De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 2 december pagina 11

2 december 1922 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Z '« ft' 2 Dec. 72. No. 2371 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VERVOLG VAN DE GROOTE PLAAT: Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek CHARIVARIA FRANSCHE BOKSBOND 2)eutfd)lanb, $>eutfd)lanb ueber 3lUe§! ,,De Kruppsche messen." (Dagboek v. e. Amsterdammer:) Beelden uit Berlijn." (Tel.) ,,De voor dezen wedkamp inge zonden ontwerpen zijn beduidend beter te noemen." (Tel.) Hopelijk verzuimt geen lid zijn plicht te vervullen." (Tel.) Gaat hem zien! gaat hem zien \ Van Albert van Dalsum, niet alleen bekend als tooneelspeler, maar ook als kunstschilder, zal van 15 Nov. tot 15 Dec. een tentoonstellinggehouden worden in De Vuurslag", Doorn straat, den Haag." (Hou. Lelie.) DE SOMBERE ST. NICOLAAS Tegen spotprijs te koop de allernieuwste speculatiemachine," adverteert niet Broekhuys, maar een bakker, in de Bakkersbond courant. Gratis quam maxias," zei Dr. v. Dam te Alkmaar bij gelegenheid van het jubileum van het Sint' Elisabethgesticht, volgens den verslaggever van de Alkm. Ct. Gratis quam minias!" mompelde de geleerde spreker bij 't lezen van het verslag. Een prettig cadeau Men meldt aan de N.R.C., dat aan de Koningin bij haar regeeringsjubileum ook een album met de foto's vón alle, ongeveer 1200 Nederlandsche gemeenteraden zal worden aangeboden. Een prettig onderwerp ,,De secretaris leidde in deze ver gadering het onderwerp De doodstraf" in, wat tot een gezellige bespreking aanleiding gaf." (Ned.) Nog een langste dag ,,,De 45-urige arbeidsdag." (N.R.C.) En de langste woorden Van deze letters moet een uit 11 woorden van 54 letters bestaande zin worden gemaakt." (O.H.C.) .... en een Zwarte Piet waaraan niet meer geloofd wordt. tMiiMiiiiiiiiiHifiiiiiuifiiiiiiiiilfifliiilllllliiiilluuiiliimiiiiilillluiiiiiiii DE BEDROEFDE HEILIGE Een Sint Nicolaas-geschiedenis door HERMAN SALOMO NSON (Met teekeningen voor de Amsterdammer" van Is. van Mens) Meemaaksels Hij wijst op de moeilijkheden, die de heer Patijn meemaakte." (N.R.C.) We hebben op het gebied van circulaires veel meegemaakt." (Tel.) Somber, diep ter neer geslagen. Zit de Bisschop in zijn stoel, Moppert met gefronste brauwen Piet, het is een zure boel." En zijn blanke oude handen Woelen door zijn witte baard, Als hij met betraande oogen Droevig voor zich henen staart. Piet," hervat hij, beste jongen, 't Is dit jaar hier niets gedaan En ik kon om zoo te zeggen, Best terug naar Spanje gaan. Alle menschen worden sober, En ze doen aan zuinigheid, Zoo raak ik m'n beste vrienden En m'n trouwste klantjes kwijt. Van de honderd huisgezinnen Geeft me haast de helft belet, En het schoentje wordt alleen maar Door het kleine grut gezet. Zuinigheid, 'k wil 't niet ontkennen Is een heele mooie deugd. En bij menige vermaning, Predikt' ik ze aan de jeugd. Spaarzaamheid is zeer lofwaardig, Niemand, die het tegenspreekt, Ook hierover heb ik dikwijls Tegen oud en jong gepreekt. Maar je moet mekaar wat gunnen, Ook al zijn de tijden slecht, Want wat komt er anders, jongen, Van mijn mooie feest terecht?" En toen biggelden de tranen D'ouden bisschop langs 't gelaat, Piet' ', zoo zei hij, bitter snikkend, Piet, ze zetten ons op straat !" Ja", zei Piet, dat most niet magge, 't Is eenvoudig een schandaal, Niemand doet meer aan een grapje, Iedereen is even kaal." 't Is de zuinigheid alleen niet", Sprak de goede Oude Sint, 't Is omdat men te verwaand is, En mij niet meer ,,deftig" vindt. Voor surprises en voor rijmpjes Zijn de menschen te pedant. En een kinderlijk genoegen Vinden ze niet int'ressant. Want met al die soberheden Vieren ze het Kerstfeest wel, Dat is buitenlands en deftig En komt meer en meer in tel. Rooie klokken, hulst en sparren En een heel copieus diner, Plumpudding en Weinachtsstollen Stille nacht" met een souper. En ze hangen aan d'r lampen Op z'n Engelsch, mistletoe; Xmascards met Britsche spreuken sturen ze mekaar cadeau. Hoeveel jaren, hoeveel eeuwen Heb ik al mijn best gedaan, Heb ik blindelings gegeven En voor ieder klaar gestaan ! Als een oude kindsche opa, Waar je je voor schamen moet, Ben ik nog voor kleine kinderen En voor achterbuurtjes goed." Na de laatste bittere woorden Zweeg hij van de narigheid En bleef droevig zitten peinzen Over dezen duffen tijd. Maar", zoo sprak hij na een poosje, Piet, ik geef het toch niet op ; Wat er ook gebeuren moge, Al stond alles op zijn kop, Tot van 't allerlaatste kindje Nog een schoentje voor me staat En 't me toezingt door den schoorsteen Voor het naar zijn bedje gaat, Zoolang zullen wij nog samen 's Nachts over de daken gaan, Wat gaan ons die eigenwijze Domme groote menschen aan !" ARI. Hort, knol, hort !", aldus vuurde Sint X:colaas zijn schimmel aan tot een vervaariijken sprong, van de eene dakgoot in de" andere, en over een triple-bar van ?ciectrische hoogspanningsdraden. Ook ditmaal weigerde de trouwe Andalusische hengst niet; hij nam den sprong, kwam met een smak aan de overzijde terecht en zette zich schrap in de gladde dakgoot. Dat was een peseta op zijn rand, oude lieer", riep Pieter-me-knecht,die. buiten adem, achteraan kwam. D; goede heilige steeg uit den zadel en streek glimlachend door zijn baard, die in h.-t maanlicht glansde. ,,Er is een God voor kinderen en dronken menschen" schertste hij, en hij legde de teugels urn een windvaan. Alleen", voegde hij er aan toe, maken de msnschen het ons voortdurend gevaarlijker, mït al die draden van zoogenaamd draad loze installaties". ,,En het lijkt wel", schimpte Pieter-meknecht, of de moderne architecten het op utts voorzien hebben. Het is net of ze het er ???p toeleggen om u en mij onzen nekte laten breken. Vroeger had je gezellige trapgevels ? '.im op te klauteren en genoegelijke breede dakgoten om in te flaneeren.... Maar nou ! kijk. ik heb mijn buisje daarnet alweer gescheurd, toen ik in zoo'n nieuwerwetschen nauwen schoorsteen wou kruipen...." Sint Nicolaas zuchtte: ja ja.... de moderne tijd.... die zou ons wel eens voor goed den nek kunnen breken". Maar hij vermande zich: komaan, aan het werk!" En reeds begon hij door een schoorsteenpijp zijn goedig: boe.... boe.... boe...." te piepen. Tegelijkertijd deed hij een regen van pepernooten door het gat kletteren. Er woont hier een gezin met veel kleine kinderen" verklaarde hij: boe.... boe.... hier is Snt Nicolaas". Toen ging er plotseling een dakvenster ?open, en een kleine jongen met een dik, brutaal gezicht keek naar buiten. ,,Complimenten van pa", riep hij met een schelle stem, en als het nou maar uit is niet die flauwiteit daarboven. Pa zegt dat hoeren en zien je beneden vergaat en de centrale verwarming raakt verstopt. Dat zijn maar weer allemaal reparatiekosten voor niks !" Sint Nicolaas en Pieter-me-knecht keken heiden onthutst naar den jongen. De jongen keek brutaal terug, en gilde toen .'peens, rood van kwaadheid: Zalle jullie d'r nou af kommen!" Op dat ooger.bük verscheen een manshoofd Of het uit is met die flauwigheid." [lm iliiiiiiiiiiniiiwimi naast het zijne, en een diepe stem dreigde: of mot ik jelui zellef d'r af kommen smijten?" Pieter-me-knecht liet verlegen een pepernoot vallen, die door de regenbuis naar beneden ratelde. Het moet een misverstand zijn!" stamelde Sint Nicolaas. Baldadige nikker!" brulden nu vader en zoon, op die manier raakt ommers de goot verstopt, wat hebbe n we aan al die aardigheden !" De man was nu met moeite uit het raam geklommen en greep Pieterme-knecht bij zijn arm. Zal je dien jongen loslaten :" riep Sint Nicolaas. Niet voor je mijn dak afgaat" dreigde de man. Even was het stil. Hier en daar deden buren, opmerkzaam geworden door het getier, hun vensters open. Is 't niet een schande voor de buurt!" riep de man ,Kijk es. ... kijk es. ... en nou me dak af as de ...." Juist wilden St. Nicolaas en Pieterme-knecht verder gaan, toen ze een klein, dik kereltje bemerkten dat hen wenkte, en geheimzinnigeteekensgaf. Vooruit," zei Pieter-me-knecht, hier is het toch ommers niks ge daan !" Maar het kereltje bleef wenken en pssst! pssst!" roepen. Misschien is het iemand die nog in ons gelooft" zeide Sint Nicolaas, en hij klauterde al vooruit, langs een brandladder. Boven hem stonden de vader en de zoon, en ze schreeuwden tegen het mannetje: Moos.... Moos.... daar benne klante voor je !" Sint-Nicolaas werd binnen gelaten in een klein, rommelig vertrekje. Hebt u kinderen?" vroeg hij dadelijk vriendelijk. Het mannetje maakte een ongeduldig gebaar, en stelde de tegenvraag: Heb je wat te koop, chef?" Te.... wat?" vroeg Sint Nicolaas ver baasd. D?> andere lachte: Ik betaal alles contant. Voor tegen Sinterklaas en Kerstmis kun je wel wat van dat goedkoope goed kwijt !" Sinterklaas haalde van onder zijn wijden mantel een houten paardje te voorschijn: Als ik u hiermede genoegen kan doen voor uw zoontje .... ?" Het mannetje nam het paardje aan, bekeek het van alle kanten, snoof minachtend, en gaf het terug. Daar heb je je ook een artikel in de hand laten douwen, " smaalde hij... Niks gedaan. Goedkoop Duitsch goed. Daar worden we mee overstroomd. Echt valuta-werk hoor. . . . Niks voor mij". Teleurgesteld nam Sint Nicolaas het paardje terug. Dj ander wierp een begeerigen blik op diens rijk-bestikte kleed. Nu" zei hij, as uwe nou nog wat van het gedragen kleeding kwijt zou willen wezen ! Daar is altijd nog wel emplooi voor. . voor Sinterklaasfeessies of maskerades of gecostumeerde bals !" Het spilt mo", antwoordde Sint Nicolaa? beleefd, maar ik heb maar n tabberd en n verschooning bij me.... Ik kan wer kelijk niets missen !" Nou. ..." zei de ander, as d'r dan geen handel is...." En hij opende uitnoodigend het deurtje van de kachel. Sint Nicolaas kroop door den schoorsteen naar boven. Daar stond nog zijn paard en hinnikte van genoegen. Maar Pieter-me-knecht was nergens te zien. Pieter!" riep de heilige. Er kwam geen antwoord. Pieter dan toch!" riep hij nog eens. Toen kwam de man van daarnet weer voor het raam. As je je knechie roept", zei hij, dan kan je lang staan schreeuwen. Die jo'ngen is bij mijn in de zaak gekomen !" Het zwarte gezicht van Pieter werd nu ook fllnlIHHIIIIIIIIIHKHIIIIIIfflflIIMf* nul iiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii Het was een gevaarlijk werk. zichtbaar. Baas.... baas", riep hij, ik blijf bij meneer hier. Je hoef den goospenning zeker niet terug hè? Ik word fijn piccolo in een bar !" Kom hier, Pieter-me-knecht", schreeuwde Sint Nicolaas.... Had je me dan niet fatsoendelijk met de zes weken kunnen opzeg gen? Nou zit ik alleen voor alles, en net in den drukken tijd!" ? t > Laat je niet lijine, Piet," zeide de man, bijmijnhoef jeniet over de daken te klauteren en ik plak zegeltjes voor je ook...." Ik blijf bij meneer", riep Piet, ,ik heb genoeg van dat glazenwasscherswerk bij uwe, en ik was geen eens in de ongevallen verzekering". Neem een Duitsche als noodhulp, ouwe!" Spotte de man nog grof. Toen sloeg het dakvenster dicht.... Nu ging de goede heilige alleen verder op zijn tocht. Hoewel tranen zijn stem dreigden te verstikken, riep hij nog telkens, hier en daar, zijn goedig: boe-boe" door de schoorsteenen, en strooide, met bevende hand, zijn lekkers ui i. Eenmaal stond hij op eens voor een lief. slapend meisje. Tranen rolden over zijn wang: en hij kon zich niet weerhouden om, hél even, haar blonde haar te streelen. Maar, zoo als reeds gezegd is, zijn hand beefde, en ze ontwaakte onder zijne onwille keurige aanraking. Ze keek hem even met ontstelde oogen aan, en begon toen luidkeels te gillen : Moedeer.... Moedeer.... daar staat die verkleede hansworst uit de Melksalon voor me bed .... Moedèr !...." S:nt Nicolaas liet zijn hart van marsepijn, dat hij in Jiaar schoentje had willen leggen, vallen, en het viel in stukken op de vloer. Hij vluchtte het raam uit en sprong te paard. Achter zich hoorde hij vloeken en tieren: Gemeene smeerlap. .. Aangekleede zwerrever" riepen ze hem na, en er vlogen hem zelfs dakpannen en bloempotten om de ooren. Hoe lang hij wel door-rende, wist hij niet. Hij sprong dwars over straten en stegen, zijn baard fladderde in het maan licht, en telkens, vielen er tranen uit zijn oogen, in stroomen soms, zo odat een wankele nachtwande laar zijn parapluie opzette en vloekte dat het alweer begon te motregenen. Eindelijk kwam hij aan den rand van de stad, waar alleen nog maar een paar kleine huisjes stonden. Daar bond hij zijn vennoeiden schimmel vast en ging op een dak zitten. Er was nu geen enkel geluid meer, en hijwas heel alleen. In de verte was een roode weer schijn boven de stad en er fonkelden tallooze lichtjes. Hij zette zijn zak met speelgoed naast zich neer, en liet het hoofd in de handen rusten. Zoo zat hij langen tijd. Eenmaal fietste er een veldwachter voorbij, maar die zag hem gelukkig niet. Een vleermuis fladderde in groote cirkels om zijn grijze hoofd. Toen, plotseling, luisterde hij. Uit een der huisjes kwam het gehuil van een kindje. Met een gewoonte-gebaar greep hij naar den speelgoedzak, en hij boog zich over de schoorsteen om beter te kunnen zien. Kom Hans, wees nu stil", zei een zachte vrouwenstem, vader moet slapen !" Maar het was een heel klein kindje, en het had er lak aan of zijn vader slapen kon ot riet. Toen was er een brommige man nenstem : Waarom kan dat kind z'n mond niet houden. . . . ?" Maar het kind begon nu nog veel harder te huilen. Er was daarna nog wat gebrom en gestommel en toe.i zag Sint Nicolaas dat de man een kamerjapon aandeed en in zijn studeerkamer op de chaise-longue ging liggen. Ziezoo," fluisterde de vrouwenstem.... ,,ziezo(, Hans.... nu heb je je vader wegge jaagd. ... je armen vader die zózijn slaap noodig heeft !" Maar het kind huilde. . . . en huilde, en de man lag met wijd-open oogen op zijn chaise longue en sliep ook niet. Toen kroop Sint Nicolaas vlug door de open haard van de studeerkamer. Neemt u me niet kwalijk", zei hij tegen den man", maar kap. ik misschien iets voor u doen. . Mij hebben ze ook weggejaagd !" Ze schudden allebei het hoofd. Die kinderen van tegenwoor dig toch! Weet u wat ik ga doen ?" zei Sinterklaas eindelijk ik ga naar Spanje terug. . . . dan is d'r maar gén Sinterklaas van het jaar!" De man zuchtte: och.... och.... en ai die menschen die hun pakjes al gemaakt hebben.... En al die winkeliers.... een ruïne voor den middenstand !" ? Kan ik d'r wat aan doen?" zei de heilige, als ze mij naschreetiwen en met dakpannen gooien ! Is dat een behandeling voor een man op leeftijd?" Zoo ging het nog een heelen tijd over en weer. En eindelijk kwamen ze tot de conclusie dat je net zoo goed niks voor kinderen kon doen, als je tenslotte toch niets dan geschreeuw en ondank ontmoette. Toen zwegen ze weer een heelen tijd. Het kind huilde. Arme bliksem...." prevelde de man. Kom", zei Sinterklaas, ik zal eens op stappen. Ik zit u hier maar op te houden met mijn geklets, en morgen is d'r wér een dag!" Hij deed een stap in de richting van den schoorsteen. Waar gaat u heen?" vroeg de man. Sinterklaas haalde de schoudeis op, en antwoordde, een beetje verlegen: ,,!k ga de stad nog eens even in...." Hij maakte een vaag gebaar, en voegde er aan toe: . . . .och. . . . het is tenslotte sterker dan je /.elf. .. . als je niet anders gedaan hebt zoolang de wereld bestaat. . . .Weet u. . . . on danks'alles, hou ik toch van mijn vak!" Wat praat je daar toch....?" riep de vrouw. Ik kom al.... ik kom al!" antwoordde de man. Toen drukten ze elkaar de hand, de oude heilige en de jonge man. De jongeman gaf hem nog een knietje om met z'n stramme beenen in den schoorsteen te komen. Nog eenmaal draaide Sinterklaas zich om. , Alles voor de kinderen," fluisterde hij, ....alles voor de kinderen.... vergeet het niet !". De man ging naar zijn vrouw en kind terug. Ik droomde, geloof ik, hardop!" lachte hij, is Hans weer stil?" Het kindje snikte nog zachtjes na aan de borst van zijn moeder. Toen klonk het, doorden schoorsteen van de buren, zwakjes: ... .boe... .boe... .boe.. " en het was of er iets naar beneden ritselde. Stil. ..." fluisterde de vrouw.... hoor je niks. ... ?" Och", zeide hij. .. . het is de wind de wind, anders niet". Ze waren nu even stil. Ben je nu niet meer boos op Hans?" vroeg ze eindelijk. Het sloeg vier uur, en ze hadden nog niet geslapen. Hij dacht aan z'n drukke werk straks, daarginds in de stad. Maar, in het duister, glimlachte hij, en zeide: Wel nee Hort, knol, hort"....zoo vuurde Sint Nicolaas zijn schimmel aan. Hij sprong van dak op dak, over gevaarlijke afgronden en verraderlijke draden. En door de schoorsteenen riep hij: ..boe ..boe.... boe...." en wierp hij ritselende pakjes. Het was een inspannend en gevaarlijk werk, maar, ach, zógaarne deed hij het, zógaarne ... .want het was toch zijn bestemming om dat allemaal te doen.... voor de kinderen ....al scholden ze hem ook na wanneer ze groote menschen waren geworden.... alles, alles voor de kinderen .... En zoo werd het en bleef het dus toch, on danks materialisme en ongeloof, in de wereld Sint-Nicolaas. En zoo zal het wel altijd blijven. Nu ging de goede heilige alleen verder.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl