De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 2 december pagina 7

2 december 1922 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

2 Dec. '22. - No. 2371 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PASTEUR 1822?1895 (Slo)t Standbeeld van den herder Jupille Zeker is, dat nergens anders ter wereld een congierge bestaat, die zijn eigen stand beeld voor de deur heeft staan Perrincito, die directeur was van het bac teriologisch instituut aan de Turijnsche uni versi teit,zond aan Pasteur den kop van een haan, die was overleden aan een ziekte die groote verwoestingen in hoenderparken kan aanrich ten, n.l. de kippencholera. Pasteur paste op dit geval de methode toe, die hem van vroeger onderzoek bekend was en slaagde erin den ver wekker der kippencholera in reincultuur te krijgen en aan te toonen, dat men bij kippen door inspuiting van een kleine hoeveelheid dezer cultuur de ziekte kon teweeg brengen. Nadat deze arbeid gereed was ging Pasteur voor eenigen tijd naar zijn geboortestad Dole en gaf aan zijn assistenten Chamberland, later een beroemd bacterioloog, die thans reeds o verleden isenRoux, die nu nog directeur van het Institut Pasteur is, opdracht de reincultuur dezer bacterie eiken dag op versche bouillon over te enten. Roux en Chamber land deden dat trouw, maar inmiddels werd het Juli en heel warm. Zooals iedereen weet gaat een Parijzenaar in Juli a la campagne". Zoo geschiedde ook dat jaar. Iedereen ging a la campagne", Pasteur was ook ,,a la campagne" en Roux en Chamberland zetten te Parijselken dag de cultuur over in versche bouillon. Tot zij op een goeden dag (wie zal wetende wat a la campagne" beteekent voor een Parij zenaar het hun ten kwade duiden) toen het heel warm was, de cultuur in de broedstoot zetten en eveneens verdwenen. Drie weken later kwamen ze terug. Goddank de cultuur leefde nog, maar helaas bij overenten op kippen bleek, dat deze dieren niet meer aan kippencholera overleden. De cultuur dus leefde nog, maar was veranderd. Door het omijdig vertrek van twee assisten ten a la campagne was de grondslag gelegd voor de vaccintherapie der acute infectieziekten. Er was slechts toe noodig een genialegeest,die de portee van het door Roux-Chamberland onvrijwillig genomen experiment begreep. Die man was Pasteur. Hij onderzocht of de kippen, die, na met de verouderde ciiltuurin te zijn gespoten, niet gestorven waren, nog ge voelig waren voor een infectie met een nieuwe cultuur, die normale kippen in eenige dagen doodde. Dit bleek het geval te zijn, dat wil zeggen, door de infectie met de verouderde cultuur waren de kippen immuun geworden en dus ook niet meer meteen versche cultuur ziek te maken. Pasteur had dus een middel in de hand gekregen om een bacterie zoodanig te ver zwakken, dat zij kon dienen om dieren er mee te immuniseeren en dat principe werd dadelijk door hem met zeer groot succes toegepast. In hoenderparken waar het uitbreken van kippencholera gevreesd werd, kon hij de dieren doorinspuiten van een kleine hoeveelheid eener verzwakte cultuur beschermen. Korten tijd daarna kon hij schapen en runderen bescher men tegen het miltvuur en varkens teeen een bij die dieren voorkómenden vorm van erysipelas. Milüoenen dieren en vele millioenen guldens zijn door deze ontdekking gespaard gebleven. Voor dat deze vaccinatie's bekend waren, waren de verliezen aan vee door de genoemde ziekten schrikbarend. Vele boerde rijen en veestalleh rekenden o'p een sterfte cijfer voor miltvuur en varkensziekte van 10 pCt. en meer. Geheele landstreken waren ongeschikt voor de veeteelt, wijl de bodem Ie zeer geïnfecteerd was. Ook een aantal menschen stierven aan miltvuur. Door de vaccinatie werd de mortaliteit van het vee gebracht op minder dan l pCt. Om een indruk te krijgen van de uitgebreid heid van het aanwenaingsgebied dezer vac cinaties behoeven slcchis enkele cijfers ge noemd te worden. Tot 1914 had alleen het Institut Pasteur te Parijs reeds afgeleverd 40 miliioen dosen van miltvuurvaccins. In Hongarije waren toen reeds l U miliioen oieren met dergelijke vaccins behandeld. Voor de varkensziekte was te voren op vele boerderijen de mortaliteit 20 pCt., op sommige noghooger. Na de vaccinatie daalde het sterfte cijfer op l pCt. In 1914 had het Institut PdSteurin Parijs reedslOmillioen vaccindosen voor deze ziekte uitgestuurd. De vaccin-therapie, die voor de genoemde ziekten, en later nog voor vele anoere werd toegep;st, komt in principe op hetzelfde neer, dat reeds lang te voren bij menschen was ver richt voor pokken. De beroemde Engelschman Jenner had reeds lang te voren n.l. in 1776 aangetoond, dat pokken bij menschen kan worden voorkomen, uoor hen van tevoren in te enten met smelstof van ae pokken van een koe. De naam vaccin (koe =- vacca) is hierdoor ontstaan. Jenner's ontdekking was van zeer groot gewicht, maar zij beperkte zich tot n enkele ziekte. Het duurde meer dan 100 jaar voor Pasteur de vaccin-therapie als middel tegen vele ziek ten bij den mensch leerde aanwenden. Het is duidelijk, dat het woord vaccin" voor de latere geneesmethoden geen reden van be staan meer Had, wijl daarbij de ttisschenkomst van koeiennietnoodigwas. Welkedeopvatting van Pasteur hieromtrent was leert men uit en kele regels(overgenomen van Paget)uit zijn rede op het internationale medische congres te Lonuen, Augustus 1881. J'ai donnéai'expression de vaccination une extension que la science, je l' esp ere, consacrera comme un hommage au mérite et aux immenses services rendus par un des plus grands hommes de PAngleterre, votre Jenner. Quel bonheur pour moi de glorifier ce nom immortel sur Ie sol mem e de Ia noble et hospitalière citéde Londrcs". Van 1880 tot 1885 bestudeerde Pasteur het probleem der hondsdolheid bij dieren. Eerst in 1885 werd de behandeling bij menschen toe gepast. De eerste stap, die gedaan werd, was het aantoonen, dat de hondsdolheid een infectie ziekte is, die uitsluitend wordt overgebracht, doordat een dolle hond een anderen bijt. Het is dus niet zoo, dat een hond (door gebrek aan water, zooals sommigen nog denken) plotse ling dol wordt. Dit geschiedt alleen als hij be smet wordt door een reeds ziek dier. Het isoleeren van het micro-organisme, dat honds dolheid teweeg brengt, is aan Pasteur niet ge lukt, en het is trouwens nu ook nog niet bekend. Wel echter gelukte het aan Pasteur om de ziekte experimenteel bij dieren teweeg te bren gen.Het speeksel van een dollenhond moet de ziektekiem bevatten, dat staat vast. Inderdaad kon Pasteur met dergelijk speeksel honden en andere dieren besmetten. Maar de uitkomsten dezer proeven waren ongeregeld. Pasteur kwam toen op het idee het centraal zenuwstelsel der dieren te besmetten, en dit gelukte inderdaad. Het bleek, dat een ruggemerg van een geïn fecteerd dier de smetstof bevat, en dat men daarmede een ander dier kan infecteeren. Van dit dier kan men dan weer het ruggemerg nemen, een emulsie ervan inspuiten bij een volgend dier enz. Nu kwam de tweede stap. Hoe kan men de ziekte voorkomen? Pasteur wilde natuurlijk weer toepassen een vaccintherapie. Daarvoor is noodig, dat men de sterkte van het micro-organisme (het virus) kan veranderen. Hij vond ten methode (overenting van konijn op konijn) waardoor het virus kon worden versterkt totdat het ten slotte een constante sterkte kreeg (virus fixe) en een methode, waardoor het virus kon worden verzwakt (het ruggemerg van een ziek dier laten uitdrogen gedurende eenige dagen). Op deze wijs kon hij dus eiken gewuden graad van werkzaamheid van zijn virus krijgen. Nu bleek het volgende : Indien men een dier eerst behandelde met een zeer zwak bijna onwerkzaam virus, daarna met een iets sterker, dan weer met een sterker enz. dan kun hii ten slotte het dier laten bijten door een dollen hond, zonder dat het dier daarvan dol werd. Daarmede was dus gelukt, de ziekte te voor komen. Maar dit was niet voldoende bij een ziekte die zoo sporadisch voorkomt, omdat het niet mogelijk is de geheele menschheid tegen hondsdolheid te enten. Derhalve deed Pasteur den derden slap : Wanneer een mensch of dier gebeten is door een dollenhond,duurt het vrij lang, soms eenige weken, voor deziektevejschijnselen uitbreken. Die tijd k;<.n worden benut voor de inimuniseering. Dus Pasteur liet eerst een dier bijten door een dollen hond, dan behandelde hij het en zag dat de ziekte niet uitbrak. De behandeling w;:s hiermede pasklaar ge maakt voor gebruik bij den muisch. Hoewel hij op meer dan 100 honden zijn experiment met succes Iv.d verricht, alle contrö.es had gedaan die noodig waren en hoewel hij overtuigd was, dat de therapie bij den mensch zou moeten slagen, aarzelde hij zeer lang voor hij hiertoe durfde overgaan. Hij was bang, dat het den mensch opeen of andere wijze zou kunnen schaden. Op 6 Juli 1885 kwam een vrouw uit de Elzas naar Parijs met haar zoontje Joseph Meister,9 jaar oud. Twee dagen te voren was het kinügebeten door eendoilen hond, het had 14 wonden, vooral ook aan de handen. Pasteur zag het kind, meende niet langer te mogen wachten en besloot het te behandelen. Maar niet te beschrijven is de angst, dien Pasteur daar bij uitstond. Het Kind genas en is (hans nog conciërge aan het Institut Pasteur. In Oclober van hetzelfde jaar kwam een nog zwaarder geval. Een jonge herder Jupille h;.u gezien hoe een uolle hond eenige kleine jongens aanviel en hij had zich op het beest geworpen om de kindeten te besehermen. Dit was ook gelukt, maar hij was zeer ernstig gebeten geworden; (ïdagen uaarna werd hij in behandeling genomen en genas. Ook deze jongen wem later conciërge aan het Institut Pasteur (in het gebouw aan den overkant van de straat). Voor dit gebouw ziet men een. standbeeld, voorstellende ue moedige daad van den jon gen, die zich wierp op den dollen hond. Zeker is, dat nergens anders ter wereld een conciërge bestaat, die zijn eigen standbeeld voor oe deur heeft staan. Na deze gevallen kwamen patiënten naar het Institut Pasteur bij honderden, later bij duizenden. In Maart 1880 waren er reeds 35H behandeld. Daarvan was er slechts n ge storven, een kind, dat eerst in behandeling kwam 39 dagen nadat het was gebeten. Zeer bekend is geworden de geschieueiiis van l!i Russen uit btnolensk, die gebeten waren door een dollen wolf,en eerst löuagui laterte Parijs aankwamen. tien beet van een dollen wolf is gevaarlijker dan die van een dollen hond, en er waren venoren gegaan niet minder dan 15 kostbare dagen. Van de 19 Russen genazen er 10. Hoeveel patiënten, na Pasteur's ontdekking, tegen hondsdolheid zijn behandeld is niet te zeggen. Omstreeks 1914 had men reeds een statistiek van meer dan 100.000 gevallen bijeen. De mortaliteit bedroeg 0,5 a 0,7 pCt. terwijl die vroeger zeker booger dan l (5 p Ct. was. Met het hier meegedeelde is Pasteur's werk slechts 111 zeer grove trekken geschetst. Tal van ontdekkingen, ie op zich zeif aan een ander reeds een positie verschaffen zouden, zijn hier onvermeld gebleven. Onnoemelijk gioot is bovendien liet aantal gewichtige vondsten, aat later is verricht uoor hen, ie of direct of indirect zijn leerlingen waren. Van zijn werkelijke medewerkers zijn Roux en Duc.canx, Tliuillier en L'hainhenand de meest bekende, maar behalve hen, hebben tallooze anuereii in binnen- en buitenland zijn werk voortgezet. Het Instant Pasteur, opgericht en onderhouuen door geluen, bijeengebracht door het Fransche volk (op aóiisuclHing van liet uagblad ie Figaio) is OOK na Pasteur s dood ten zeer belangriJK centrum gebleven voor bacteriolo gie, SLioiogie, en immunologie. Merkwaaruig is, dat thans, juist omstreeks het eeuwfeest van Pasiciir's geboortedag u'e bactenologen van alle landen zich interesseere!! voor een ontdekking uoor een der tegeiiwooruige mede werkers van het Insutut Pasteur u'Hérene gedaan. Pasteur toonde vele jaren geleden aan, uat ue besmettelijke z.ektcn van uen mensen worden teweeg gebracht door zeer kkine levciiuc wezens. u'lk'Rlle verdedigt thans oe opvatting dat verschillen in virukmic (d.w.z. verschil.en in hun kracht, hun aanva.svermogeit tegen den mensch) v,.n d e/.e micro-orgamsmeii worden hepaa.d doorde aanwezigheid van mi»veel kieinere organismen, die Ce' banenen vernieuwen, zooals ue bader.e de hoogere organismen te gioiu c r.cht. O\tr HET ONGEHOORZAME KIND Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonih BJJKOMS T1GHEDEN XL1X Als dit artikel onder uw oogen komt, hebt u voor de gemakkelijke" menschen, de kindenijken, met een heele lijst wenschen, al lang uw keuze gedaan, de pakjes met hun geschenken puilen lastig uit uw kast, of u trapt er even tegen, als u op uw divan gaat zitten; het zijn slechts de lastigen, de menschen van Wie je nooit weet, waarmee je ze nu eens plezier kunt doen, die alles al'hebban", wier naam nog op uw boodschappenpapiertje prijkt zonder object er achter; ten behoeve van wie u hulpeloos voor alle winkels blijft staan, starend op de aantrekkelijke uitstal lingen van bont, japonnen, sieraden, dassen, vesten, handschoenen, chocoladebaksels, kalenders, vulpenhouders, schoentjes, kleeden, tafeltjes, coseys, poppen, portretiijstjes en fietslantaarns, die u zelf allemaal wel begeerlijk IIIIIMIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIII 24000 Artsen roemen schriftelijk SANATOGEN ^^ Het Zenuwiterkend Voedsel De iijlarts van wijlen Koning Edward Vil van Engeland, Dr. Ernst Ott, Marienbad, scbreef: .Bijzonder goede resultaten verkreeg ik met Sanatogen bij herstellenden na zware ziekten en bij oudere personen, wanneer het er op " aankwam de krachten te doen toenemen en den bloedsomloop te ver. beteren." lijken, maar waar de ongelukkige hij" of zij", die u niet alle geweld iets aandoen wilt, waarschijnlijk toch niet veel voor zal voelen. . Mag ik u een uitredding aan de hand doen? Geeft u hun een Winterboek" (1922-1923) present 1). Meestal, wanneer een boek als voor ieder een", voor jong en oud" wordt aangeprezen is dit een bewijs, dat het een karakterloos product is, waaraan juist niemand veel heeft. In dit geval staat het echter anders: het oude heertje, dat aan podagra lijdt, en voor een langen roman veel te ongeduldig is van de pijn, zal op het kort vertelsel van Timmer mans indutten, met een gevoel van rustige voldoening; het jonge moedertje, dat nergens tijd voor kan vinden, zal, in het halve uurtje, dat haar oudste al slaapt en haar jongste nóg geen pap hoeft te hebben, zich hartstochtelijk verdiepen in de paedagogische moeilijkheden van Nico van Suchtelen; en ze zal er met een versterkt zelfgevoel uit opduiken; (?wat een domme man ! Wie begint nu midoen in den nacht zelf een kussengevecht met zijn zoontje ! Hij verdiende niet beter dan den slapeloozen nacht erna !") De mevrouw met slechte oogen, die van een gewonen druk" te moe wordt, zal op een regcnachtigen Zondagmiddag met haar vergrootglas en haar bril heel langzaam en plezierig het artikel van Maria Viola Het kind in de Hollandsche schilderkunst" uit spellen, en elke centimeter van de mooie platen, wel een minuut lang bekijken;en het frissche kinderlijke meisje, dat Voorde poort" en Pallieter" en Demonen" nog niet lezen mag, zal er van genieten, hier toch al iets van al die bewonderde auteurs te vinden, uitvoerigerdan in de bloemlezingen op school. Trou wens, wie zal er niet genieten van Top Naeff's geestige en roerende Wederopstanding" die ons de zooveelste wederopstanding" van haar telkens weer weggeborgen en telkens weer voor den dag gehaalde, allerbekoorlijkste Letje brengt: Letje, die int wét, dat Sint Nico(TfCl;enini> \'i»>r ,,ile Amstcrtlainin ' V. E. run Uytancl;) ei van St. Nicolaas: is 't van 't jaar weer zoo geweest?!" iiiiiiiiiiiiiiii in iu in iiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiitiiiiiiii iiiiiiiiiiii UMI mmiiiiimiiMiiiiiiimiMMiiiiiiiiiiiiiin deze zeer kleine parasieten, die'd'Hérelle bacteriophagen