De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 16 december pagina 7

16 december 1922 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

16 Dec. '22. - No. 2373 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE VERTRAAGDE FILM Tooneelspel van HERMAN TEIRLINCK, opgevoerd door De Haghespelers in 't Voorhout" onder regie van A. W. STELLWAGEN T tekeningen voor de Amsterdammer" van Eernard van Vlijmen DE VROUW (El!y Reicher) DE DOOD (J. de Meester .Ir A. W. STELLWAGEN (Regisseur). ZOT LO\Y IET DE MAN (Alben van Dalsum). BIJKOMSTIGHEDEN LI. Ik lijd aan de groote-stads-ziekte. O, wat is dat een ellendige kwaal ! Salomo moet haar al gekend hebben, toen hij alles vermoeienis des geestes" noemde; Augustinus heeft er zijn bikeering aan te danken; talloozen, naamloozen, zijn er aan ten onder gegaan; talloozen om ons heen worden er langzaam door gesloopt, in een vertee re n de melancholie. De aangetaste kan niet met een blije dank baarheid genieten van iets schoons, iets be langrijks, dat hem geboden wordt; hij sleept zijn moeë lichaam en zijn mocër geest van tentoonstelling naar congres, van lezing naar thsater, omdat hij er niet ontbreken wil; omdat h;t bij zij:i staat van algemeen ont wikkeld mensch hoort, overal bij te zijn ; maar het doét h:m niets meer; als hij muziek hoort, is zijn ziel nog verstopt, door allerlei sociale miiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIII1IMIIII1I Gevoelt gij slap en lusteloos? Amerikaanscbe l Charles vice-admiraal. schrijft: Na grondig proef genomen te hebben l met Sanatogen, ben ik overtuigd van l zijn verdiensten als zenuvvsterkend voedsel. Zijn weldadige werking is boven allen twijfel verheven." SANATOGEN Het ZenuwsterkendVoecIsel theorieën, die er dien middag net ingepropt zijn; als hij schilderijen gaat zien, zijn zijn oogen nog moe van het staren naar de t'elkleurige mannequins op een mode-show; als hij zijn aandacht bij een contèrence wil be palen, zit hem aldoor een beeld dwars van een vrouw-met-een-kindje op den arm, dat hij duidelijk voor zich zvt, maar waarvan hij zich maar niet herinneren kan, waar hij het aanschouwd heeft.... in een theater, in een bioscoop, in de werkelijkheid, of in de leesportefeuille; altijd sclurft de eene indruk over den anderen, en ze misvormen en ver vlakken elkaar, tot het veld van zijn opnemingsverniogen er uitziet als een slordig-geschoffeld tuintje vol kleine ongelijkheidj'es, maar zonder eenige diepe kerf. In n week beleven wij het congres voor een nieuwen vrede, de voordracht van Hauptmann, de première van De vertraagde film," Birgil En geil, en de Comédie franchise, om van al de theosofische,scientistische en an dere bijeen komsten,om van een première in den princesse-schouwburg, Royaards' weikomen vreemdeling, de herleefde Opera, het normale quantum Mcngelberg- en Residentieconcerten, en de regelmatige bioscoopvermakelijkheden en variété-geneugfen niet eens te spreken.. En dan vinden we thuis onze uitvoerige cou ranten, weekbladen, tijdschriften, met al hun verschillende rubrieken, die je over letterlijk van alles willen inlichten, en die in elk artikel verzekeren, dat elk nornftal-ontwikkeld mensch