
dreigt de kwaliteit van het Gooische land,
het andere de kwantiteit. Het blijft mogelijk,
een stuk af te nemen van de heide tusschen
Hilversum, Laren en Bussum, zonder het
reeds zoo droevig ontsierde geheel van het
Gooi verder te verknoeien, terwijl het plan
van den spoorweg aan alle kanten en in alle
hoeken schennis zal plegen.
Wanneer het Gooi niet reeds in de laatste
twintig jaar door het ruw volbouwen van de
verbindingswegen, het afbrokkelen van
Spaanderswoud en bosch van Bredius, en
zooveel andere geweldpleging, zooveel van
zijn landschapsschoon had ingeboet, en het
had al dat geknabbel aan zijn karaktervolle
organisme kunnen afkoopen door een stuk
hei voor de stichting van een stad af te staan,
dan zou het er, dunkt me, genadig afgekomen
zijn. In ons kleine, dicht bevolkte land, met
zijn nog steeds sterk vermeerderende bevolking
zijn wijde heidevlakten een luxe. Ook de zee
is schoon, maar ik heb geen aesthetische ar
gumenten hooren bezigen tegen de droog
making der Zuiderzee.
Het denkbeeld van den heer de Miranda zal
zijn bezwaren hebben, in beginsel echter
lijkt het mij zuiverder dan het systeem,
of liever de stelselloosheid, waarmee tot dus
verre de kleine en groote steden-zich hebben
uitgebreid. Ik neem hierbij aan, dat een, op
eenigen afstand van Amsterdam te bouwen
stad, niet slechts zou worden een dependance
van Amsterdam, maar een werkelijke stad,
niet slechts een plaats om te wonen, maar om
te werken en te leven. Fabrieken, handels
huizen en winkels zouden er moeten verrijzen,
opdat niet slechts het verkeer nog meer over
belast zou worden, en het onmenschwaardig
forensenbestaan niet nog algemeener. Want
een nieuw forensenoord is toch, hoop ik, niet
de bedoeling van den heer Miranda?
Het zou voor een bewoner van een ander
werelddeel, die onbevangen en critisch ons
land bekeek, toch wel kluchtig zijn, dat wij
onze beste, vruchtbaarste landstreken bij
voorkeur gebruiken om er industrie-gebieden
van te maken, en stuk voor stuk al onze
weiden en moestuinen met kostbaar heien
gaan inrichten voor woningbouw en tegelijker
tijd met veel moeite en kunstmest de hei
vruchtbaar maken.Zoo iemand zou,dunkt mij,
geen oogenblik aarzelen, zelfs het Gooi,
maar zeker de Drentsche of Friesche hei te
kiezen voor het vestigen van nieuwe industrie
gebieden, waarbij zich steden zouden vormen
om de fabrieken, als vroeger om de forten en
bij de havens en de groote en kleine steden,
zooals Amsterdam, den Haag, Leiden, Haar
lem, Dordrecht den kring van landerijen,
weiden en moestuinen te laten behouden,die
hun inwoners konden voeden.
Laat ons nu eens alleen aan het
natuurllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllMIIIMIIMHIHIMIlmlIIIIIHIIIIIIIII
en er waren vliegtuigen genoeg voor tien
legers en een eindelooze rij schepen bracht
de honderden duizenden naar Brest.
Er is wel zelden een dergelijke krachtsont
wikkeling geweest, die in zoo korten tijd zooveel
bij elkaar timmerde als toen in Amerika. En
ik zal het maar niet trachten na te rekenen
hoe of er met de billioenen gesmeten werd om
de geallieerden op de been te houden. Maar het
doel werd bereikt.
Duitschland liep zich dood op den muur,
dien Amerika had helpen optrekken.
Het Duitsche niilitairisme kwam tot een
einde.
De Oberste Kriegsherr werd eerelid van de
sociëteit in Doorn.
Toen ging men weer naar huis.
Wat men in Europa gezien en ondervonden
had, dat beviel den meesten geenszins, maar
men redeneerde, dat de brave Franschen en
Engelschen juist aan het oorlogvoeren waren
en dat men hen dus niet onder de beste om
standigheden gezien had.
Men was tevreden.
Men had oorlog gemaakt om een einde te
maken aan alle oorlogen.
Voor dat doel had men alles over.
En toen?
Toen kreeg men in plaats van n
militairisme er zevenenveertig andere. In Polen
en in de Balkan-staten en in Bolsjevikia en
in Italië en in Frankrijk en in Ierland en overal.
Toen kreeg men nog meer legers en werd er
nog meer gevochten om rare grensgebiedjes,
waarvan de Amerikaan niets begreep omdat
in dat land van ontzettende afstanden een
Belgische ambitie voor Staats-Vlaanderen
eenvoudig een dwaasheidje wordt, waarover
men maar niet verder spreekt.
En toen zei Amerika hetgeen wijlen Zijne
Majesteit Koning Willem II, bij gelegenheid
van een beroemde vergadering zei: Enfin
Messieurs, ik verdom het".
Men begriipe toch wel, dat de doorsnee
Amerikaan van Europeesche verwikkelingen
niets afweet en ook niet begeert er iets van
af te weten.waarin hij mijns inziens groot gelijk
heeft.