noemt, zal ik later een afzonderlijk artikel schrijven. De invloed,dien de chemicus Pasteurgehad heeft op de medische wetenschap is grooter dan die van eenig medicus. Ongetwijfeld ware het nuttiger en zoude het v;yi meer piëteit getuigen,indien menden kin deren op school den datum van Pasteur's geboorte en de data zijner belangrijkste ont dekkingen leerde, instede van hen te leeren de Egyptische koningen en de vi.rsten uit het Bourgondische huis. Bij een van de vele examens, die ik heb gedaan, was n vraag die mij nog steeds is bijgebleven: wat is U bekeiidvan deGracehen? Indien ik toeii aan mijn examinator had ge vraagd: wat is u bekend van Pasteur?" had hij vermoedelijk moeten antwoorden, wat een mijner collega's op zijn vraag antwoordde n.l. van deze persoon is mij niets bekend". Wellicht ook had hij gezegd: Is dat niet de man van de gepasteuriseerde melk? Pastcnr's invloed op de medische weten schap blijft niet beperkt tot het vele, wat hij bijdroeg tot o/ize kennis van oorzaken en behandeling der infectieziekten. Waarvoor wij hem daarnevens uitermate dankbaar moeten zijn is: voor liet voorbeeld, dat hij gaf aan ons anderen. Wie twijfelt of de wijze waarop hij zijn wetenschappelijk werk verricht de juiste is, wie een aanval heeft van moedeloosheid, van twijfel aan eigen scheppingsvermogen, wie be/-ig is zijn eigen werk te overschatten, wie meent door anderen niet genoeg te worden op prijs gesteld, wie lijdt door tegenwerkingen, door passieven of actieven weerstand van a,tderen tegen alles wat nieuw is, in het kort, wie moeilijkheden heeft met zijn werk, van welken aard ook, hij leze Pasteur's leven en zal zich vinden gesterkt en getroost. Want niets van deze moeilijkheden is aan Pasteur vreemd gebleven. Pasteur is gevierd in latere jaren als wel licht geen ander geleerde, maar hij is miskend, bespot, bestreden op een wijze die ongeloofelijk schijnt. Biot, n van Pasteur's grootste bescher mers, en die zijn wetenschappelijke vader was, heeft alles gedaan, wat hij kon, om Pasteur benoemd te krijgen tot mcnihre de l'Académie". Het is Hem gedurende zijn leven niet gelukt. In UiOl was een plaats open in de sectie voor Botanie. Biot deed zijn uiterste best en betoogde, dat Pasteur ai 3 jaar lang bezig was met de studie van de levenswijze van lagere plantaardige organismen. Hij had tien mededeelingeii daarvan aan de Accademie aangeboden. De tegenwerping was : Pasteur is chemicus en geen botanicus. Eenigen tijd later trachtte Biot een zijner collega's te overreden. Eh bien, zei deze ten slotte -?allons chez Pasteur et si nous trouvons dans sa bibliothèque un volume botanique je Ie mets sur la liste".?Pasteur werd niet gekozen. Eerst aan het einde van het volgende jaar -- Pasteur was toen ruim 40 jaar werd hij gekozen in de sectie voor rnineralogie. Hij had toen van de 60 stemmen slechts 36. Tevoren had men getracht hem te weren op grond van het volgende : Pasteur had de boven beschreven ontdekking over kristallen der wijnsteenzurezouten gedaan. Bij de be schrijving der kristallen had hij de gewoonte een kristal op een bepaalde wijze in de hand te nemen en het dan te noemen links of rechtsdraaiend. Een Duitsche geleerde pleegde het kristal anders te plaatsen en noemde dan links, wat Pasteur rechts noemde.Het spreekt vanzelf dat dit slechts een kwestie van be naming is. Pasteur's Fransche collega's buitten dit echter tegen hem uit; hij was verplicht zich hiertegen te verdedigen?en vroeg aaneengenootschap, waarvan hij lid was, om een geheele zitting aan de discussie van dit onderwerp te wijden Sa lecon fut nette, vive,impérieuse, scnrijft Valléry Radot hierover: Sivous saviez la question, disait il ases adversaires, que t'aites vmis de votre conscience? Et si vous ne la saviezpas de quoi vous mêlez vous? Dit is een van de gezegden van Pasteur die mij 'het meest bevallen. Onbegrijpelijk blijft, dat het voor hem noodig was het te zeggen, en even onbegrij pelijk is, dat hij, die op zijn veertigste .jaar zeker meer had gedaan dan tien andere membres de l'Académie" in hun heele leven, van 00 stemmen er slechts 36 kreeg. S T J R M V A N L E E U \V E N o GEORCïES DUHAMEL laas niet bestaat, maar die uit deernis met de ontgoocheling van Mama en Oma; uit schaam te hen te beschamen, door hun leugenachtigheïd aan de kaak te stellen, haar zware last van inzicht alleen draagt, en tenslotte, in de algemeene vreugde, zelfs weer iets van haar geloof in het wonder terugvindt. De redactie is bi/.onder gelukkig geweest iti het kiezen van haar medewerkers; Aug" de Wit, Eminanuel de Bom, en Frans Bastiaanse, die i'n den laatsten tijd alle drie, wat zuivere literatuur" betreft, veel te weinig van zich hebben laten hooren, heeft ze uit hun tent gelukt. Querido gaf een verhaal Kater don liian," dat wij dadelijk Kater Mooie Karel" /.ouden doopcn; L. Simons een wonderlijke fantasie over de staking" van de maand Februari, waardoor alles op de wereld in de war liep, en waaraan wij onze griep te wijten hadden; Marie Koenen een aandoenlijk ververtelseltje over Jantje, die zijn lieve houten paardje wilde offeren om een lekker vuurtje voor het arme, verkleumde Jesus-kindje te stoken; en Berlage verrast met boeiende teekeningen van stadsgezichten. Hoe ondankbaar zijn schilders, schrijvers, dichters, en musici toch eigenlijk, als ze zich over hun werk beklagen! Al vinden ze mis schien weinig waardeering, weinig materieele en ideëele belooning, zij kunnen toch schil deren en schrijven en musiceeren, en in die uiting hun voldoening vinden ! Maar een bouw meester zonder opdrachten kan niet bouwen ! Hij mag met de mooiste plannen rondloopen; hij'mag het gebouwencomplex, het stadsge deelte vór zich zien, als een visioen,?hij kan liet niet verwerkelijken", zooals een schrijver zijn droom op papier verwerkelijkt, of een schilder op doek. En hij zal misschien dood gaan zonder het beste,'dat in hem was, te hebben kunnen geven.... Er is iu deze pittige teekeningen van Berlage ontegen zeggelijk iets tragisch: de tragische heroiek van een rijken geest, die doet. wat hij kan: iiiiimiMiiiiiiiini omdat hij niet doen kan, wat hij eigenlijk tr/7. Buiten de sfeer der huiskamer-waar deering, maar toch zeer klaar en sober, staat het eene weemoedige gedicht van Boutens: Kind-Bruidje", dat ons het beeld sugge reert van een jong en teer prinsesje, uitgehu welijkt aan een verren prins, dien zij niet kent. Klein van schaamte," zwijgend in ver zet, zoolang iedereen zich met haar nieuwen levensstaat bemoeit, begint ze 's nachts, alleen, kinderlijk van het portret met de weemoedige oogen, en van den te wijden ring" te houden. DJ gedachte, dat, in deze droom-liefde, de werkelijke prins als derde mocht komen," verontrust haar; en als ze, korten tijd later, in het zwart wordt gekleed, omdat haar verre bruidegom gestorven is, zijn haar gedachten er slechts van vervuld, of 's avonds dezelfde oogen haar nog zullen wachten Een wonderlijk suggestief gedicht, donker van toon als een oude ballade.... Laten we er ons weer eens goed rekenschap van geven, hoe een groot en persoonlijk dichter wij in Boutens bezitten,en hoeveel kostbare gaven wij van hem ontvangen hebben, nu al vijf-entwintig jaar lang. ANNIE S A LOM ONS Erratum. In mijn artikeltje over Galsworthy eenige weken geleden heb ik een dubbele portie dankbaarheid over de vereeniging Nederland-Engeland uitgestort, omdat ik meende, dat zij indertijd ook Chestertonhad uitgenoodigd. Ik neem hiervan bij deze de helft weer terug en bied ze, met mijn veront schuldiging, de English association in Hol land" aan, daar zij de gastvrouw van (i. K. C. was. Wie van de twee vraagt nu eens Shaw, Wells ot Bennett? 2e Erratum (nu van den zetter.) Juffouw Duys sprak, toen ze Duhamel verwelkomde, gelukkig met heel veel n/fectie, maar zonder eenige a/fcctatie. 1) Winterboek van de Wereldbibliotheek 1922?1923.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl