Historisch Archief 1877-1940
4 Nov. '22. No.- 2367
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
NIJVERE HANDEN
In het Panorama-gebouw is tot 13 Novem
ber huisvlijt bijeen van het Russische volk.
Het algemeen Comitétot steun aan de
hongerenden in Sowjet-Rusland bevordert den
arbeid. Er wordt materiaal verstrekt in de
hongergebieden, er wordt gewerkt onder
leiding van kunstnij veren. Het resultaat van
dezen arbeid om den broode wordt verzonden
naar andere landen, waar beter bedeelden de
werkstukken zullen koopen om te steunen,
te helpen hen die daar ondergaan van bittere
armoede.
De zaal is smaakvol in orde gebracht;
de jonge architecten Baarda en Bot hebben
eer van hun werk. De electrische lichtbronnen
zijn om en om donkerrood en warm blauw
omsluierd. Een velum ondervangt het te
schelle bovenlicht. Aan den wand hangen
tal van diagrammen betreffende de honger,
de hulp en de economische wederopbouw
van de hongergebieden. De tentoonstellings
ruimte is in afzonderlijke etalages afgedeeld,
elke afdeeling is zeer oordeelkundig
vaksgewijze ingericht: met wit speelgoed, met hout
snijwerk, met kantwerk, met lakwerk, enz.
Prettig, deze overzichtelijke wijze van ten
toonstellen. Ze doet de voorwerpen beter
lot hun recht komen en geeft een juist
begrip van het kunnen van den Russischen
volkskunstenaar, beter gezegd huisvlijter.
Want deze tentoonstelling geeft huisvlijt
en slechts enkele stukken die wij zouden
willen bestempelen met den naam ,,volks
kunst". Huisvlijt zooals wij haar meer
zouden willen beoefend zien ten onzent.
Geen knutselen met waardeloos materiaal,
maar het snijden en sieren van al wat kan
bijdragen tot levensgenot van jong en oud.
En dat is veel! Allereerst neemt het speelgoed
een groote plaats in. De paarden van de
troika trekken briesend in galop de slede
door de sneeuw, de landman leidt de ploeg
door den akker, stoere ossen buigen zich
onder den last van den zwaren wagen, de
veldarbeid neemt ieder op zijn wijze in
beslag en de hoenders en ganzen trippelen en
waggelen tusschen de arbeidzamen in. Echt
kindergenot, die speeltuigen. Ook de Beier
maakt wit speelgoed. Hij is den Rus de baas.
Zijn snijwerk is meer ,,af". De Rus legt in
ruwen vorm zijn beeld vast, liet uiterlijk
van zijn beesten, zijn figuren is meest effen,
star. Is hij niet rijp voor een fijner weergave,
of kan hij zijn beeldjes geen vrroolijkheid
bijbrengen, hij, die 't lachen zelf heeft ver
leerd?
Doch hij schildert wel blijde kleurtonen.
PrunMepels, doosjes, vloeiblokken, nestpop
pen, zes-, achtdeelig, Russische volkstypen,
handschoen- en zakdoekdoozen ze staan er
pralend in hun eigenaardig coloriet van
Russische voorstellingen en motieven, die
niet zijn van alledaagsch gehalte. De ijsvogel
met zijn langen scherpen snavel, bij ons
in de magazijnen als geluksvogel" gedoopt),
heeft ook den Rus geïnspireerd, die hem tot
doozen en inktkokers verwerkte. Ver boven
dergelijke gewilde inspiraties van den
kunstenaar-huisvlijter staat echter het werk van
den hooger begaafden hout- en lakwerker.
Hier raken wij het meest bezienswaardige der
tentoonstelling. Op dit gebied is de Rus
meester. Zijn in soepele vormen gebeeldhouwde
voorwerpen toonen werk van den eersten
rang, de talrijke mooie gelakte en met fijn
penseelwerk versierde bussen, doozen en
kommen doen hiervoor niet onder.
De Russische boerinnen leverden vele
producten van huisnijverheid. Zij hebben
zelf gesponnen, zelf geweven, en dit
weefwerk op primitieve wijze met kleuren weten
te sieren. Zij hebben op bijzonder kunstige
wijze op vele draden Rtitheensche kettingen
geregen tot een kralen ruitjesvlechtsel. Zij
hebben hun eigen jassen en de kielen van hun
man en kinderen.herschapen in pronkstukken
van volksdracht. Toch hadden zij meer en
in velen deele beter werk kunnen geven.
Dat toch vooral jongens, leerlingen van
huisvlijtcursussen, deze leerzame tentoonstel
ling op 't gebied van lichte houtbewerking
gaan zien. Ze wakkert de liefhebberij aan
tot nuttigen arbeid in ledige oogenblikken.
Nijvere handen ! Op haar atelier is zij aan
't werk Nel Schoo. Zij heeft een mooi, licht
plekje gevonden boven de magazijnen Au
bon Marché" in de Kalverstraat. (ieen
enkele kleur of tint ziet zij onder getemperd
licht. Haar werktafel, een lange, ruwe houten,
staat voor de ramen, daarop zijn tal van
fleschjes, van kommen, van potjes, van in
strumenten te vinden, die het jonge meisje
bij den arbeid noodig heeft, want Nel Schoo
heeft een eigen atelier in boekbinden,
cartonnage en al wat daarmede verband houdt.
Zij heeft de lessen gevolgd op de Kunstam
bacht- en Dagteekenschool voor meisjes te
Amsterdam en op de Kunstgewerbe Schule
te Ziirich. Nu ziet zij met het geleerde iets te
bereiken.... en is flink aan 't werk.
Een mooie verzameling boeken heeft zij
gebonden in groote verscheidenheid: in per
kamenten banden, in peau de Suède, in leer
met koordruggen en goudstempelwerk, in
linnen en altijd weer treffen de zuivere
afwerking en de goed begrepen accurate
technische kwaliteiten.
Nel Schoo siert natuurlijk zelf haar schut
bladen en bandpapieren. Zij doet dit in
stijfsel en bakmarmers. Al die papieren zijn
van een zoo uitgesproken artistieken /.in en
grillig-harmonische kleurverdeeling, dat daar
om reeds, al is het een onderdeel van de eigen
lijke werkpraestatie, de arbeid van het
jonge meisje een belotte is voor de toekomst.
Niet een gelijkt den ander. Een keuze die in
de meeste gevallen uiterst moeilijk zal zijn.
Boekbanden, portefeuilles e.d. zijn nuttige
zaken en prettige geschenken. Artistieke
papieren hebben hun nut bij 't zelf boek
binden of 't maken van een of ander gebruiks
voorwerp. Wij kunnen daarom een bezoek
bij Nel Schoo zeer aanraden.
E i. i s M. R o (i c i:
iiiiiiniiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiE. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii
VRUCHTENKOEKJES
VAN
SIPKES - HAARLEM
zijn voortreffelvik van kwaliteit
en aangenaam van smaak
BIJKOMSTIGHEDEN
Overzicht van de Russische tentoonstelling
XLV.
Een van de weinige prettige nawerkingen
van den oorlog ontstond door het feit, dat
er toen enkele menschen waren, die zich ge
roepen voelden te getuigen voor hun gehecht
heid aan Frankrijk, en daarom de vereeniging
Nederland-Frankrijk oprichtten. Onmiddellijk
kwamen er andere menschen, die voor het
zelfde gevoelen ten opzichte van andere lan
den meenden te moeten opkomen, en zoo
ontstonden successievelijk de vereenigingen:
Nederland-Engelaiu), Nederland-Duitschland,
Nederland-Span je, Nederland-Denemarken,
Nederland-Italië, Nederland-Zweden, enz; of
zoo ze al niet allemaal ontstaan zijn, dan
zullen ze toch zeker binnenkort ontstaan,
omdat de behoefte geestelijke banden aan te
knoopen tusschen ons land en alle mogelijke
landen ter wereld op het oogenblik eenmaal in
de lucht zit, en ieder groepje menschen wel
op een speciaal land een speciaal zwakje
pleegt te bezitten.
Zonder al de andere vereenigingen in waar
deering te kort te willen doen, (hoe heeft
Nederland-Frankrijk ons b.v. indertijd met
Paul Fort verrast,) wil ik deze keer toch mijn
dankbaarheid speciaal over
Nederland-Engeland uitstorten, omdat ze ons het vorige jaar
den kinderlijken schaterlach van den
gezelligen reusChesterton te genieten gaf, en ons dit
pas-begonnen seizoen liet kennismaken met
den innig-vereerden romanschrijver, den so
ciaal-voelenden dramaturg John Galsworthy.
Het lijkt me een heel ding voor zoo'n eiland
bewoner om zich op een goeien dag in te
schepen naar een land, dat hij nauwelijks
kent, waarde menschen een taal spreken, waar
hij geen woord van verstaat, en waar boeken
worden geschreven en gelezen, waarvan hij
nooit iets heeft gezien of gehoord. Is het geen
overmoed te durven hopen, dat, in zoo'n om
geving, waar hij niet het minste begrip van
heeft, die anderen wél begrip zullen hebben,
voor wat hij komt vertellen? En toch, toen
alsworthy 's middags in een kleinen kring
merkte, dat het niet maar uit beleefdheid was,
dat de menschen zeiden, dat ze blij warc'ii
hem te zien, maar dat ze wezenlijk leefden en
kibbelden eti zich verzoenden met zijn roman
figuren, alsof het levende menschen voor hen
waren, en toen 's avonds, toen hij in de
stampvolle zaal de katheder beklom, een
applaus losbarstte, zoo onweerstaanbaar,
zoo hartelijk en voldaan, dat ieder er uit
voelen moest, dat hier een publiek bij elkaar
was gekomen, dat een schuld van dankbaar
heid wilde afdoen voor veel heerlijke uren van
echt-menschelijke en echt-literaire genieting,
toen moet hem onmiskenbaar zijn geopen
baard, dat voor dat volk, waaraan hij ^nooit
dacht en dat voor hem maar een naam was,
zijn persoon tot een levende en beminde wer
kelijkheid bluek gegroeid te zijn; en ik meende
in het peinzende gebaar, waarmee hij telkens
aan de roode rozen rook, die hem geschonken
waren, de verbazing te herkennen, waarmee
hij steeds in zich zelf herhaalde: Heb ik
hier dan zulke echte vrienden, en heb ik dat
dan nooit vermoed?"
Men had algemeen verwacht, dat hij zijn
eigen werk zou komen voorlezen. Eigenlijk
is het eigenaardg, dat men daar bij een auteur
zoo vanzelfsprekend op rekent; het doet me
altijd denken, dat er ook in den modernen
inensch nog heel veel over is van den primi
tieven, wreeden middel-eeuwer, die er van
genoot een medeschepsel te /.ien martelen, en
het bloed langzaam uit zijn wonden te zien
sijpelen.
Is het niet iets zeer pijnlijks een vreemdeling,
die van verre gekomen is, het teederste geheim
van zijn hart te hooren prijsgeven aan een
schare onbekenden? Als de auteur niet toe
vallig ook acteurstalenten bezit, loopt het
meestal uit op een bijna onverstaanbaar
voor zich heen mompelen, zcmals bij Arthur
Schnitzler, of op een reciet, zona!? ik mij van
den sympathieken dichter Emile Verhaeren
herinner, die luid en gedragen inzette, maar,
zond ra het hoogtepunt naderde, het hoofd
boog, en de schoonste regels aan zijn tafel
kleedje toevertrouwde, omdat die niemand in
de zaal iets aangingen.
Galsworthy had zichzelf en zijn gevoelige
kwetsbaarheid beter begrepen, en een meer
neutrale lezing over Tolstoi en JozephConrad
v«»r ons meegebracht. Wien het om een diepe
karakteristiek van den grooten Rus te doen
JIIIIIHIIIHIIIItmiHIIIIIItlllllllllllllllllllllMIH
IIIIIMMIUIIIIIIMMMIflIII >l
miiiimimiimiiitmmiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiimii
iitiiiiftmtiriiiiMimiiimiuiiii
kardinaalsmutsjes nu prijken in volk: kleuren
pracht. Al de kannijnroode vruchten zijn
EEN UURTJE
Vaak lees ik met genoegen uw aardige
verhaaltjes in De Groene, al kan ik er met
den besten wil niet in slagen, zelf ook eens
zoo iets te zien te krijgen." Dit is een zinnetje
uit een der brieven, die ik dezer dagen ont
ving, 't Is niet de eerste maal, dat er aan
mijn waarheidsliefde is getwijfeld en voor
de zooveelste maal moet ik alweer betuigen
dat ik nooit fingeer of zelfs de resultaten
van eenige wandelingen combineer tot n
verhaaltje. Zoo litterair ben ik niet.
Gisteren dan ging ik met dien angel in het
vleesch het duin in. Iedereen kan thans het
duin ingaan, sedert de Amsterdamsche Water
leiding kaarten verstrekt en kan daar het
zelfde beleven wat mij hier overkomt.
Eerst ging ik langs mijn duinroosjeshelling.
Het was nog vroeg in den morgen en alles was
wit bevroren, behalve waar de zon de helling
reeds kon bestralen. In den top van een
laag eikje zat een boomleeuwerik liefelijk
te zingen, zoo mak als een kanarie. Alleen
toen ik wat te dicht bij hem kwam, ging zijn
stompe kuifje op en neer en eindelijk vloog
hij weg, steeds zingende.
Laag in het dal aan het meidoornboschje
was onrust in de roode bessen, het warrelde
en spiegelde daar van vogelwiekjes; een
gezelschap koperwieken aan het ontbijt. Ik
had daar niets te maken en ze konden dus
rustig voortgaan met meidoornappeltjes te
eten: n in den mond tegen drie op den grond.
Gelukkig is er dit jaar overvloed .
Langs een oude regengeul, die dichtgeplant
was met levende helm en dorre hei en over
een verlaten aardappelveld belandde ik in een
zonnig hoekje, waar in de beschutting van
flinke berken en dichte meidoorns een groepje
>\
opengesprongen en laten groote oranje zaden
hangen aan spierwitte strengeties. Het blad
is bezig te vallen en
heeft allerlei kleuren,
friscli groen, duister
purper, fel rood, hel
der geel. zooals dat
bij dit zonderlinge
heestertje het geval
kan zijn. Ik wil er
toch ook wat meer
van in mijn tuin heb
ben, al moet ik dan
ook in de Mei eens
een paar keer in de
week een half uurtje
kampen tegen de
kardinaalsmuts-
motjesrups.
Nu ga ik in al die
pracht stil zitten op
een
bosjedroogstruisriet. wachtende op de
dingen die komen
zullen. Eerst een
poosje n.ets. Dan hooi'
ik naar links het
welbekende tjedoek,
tjednek van den bon
ten specht en jawel,
daar zit hij al in een
eikje een twintig me
ter' ver weg halver
wege den top hame
rend aan een dikken
tak en telkens als hij
wat vindt tjoekt hij
van tevredenheid.
Straks eens kijken,
wat die eik heeft,
zeker wel bastkevers
of spintkevers en
voortaan als ik in de
vallei kom. ga ikdicht
langs dat eikje heen,
want die specht blijft
er werken, tot hij de
laatste larf te pakken
heeft. Dan is dieheele
was, die had beter gedaan in de zaal er
naast te gaan luisteren, waar Thomas Manu,
de vader van de Lubecksche
Buddenbrookfamilie, zijn auditorium over Tolstoi en Goethe
onderhield Maar de
Galsworthy-bewonderaars, die om hem gekomen waren,
hielden zich in de eerste plaats bezig met zijn
mooien schedel, die als een gewelf zich boven
zijn klare, blauwe oogen verhief; zij waren
er blij om, dat hij inderdaad de zachte, wel
luidende en prettige stem had, die bij den toon
van zijn verhalen paste, en dat zijn heele wezen
dien indruk van geestelijke en lichamelijke
gezondheid maakte, die de aantrekkelijkste
eigenschap van een Engelschtnan is. Als ze
dan nebenbei ook nog soms een fijne, persoon
lijke, opmerking van hem oppikten over het
wezen van den stijl; over de overbodigheid
voor een kunstenaar om over richtingen"
te philosopheeren; en over den hartstocht
waarmee een onderwerp" hem moet pakken,
dan was dat, om zoo te zeggen, een gave,
boven hun behoefte; en zoo ging iedereen
zeer voldaan naar huis.
Over de toevallige coïncidentie met de
lezing van Thomas Mann moet me nog n
opmerking van het hart: daar troffen te
zamei! in een vreemd land twee van de beste
vertegenwoordigersvan twee groote literaturen,
die beide belangstelling voelden voor elkaar;
die graag met elkaar in contact zouden zijn
gekomen, en die daar toch maar niet aan be
gonnen, - omdat geen van beiden de taal van
den ander kende ! !
Ligt hier niet in de eerste plaats een ar
beidsveld voor alle anti-oorlogsraden,
vredesbonden, vrede-door-recht-vereenigingen, enz?
Op de drie groote rijken een heel leger leeraren
en leeraressen loslaten, die detedoceeren taal,
vooral wat de uitspraak betreft, in de perfectie
behcerschen, en dan alles in het werk stellen,
dat het mode" wordt, vreemde talen goed
te spreken. Zou er wel zoo makkelijk misver
stand ontstaan; zou men elkaar met zoo'n
gerust geweten te gronde richten, als men de
gedachtengang van een ander volk had
leeren begrijpen, door zich in zijn taal in te
werken?
En zouden Mannen Galsworthy niet als kam
pioenen resp. voor Engelschen en Duitschen
geest naar hun vaderland zijn teruggekeerd,
als ze niet voorzichtig ieder hun eigen deurtje
waren uitgcslipt; maar met elkaar hadden
kunnen praten, over hun gemeenschappelijke
belangstelling voor Tolstoi, over hun gemeen
schappelijke tournee, over hun gemeenschap
pelijke grootheid en hun gemeenschappelijke
menschelijkheid ?
A N N l i: S A 1. O M O N S
130 X325 - Vanaf f 10.75 par paar!
OVER BOEKEN EN TIJD
SCHRIFTEN
Naast de lectuur voor kinderen wordt onze
aandacht gevraagd door een brochure, die
spreekt over kinderen. Het is het \8e Jaarver
slag van de vereeniging Boddaert-Tehuizen"
die steunend op het beginsel ,,Overwin het
kwade door het goede" reeds jaren lang zulk
prachtig werk heeft verricht, maar die
finantieelen steun behoeft om dit werk te kunnen
blijven voortzetten.
De volksbond tegen drankmisbruik deed
bij de Electrische Drukkerij ,Mercurius''.
Den Haag, een boekje verschijnen, waarin
Martine Wittop Koning verschillende recepten
van alcoholvrije dranken geeft. Een boekje
dat iedere huisvrouw te pas kan komen. Hét
kost slechts 30 cents.
Van Dr. Jeanne Knoop, vrouwenarts
ttden Haag, verscheen bij Schellens en Giltay
te Amsterdam een werkje getiteld Hygiëne
der Vrouw. Dr. Cath. van Tussenbroek
voorzag het van een waardeerend voorwoord.
Het bevat een serie lezingen gehouden voor
de Haagsche Volksuniversiteit, die op veler
verzoek een blijvenden vorm verkregen en
nu in breeder kringen van nut kunnen zijn.
Het is, met zijn vele illustraties, niet een boek
om in de huiskamer te" laten liggen, maar
een werk dat door zijn zuiveren, ernstigen
toon aan vrouwen vele nuttige wenken kan
geven.
De Verjaurdagkalender van B. en J.
Midd-erigh-Bokhorst. Uitg. Felix P.
Abrahamson Amsterdam, geeft niet in kleur wat
hij had kunnen zijn. De tinten zijn te koud,
er is te weinig harmonie in de kleurtonen,
het korrelige van de teekening met waskrijt.
komt te veel naar voren. De vier
maandschilden zijn met veel talent geteekend .Ze ge ven
in huiselijke tafereelen den verjaardag van het
kind, het jonge meisje, de moeder en groot
moeder. Bij die vier levensstadia sluiten
zich de bloem- en vruchtfestoenen aan, die
elk schild sieren.
Twee Kieuterboek/es in genoegelijk-iolige
bandjes met mooie kleurplaten liggen voor
ons. (Uitg. H. Meulenhoff, Amsterdam).
Het eene is een sprookje naverteld van
Wilh. Haut'f door Hermanna: Kleine
Muck, Kalif Ooievaar". Grappige Zwartjes
van Eelcoo M. ter Harmsen v. d. Beek,
verluchten de tekst.
Het andere: Lezen en Luisteren'' door
Hermanna, geeft vele verhaaltjes en versjes,
de laatste zijn wel wat te naief-eenvoudig.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIllfl IIIIHIIIIIMlmttllltltllllllHllltltllMIIIII
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
Overzicht van de Russische tentoonstelling
jiliimniiMimimiimitiimii
besmette tak ruigen ontschorst.afgekloven. Nu
slieren kopenvieken voorbij, ontbijtgasten, die
van boschje tot boschje gaan, maar hoogerop
vliegen van Noord naar Zuid grooter troepen
van ordelijker schikking en met flinker gang,
dat zijn dagtrekkers, op zoek naar een plek,
die nog niet in beslag is genomen. Een paar
heggemuschjes roepen elkaar aan de over
zijde van het aardappelveld. Daar galmt een
kikker zijn klassiek brèkèkèk. Maar die
beesten zitten nu met de vorst toch al lang in
hun boeresloot of onder mos en bladeren.
Toch kwaakt hij door, maar gaat nu over
in ander geluid, moeilijk te beschrijven endat
verandert weer in zanglijsterroep Meteen
is het geheim opgehelderd,'t is een Vlaamsche
(laai, die daar zijn kunsten uithaalt. Waarom
zou hij ook niet? Er is overvloed van eikels
en voortdurend mooi weer. Hij heeft zijn
buikje vol; misschien verborg hij heden mor
gen al een paar dozijn eikels op allerlei
plaatsen onder mos en bladeren en nu kan hij
gerust een uurtje zingen, wat hij dan ook doet,
onafgebroken, met eigen geluid en nagebootst
eii den kikker het liefst van alles.
Nu ritselt het onder de berken en daar
komt een prachtige fazantenhaan aanstappen,
recht op de roode kardinaalsmutsjes aan,
geen zes meter van mij af. Haastig pikt hij
naar de oranje zaden, maar dan krijgt hij mij
in 't oog. Hij staat doodstil en ik zit doodstil,
mijn oogen half dicht, maar wat moet ik
met mijn brilleglazen aanvangen. Vroeger
was dat anders. Nu vertrouwt de vogel, die
groote, ronde glinsterdingen niet, hij maakt
rechtsomkeert en stapt weg. Ik ben ten
minste nog tevreden, dat hij niet is opge
vlogen. Maar liever had ik hem aan 't werk
gezien, om te weten, hoe hij precies de
oranje zaden opent, om het groene kiempje
te bereiken. Misschien een anderen keer,
want dat hij hier meer bezig is geweest,
bewijzen de brokjes zaad, die hier liggen,
beroofd van hun groene kiempje. De
langsiaartige boschtnuizen doen dat ook en nu zou ik
wel eens willen weten of de fazant het heeft
afgekeken van de boschmuis of andersom.
"De gaai /.it nog maar aldoor te zingen. In
de elzen valt een troep kleint1 vogeltjes neer
en die krioelen nu om de nauwelijks rijpe
vruchten, sijsjes zeker; straks loop ik er even
tjes langs, misschien schuilt daar ook nog een
houtsnip en als je daar goed op bedacht bent,
dan lukt het wel hem te zien nog net eventjes
eer hij opvliegt. Ditmaal was 't mis, er waren
wel sijsjes, maar heelemaal geen houtsnip.
wel de onvermijdelijke winterkoning, die
in zijn veertjes zoo aardig het
houtsnippenpatroon nabootst. Op den terugweg snap ik
liet nog net, dat er een buizerd komt
overzeilen, zoowat honderd meter hoog. De korte
staart en de breede vleugels zijn wijd uitge
spreid en worden niet bewogen. Hij vliegt
zonder motor in cirkelbaan na cirkelbaan en
is in een minuut ot drie uit het gezicht ver
dwenen. De kraaien laten hem met rust.
Zeer geachte heer, indien ik u op dezt:
wandeling had meegenomen" zouden we
niet de helft van deze dingen gezien of gehoord
hebben. Ook heb ik nog lang niet alles vermeld
en heelemaal niet, wat ik in dat uurtje alzoo
heb overdacht en overwogen. Vooral naar
aanleiding van die fazant en van ons onver
gelijkelijke duinlandschap.
J ,\ c. P. 'I n i j s s
iiimniiiiiftiMiiiiiitiilitiiftiti
iitillittiiiiiiiiiitiitiiiiiiiiiiiiimi
Neuralgie,
jorpijn en landpijn worden on
middellijk tot bedaren ^cbrachr
door Sloan's Li Mimen; Mondt
h"i in gereedheid bei. \oorkomi
uren van foltering en pijn. In
wrijven onnoodij; )TM <ïmij>t
i i oor.
\Vrknjfibaar bij alle A H'n hok,-r- r'n
Drogisten. I'rijs./. }.
SLOAN'S
Liniment