Historisch Archief 1877-1940
25 Nov. '22. - No. 2370
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
pingen in een soort be/ielenden kolder uit
dacht, niet huiverend en sidderend voor den
duivel, maar met een triomphantelijk genot,
omdat de Booze niet zoovele en zoo gruwe
lijke gedaanten kon aannemen, of hij, de
schilder, kende ze als zijn broekzak, of naar
zijn gevoelige karakterteekening van Adriaan
Brouwer, deze felle, trotsche geest, die in
de goot eindigde, en die, in de droeve
klucht van zijne drinkers en toebackzuigers
brassend en vechtend in smerige holen, zijn
eigenondergangmet schrijnende bitterheid heeft
bezongen". Telkens worden wij er door ge
troffen, hoe de schrijver innerlijk verzet
aanteekent, zoodra een dergelijke, onregelmatige,
maar in zijn bitter sarkasme sterke en oor
spronkelijke geest wordt opgevolgd door wel
charmante, maar minder tragisch en hevig
bewogen, idyllische meesters, zoodat men hem
zijn afkeer van den pastoralen van Ostade,
wien hij niettemin een aparte plaats toekent
onder de meesters van den Hollandschen
humor, ternauwernood zien bedwingen.
Het is hoogst merkwaardig een geest,
die zoozeer zijn begrip der caricatuur in
verbinding weet met een algemeener levens
begrip, en die het sociale wezen der cari
catuur zoo volkomen erkent, telkens zoo
onverbiddellijk te zien opkomen voor de origi
naliteit, welke veeleer door een
gespecializeerder caricatuurbegrip zou worden geèischt.
Zijn strijd tegen de schablone, ja, tegen de
allegorie in de caricatuur, is een strijd op
leven en dood, en zelfs een teekenaar als
Johan Braakensiek, die dan toch, van het
maatschappelijk caricatuur-begrip uit bezien,
onmiskenbare beteekenis heeft, vindt bij
Veth maar een zeer matige waardeering.
Thans eischt het aesthetische accent in
Veth's geschrift nog een korte beschouwing.
De schrijver zegt openlijk in zijne inleiding,
dat veel caricaturen te onschoon of te onzuiver,
te weinig kunstwerk zijn, om herdacht te
worden in een boek dat zich wil bezighouden
met een kunstsoort. En hij voegt er aan toe,
dat er dus geen grens gesteld is naar Doven
aan de schoonheid van de door hem te behan
delen dingen, wel naar beneden, naar de
onschoonheid of onbelangrijkheid. Dit positief
principe komt in dit boek vaak tot zeer dui
delijke geldigheid. Het verleidt den schrij
ver tot het geven van zuiver-aesthetische be
schouwingen, tot waardeeringen diegeheellos
zijn gemaakt van het caricaturale element. In
zijn beschouwingen overvan der Venne komt
dit bij voorbeeld zeer duidelijk uit, terwijlhij
zelfs niet aarzelt om in zijn voorkeur tot de
schoonheid het caricaturale op tezoeken in
den diep-tragischen Rembrandt. Het voordeel
dezer aesthetische accentueering is, daar
tegenover, dat de auteur de caricatuur leert
aanwenden als nieuwen maatstaf om de
algemeene waarde van beeldende kunste
naars te beoordeelen, los van
hun'traditioneele appreciatie.
Hij ontdekt schilderkundige schoonheden
bij hen die mislukt zijn als caricaturist en
omgekeerd verdiensten in de caricaturale
bijkomstigheden van hen, die als schilder
waren veroordeeld. Een voorbeeld van het
eerste geval geeft zijne beschouwing over den
bekenden Cornelis Troost, die wellicht de
ambitie gehad heeft, geestig te zijn, maar,
terwijl hij als humorist geen recht kon doen
gelden op onsterfelijkheid, vergeten is als
uitmuntend schilder.
De lezer moge uit bovenstaande opmerkin
gen niet afleiden, dat wij door de eigenaar
dige geestesgesteldheid van Cornelis Veth
uiteen te zetten, onze waardeering voor de
historische duidelijkheid, waarmede in dit
boek het geheele beloop der Nederlandsche
caricatuur is weergegeven, maar in het minst
wUden verduisteren. Wie dit knappe en
onpartijdig, met een hooge objectiviteit ge
schreven boek heeft doorgewerkt, vindt den
Nederlandschen geest, wiens mengeling van
nuchterheid en phantasie zijn meest curieuze
eigenschap is, aan zijne aandacht gepasseerd.
Hij wordt uit den dartelen overmoed en de
felle visioenen der middeleeuwers, door de
realistische levensvolle caricatuur der groote
zeventiende eeuwers heen, en langs de ver
schillende perioden van genrekunst, van
schalkschen humor, en zielloos ironizeeren
heengevoerd tot aan de merkwaardige cari
caturale renaissance, die wij in onze dagen
beleven. Er is over dit boek als
deskundigoriënteerend kunstwerk nog veel te zeggen,
en er zal nog veel over gezegd worden, bij
volgende drukken, die moeten verschijnen,
omdat het onontbeerlijk is voor ieder die de
Nederlandsche caricaturen bestudeert. Maar
ons interesseerde het vooral hoe het er uit
ziet in den geest van den modernen
caricatuurbeschouwer, waar de caricatuur zelve,
sedert het versterven van het decorum
de synthetische waarde van den spot verhoog
de, zulk een bij uitstek modern verschijnsel is.
P. H. R I T T E R JR
HET FAILLISSEMENT DER
BOXTEL-WESEL
De vorige week werd men opgeschrikt door
het bericht, dat het faillissement der
BoxtelWesel, feitelijk geheeten
Noord-BrabantschDuitsche Spoorwegmaatschappij, was uit
gesproken. Geheel onverwachts kwam de
mededeeling eigenlijk niet. Reeds veel eerder
had men bij geruchte kunnen hooren ver
luiden, dat er houders van obligatiën waren,
die [zich niet bij de wijziging in de positie
hunner stukken hadden wenschen neer te
leggen en met aanvrage tot faillissements
verklaring hadden gedreigd. Totnutoe was het
er echter nimmer van gekomen, zoodat men
dit gevaar, dat de naamlooze vennootschap
nog altijd boven het hoofd hing, reeds vrijwel
vergeten was, totdat men nu plotseling voor
een fait accompli stond.
Het kan niet worden ontkend, dat men hier
met een merkwaardig feit te doen heeft. Het
is van algemeene bekendheid, dat de Boxtel
Wesel is opgenomen in de groote Nederland
sche spoorwegvcombinatie, waartoe ook de
Staats- en Hollandsche Ijzeren Spoorweg
maatschappijen behooren. Tevens weet men,
dat de Staatsspoor de controle over de
BoxtelWesel bezit, dat de leiding gevoerd wordt door
personen, die ook in het bestuur der
Staatsen Hollandsche Spoorwegmijen een voorname
plaats innemen, zoodat het faillissement van
de Boxtel?Wesel inderdaad beteekent, dat
een deel van het Nederlandsche spoorweg
systeem, waarbij ook de Staat der Nederlanden
in zoo belangrijke mate geïnteresseerd is,
finantiëel in het ongereede is geraakt.
Nu ziet dit er ernstiger uit dan het inder
daad wel is. Zelfs zou men de onderstelling
kunnen opperen of het den grooten belang
hebbenden bij de Boxtel?Wesel wel zoo on
aangenaam is, dat thans maar het mes eens
in de finantiëele structuur der vennootschap
wordt gezet, daar men dan kans heeft een
geheel nieuwen toestand te verkrijgen, waarin
de verschillende partijen naelimineeringvan
verschillende onzekerheden, die als gevolg
van vroegere toestanden nog bestonden, veel
zuiverder tegenover elkander komen te staan.
De geschiedenis der Boxte!?Wesel heeft
n.l. tal van perioden aan te wijzen, waarin het
de maatschappij lang niet voor den wind ging.
Opgericht in 1860 te Rotterdam, heeft de
maatschappij thans een geautoriseerd kapitaal
van ?3.350.000, waarvan ?3.236.250 uitstaat.
In het jaar van oprichting stond voorts de
inschrijving op een 4.! pCt. leening, groot
/ 3.000.000, open, waarop slechts / 564.100
ingeschreven werd. In Mei 1871 werd ver
volgens zoowel te Berlijn als hier te lande
de inschrijving op nog ? 3.935.000 dezer obli
gatiën opengesteld en in Augustus 1872 was
deze geheele obligatielening geplaatst. Reeds
in 1874 werden de rentebetaling en aflossing
dezer leening gestaakt. Intusschen was de
Londensche aannemersfirma, die den spoor
weg zou aanleggen en ?2.400.000 van het
aandeelenkapitaal had genomen, in gebreke
gebleven aan hare verplichtingen te voldoen,
ten gevolge waarvan haar het werk werd ont
nomen en de haar afgestane aandeden weder
in het bezit der vennootschap terugkwamen.
Een publieke emissie van aandeelen leverde
niet het gewenschte resultaat op, zoodat in
1875 moest worden overgegaan tot uitgifte
van een 5 pCt. eerste hypothecaire leening
(dezelfde, welke thans als 4J pCt. eerste hyp.
leening bekend staat) en van een 2de hypo
thecaire leening, waarin de vroeger uitgegeven
4J pCt. obligatiën konden geconverteerd
worden. Tevens werden preferente schuld
eischers met deze 2de hyp. obligatiën voldaan.
Reeds in 1880 moest opnieuw een regeling
met obligatiehouders worden getroffen, waar
bij aan de obligatiën feitelijk het karakter van
income-bonds werd gegeven. Tevens werd het
bedrag der eerste hypothecaire leening toen
verhoogd van 4i op 6 millioen gulden. Later
is deze eerste hypotheek nog verscheidene
malen verhoogd, zoodat per 31 December
1921 ?8.534.400 van deze leening uitstond.
Bovendien bedroeg de uitstaande 2de hypo
thecaire leening toen /Ö.374.150 en bevond
zich altijd nog ?116.300 in omloop van de
oudste 4J pCt. obligatielening, die nog steeds
niet geconverteerd waren in tweede hyp.
obligatiën. Het faillissement der naamlooze
vennootschap nu schijnt te zijn aangevraagd
door den houder van drie dezer oude 4i pCt.
obligatiën, uitgegeven in 1871. Het bedrag
der vordering loopt aldus slechts over eenige
luttele duizenden guldens, zoodat het niet
veel opoffering zou hebben gekost om het
faillissement te voorkomen. Men heeft het
echter blijkbaar wenschelijker geacht nu
maar eens voor goed schoon schip te maken
en aan den scheeven toestand, die nog in
velerlei opzicht bestond een eind te maken.
Het controleerend belang van de Staats
spoor bij de Boxtel-Wesel dagteekent van
1913, toen eerstgenoemde de meerderheid
der aandeelen Boxtel?Wesel verwierf. Hier
mede ging de afsluiting van een voor de
Boxtel?Wesel zeer gunstig contract met de
Staatsspoor gepaard, waarbij een financiëele
regeling werd getroffen, krachtens welke
de Boxtel?Wesel jaarlijks een minimum
van 3.68 pCt. van de bijeen te voegen
brutoontvangsten van beide maatschappijen zou
ontvangen. Thans kon ook een financiëele
reorganisatie bij de Boxtel?Wese! plaats
vinden. De uitgestelde schuld wegens achter
stallige rente op de obligatie-leeningen, werd
geconverteerd a 30 pCt. in Istejhyp.obligaties
of contanten. Tevens werd de rentevoet der
5 pCt. eerste hypothecaire leening terugge
bracht op 4^ pCt. Deze overeenkomst was
voor beide partijen gunstig, want aan den
eenen kant beschikte de Staatsspoor nu over
de in het internationale verkeer zeer be
langrijke schakel der Boxtel-Wesel-lijn en
Gfflettt
HET VEILIGHEIDSSCHEERAPPAR/Wi
j,, i BIJ UITNEMENDHEID ? ' v
EEN?G»Heltc''SAFtTyRAZOR IAAT
U NIMMER IN BEN STEEK; EEN SCHEER
RIEM is OVERBODIG; GIJ BEHOEFT
OOK NIET TE WACHTEN TOT UW
SCHEERMES VAN DEN BAR
BIER, BIJ WIEN U MET IA*
AANZETTEN,TERUGKOMT
CN TOCH SCHEERT U
ZICH ALTIJD
ONBCRISPELIJK GLAD,
SNEL EN MET VEEL
COMfOBT
GILLETTE SAFETy
BBBnaBO
{KEIZERSGRACHT?
AMSTERDAM
aan den anderen kant kon de Boxtel?Wesel
thans vrij stellig rekenen op zulk een bedrag
dat daaruit de rente op de eerste en tweede
hypothecaire obligatieleningen konden wor
den betaald en aflossing der 2de hypotheek
door uitloting geschieden.
Einde HU8 kwam tusschen de Staatsspoor
en de Boxtel- Wesel een nieuwe overeen
komst tot stand, volgens welke de Staatsspoor
de exploitatie van de Boxtel?Wesel geheel
overnam en daartegenover den dienst van
rente en aflossing der 1ste hypothecaire
obligatieleening garandeerde. Bovendien betaalt
de S. S. aan de Boxtel?Wesel een jaarlijksche
vergoeding van ?25.000 onder voorwaarde,
dat hiervan jaarlijks / 10.000 in haar ver
nieuwingsfonds wordt gestort. Indien in een
jaar de winst der gezamenlijke spoorweg
maatschappijen meer dan 2.1 mlllioen gulden
bedraagt, zai (1e vergoeding van ?25.000 wor
den verhoogd met l pCt. van dat meerdere.
Deze nieuwe overeenkomst werd vooral hier
om zoo gunstig voorde Boxtel- --Wesel geacht,
omdat de Minister van Waterstaat had ver
langd, dat de loonen van het personeel der
Boxtel?Wesel op het peil der loonen bij de
S. S. zouden worden gebracht, terwijl toen
tertijd een aanzienlijke loonsverhooging zou
worden ingevoerd, die voor de Boxtel
Wesel een vermeerdering van kosten van
ca. ?230.000 per jaar zou meebrengen.
Door deze nieuwe overeenkomst echter
kwamen de 2de hyp. obl. weder in veel minder
gunstige conditie. Thans toch bleef voor deze
slechts een bedrag van / 15.000 's jaars be
schikbaar, dat alleen onder zeer bijzondere
omstandigheden iets hooger kon worden. Inder
daad wordt nu ook ieder jaar ? 15.000 voor
aflossing der 2de hyp. obl., waarvan, zooals
gezegd, ?6.374.150 uitstaan, aangewend,
zoodat het meer dan 400 jaar kan duren alvorens
deze leening geheel is afgelost. Bovendien
vindt nu geen rentcbetaling op deze
obligatiën plaats, hetgeen bij de oude regeling waar
schijnlijk wel mogelijk ware geweest.
De minder gunstige positie, waarin de 2de
hyp. obl. waren geraakt, kwam ook terdege
uit in den koers, want terwijl het fonds in
1914 nog boven 25 pCt. had genoteerd, liep
het in 1919 terug tot 11 pCt., in 1920 tot
81 pCt. en in 1921 tot 21 pCt. Wel is sedert
weder eenig herstel ingetreden tot circa 12pCt.
maar het bekend worden van het faillissement
deed den koers weder spoedig zinken tot circa
8 pCt. Intusschen heeft de Staatsspoor zich
bereid verklaard met de curatoren in het
faillissement der Boxtel?Wesel een regeling
te treffen, waarbij zij op zich neemt de exploi
tatie van den spoorweg Boxtel?Wesel voort
te zetten, terwijl de S. S. de noodige maat
regelen zal nemen, opdat de in 1919 aanvaarde
verplichtingen tegenover de eerste hypothe
caire schuldeischers tot rentebetaling en tegen
over de tweede hypothecaire schuldeischers
tot uitloting kunnen worden nagekomen. In
zooverre komen de houders van beide soorten
obligatiën niet in ongunstiger conditie dan
zij na de totstandkoming van de gewijzigde
overeenkomst in 1919 waren.