over dit onderwerp toch iets weten moet, van het steentijdperk af lol de relaliviteits-theorie van Einstein en de tele kinese toe; en we laten de diverse theaterperiodiekjes door onze vingers glijden, waar in de verschillende directies of de verschillende adviseurs ons uiteenzetten, welke stukken ze voorde toekomst hebben gekozen, en waarom ze ze hebben verkozen, en welk soort van ont roeringerons wacht; en we wenden onze oogen moedeloos af, omdat we zeker zijn. dat wij op geen enkele echte ontroering meer hebben te itmillilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiuMiiiitilliMtiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiMiiiiiiii iiliiminiiiiiiiiiiiiiiiiiiji DE HAGHESPEI.ERS, De vertraagde iilin, door HEKMAN TKIKLINCK. Na de eerste opvoeringen van De vertraag de film" in 'schrijvers woonstad Brussel, heb ik getracht (Dram. Kroniek van'l April 1P22) den lezers van de Amsterdammer" een in druk te geven van dit bijzonder werk van een (Zuid) Nederlander, het eeiste drama ge schreven in onze taal, dat ontlook aan onzen tijd, er de onrust en het vet langen, de spanning en het rhythme van in zich draagt. Het viel toen, op het eerste gezicht en naar het Brus selsen patois, niet licht uit de bizarre mengeling van op heeter daad betrapt leven en symbool de curve te trekken en de velerlei bedoelingen van den schrijver in hun kern te vatten. Sindsdien is het wei k verschenen, eerst in De Stem", thans, bij gelegenheid van de Haagsche première door de Haghespelers, in een der handige tooneelboekjes van de W. B. waar mee wij ten zeerste zijn gebaat. Want meer dan een der beide veitooiiingen, die elkander in doorsnee niet ver ontloopeii, bevestigt deze gedrukte tekst met al zijn gevoelige en geestige tooneelaanwijzingen waai van op het tooneel veel onveivuid blijft de innerlijke, hechtheid der cogenschijnlijk zoo heterogene conceptie, Teirlinck's peisoonlijke, sterke en schoone visie, al slibde de allegorie reminiscences aan, en al vinden wij ook in den vorm giootere vooibeelded nagestreefd. Een banaal geval, als zoodanig onverant woord, leeft hier op een basis van ruimtelijk levensgevoel en verheft zich in deze sfeer boven den alledaagschcn eisen van het veiklarend commentaar. Wat den idëelen en teiteiijken inhoud be treft, geloof ik slechts op een punt te hebben misgetast en het zij mij ueihaive veioonootd dezen kortelings in ongeveer gelijke trekken te herhalen. Naast de onmachtigheid dei, in Man en Viouw zoo verschillend geschapen Liefde, onmachtig in verhouding tot 's levens langen uuur, voeien wij ais de gioiidgcdaclue van nel welk uus ueze : uat de Viouw, uie aiies van het leven gehad en volbiacht heelt, ouders, man en kind, te ahen iijue geieed, blijmoedig beieid staat vooi den eiood, tcivujl ue Man, wx'lke het zivaaitepunt van zijn leven vindt in zijn werk hoe oiibetcckenend eüt ook zij in zijn maiinelijken eerzucht en de gemakken v:in een achtenswaarcie familie verband, dit groote, verlossende gevoel van geleefd en bemind" te hebben'niet aldus kent; met ge volg dat de Dood vuur hem al zijn verschrik k, n g van ontiJL.ig, n, .f maaier behoud l. Het volstrekte, dat ue eeuwigheid in zich draagt, datgene waarnaar de vn.uw instinct matig streeft, dat zij soms bereikt en altijd erkent, tegenover het betrekkelijke in den man, uat immer unvoitot iet b,ijft en hem tot een rusteloos zoeker maakt tot in lengte van jaren. liet spel wordt geopend door tien lantaarn opsteker (.ie Onze neve Heel \ a'i Met Spel), die -?het is Di .ekonmgeiiaMiixi de lantaain op konil steken bij eieil besneeuwdeii steiger, waaraehtei de onkeie giacht. B;cughel en Daumici-tiguui ijes leekenen in de sneeuw de wteedzoiie grilligheid van hei leven tegen den diepen, naeluzwai ten hemel. Langs den waiiekaiii sluipt ele Viuuv,, met haar kind in de armen, wachtend op den Man, mei wier. zij, om heide, i rad 'muien Hei geoi tiend maatscnappeiijK veiMand. De Man, vieesaehtig' vooi con.v.-queiiiies, z.et geen mlweg.de Viouw die niet anaal en t,e steikeie is, uiingt naar de eeuwigheid. Man, viouw e.i kind, m heilige drieenheid hei \\alei is zacht en du-p.. een koord /.ai hun haimcn iiiiiuen, getiouw lot in uen dood. ? In hei !\\ecde beu.ijf zien wij hen onder wjtci, /.wevuu nissilkii hcimnenilg eu \eigeteilieid, in eie la.uste seconde waai in het i;elleeie iex.il :il ijieiiele - hier veit.aague -? vaait aan het geestesoog \ooibij tunnelt. Zoo nadeun zij La n Dood, eten heldeiijke, voor \\:e g^ieeel en b^ieid is, den atsCIll'ikWekkellLle, \o:n \\iell Ik l ieVell eell reeks van inusies en eivaiingLii was. \\x-ike ten allen lijue atiiieken en Hei lieginnen kan. En tieZt OppelSie ailei coil:.e(|Uei:,ies behoett siechis uen viiigei te iK-tiiii, om ilel eienieiilair veiseliit uai de aaiilKiiir.eiijke Viouw en den h.geerend Muil in nuiine innigste loena'aer.i'.g seneiLii, zijil r_oo^s,e Kans ie gL-Veii. Op u^n uiLiilpei van hei lUei-zija woisieien de [Wee, uie eikaiiaeis gellemle vijanden bieVLii ;io^ in de L\iase \<oi Hei uioiutantelijksi oo^Liuiuk, eil; om Met behoud van het eigeiisie: ue Mail om zijn levxn, u.e Viouw om haar nulde. Ais w.iue u:eieil VeChleil zij, die een Seconue ie voie-n, v^iieeeieiel LIOOI nerinnei.iig (l l,r OJieiigL-n" woiut heiaas in iLVelleieil iljve voo:gLM'_id dou: een Sehooiie jong, iMiik, op ik-n \u.. t gevi.lga door ue stem LIU! \'V a;r. ii'-iu, m ele geuaaiue van een d\\eig; zich den gilden gejijk w.iaiiuen. Ik hopen, wij, afgejakkerde ontwikkelings-maniakken, afgebeulde cultnurbeesten. En we bedenken dat er ergens op de wereld in Schiebroek, in IJsselstein en Bovencarspel toch ook nog van die gelukkigen bestaan, ( hoe heeft Speenhoff ze in zijn laatsten Krekel zang voor ons opgeroepen !) voor wie kunst en ontwikkeling het fel-begeerde zijn gebleven,en die, in brandende hunkering, lijden onder een voortdurend tekort. Hoe sterk en echt moeten die menschen leven ! Hoe vredig en harmo nisch moet de dag van de notarisvrouw in Doesburg of van de dochter van den dominee in Velzen vergaan, die, zoolang het licht is, rustig haar huishoudelijken plicht verrichte,i, en 's avonds onder de lamp zich in een mooi boek verdiepen, dat ze voor de derde keer lezen; die een maand lang uitzien naar een kamermuziekavond, eu de diepe ontroering er van nog weken erna in haar hart meedragen. Die langs de stille straten ongerept haar eigen droomen volgen, niet telkens gestoord door een opdringerige reclame, door verschie tende lichten, papieren, die ons in de hand worden geduwd, vermoeiende tooverlantaarns, en letters tot in den hemel geschreven. Wie het leven in ee.i groote stad wil kunnen volhouden, doet het beste zich te overladen met werk. Wanneer men eenmaal de veilige houding heeft aangenomen: ik heb het te druk; ik kan me met niets bemoeien, dat niet mijn speciale arbeidsveld betreft"; dan kan men midden in den razenden chaos, midden in den orkaan van geneuchten en verheffingen blijmoedig en gezond doorleven; en dit is de verklaring, waarom we in de tram en op de straat toch nog we l enkele menschen ontmoeten met heldere en rustige oegen : het zijn de huis moeders, gebonden door 114111 kleine kinderen; de zakenmannen, die nergens tijd voor heb ben; de jonge meisjes, die in de ziekenhuizen en op de kinderbewaarplaatsen werken. Maar de ongelukkigen, die we! tijd over hebben, en die dan bovendien nog op de boogie van" dien tijd willen zijn, die zijn verIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI ?II1IIIMCMII1III llllllllllllllllllllmlllll loren voor alle levensgeluk. Wie eenmaal een Mmiiiimiiiiiiiiiiiiiiniiii meende aanvankelijk, dat bij deze woi steling de vrouw liet kind ontglipte, dat in laatste instantie hier de Moeder afliet vooi de Viouw, die als het ware met haar beide handen het allerdieibaaiste (den man) poogde te behou den, en hoewel deze veronderstelling niet builen de redelijke gedachlenlijn valt, geloot ik in deze toch veuier te zijn gegaan elan de schrijver. De tekst geeft eenvoudig dat de Dood het kindje aamaakt en een engel LI mee heenzweett. Intnsschcu blijkt hiermede dan toch de laatste draad verscheurd; voor den Man, die in deze Vrouw zeils met meer de Moedei van zijn kind veimag te zien, voor lie Vrouw, die thans ook van den Vader in dezen man niets meer ie hopen heelt. lu het derd_e bedrijf (eléeois als in I) worden de dieilkelingeii opgehaald en \ooi doixl in de sneeuw geiegd. Apachen sluipen aan en bciuoven de lijken, de Vionw van haar ring, den man van zijn horloge, eik van het dieibaai'St bezit. Zij waren eeluei slechts bewuste loos en komen veiwondeul bij. Zij hei kennen cikaiidei nauwelijks. Voor den man heeft de episode haar avontuurlijk einde gevonden, hij vx i heugt zich tot het leven, tot zijn labiiekje en zijn ramihe teuig te kunnen keeren, ais waie ei niets geschied. De vrouw blijkt met hel kind datgene ontvallen wat ilaai het in nigst aan den man vcibond. Zij bnki op haar leege handen en ziet den ge'iietue thans gelijk hij is, Puiten Uen liclitkians Hare' illusie. isei een man ais een andere man. De eene gaat links, de audeie leeiits, vooi haar is het een atgaug, vooi hem een intiede. l lei naeiitgejoel vetste! U in de vei te, de l)!ie-Koiungcii, zat gedionken, zingen van de Stene van lieimeeni, de lautaainopstekei diaait de lantaain uit -? de nieuwe, verlwijlelenue, dag bleekt aan. Ja, wat uil deze lijke, tanlastisch vei weven stoi - --ik begin Ik-1 Werk hoe langer hoe mooier te vinden ---een groot regisseur, met op zijn ter rein, een even bloeiende lamasie als Turnnck, nog zou kunnen halen ! Dat het stuk na deze opvoering, nog meel dan na de Bi nsseisthe, veieh ovxi vvegeiiue u t tel aluin "zal voorkomen ligt daarin, uat ue Ihealiaie laniasie ei nog met voor de heill aan wei u vervuld ! Men leze maar eens 111 hel boekje hoe achiei Uit uiama het votie levxn ueuisciii eu jinciH en liuiii, eu liue oversiL-ipeiid ue sulie is, daar Deiieucii aan Ue poon van hel uoouennjk, ,,m het zilveren uai" van hei iiuiernig en vergeieilicid. De beide, ais ei'isle woip vuxuensie.ijkc op\oe:mg*n, OIIIIOO^LII eikaai mei vxei, noen wat de enseeileei iilg, nreli wat ue k\\ahteit belieft, alleen zijn het velschillende waarden, paar préres heniieet't bijgewoond; wie aan een feestdisch heeft aangezeten om een beroemd heid te huldigen, heeft weldra ele overtuiging, dat die festijnen niet doorgaan kunnen, als hij of zij er bij zou ontbreken ; hel Dijwonuivan een ononderbroken rij re cc p tic s, o pera's, openingen van tentoonstellingen en xviirdracliteu wordt een moet," net zooals geixg. Iel naar school gaan, of geregeld naar zijn buixau trekki n, (en ik geloof, dat de twee laatste b.zIghetUii op den duur veel beter te verdragen zijn dan de eerste;) overal ontmue-len /ee hun medeslachtoffers, overal wisselen zee deztli'de woor den, en als ze, na een roes van jaren, pardoes vooi" het einde van hun Icvxüsbaan knukii te staan, dan zal hun deze klacht van cli lippen vallen: Ik heb alles nag. h'oivn: ik heb me voor alles en iedereen geïnteresseerd; ik ben moe van :il mijn inspanning; en mij;: dagen zijn me als water door de vingers g.lcopc.i. Ik heb niets overgehouden, dan een vage ver bijstering." En dan te denken, dat \\e ook zonden kunnen leven als de bm r, the, na het aanhooren van de ijseiijkste \xrliakii over wereldoorlog en revolutie, rustig naar den hemel keek, zich toen weer over het brokje land boog, dat hij aan h-l bewerken was, en peinzend-doorwerkenel zei de: Alijn, de menschen zullen alcvel wel een aarepei blijven lusten". A N N i i: S A r o M o N s SPREEK ZAAL Naar aanleiding van de boekbespreking van Mevrouw C.J. Rutten-Pekclhaiïng, in liet vorig nummer omvingen wij den volgenden brief: ,,Ecn (avaansch student (d'en .k uvxrigxns erkentelijk ben voor de \\aai'decring in Ik t boekovei" zijn land?) Kctt, zi"Hilsu schrijft, zooveel l'i.iitei: i,! 't Javaansch" aangetrcfdie ginds en i'iei het pkit w,m,LU. l-'lastiseh was de V'iaanische de s'._iks!e, i'n't vi.or- en naspel, weliswaar lamnieleiv.!, ucm tel van leven, e:i vee i mee; suggv-iiel. Hij me f/"'i,':ndselie, regie Slcllw.tgcn, in mi.i" m-nd lang/aam tempo en tuulei kaïig riiiMiüv!, i):-,-Lk hei tooneelbce'ic! vaster in de li<uid ge huilden, kwam er eenheid in de vei sch.U IK!L besianddeeieil en \\.is ile gi o,lei 10.01 nlgesie iirj. l lel m id d e n bed i ij', de t', u >i, mei cicn D..od als orator pro-domo en expl.e.itetir, \H:IULU mij h.ei :n zoovel h-11 e r waarde i'eSiV'ieei de \\aH! Bewas sen acilKTVU ge ua'ci; gMi.cveii, /.uou;.i Met niet aiSin Bmssei i>|i i.,n i.un-ii;.1, ae|uaiium geleek. V\egg'e;aien \\.iu:! "oi< L,. ::,uwe ijke gezellen \a.i LH. !i ! )uou: Ivsl, f..-', ?,».:., l longi i en Z-oikX1. Iliei had n ie n m.:. ;;,?..:' een [?.II,^.^,M-..\ moeten tiachieii. l Je .'i.eii.ii.:; vai; LU i, in Ue \Xi lleL-ldillg /.o o leeuL'i' (.'. i i",ml), v.".! \\,|S veel Ie ieee! en \an 'AXIK ei:: .<;;u naiance in Lie legie :;clliigue ilel ,,"pl iXxie:." \a:i Mei Ver u i i iike Hei j''.'; ?-(l : n ei t \;.: o. :' ei < - ? . a H i; [} e: L s dcciiciilk oiiuei w.Me* kunnen >. H,,, t /..-i len . . Heel ui! beiinjl leek i,)a:u :ii Her h,üt.-,i (neikciKicn \ve on.ue' w.iie: n.ei, z.el; ,M i<\ i;em. nd op gioene goiiiijneil, de oo'>ni:.iammeh van liet .\iueiisui I-UILVM'.') s lUku,.,.. i aüs'.. l,n n,ie iletllJK \oiii Ue, oog /nu *,i/.e J'. ;.i'.uu l "on; 111 Ilel Wa/.fg Ve'sCliici Val! e1, u noem,..,:.; .'..ivcrgioe'ii eio'.M /.^(.-1 LI ei;ep kiniiit. n /i;ii : i )e ;.'eLUiellle is U,ei \\eiil.,i mi: spi 0,11:^ .iji-c, ,n . eoeilieliliK eii.ei. \\\:\ ;/.oeu\oi,ii, u.i.i.mn juisl zou (Je mouenie il'.eaiei leeiin e K na; : ;KML lieeulje \ooi moeien /.eilell ei! ;oo!:'_i: \\ai /ij LUMIIIanks, iuus,':\ei \\'.kiu na, \eiiu;.:;. In Lle' ,,'.lailsenue Kniueien" in Ke! ,.\\ > i iii. i-paai'.j - - akelig \\.iieii e iiiKiiKo^^.i.iii.-: j.. . me ee ., vciVjogeil eeuw \.iüseüiniii uu-nie:! muesle,: suggeieeie;; telkens mnei-.-n >Ae >!er! M.oi e e v louw hei kennen .n uer. iKi^eiaau van hu" gei uk. Ue twee giuoic ioden,dic het eliaaia mei ai zijn ingrijpend iolwe. k e!,.i:;, n, \\.neii ioc\eiti OIIWLI d.ai .\ilien v.ui l t.osiim en l'.ny ReiCher, van w. e ei e e ei.-i e ;js IIMHS.. ^ji.iei /. ij:: X .t..iinSLIIelI co.lega \ei o\ LI 11 IH' , L n LIC ^uuM.e, IK; eie piasuseil oiinVvl i .L ID.iie, ais eell MoiLi^.r.;'>iiSOeelel in/.ige- el) lll.,Lie i<^/.:e 'v ei se iiii. .o, \\iei Lueue Leiiiei \xv.i X'LÜLII, ii',. i g<.\:iLi'ge :nteiiieeni:e en aan Xiüeeiü\aii tiogn lieiimieieile;e slanueii eii geo.'i e n, \o.'ia: in liei laaisie M.'LI^;!, i,cel; oU!,i\:;;. !';j Lie/v bezeiung ku.:in L: iii i-e \ L . H'IL|'. . n,: ul--Seilell llliUi Li! \ l "U\\ 111. , : il! .-.:?: i'.inW.Llii en SLiieen ik seinij\ii miU'.-.'i pa; i u.i:g ?- <?>? de laaisie. ten. Nu verbaas ik me daar zeerover, want ik heb, behalve op de bid. 82 waar heer" en 138 waar ja" in het Javaansch staat, geen letter Javaansch in het heele boek geschreven. Ik zou mij daar wel voor wachten daar ik die taal niet ken en ik niet gewoon ben oppervlakkig werk te geven. Evenals de platen is het ge schrevene natuurgetrouw en ongeveer geheel beleefd, z.oodat hel werkelijk niet noodig zal zijn de verluchting, zools u voorstelt, uit den tekst te snijde.i", als niet passend bij het boek. M. C. v A N ZEGGELEN" Mevrouw C.J. Rullen- Pekelharing teekent hierbij aan : .Aangezien ik geen Javaansch ken,kan ikniet kiezen tnsschen mijn Javaanschen raadgever en M. van Zeggelen. Maar ik zal eenige op merkingen van hem geven. bl. l i l niet Nalagawang, maar Nalagareng, bl. llöniet ~l j;Ieiipocng, maar Tjalempocng. bl. l Hi niet Widadara's, maar Widadari's. bl. 135 niet Nalagaroeng, maar Nalagareng. Hier komt dus hetzelfde woord (dezelfde persoon) als op bl. 111; ik wxet niet of dit van de schrijfster de bedoeling is geweest. Overal is gamelang veranderd in gamelan en Boeddhi Oetomo in Boedi Oetomo. Ook over de woorden op bl. 82, die M. v. Z. hierboven aanhaalt, ondoro, ondoro" heb ik een opmerking gekregen, n.l.: De woorden ondoro, ondoro, beteekenen niet goeden morgen. Voor dezen groet hebben de Javanen geen woord, omdat ze hem nooit zeggen. Let terlijk vertaald zou: o, ndoro,; o, ndoro," beteekenen: o heer, o heer". Overigens heb ik niet gezegd, dat de platen niet passend zijn voor Din en Aroe, maar dat ze niet in 't bi zon de r passen voor hen, maar voor ieder.... etc. C. J. R r r r r: N I' i; K E L n A K i N " mi ........ i ...... i ....... minimum ....... UMI ........ miiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii Verloor het da.armeue niet tevens aan kalakierV De Man in deze is immers niet (zooals van D.ilsum} dooi loopend poëet, hij is faln lekseigenaai en slechts voor kotten tijd door c;e ai \ ei mogende helde der viouw tot dichter geslagen. Van dit dichterschap blijft in het laatste beuiijt maai ook geen spoor. Hij maaki na clit gelukkig vciiuopen avontuurde balans op en wanueii welgemoed het leven weei b.mien, betieiiiend siechis, dat men hem /.ijn hoiioge (het hait van eti zakenman) heeft oi'isioieii. Vi.n D.ilsum, die in zijn lijn veel iiioo. s gaf, verliet liet tooneel als Auam in HunngsLiia)) m waudeikostunm, de schrille .--li'i -di.ssoiient bleef u;t. (;ok Eily Hei dier iiiachi een miljeie nuance .ian het slot. Zij i e ei e: e ais liet wal e el e HeiheiH Uei Vrouw en ging ha;, is \\vegs, met als eene, voor wie het leven heeli .ilgemum, maai mei opgeheven hoofd, in spiji liaiei uioelneiU. Ik geioot echter, dat eu- som i vionw, ene zij vet legenwooruigt, op uu (uiiit wei waai lijk naar eigenlijke leven atsuni. in legeiisiemng met oen herboren man, en uat /ij ueii olik niet naar e toekomst zal iielnei:, maar naar Ueii grond, waar a! haar nuisie Degraven ligt. Van eie meel en mulder mai quant vervulde hij-miieii, Littinaal, waar liet stuk reeds zooveel v, m onze .'aiiuatiu veigt, geen atzoüuei lijke \x-i nie'uing. 'I'OLII aan HLI eiiiue van uit Neueri.uiLiscli ,,geu;:iisl, gezongen en gespioken uiniiia," *.;e kiaiiseil m o]iiVi;ngst Welueil gemanen en leeiei , eiienueis, apaeiieu,!iclHekooien eiigiieii en s\iuoo^ii, uaiikie voor zijn ueel in iiei appiaus, 'nol nel mij 11 ij n a ais een misversianu uai Liaai , uaasi ueii regissem Steliwagen, Ikiuuui 'ieiihnek oiub;ak. Met allen eeiDie \ooi eiks praesuuie, laten we het niet gering aeluen /ank een weik, uat loieillioog uureikt boven ons ooispionkelijk repertoii'e van jaren, te Helmen gegie-peii eu gekneed uit het niets, ei' eieii aeiem ui te HcbOeii geblazen. Voor mijn Lieci Me n ik gelukkig mijn Mevangen eersten ieiiuk te lienueii mogen herzien en op den vu.-ueieii bouem van ueii gelezen tekst, met \eieiiLpie ei kenteiijklieiU oen scürijver geluk te mogen \\xnsLiieii met cieze schepping. \\ami:L-i aiie ieueii van Ue Veieemguig voor Leueikmiuigeii (:\ooiu en '/.i\\Ü) zooveel taieni iiauueii als llenuan eirnnck en stukken sejiieveii op LUI niveau, zouueii ue nouukrïten in ue Oiaueii oveiliouig worueii en ue tooneeluiiLeuis eikanuei in ue Haren voegen om de jinmeiii. Y i, i' N A L: i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl