De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 11 november pagina 11

11 november 1922 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

11 Nov. '22. No. 2368 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 DE TURKEN IN KONSTANTINOPEL Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek Uit de Hoogeschool der journalistiek In 1858 geboren, werd zijn eerste stuk in 1894 opgevoerd met succes." (N.v.d. D.) Pech! Boekarest, 3 Nov. Bij de ont ploffing in de mijnen van Lupeny (Roemenië) zijn slechts zeven arbeiders gedood. V.D." (Tel.) eut§chlanb, SeurSchfcmb iteber 3U(e§! Zoo zijn hierdeverhoudingen."(7W.) Deze strook is door den afzender van het formulier af te scheiden en te bewaren." (Postbewijs) CORRESPONDENTIE. K. te H. Gaarne zal ik van U vernemen, wat taalkundig juist is: ik kan dansen" of ik ken dansen," enz. Antw. Kunnen is ergens slag van hebben en kennen is er 't fijne van af weten, dus allebei zijn goed. Maar niet goed is uw tweede woord, zal. Dat moet zou zijn. HOE WE ONS KLEEDEN MOETEN Moeder, ik sta op jouw kasteel ! ?flIIIIMMIIIIIIIIIMIHIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMMIlmlmMIIUMMIMHIIIIIMIIIIM CHAR1VARIA (^?Verdrinken aan Zee" luidt het opschrift van een der bekende medische artikelen in del O. W.C. , ' 9 November is blijkbaar de langste dag. De Burgemeester van Rijswijk maakt bekend ,,dat Maandag 9 November de Kerklaan van de Julianastraat tot de Kleiweg gedu rende ongeveer twee weken voor voertuigen zal zijn afgesloten." De Raad van Beroep voor de iivoerrechten heeft nader beslist, dat voor de berekening der bij invoer aan te geven waarde uit hiervoor in aanmer king komende in vreemde munt uit gedrukte factuurprijzen, waarin een nader overeengekomen duurtetoeslag is begrepen, de oorspronkelijke koop prijs herleid tegen de wisselkoers op den dag der bestelling (of c.q. onder bevestiging) moet worden vermeerderd met den toeslag, herleid tegen den koers op den datum, waarop de over eenkomst nopens dien toeslag tot stand is gekomen." (Hdb.) Oplossing in ons volgend nummer. Bijzonderheden uit het particuliere leven van dr. Thijssc De bekende natuurkenner en min naar, Jac. Thijsse." (Wereldkr.) Men heeft er van afgezien zich per voet naar het kasteel te Doorn te begeven, omdat de rijke toiletten na tien minuten loopen te zeer door stof en slijk zouden lijden." (N.v.d.D.) Dus waarschijnlijk te auto. Overigens is de combinatie van stof en slijk een der merkwaardigheden van Doorn. (ÏFEen kleerenmagazijn stuurt me een pros pectus, waar ik zeer verheugd mee ben. Niet dat het me ook maar in het minst belang inboezemt welke prijzen de firma noteert, noch dat het me iets kan schelen op welke wijze de stoffen worden bewerkt en de costumes afgeleverd, en zelfs niet, omdat ik het belangrijk vind wat de pers" zooal van dit beroemde magazijn heeft gezegd, maar enkel en alleen om een hoogst practisch aanhangsel, het z.g. schema voor kleeding". Dit is een aardige vinding, volgens welke men onmiddellijk kan nagaan hoe men zich in de verschillende omstandigheden des levens te kleeden heeft. Het systeem is niet nieuwen berust op dat van de tabellen, waar op men kan aflezen hoe het staat met voetbal competities en schaaktournooien, of de tarieflijsten van stoomtram-maatschappijen, waar ge onmiddellijk op kunt nagaan, hoe vee l de vracht van het eene dorp naar het andere bedraagt. U vindt bovenaan een rijtje levensomstan digheden en aan de zijkanten de diverse kleedingstukken, en verder een lijst hokjes met kleur en geaardheid, zoodat de snijding der horizontale en vertikale lijnen u aangeeft, met onberispelijke juistheid, welk kleedingstuk ge voor een bepaalde gelegenheid uit uw kleerenkast moet nemen. Dit lijstje moet men eigenlijk met punaises aan den binnenkant van de kleerkast be vestigen, om nooit meer hulpeloos