Hoewel omtrent den afloop van het faillis
sement natuurlijk geen voorspellingen kunnen
worden gedaan, zoo ziet het er wel naar uit,
dat in de feitelijke positie weinig verandering
komt. De Staatsspoor zal zich vermoedelijk
ook in de toekomst wel met de exploitatie der
Boxtel-Wesel-Jijn blijven belasten, terwijl de
houders der eerste hypothecaire obligatiën
op hun 4J pCt. rente en die der tweede hypo
thecaire obligatiën wel op hun jaarlijksche
uitlotingskans van J pCt. zullen mogen reke
nen. Wat het lot der ? 116.300 4i pCt. oude
obligatiën zal zijn, werpt natuurlijk slechts
weinig gewicht in de schaal bij de beoordee
ling van de positie der Boxtel?Wesel, zooals
die ten gevolge van het faillissement worden
kan.
Hoewel de veranderingen, die bij deze ven
nootschap te verwachten zijn, vermoedelijk
dus slechts gering zullen zijn, kan niet worden
ontkend, dat het voor de houders der 2de
hyp. obligatiën te betreuren valt, dat de over
eenkomst van 1913 niet is blijven bestaan,
want dan zou ook thans vermoedelijk hun
positie sterker zijn geweest.
PAUL SABEL
MiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiin^
iiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
K TWENTSCIE BAH
Amsterdam, Rotterdam, 's-firavenhage, Dordrecht, Utrecht, Zaandam.
lestort kapitaal f 35.500.000.?Reserven: circa f 12.000.000.
ten volle aansprakelijk voor verbintenissen van:
B. W. BLIJDENSTEIN&Co., 55-56 Threadneedlestreet London E.C.
B. W. BLIJDENSTEIN Junior, Enschede.
LEDEBOER & Co., Almelo.
Rekening-Courant met Rentevergoeding.
In- en Verkoop Wissels op Binnen- en Buitenl., Vreemde Munt, Coupons.
Incasseering op Binnen- en Buitenland.
Rem bourscre dieten.
In- en Verkoop Effecten.
Bewaring van Waarden. Safe Deposits.
Verzekering tegen verlies bij uitloting van fondsen.
Voorschotten op Fondsen en Goederen.
Credieten aan Handelaren en Industrieelen bij hare afdeeling
CREDIETVEREENIGING, tenzij tegen borgstelling, crediethypotheek
of andere zekerheid, hetzij in blanco.
Rente voor DEPOSITO'S
on
6D
Direct opvorderbaar ll/2%
Tien dagen opzegging 13A
Een maand vast , . l op nader overeen te komen
Een maand opzegging J voorwaarden.
Drie maanden opzegging. . . 3 % j Vanaf den dag der
opZes maanden . . . 3i zegging wordt J %
Een jaar . . . 4 ) minder rente vergoed.
Voor andere termijnen, zoomede voor grootere bedragen
volgens overeenkomst.
Maatschappij voor Hypothecair Credlet In Nederland
Maatschappelijk Kapitaal f 8.000.000.
Uitstaande Leeningen 19.312.000.
Pandbrieven. 18.644.000.
Reservei ,
1.075.000.Hootdkantoor: te 'S-G R A V EN H A O B, NAIIAUIAAM 11.
Bijkantoor: te UTRECHT, BOOTHSTKAAT U.
De Maatschappij stelt beschikbaar:
44% m s% nmmm TEGEI BEUISKOERS in stukken m < i.ooo-,
f 500 - in f 100 -, HET VEIPLIGHTE IUILIIKSGHE ITIOTIH, iinviniande 1923.
Dl Dir«tli:Mr. D, VAN HOUTEN. Mr. J. D. TEN BRÜBBEN CATE.
Niiun Doilimlraal 20-22, Imiliidam
Renteverg. voor gelden a deposito
met l dag opzegging 1^ pCt.
Bedr. tot ?20.000 terst. betaalb.
met 10 dagen opzegging l % pCt.
Voor andere termijnen op nader
overeen te komen voorwaarden.
Open en gesloten bewaargeving
volgens Reglement.
SAFE DEPOSIT INRICHTING,
geopend :
opWerkd.v.8s/jv.m.tot4y2Uurn.m.
op Zaterdagen en
Beursvacantiedagen des morgens v. S3/* tot 12 uur.
Loketten van ?2.50 per maand
(? 10. per jaar) en hooger te huur
voor bij de Directie bekende of
geïntroduceerde personen.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 10.?per Jaar
Assurantiekantoor
J. Herai, Sehrüder,
Heerengracht 124/128
Amsterdam.
Telefoon N. 329.
Verzekering van
kunstYoorwerpen
tegen alle schade.
Billijke premiën.
Rottui HjpottiBBkbk 1001 Kefoilaoi
Opgtrlcht In 1864
Volteakend MaatichappelijK Kapitaal f5.000.ODG
Verstrekt geld op eerste hyp»'
theek. Voor Inl. wende men zich til
het kantoor der Bank, Qed. Blerht
ven 29 te R'damof tot hare Agent
In de hoofdplaatsen dei Rljki.
DeDir. Mr. W. v. RossEM.Mr.Tn
REEPMAKER, Mr. N. P. C. v. Wij*
lEDElLJIIIIlSCIIE UIKL-IUTKUrTII
Gestort Kapitaal f 80,000,000.?.
Statutaire Reserve f19,445,211.?.
Buitengewone Reserve ... f 22,660,000.?.
Hoofdkantoor: AMSTERDAM. Agentschappen te ROTTERDAM en VGRAVENHAGE.
Vestigingen in NEDERLANDSCH-1ND1Ê, STRAITS-SETTLEMENTS,
BR1TSCII-IND1E, CHINA en JAPAN.
In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten.
Inoasseeringen en Financieeringen. Schriftelijke en Telegrafische
Credieten. Reisoredietbrieven. Deposito's Rekeningen-Cou
rant. _ Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.
Levensverzekering Maatschappij
verzekerd bedrag: ruim 70 millioen gulden
EEN POLIS bij de
AMSTERDAMSCHE"
GEEFT VOLKOMEN ZEKERHEID
Soliede grondslagen -Voorzichtig beheer.
Qpoote openbaarheid.
Vraagt jaarverslag. - AHarn.N.SpiegelstoaaflZ
VaÉlaiÉelii
Oe Haarlemsche Hypotheekbank
Directie: Mr. A. S.MIEDEMAcS P.H. CRAANDIJK
Kapitaal f2.500.000 Reserves f510.239
Hypotheken f 24.299.910 Pandbr. f24.079.300
l pCl. Pandbrienn tegen laalsltn faiiiriintthN Beurskoers.
Binnenl. Vaart Risico Sociëteit.
Telel. H. 1028 H. 1321 Amsterdam, Heerengracht 260.
VERZEKERINGEN op alle Binnenwateren van Neder
land, België, Duitschland Frankrijk, enz.
VERZEKERINGEN op Schepen, Schuiten en Stoom
boot en.
VERZEKERINGEN op Koopmansgoederen, Huisraad, Inboedels,
enz. geladen in Schepen, Booten enz.
VERZEKERINGEN te LAND door geheel Europa per spoor,
Wagens, enz.
VERZEKERINGEN per POST enz. op Effecten,
Bankpapieren, Edelgesteenten, enz. door geheelEuropa,
naar en van Amerika, naar en van Oost-en West-Indien, enz.
VERZEKERINGEN op PASSAGIERSGOEDEREN. De schade
in de Hotels enz. wordt vergoed.
De Hollandsche Voorschotbank
HAARLEM, KRUISWEG 70
Bijkantoor: Amst., Keizersgr. 604
Rotterdam, Wijnhaven 129a,
's-Gravenhage, Ged. Burgw.38,
Maastricht, Stationsstraat 36.
De Bank verstrekt gelden tot elk
bedrag met een minimum van
f5UO en verkoopt 4J% schuld
brieven in stukken van ? 1000,
/ 500 / 100 en / 50.
Standaard Hypotheekbank te Rotterdam
Directie:
Mr.H. H.C. CASFENDIJK en
I. MOSSELMAN
De Bankgeeft onder controle
van het Algemeen Admini
stratie- en Trustkantoor
5% Pandbr. tegen 95% en
voor zoolang de beperkte
voorraad strekt 6% Pand
brieven uit tegen 101%.
K UNSTHAWD WE? VJEZV.
Geïllustreerde handleiding ten gebruike van school en huls voor hel
aanleeren der technieken van Kunst- en
Spoelweven op den handweefstoel,
door ELI8. M. KOGGE en LOnISE H. WILDT.
PrtJs, gecart. ? 1.90. Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORP, A'dam