Maar hij weet het onderscheid tusschen
NAAR DE MESTHOOP
Naar de mesthoop van den tuinder
Gaan de malsche groenten heen,
Roode, witte, boerekoolen,
Sla, andijvie, ui en peen.
Dikke, knoersende komkommers
Liggen tusschen selderij,
Knollen, bieten en augurken,
Kotten er naast wulpsche prei.
Ladingen van kostbaar voedsel
Ziet men waardeloos vergaan,
En de menschen lijden honger
Er een uur of wat van daan.
Zelfs de aardappel, de pieper
Wordt maar achteloos gerooid,
Om de kosten van verzending
Worden ze soms weggegooid.
Bataillons gemeenteraden
Zitten zuchtend bij elkaar,
Mokkend over hooge prijzen
Van den tusschenhandelaar.
Heele stoeten de Miranda's
Klagen over voedselnood,
En het voedsel ligt te rotten
Bij de tuinders in de sloot.
J. H. SPEENHOFF
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiitiiiiiiiitiiiiiiitiiii
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAVENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWLJK,
UDENHOUT, LOCHEM en BOBCULO.
Agentschappen in Indië:
BATATIA, SOERABAYA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN
iiiiiiiliiiiiuiiiiiiiiiu ln
schoon" denken. Een fabriek behoeft niet
noodzakelijk iets leelijks te zijn, mij dunkt,
onze moderne architecten hebben het, nu en
dan althans, reeds bewezen. Iets wat een
sterk eigen karakter heeft, is a priori niet
leelijk. Nochtans kan het in het landschap
storen, maar alles hangt af van de plaatsing.
Het zelfde geldt voor een geheele
fabrieksstad. Het blijft dus mogelijk, dat een stadje
als het bedoelde de hoeveelheid van het
natuurschoon in het Gooi zou verminderen,
zonder de hoedanigheid daarvan aan te
tasten,zooals nu schier bij eiken bouwgeschiedt.
Om duidelijk te maken wat ik met de hoe
danigheid van het natuurschoon bedoel,
kan ik niet beter doen dan te verwijzen naar
datgene wat thans om onze hoofdstad heen
geschiedt. Ons toch reeds aan omstreken
arme Amsterdam breidt zich uit met zonder
linge sprongen, verspreidt zich als een huid
ziekte, met plekken, werpt hier een paar
huizen, daar een fabriek neer, begint straten
en laat ze jaren lang liggen en bederft gaande
weg zelfs het weinige, maar ontroerende
schoon, dat aan haar zelfkant overal nog
overbleef. Laat ons er toch aan denken dat
niet alleen hei en bosch mooi zijn, dat ons
polderland, onze landelijke wegen, onze
boerderijen van een verrukkelijke schoon
heid kunnen wezen,en dat men op een nuchtere.
prozaïsche straat loopend, tot voor kort nog
vrede en oorlog en begeert den vredej
En hij begeerde den vredevoorEuropa,terwij
Europa van dag tot dag verder in het moeras
van de nationaliteits-begripjes afzakte.
Wanneer men in het dagelijksche leven een
vriend tegenkomt wien het alecht gegaan is
en die zegt: ,,geef mij in 's hemelsnaam tien
gulden" en men heeft de tien gulden, dan
antwoordt men allicht: hier heb je ze". En
men is volkomen bereid hem eenigen tijd uitstel
van terugbetaling te geven. Maar vindt men
dienzelfden vriend dan 's middags in Trianon
gezellig een borrel drinkende met een paar
vrienden,dan is het ook met de edelmoedigheid
uit.
Welnu, Amerika kwam de geallieerden te
hulp om hen tegen de werkelijke en vermeende
gruwelen van het militairisme te beschermen.
Met uitzondering van Engeland, dat weer
aan het werk getogen is,ziet Amerika thans in
Europa slechts n groote ruzie-kamer.
En om dan maar enkele dollars
Uzenden of een enkelen raadsman, zoolang deze
dwaze toestand voortduurt, daar denkt geen
mensen aan.
Men heeft thans in Holland hetgeen men
kort recht" noemt en ik lees eiken morgen
met veel genoegen de doodnuchtere maar
zakelijke en praktische opmerkingen van den
rechter.
Ik wilde wel, dat men de meeste Europeesche
staten voor zijne Edelachtbare kon brengen
en hem de zaak liet beslissen, want de meeste
kwesties zijn voor buitenstanders van een
schrikbarende eenvoudigheid.
En als men dan de vonnisjes mee naar
Washington kon nemen, dan zou Washington
wel weer eens dezen kant uitkijken.
Want Amerika weet, dat men het zonder
hulp van de Vereenigde Staten toch niet
tot een oplossing kan brengen.
En daarom wacht het geduldig.
Tot bij tijd en wijlen Europa zoo vermoeid
zal zijn van al dat dwaze gekibbel, dat men
zegt: wij scheiden eruit. Wat kunnen wij nu
doen om de boel weer op de been te brengen
en te houden?" ;.; ; i
Voordat dit oogenblik gekomen is echter,
behoeft men werkelijk niets te verwachten
en alle mooie woorden zijn verloren moeite.