in néglig het hoofd te hoeven staan breken, over het moeilijke vraagstuk der correcte kleeding. Laat ik u slechts een paar voorbeelden geven. Het is Zondag. Gij zijt laat opgestaan en hebt u gewasschen en staat nu in néglig voor de kleerkast. Hoe nu verder op den dag des Heeren? vraagt ge u af. Het lijstje geeft uitkomst. De boord moet staande zijn, de das donker met losse knoop, het overhemd moet wit en stijf zijn, uw jas, jaquet, donker grijs of zwart", uw broek donker gestreept kamgaren", uw vest, stof als jas," uw schoe nen goed gepoetst kalfsleer". Alles is nu in orde, en als ge uitgaat met de voorgeschreven zware bruine of lichte grijze handschoenen, zijt ge de volmaaktste zondagsheer. Tal van kleine nuttige wenken vindt ge in deze overzichtelijke lijst. Voor het buitenleven schrijft het lijstje voor: geen boord, een rijbroek, een katoenen hoed of pet, gym nastiek- of wandelschoenen en geen overjas. In den auto liefst geen boord en geen das. Deze boordelooze auto-dracht heb ik nog niet veel gezien, maar hoe zeldzaam zorgeloos zijn de menschen in het algemeen op hun kleeding. Eigenlijk tref je deze boordlooze mode alleen maar aan in volkrijke, niet welvarende buurten, bij heeren,die als eenige halsversiering een glimmend overhemds knoopje hebben, en groote ruige petten dragen. Dit lijstje, ik zeide het reeds, is heel aardig en nuttig, maar het kon uitgebreider, en het kon ons dan een grooter zekerheid in het leven geven over de moeilijke kwestie van de kleeding. Er moest bij behooren een be knopt overzicht van verschillende combinaties. Want wat moet je nu doen als je Zondags in een auto gaat zitten? Moet je dan je boord en je das uitlaten en toch een jaquette aan trekken'? Wat moet je doen des Zondags bui ten, mag je dan een boord aan hebben of niet en moet je dan al of niet zware bruine of lichte grijze handschoenen aan? Bij de dagelijksche kleeding wordt een strikje voorgeschreven, althans aan dit soort das wordt de voorkeur verleend. Ook voor het buitenleven? Of is dan de lange losse geknoopte de rigueur? Ik zeide u reeds, dat ik zeer in mijn schik ben met dit schema, maar tegelijk doet zich nu de behoefte gevoelen aan een uitgebreider, een dat ons meer zekerheid geeft en in nog meer gevallen voorziet, gevallen van dubieusen aard, de gevallen waar het op aankomt, waarbij we weifelend voor onze kleerkast staan. Wie helpt ons nu eens aan een afdoende tabel in dit genre, maar dan geheel volledig? A R i iliiiliiiiiiiiimii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiitiiiiiiin IIIIMIMIIIII (London Opinion) l Illllllllll Illllllllllllllllllllllllil III IIIIIIIUIIIIIIIIIIllllllllltllllrlllHIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIII (Passing Show) (Passing Show) Boekverkooping Bij de firma Burgersdijk & Niermans, Templum Salomonis, Leiden, zullen van 2iJ Nov. tot 4 Dec. verkocht worden de biblio theken nagelaten door Mr. W. C. J. A. Peperkamp, Dr. A. Drost, Ds. H. C. Lohr, Ds. H. van der Hagt e. a. De boeken zijn 17 en 18 November te bezichtigen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiimiiiifiiiiiiiiitiiimimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimitiiia (London Opinion) Ja, meheer, 't is 'n mooi oud kerkhof hier. 'k Hoop 't^nog 's te beleve, dat 'k hier ook begrave mag worre." Neen. Dit is niet het ontwerp-wapen voor een socialistische zegelring, 't Zijn twee verhuisknechts, die even rusten. Huil nou maar niet, Jantje. Opa komt Indiaantje met je spelen." Boe-boe-boe dat ken u niet! U ben al geskalpeerd ! Boe-boe-boe !" De nieuwe huisknecht: Verwacht mevrouw u, meneer?" De bezoeker: Of ze me verwacht? Maar man, ze verwachtte me al voordat ik geboren was ??ik ben haar zoon !" iiiliiiiimiiiini Wagenaar-avond w Was Johan Wagen aar enkele dagen vroeger ?geboren, dan zou dat nu, in het najaar van 1922, van niet gering voordeel zijn geweest. Men had dan het Wagenaar?Van Anrooy Van Goudoever?Pijper-concert op Zondag :29 October kunnen geven, en het Mozart -Schubert?Men de Issohn-programma kunnen bewaren voor het concert van Donderdag 2 November, waarvan bekend was, dat de Koningin het wenschte bij te wonen. Wat zou het dan voor de Prinses een heerlijk eerste avond-uitgaan zijn geworden: ze zou, bij de in dit geval voor de hand liggende omzetting van het program, Mendelssohn's verrrukkelijken Midzomernachtsdroom hebben gehoord, in een uitvoering, als nog geen prinses ter wereld ooit heeft mogen beleven. Evenwel, misschien is juist het feit der viering van Wagenaar's zestigsten verjaardag voor de Koningin aanleiding geweest, ditmaal van het gebruikelijke schouwburgbezoek ^af te zien, en de voorkeur te geven aan het Concertgebouw met het aangekondigde Nederlandsche" programma. Het behoort tot -de taak der staatshoofden, belangstelling te toonen in de nationale" kunst, en Prinses Juliana heeft zich nu alvast eenig idee kunnen vormen van wat haar op dit belangwekkend gebied te wachten staat. De mengeling van toeval en overleg had haar spel gespeeld, en zoo zagen we nu .allereerst het podium propvol, want men had vandaar zoo'n prachtig gezicht op de koninkijke familie. En wie er niet voor uitkomen wou, dat dit de reden was voor de plaatskeus, kon zich gevoeglijk beroepen op het inte ressante van zoo van nabij niet minder dan ?«drie dirigenten aan 't werk te zie.i. En wat het applaus betreft, dat richtte zich aan het eind van den avond naar twee kanten tegelijk.... Men ge Iberg opende met de Piet-Hein"rhapsodic, en het was wel te merken, dat dit stuk zoo maar als répertoire-nummer aan al het overige was toegevoegd. Het grapje met hobo en fagot lukte niet al te best,en sloeg dus ook niet in,over het geheel lag een zekere matheid, en vooral de opbouw was zwak. Ziehier een zeldzame uitzondering op wat wij in het orkest onder Mengelberg steeds zoo hoogelijk waardeeren. Over de keus van dit werk voordeze gelegenheid valt gansch verschillend te oordeelen; wie zegt, dat het uit het kadersprong, heeft gelijk, doch evenmin kan worden betwist, dat het op dit program, gewijd niet alleen aan Wagenaar's eigen com posities, maar ook aan die van zijn leerlingen, bijzonder goed op zijn plaats was; immers, een vergelijking van de Piet Hein"-rhapsodie met het Allegro Marziale" (bewerking van den Harde rwijkschen S t uden ten marsen"), den laatsten satz van Wagenaar's Sinfonietta, doet duidelijk blijken, van hoe verstrekkender! invloed in dit geval de manier van den meester op die van den leerling is geweest. Dat Van Goudoever en Pijper ook leerlingen van Wagenaar zijn, zou men niet willen gelooven, als het niet bij alle mogelijke en onmogelijke gelegen heden werd kond gedaan, en dat nog wel onder vermelding van het verblij dend bestaan eener Utrechtsch'e School". Men heeft het geval aldus te zien: Van Goudoever en Pijper hebben van Wagenaar degelijke vak"lessen gehad, maar daarna hebben beiden zich gehaast, andere leer meesters te kiezen. Het is wel eigen aardig: waar Wagenaar's niet alleen door-en-door knappe, maar ook frissche en gezonde, natuurlijk-stroomende en voortreffelijk-klinkende muziek ter sprake komt, hoort men 's componisten afhan kelijkheid van Berlioz, en in nog hooger mate van Strauss, breed uitmeten, ter wijl men alle mogelijke vergoelijking klaar houdt voor de beoordeeling der bewuste nadoenerijen van de heeren Pijper en Van Goudoever. Het scheelt maar weinig, of Pijper is het heele ultra-moderne kringetje al rond geweest, en de weinige ons bekende Dr. Johan Wagenaar werken van Van Goudoever vertoonen ook een zeer bereidwillig meegaan met de aller nieuwste toonkunst in haar stoutste ont wikkeling. Wat we het liefst onthouden van Van Goudoever's optreden met zijn Suite" op den avond van de Koningin en Wagenaar, dat is, dat hij een uitstekend cellist is. Veel zekerheid in de behandeling van het instrument, een mooie toon, u n een onmiskenbare muzika liteit ! Daarnaast de aaierigheden van het strijkje" ! Ze typeeren ook het stuk, waar \veee geuren over hangen en ' waar veel vaische schijn in is. )k btn er zeker niet blind voor, dat er ook voorname trekken zijn in deze muziek, ik heb ook geen bezwaar 11 ge n clt ..Tango"- en Foxtrot"miitieven, vooral niet, waar deze zoo discreet zijn te pas gebracht; verder zijn m L- zekere norspronkelijke ele menten in de instrumentatie niet ontuaan; maar toch kan ik dit nieuwe stuk van Van Goudoever maar matig waardeeren, nniciat er, evenals in zijn vurige L'iinposities. te veel en te duideliike imitatie in zit, en omdat het zich als geheel laat omlaag-trekken in de ztekeiijkheden van den tijdgeest. Wiüem Pijper dirigeerde zelf de al lereerste uitvoering zijner Tweede Symphiiiiie, en ieder deskundige zal met mij eens zijn, dat hij alle directie talent mist. En het werk, dat hij nns deed voorspelen, maakte een nog belangrijk zonderlinger en onbegrij pelijker indruk en klonk nog aanmer kelijk slechter, dan velen verwachtten, dat het doen zou. Aan den oever van het Lago .Maggiore een dergelijke muziek m zich te voelen opkomen, niet velen zullen, dunkt mij, den heer Pijper erom benijden. Ik twijfel er niet aan, of men zal bij een opmerk zaam doorlezen van de partituur dezer symphonie rede.i vinden, de zorg te waardeeren, waarmee de componist zijn gegevens heeft uitgewerkt, maar men wordt er bij een eerste hooren bitter weinig van gewaar, en de ge gevens op zichzelf het rhythmische staat er wel zeer in op den voorgrond maken op ons niet den indruk, dien de auteur zich heeft voorgesteld, dat ze zullen maken. Ons gaapt in deze muziek de eene leegte na de andere aan, en uit een oogpunt van klank vervult zij ons met den diepsten weerzin. En drie vleugels laat de heer Pijper op het podium neerzetten,natuurlijk met de bedoeling er haast niet op te laten spelen! Men zou zoo zeggen: als ze er dan toch eenmaal staan, doe er dan ook wat moois, althans wat origineels mee.... Na de doolzieke schapen, de herder. Op een enkel stukje na, een fragment uit de muziek bij een schimmenspel op een Arabisch onderwerp eenvoudig, vlot en niet smaakvolle aanduiding van exotische kleur , was ons alles reeds bekend, wat de jubilaris ons van zijn werk van vele jaren kwam laten hooren. Het mag dan zijn ik denk, dat Wagenaar zelf het niet zal willen tegenspreken! , dat deze orkest muziek onder den invloed staat, en hier en daar zelfs zeer sterk onder den invloed staat van figurenalsBerlioz en Strauss, er istochook hél veel als bepaald oorspronkelijk in tewaardeeren. Wagenaarinstrumenteert meesterlijk, en hij hanteert ook de meest gecompliceerde compositie-vormen en -methoden met een vaardigheid, waarvan dit de groote ver dienste is, dat zij alles uit desfeer van belang wekkende, doch dorre theorie opheft tot een gezonde, bloeiende practijk. Het is muziek, klinkende en boeiende muziek, die Wagenaar ons geschonken heeft, en zijn werk staat, bij alle gemakkelijkheid, waarvan het getuigt, ver boven het peil van den ,,routinier". Wel jammer, dat de humorist-parodist in den zoo ernstig aangelegden en daarte genover met zulk een oerkrachtigen zin voor het komische begaafden Wagenaar dit maal niet tot zijn recht is kunnen komen. Zoolang men nog niet een aan alle kanten goede uitvoering van zijn Schipbreuk" heeft bijgewoond, en zoolang men nog niet daarbij zijn eigen piano-spel heeft gehoord. zoolang kent men den completen Wagenaar nog niet. De jubilaris gaf zich met volle liefde aan zijn dirigententaak, en het orkest speelde met lan. H. J. DEN HERTOG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl