Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 Nov. '22. No. 2369
MIJNHEER PIRROEN
(Blijspel van Felix Timmermans; opgevoerd dór Het Rutterdamsch Tooneel")
Teekeningcn voor ,,de Amsterdammer" van B. van Vlijmen
V j \*LS,*
J. - ' * ^ ?J&'
Van de Nast (Louis Vervoorn)
Caesarine van St. Jan (Marie v. Eijsden?Vink) Mijnheer Pirruun (Jules Verst raete)
Anna-Marie Martha Walden)
Corenhemi'l (Jaap van der Poll)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
IIIIMIllimilllllllllllllllllllllllfimilllllllllllllllllllllllllll
iiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiigiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiii
imnimiiiMiimiiiiMiiiiiM
CALDERóN'S LA DAM A
DIJENDE"
Het is als voor ongeveer honderd jaar:
Calderón is actueel, in Duitschland en Oosten
rijk vooral, maar thans ook in Frankrijk en
bij ons. Doch slechts de ernstige Calderón.
De vorige maand bracht ons de opvoering van
twee zijner ,,antos sacramentales" ter ge
legenheid van het Eucharistisch Congres,
en die van zijn meesterwerk La vida es
sueno", alle werken met diep philosophische
strekking. Dezer dagen konden we echter
in de bladen lezen, dat op het oogenblik
in Weenen, onder leiding van Reinhardt, met
groot succes in een nieuwe bewerking van
Hugo von Hofmannsthal, onder den naam
Die Dame Kobold" bovenstaand zoo goed
als vergeten blijspel wordt vertoond.
Toen Calderón nog een jonge kerel was van
zoowat 29 jaar en zijn tijd verdeelde tusschen
amourettes en duels, toen hij nu eens in de
Spaansche legers meevocht, bij ons in de
Nederlanden, dan weer in Italië, schreef hij
eens in een bui van vroolijke overmoedigheid
die heerlijke gril: La dama duende". (162(J)
De intrige, een net van liefdesavonturen,
TOONEEL TE BERLIJN
De enkele Duitschcrs, die sedert het begin
van het nieuwe seizoen in het Lessingtheater
verzeild mogen zijn geraakt, zullen met
gemengde gevoelens avond aan avond het
plakkaat je Uitverkocht" voor de kas hebben
zien hangen. Want deze, het hart aller Direc
teuren zoo verblijdende aankondiging, leek
wél in tegenspraak met de geruchten omtrent
dreigende theatercrississen, die door de
lucht dwarrelen ! -- Zij geldt dan ook inder
daad gén gelukkig Duitsch werk, doch het
Russisch ensemble uit Moskou. Hetzelfde
plakkaatje kan men naar verluidt, -?her
haaldelijk aanschouwen voor de poort van
het onlangs geopende Russisch-Romantischc
Theater" en voor het uitnemende Cabaret
Der Blaue Vogel".. ..
De Duitscher, die op die plaatsen nietsdan
Russisch, Fransen, Engelse h om zich heen
hoort klinken, begint zich van lieverlede
haast eenzaam te voelen in zijn Babel-Berlijtt,
en wanneer hij daarbij denkt aan de aange
kondigde opening eener nieuwe Russische
Universiteit, (waar de vele, zich reeds hier
bevindende Russische studenten, nog met
ettelijke duizendtallen vermeerderd,
onvervalschte Sofjetbeginselen toegediend zullen
kunnen krijgen,) aan de tallooze Russische
boekwinkels, die als paddestoelen uit den
grond komen opschieten, aan het heirlcger
van Russische kunstenaars, neringdoenden
en gelukzoekers, die Berlijn binnenstroomen,
dan vraagt hij zich, of die stad inderdaad
op weg is, een filiale van Moskou te worden. .
Maar ik wil mij niet op het wereld-tooneel
gaan begeven, en, blijvende bij het kleine
terrein van het gastvrije Lessingtheater, dade
lijk verklaren, dat het hernieuwde,ontzaglijke
succes der Moskousche kunstenaars alles
zins verdiend was. Reeds in den vorigen winter
hebben wij hun onvergelijkelijk
ensemblespel kunnen bewonderen, dit keer voelden
we, hoe alles zoo mogelijk nog weer verfijnder
en dieper doordacht was, waar Stanislafski,
|Y£J
MB2^35^
l
VAN DEWEEK
Nieuwe oorspronkelijke roman in
twee deden van
SUZELACHAPELLE-ROOBOL
Moeder en Dochter
Prijs ing., ? 5.90 gel), ? 6.00 ,
De Dorctreclitsclii' Courant schrijft:
Een zeer eenvoudig gegeven
wordt hier zeer verdienstelijk uit
gewerkt tot een boeiend verhaal.
Geen mooidoenerii, geen jacht op
mooie zinnen of woorden, eenvoud
van het begin tot het einde ken
merkt dezen roman.
Uitgave: Van Holkema & Warendorf, A'dam.
valt moeilijk in een paar woorden te vertellen
en doet er ook zooveel niet toe.
La dama duende" is als een rij van dansen,
begeleid dooreen orkest van louter ruischende
violen, nu eens plechtige octavas"en odas"
als een pavane van Bach, dan weer
puntigfijne achtlettergrepige redondillas" en
romances," als gracielijke memietten van
Mozart, en de slot-tafereelen der actes zijn
als statig-voortschrijdende sarabandes van
Haendel, met hun heerlijk-volle accoorden.
Eens heeft dat pretentielooze blijspelletje
een triomftocht gemaakt door heel de be
schaafde wereld, maar, na elke vertaling, na
elke bewerking verloor het iets van zijn
charme, ten slofte had het alles verloren en
verdween in de boekerijen der universiteits
bibliotheken, waar een enkele snuffelaar het
curiositeitshalve eens even komt begluren.
In 1641 bewerkte Antoine Ie Métel, Sieur
d'Ouville, de broer van den beruchten Abb
de Boisrobert, het kleine ding en gaf het als
zijn eigen werk, zonder zijn bron te vermelden,
(och, het was de internationale gewoonte
dier dagen) onder den titel: L'Ksprit fullet
in het licht. In 1684 geeft Hauterochc een
tweede bewerking van Calderón's blijspel
onder den naam: La dam? invisible.
Ook wij Hollanders, en speciaal wij Am
sterdammers, hebben heel veel van La dama
duende" gehouden. Het is lang niet algemeen
bekend, dat het een van de meest geliefde
repertoire-stukken van onzen Schouwburg
geweest is. En toch, wat heeft de vertaling.
destijds, in 1670, van d'Ouville's stuk, en de'
opvoering, een gemoederen in onze oude stad
in beweging gebracht, wat een pennen kras
ten venijnig op het papier, wat een nijd en
haat sprak uit de felle verweerschriften der op
gewonden letterkundigen" van die dagen !
Het was namelijk net in den tijd, dat het
letterlievend" Kunstgenootschap Nil
Volentibus Arduum, waarvan de geneesheer
Lo de wijk Meyer en de advocaat Andries
Pels de leiders waren, zijn hardnekkigen
oorlog voerde tegen de toenmalige
tooneelschrijvers en vertalers. En de heeren waren
niet voor de poes, als men het met ze aan de
stok had. !)aar kon die brave Antwerpenaar
Adriaan Peys van mee spreken. Nauwelijks
had hij L'Èsprit follet" met /org in
Nederlandsehe ver/en vertaald (het was toen na
melijk nog in den tijd dat de naam Belgique"
alleen nog maar op zijn Latijnsch" gespeld
in geleerde boeken voorkwam, dat Anvers
nog algemeen Antwerpen heette, en de moe
dertaal van de bewoners dier stad nog ge
woonweg Nederlandsch genoemd werd) 'en
had de Amsterdamsche Schouwburg zijn
stuk ter opvoering aangenomen, ja, men
zegt, de acteurs en actrices hadden de rollen
al ingestudeerd, of daar komt Nil Volcntibus
er achter, de leden fabrieken gauw een
nieuwe bewerking in elkaar, (sommigen
zeggen, het was de medicus Meyer, die het
heclemaal alleen gedaan heeft;arme patiënten!)
brengen /e vliegensvlug naar den Schouwburg
en krijgen den voorrangboven Peys. En wat een
succes hebben ze ermee gehad ! Zeven maal
is het herdrukt, in 1677, 1684, 1687, 1706,
1713, 1715 en 1720, ruim vijftig jaar heeft het
repertoire gehouden ! En op mijn woord,
N. V. A.'s bewerking heeft het verdiend.
Want, al kan ze niet halen bij het origineel
wat taalschoonheid betreft, al is de galante
Spaansche sfeer verdwenen, al is alles naar
's kinds wijs verburgerlijkt en vergroofd, Het
sptiulü'inl Wceinvtje is een gezond Hollandseh
blijspel, net zoo rond en oubollig
Anisterdamsch als De Spaansche Brabander", als
Krelis Louwen".
Want, kijkt eens aan ! D'Ouville's prulletje
is een halfslachtig Franse h-S paan se h gedrocht,
geen vleesch en geen visch," Peys'
\uclitspiiokenile Juffer (Je zou werktuigclijk denken
aan het \uclitboel; run een Kinder jiiijnnnv;
ja, niets nieuws onder de /on) is nog veel
slappei en bleeker, maar Het Spankend
Weeun'tjf is weer iets echts". En wat echt
is, is mooi !
llttlIM '11111111111111111111
als ziel van het geheel, nu persoonlijk invloed
kon oefenen.
Stanislafski zelf wordt niet moede te ver
klaren, hoe oneindig veel hij van Duitsche
tooneelspelkunst leerde, in het bizonder van
Otto Brahm's Ibsenopvoeringen en zijne
diepe zielsanalysen. De Duitschers van hun
kant, Reinhardt vooraan, verheelden aller
minst, met welke diepe bewondering zij de
schier onnavolgbare kunst der Russen van
stemming-wekken" in zich opnamen. En
voelden misschien ook wel een meesterschap
in het volmaakt harmonieerend en tot in de
fijnste radertjes in elkaar-passend samenspel,
met het, ook nu weer gebleken, letterlijk
merveilleus onderling contact op liet tooneel,
dat hier veelal verloren is gegaan, zij
het door het ster"-systeem, door het al te
veel willen individualiseeren, door de uiterste
ontwikkeling der technische virtuositeit, of
last not least, door het vele experimenteereii
op eigen hand. De Russen zijn conservatief
gebleven; hun stijl is in de laatste 15 jaren
zoo goed al> niet veranderd, - maar hij is er
een van den allereersten rang gebleven. Aan
de meest subtiele nervositeit paren zij eene
ingetogen terughouding, die van zeer ver
fijnde cultuur en goeden smaak getuig).
Hoe weten de/.e kunstenaars de Fermaten
in hunne tooneelmuziek te doen gelden, de
leegte, ook van 't leven, weer te geven !
Den weemoed der stilte, waarin men alleen
de klok hoort tikken....
{7/Alexander Moissi schreef indertijd in een
enthousiasten brief over de Moskousche
artiesten o.a. het volgende :
Deze lieden trachten zich zooveel mogelijk
te verinnerlijken, terwijl elders hoe langer
hoe meer het uiterlijke veld wint. Vindt men
bij ons een stuk dat pakt of interessant lijkt,
en komt men er mee bij den Directeur of
den Regisseur, dan ben ik zeker, dat de eerstj
vraag zal zijn: Wie zal de decoraties er van
ontwerpen? Wanneer de Russen voor een
nieuw werk staan, komen zij dagen lang bij
elkaar en praten gezamenlijk uren lang over
het stuk en de rollen. Uit dit praten en dis
cussieeren ontstaan langzamerhand de repe
tities, en een allerzijdsch en wederzijdse!]
zoeken te begrijpen, dat dan tot de hoogste
volmaaktheid voert. Het decoratieve speelt
bij de Russen geen rol." En Moissi eindigt
met de verzuchting: Hoe enorm veel kunnen
wij allen nog van hen leeren !"
Maar er is nog iets anders, dat vele
hedendaagsche kunstenaars van deze Russen zouden
kunnen leeren : de onbegrensde en ingewortelde
achting voor hun werk, het streven naar een
onvermoeid vijlen en slijpen van hun kunst.
Stanislafsky heeft het geheim van dit wonder
baarlijk samenspel misschien ten deele ont
sluierd, toen hij dezer dagen verklaarde:
Mijne kunstenaars filmen niet, omdat zij
al hun tijd voor hunne repetities noodig heb
ben". ... Zulke phenonienale artiesten moesten
wel, reeds om dat feit, hier verbazing en eer
biedige hoogachting wekken ! !
Ik sprak van crisisgenu hten.
Na een aanvankelijk optimisme, kwamen
de geschillen tusschen leiders en hun artistiek
zoowel als technisch personeel al dadelijk de
rust verstoren en de Hollaendcr-Bülnien
schijnen het eerst in het gedrang te komen.
De directie verklaarde gedurende de onder
handelingen, met de nieuwe, intusschen ver
vulde, eisenen van het personeel accoord te
willen gaan, (de tootirelspelers verlangden
als minimum een gage van 22.0(10 Mk. per
HET VEILIGHEIDSSaiEERAPPAR/V*
( BIJ UITNEMENDHEID
EEN?Gillette"SAFETy RAZOR LAAT
u NIMMER IN DEN STEEK; EEN SCHEER
RIEM is OVERBODIG;
OOK NIET TE WACHTEN TOT UW
SCHEERMES VAN DEN BAR- S*
BIER, BIJ WIEN U HET IA4T
A4NZETTEN,TERl)GKO«T
EN TOCH SCHEERT U
ZICH ALTIJD ONBE
RISPELIJK GLAD,
SNEL EN MET VEEL
?f i GILLEÏTE SAFET
jij 'j, JKEIZERSGRACHT/yjy | fijnAMSTERDAM P j
iiiiiiiiiiiÉiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiMitigiiiiiiimiimii
maand; de tooneelarbeiders nog 2000 meer,
wat intusschen verminderd is tot 20.400 Mk.),
zoolang liet in haar vermogen zou staan.
Nu reeds verklaart de Diactie, dat het
geen kwade wil zal zijn, wanneer zij de
gages niet op de nieuwe hoogte z; l kunnen
houden. Daarmee zijn de eerste zwarte
donderkoppen aan den economischen Ilieaterheniel
verschenen.... De moeilijkheid voor Felix
Hoilaender, Reinhardt's opvolger, laat /ich
verklaren, wanneer men bedenkt, dat hij aan
zijne drie schouwburgen: Deutscbes Theater,
Kammerspiele, en (irosses Schauspielhan* 80
(ooneclspck'rs vast verbonden heeft, en een
nog veel grooter staf van technisch personeel!
Op gevaar af van dadelijk te staven wat
ik hierboven te berde bracht. nl. dat hier
meer individneele kunst het sterkste interesse
wekt, waardoor het volkomen op elkaar
gestemde samenspel wel eens eerst op liet
tweede plan komt zou ik graag mijn indruk
ken meetleeien aangaande sterke individua
liteiten, die, zij 't voor hei eerst of hernieuwd,
de aandacht trekken. Want individualiteiten
zijn toch waarlijk, in onzen nivelleerenden tijd,
après tont niet te versmaden !
Ik zag de nieuwe Maria Stiiurt-
fi\(>cring van l.eopold Jessner in het
StaatsSchauspielhaus en de Elisabeth van (ïcrda
Muller, die zoo boeide en verraste. Naast de
ietwat brave, wrang-liefelijke Maria van
Johanna Hofer en den interessanten Leieester
van een nieuwen man uit Frankfurt,
Karl Kbert, deze merkwaardige Elisabeth!
Eigenlijk n der merkwaardige FJisabeths.
Ik geloof, dat liet de beroemde Sopliie Schr
der was, die eens beweerd heeft: Maria
Stuart kan elke keukenmeid spelen, maar
Eiisabeth, dat is de zware rol." Hermine
Korner en Agnes Straub hebben ons als Elisabuh
iiiiiiiiiimiiiiiimltim LaiuiiigliiiMiu
J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAQ
DB BESTE HOEDEN IN HOLLAND
sterke verrassingen gebracht. Sedert Sonhic
Schröder's t ijd, toen hualielarij voor de maiden
queen's-type het traditioneele etiket
Ivteekende.is er heel wat dieper gegraven naarde wortels
van dit gecompliceerd karakter van Schillcr's
genade, en ook (ijrda Muller deed dit met
zeer persoonlijke, geniale intuïtie. Jong,
slank, de roode pruik op een fiinbesnedeii
gelaat van slavischen snit, /on staat deze
Elisabeih in ijskoude hoogharlighi'id voor ons.
Maar de vriinu' en haar gloeiend vrouwelijk
voelen breken telkens weer do;>r hij deze
koningin, wier despotisme ui' ang>! voor de
rivale, en rivale in iiieerdaii een op/ichl,
geboren werd. Vooral vrouw in haar spel
met I.'-i eest..'r. met de fijn-aangeduide
onderstrooming van heimelijke zinnelijkheid; in
hare gestreelde ijdelheid, haar wantiouwen,
verlangen, overgave, .... Daar waan stille
momenten, o.a. aan hei slot, waarin van de/.e
kunstenares een schier magische,
sterkboeiende kracht uitging, en het verraste publiek
bond haar een ontvangst, 'il> wel zelden aan
ei n nieuwelinge.
Een der knapste in de rij der uitstekende
actrices die Berlijn bezit, is wel Agnes Straub.
Ik zag haar onlangs in Strindberg's Vater",
en in Wedekind's Simson".
Vater" lijkt mij een van Strindberg's
eerlijkste stukken. Aan wijdere en hoogere
visie weliswaar lang niet /.nti rijken rijpals h.v.
zijn: Weg nach Damaskus" en zijn
Traumspiel" ; veeleerde uit gepijnigd hart stroomende
biecht van een, die boordevol is van iingst,
- veel meer dan van haat en verachting.
Een bang visioen van den Strindberg, die
in Einsam" uitsprak: Ik heb de menschen
nooit gehaat, integendeel, maar ik ben
bang voor hen geucest, van de jeugd af."
De/e sensitieve anirst moge pathologische
symptomen dragen, evenals de literaire
uiling er van. En ik wee' niel, 'M' hel mogelijk
zou zijn, deze tragedie van den man,
die aan de vnntw te grondt raat, omdat /ij
(ie begrijpt, de geheele handeling is goed
vernederlandscht. Hier toch kende men
geen gesluierde dames en broers, die haar
onmiddellijk overhoop wilden steken, als
ze maar eventjes aan haar eer begonnen
te twijfelen ; Jakoba (dat is dan de Spaansche
Doua An ge la) laat zelf door een timmerman
een geheime deur maken tusschen haar kamer
en die van den gast, en als die goede man
uit is, komt ze lekker-nieuwsgierig zelf zijn
koffertje nasnuffelen, en laat het niet haar
kamenier doen. En ze neemt geen blaadje voor
haar mond. En er komt in dat vergeten
Hollandsche stukje een knecht voor, Flip
heet-ie, dat is dan de Spaansche gradoso" I)
Cosme, met een echt Amsterdamsche tronie,
een kerel waar onze voorouders tranen bij
zullen gelachen hebben.
Heeren toonceldirectcun.il, vraagt het stuk
eens op bij de Universiteitsbibliotheek, en
leest liet eens door. O, er moet een macht in
veranderd worden, heel wat weggeschrapt, en
ook heel wat bijgemaakt, maar toch, het is
nog frisch, door de eeuwen heen, en U zult
bij het lezen lachen, en als U liet goed laat
opvoeren, kunnen U en wij er weer pleizier
aan beleven.
J O N A S A. V A N P K A A (,
I) Grappenmaker.
twijfel wekt aan zijn hoogste goed, zijn vader
schap, te verbreedcn tot een symbool, tot een
noodlot, tot een oer-menschelijk dualistisch
conflict. In plaats van haar zeer intiem,
zeer eng-besloten te houden, in een kleine
spinnewebachtige wereld. Zooals hier de
regisseur Felix Hoilaender deed. In deze
hèklemmend-na u we afgeslotenheid beleefden
we echter een persoonlijk drama van sterke
tooneelspelkunst. Felix Hoilaender wilde
Strindberg-stemming wekken. Dat is hem in
dien zin gelukt. Eene beklemming, als van
een onontkoombare fataliteit, ging reeds uit
van dit liefdeloos nuchtere vertrek, gedompeld
in trieste winteravondschemcnug. met \vile
sneeuwluchteii achter de hooge kale vensters.
Wel een omgeving voor dit wreede drama
van antagonisme, met zijne, zelfs physiek,
folterende tragiek !
Eugen Klöpfer speelde de rol niet hèt masker
van Strindberg; Agnes Straub was de vrouw,
die hem ten doode martelt, en wier ziel aan ge
compliceerdheid niets te wcnschcn laat; de
belichaming van liet woord van haar slacht
offer: Je nent geen gevoel, en daarin ligt
ie kracht." Van deze, steeds in een bruinach
tige sjaal gehulde Laura, zoo natuurlijk, en
zonder eenig pathos handelend, ging een
kilte uit, die ook ons het bloed deed bevriezen.
Klöpfer markeerde van meet at' aan, -
m.i. zeer terecht, --- den zenuwlijder, die
reeds onderde suggestie staat van een donker,
oog niet doorgrond noodlot, dat hem vernie
tigen zal. Met mér kinderlijke weekheid in
de ziel, dan de koud berekenende vrouw met de
heerschersnatuiir, die tot eiken prijs de heer
schappij over haar kind wil behouden. Hoe
dit drama tussthen cue twee menschen zich
ontwikkelt, met eene intensiteit van ont
leding en heheersching der innerlijkste
drijfveeren, -? dat wa.s zoo superieur, dat het
luisteren en aanschouwen tot een kwelling
werd, ever.zi.er als tot een genot. Misschien
liet Klöpfer zijn virtuose kunst hier en daar
wat te zeer vrij spel en wellicht accentu
eerde ook de regie de scène van het dwangbuis
meer dan noodig was tot eene martelende
episode; hier en daar mogen kunst en regie
inderdaad bijna te geraffineerde middelen
hebben gebruikt om de Striiidbergstemming
vast te houden.
Reinhardt zou allicht soberder hebben aan
geduid, ingetogener, - kiescher bijna. Maar
toch beleefden we in elk geval een voorbeeld
van hoogst interessante ontledings- en
herseheppingskunst.
Over Wedekind en zijn Simson", met
Agnes Straub's zeer opmerkenswaardige Deiila,
een volgend maal.
ir v \ N OOST i; K / i: i-;
Vraagt Uw Leverancier:
JUIST UW SMAAK
«,%-;WrSvJ'^Vi--M/:.-;;«W.;^.^»h-»yji--vi*'-^»v,..'. J'
HAVANA 12 SI! SI C A AR
:««il(ilM^r^