De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 23 december pagina 10

23 december 1922 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Dec. '22. No. 2374 una Schönberg's Pierrot Lunaire" Op het podium der Kleine Zaal verscheen het ensemble, dat Schönberg's Pierrot L naire" uitvoeren zou. Voorop ging de fiere figuur van Erika von Wagner, die de Sprechstimme" voor haar rekening had; haar volg den vijf instrumentalisten, waaronder de pianist Eduard Steuermann, van wien het boekje over Schönberg van Egon Wellesz vertelt, dat hij leerling van Busoni is en het instudeeren van den ,,Pierrot Lunaire" heeft geleid. De vier anderen heeten Rudolf Kolisch, Wilhelm Winkler, Franz Wangier en Viktor Polatschek, maar welke instrumen ten zij te bespelen hadden, dat deelde ons het programma niet mee. Laat ik dadelijk mijn onverdeelde bewonde ring uitspreken voor wat de spelers alle vijf hebben gepresteerd ! Hun partijen zijn van een nauwelijks te taxeeren moeilijkheid, en hun samenspel stelt nog zwaarder eischen, allereerst doordat ieder steungevend con tact ontbreekt. De fluitist, die ook piccolo blies, en de klarinettist, die ook de bas-klari net te bespelen had, bleken meesters op hun instrumenten; hetzelfde kan van de beide strijkers en den pianist worden getuigd. Naast de cello vinden wij de viool en de alt in dit kleine kamer-orkest. De aandacht trok, dat de violist-altist links streek en met de rechterhand zijn instrument vasthield. Het is niet onwaar schijnlijk, dat gedeeltelijke verminking der linkerhand van dezen speler hem tot deze afwijkende manier van doen heeft gedwongen, en in dit geval moet men het grootste respect hebben voor de energie en het schitterend resultaat, waarmee hij het kunststuk vol bracht heeft (ik neem dan aan, dat het onge val hem getroffen heeft, nadat hij zich reeds tot violist had gevormd); maar, hoe het zij, het geeft toch wel te denken, dat deze uitzonderingsmensch onder de strijkers juist in den kring van Schönberg, waar alles op z'n kop staat", wordt aangetroffen. Schönberg zelf ging vór het miniatuurensemble, met een stok gewapend, hoog op een bank staan, en dirigeerde. Reeds meermalen heb ik gezegd en aange toond, dat hij er niets van kan. Bekend is ook, dat wie er onder hem spelen, met de uiterste zorgvuldigheid vermijden naar hem te kijken, wetende, dat ze verloren zijn, zoodra ze hem in 't oog krijgen. Het ging nu ook weer zoo; niemand keek naar den dirigent, en deze zelf ging zich weer te buiten aan zijn zenuwachtige, direct-verwarrende bewegingen en zijn be kende potsierlijkheden: neen" schudden, als hij ja" meent, en op de meest overbodige wijze , en met verwrongen gezicht, de letter grepen van den (hier ,,gesproken")tekst mee .., laat ons zeggen: meearticuleeren". Erika von Wagner is als vcrtolkster van den tekst driemaal zeven gedichten uit Albert Giraud's Pierrot Lunaire" (Duitsch van Otto Erich Hartleben) de opvolgster van Albertine Zehme, een tooneelspeelster, met wie Schönberg in het najaar van 1911 te Berlijn kennismaakte, en die hem het denkbeeld, om de genoemde gedichten in melodramatischen vorm te componeeren, aan de hand heeft gedaan. J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAII-DIN HAA« DB BESTE HOEDEN IN HOLLAND Erika von Wagner is ongetwijfeld een voordraagster van ongemeen talent: haar geluid is mooi van timbre en voortreffelijk genuan ceerd, zij spreekt volstrekt duidelijk, bezit temperament en treft ook met zekerheid den weeken lyrischen toon. Het voordragen van deze kunstenaresse nu heeft Schönberg op de meest ergerlijke manier geweld aangedaan, gelijk hij alles op de meest ergerlijke manier geweld aandoet. In de eerste plaats door zijn voorschriften be treffende de Sprechstimme". In het Vorwort" der partituur leest men: Die in der Sprechstimme durch Noten angegebene Melodie ist (bis auf einzelne besonders bezeichnete Ausnahmen) nicht zum Singen bestimmt. Der Ausführende hat die Aufgabe, sie unter guter Berücksichtigung der vorgezeichneten Tonhöhen in eine Sprechmelodie" umzuwandeln.Das geschieht,indemer I. den Rhythmus haarscharf so einhalt, als ob er sange, d.h. mit nicht mehr Freiheit, als er sich bei einer Gesangsmelodie gestatten durf te; II. sich des Unterschiedes zwischen Gesangston und Sprechton genau bewusst wird: der Gesangston halt die Tonhöhe unabanderlich fest, der Sprechton gibt sie zwar an, verlasst sie aber durch Pallen oder Steigen sofort wieder. Der Ausführende muss sich aber sehr davor hüten, in eine singende" Sprechweise zu verfallen. Das ist absolut nicht gemeint. Es wird zwar keineswegs ein realistischnatürliches Sprechen angestrebt. lm Gegenteil, der Unterschied zwischen gewöhnlichem und einem Sprechen, das in einer musikalischen Form mitwirkt, soll deutlich werden. Aber es darf auch nie an Gesaug erinnern". Ik beweer, dat, zelfs bij een schrijfwijze voor spreekstem," vél eenvoudiger dan die van Schönberg in den Pierrot Lunaire", niemand aan de hier gestelde eischen kan voldoen. En zie nu Schönberg's partituur hierop eens na ! Het onmogelijkste van het onmo gelijke ! Erika von Wagner heeft het dan ook voortdurend op een accoordje gegooid met de spreekstem-noteering en de daarop be trekking hebbende voorschriften. En Schön berg heeft dat oogluikend toegelaten. De dooi den componist voorgeschreven dwaasheden heeft de voordraagster zoo goed mogelijk benaderd al was zoo nu en dan de afwijking van de ligging," het algetneene honger" en lager" nog al kras ! , en op zijn aanvuring ter repetitie heeft ze aangedikt, wat ze aan dikken kon. Dat ik daar van dwaasheden" sprak, daartoe ontleen ik het recht aan de aandachtige lezing der Duitsche bewerking van Giraud's gedichten, welker waarde ik hier overigens geheel buiten bespreking wensen te laten. Giraud's melodieën zijn heel andere dan die van Schönberg, en wie zijn gezond verstand laat werken, zal onmiddel lijk toegeven, dat op dit punt: de gang van het gesproken dichterwoord, de wil en de beschik king van den dichter allesuverheerschend zijn. Mij, en velen met mij, heeft Erika von Wagner's onder Schönberg's dwang tot stand ge komen voordrachtswijze buitengewoon ge hinderd. Een griezelig koesteren van het perverse was erin, dat anderen wellicht niet als zoodanig hebben gevoeld, dat voor anderen misschien slechts de beteekenis heeft gehad van iets gedurfd-moderns, dat zij als moderne" mcnschen wel apprecieert:n. Ik vermoed zelfs, dat sommigen zich door al EEN ZEGETOCHT DOOR F. DE SINCLAIR (Teekeningen voor de Amsterdammer" Is. van Mens) van Zie je ertegenop?" vroeg mevrouwMalders. Nee....," antwoordde haar echtgenoot op een toon, die weinig overtuigend klonk. Maar dat kon ook door de omstandigheden komen, want meneer Malders vocht juist voor den spiegel boven de waschtafel met zijn nieuwe das; de knoop wou maar niet goed vajlen. Zoo ?" vroeg hij eindelijk, zich omwendend. Ze knikte. Ja,.... heel netjes.... ik heb je schoone manchetten ook klaargezet...." Goed.... goed.... dankje, kind, maar ik zal nu liever eerst ontbijten.... zoo in m'n hemdsmouwen, want met mijn gekleede jas ik mocht per ongeluk eens morsen.." Ja.... e.... maar die das staat sjiek hoor... .?!" en mevrouw knikte op een wijze, waaruit duidelijk haar vermoeden sprak, dat dit sierlijke kleedingstuk zeker zijn effect niet zou missen op de heeren van den Raad van Beroep. Wie zitten daar nu ook in?" vroeg ze even later, toen ze beneden saam ontbeten, hetgeen in dit geval wilde zeggen, dat meneer ontbeet terwijl mevrouw sneed, smeerde, en inschonk. Nou...." antwoordde hij wat afgetrokken in eenige papieren kijkend .... hm.... dinges ....wat zei je?.... O, wie daarin zitten? het op de spits gedrevene in de zegging" degedichten zóhebben laten inpalmen, dat ze op de muziek nauwelijks hebben gelet. Ik zie het geval zó: in de eerste plaats het ter medewerking- geroepen dichterwoord en verder de manier, waarop dat rnet alle bizarrer rie krachtig op "den voorgrond gebracht is, hebben de hoorders, die voor zich reeds afge rekend hadden met den laatsten Schönberg en nu plotseling neiging kregen, voor dit werk wél iets te voelen, geheel over 't hoofd doen zien, dat de Pierrot Lunaire" aan mu ziek naast, of beter nog: achter of onder het onmogelijke spreekstem-arrangemeiit in wezen niets anders geeft, dan wat we reeds o.in. in de Fünf Orcliesterstücke" (Op. 10) hadden loeren kennen. Wie de partituur van den Pierrot Lunaire" inziet, bemerkt onmiddel lijk, dat hem muzikaal niets anders te wach ten staat dan de onmu/.iek" naar het bekenue recept, Schönbeig's georganiseerde cacophonie. Een streven naai kleur", dat practisch slechts uitloopt op een verbijsteiende nkleungheid; een rliythnusch raffinement, dat in de piactijk geen anderen induik kan maken dan dien van een warwinkel, het alge heel breken met het tonale aclu ik nauwelijks de moeite waard ter sprake te brengen. Bepaald koddig is in dit werk Schönbcig's coquetteeren met vormen als de passacaglia" en alle mogelijke imitaties," iot spiegelcanon" en dubbelen canon in kietH-vonn" toe ! Geen sterveling hoort er nautuuijk wat van, en bovendien: was niet juist hel essentiéeie in deze conti apunüsten-kunsi.jcs, dal de in spitsvondigheid geconcipieerde siemmen ten slotte toch een goeü-kimkend weefsel ople velden V iedere pagina der partituur getuigt van een geduld, een betere '/.aak waardig. Alles is niet pijnlijke zoigvuluiglieid beteekonü; al wat de poiyiliytnmiek zoo gccomplieeeia mogelijk kan helpen maken, wordt te hulp geioepen; ue mogelijkheid, dat liiei of daai een samenkiinken zou gaan gelijken op een. normale haimonie, woidt met vaste hand buitengesloten gehouden. Het resultaat is echter geen ander, dan dat tal van wclveizorgde dcU'.ils op verschillend geii.ed bij de uitvoering scluiil-gaan. Waarscutjnüik heeit de componist uat zoo gewild ; -hij wil ue dingen altijd anders, dan een gewoon ineiisch veimoedt, dat hij ze zal willen. Hij ontziet zich b.v. ook niet, hier u f daar ten toon voor pic colo te schrijven, die in het vooigeschieven pianissimo niet aanspreekt; liieiop attent gemaakt, zal hij misschien wel antwoorden, uat de iuee hem meei waard is dan de toon zelf. Wat de instrumentatie aangaat, Berlioz en anderen hebben er met klein op aange drongen, vooi de velschillende instrumenten PERSONEEL EN ARBEIDERS CONTROLE KLOKKEN F l prospect/ op aanvrage SPILLNER Vijzelstraat. ^83. Adam inituiiiliiiiiuiiiiiiiiiiiiiiitnuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiuiiiiiiitiiiiiiiiiiiiifuiiiiiiiiiiiiiiiiitiiinniintiiiiniinniiinniiitnuiiiiiiiitiininininiiiini Wel....e.... voorzitter, dat is Mr. Hocdekooper, een rechter, geloof ik en secretaris, dat is Mr. de Leeuw van Holten, een bekende advocaat, nou en dan Mr. Baron van Genderen tot Sonneflier, het lid van de Staten, een erge knappe jurist moet dat zijn n. ... 's kijken en Jhr. Mr. Grevenduin, de Directeur van de Wilhelmusbank en ik geloof ook nog, Mr. Marenius". Tjonge, tjonge dus allemaal advo caten," zei mevrouw Malders met ontzag. Natuurlijk.... allemaal rechtsgeleerden, knappe koppen hé. Die beslissen ook, zooals je dat noemt, in hoogste distantie. Dus je begrijpt die hebben mijn zaak allang tot in de fijnste puntjes bestudeerd !". Mevrouw wiegde haar vleezig hoofd. Je durft toch wat an, hoor!". Tja...." zei meneer, die van zijn tweede eitje de kop afsloeg recht is recht, hè? En ik weet, dat ik gelijk heb". Mevrouw knikte. Ze zuilen dat rekest van je...." Rekwest?" vroeg meneer snel opziende. Dat is geen rekwest.... Beroepschrift heet dat...." Ja hm.... daar is geen speld tusschen te krijgen Kijk.... es....ik wil met plezier belasting betalen maar...." en meneer tikte met zijn ontbijtmesje imponeerend op de tafel er moet rechtvaardigheid zijn ik duld geen wille keur. Het gaat niet om de knikkers, maar...." Een hap in zijn boterham besloot deze zin. Wat zei Houtman ook van je rekest?" vroeg Mevrouw glimlachend. Beroepschrift...." verbeterde meneer met een vollen mond. Nou ja.... roepschrift dan?" hernam mevrouw. Meneer Malders glimlachte met onmis kenbare zelfvoldoening, veegde zorgvuldig zijn mond af. Puntig als een naald en glad als een paling" citeerde hij dan, Nou...! en Houtman, als gemeente-ontvanger, die heeft een verduiveld scherpe en goeie kijk op die soort dingen. Maarik moet het nu mondelings nog toelichten zie je". Voor al die geleerden?" Natuurlijk". Tsss. ..." deed Mevrouw en dan uit haar bewondei'ingssfeer vallend: Nog thee?" Asjeblieft," antwoordde hij en dan lachend en gevleid. Kijk es. ..." en hij toonde eenige vellen formaatpapier, die hij geheel had vol gekrabbeld met een nadere "toelichting op zijn beroepschrift. O...." sprak ze, begrijpend daar heb jij gisterenavond nog zoo laat...." Hij' lachte. Precies half drie stapte ik in bed". Ineens stond hij haastig op, dronk staande zijn kopje thee half leeg. Help me even in mijn jas.... ik geloof dat het tijd wordt". Even later stapte hij naar het station; een groote flambard op zijn dikke, al grijzende haren; de gekleede jas met zijden revers bolde wat op de rechterborst door de dikte van het dossier, dat in zijn binnenzak was opgeHet gaat niet om de knikkers". borgen; de glanzend witte randen der ronde manchetten schoven langs zijn polsen; een paraplu met zilveren knop voltooide zijn deftige uitrusting. In den trein trof hij Kerkhof. Zoo.... Malders.... ook op reis?" Malders knikte. Moge. . . . ja, ik moet even naar stad" en dan onverschillig als terloops voor den Raad van Beroep verschijnen". Psssst ! deed Kerkhof, die eigenlijk niet wist wat dat voor een college was. Ja. . . ."vervolgde Malders, een belastingzaakje.... verschil niet den inspecteur over de huurwaarde van mijn huis; 'n kleinigheid .... maar 't beginsel, begrijp je?" Kerkhof knikte. O.... en dat mot de Raad van Arbeid nou uitvechten.... die kwestie?". Nee, nee, nee...." viel Malders haastig in de .Raad van Beroep, dat is heel wat anders .... allemaal rechtsgeleerden, advo caten, begrijp je.... die besludeeren zoo'n geval.... meesters in de rechten, hé.... dus je snapt wel, die wikken en wegen en bekijken zoo'n zaak van alle kanten.... en halen er al de wetten bij.... en jurisprotensies".. . . O juist.... persies...." sprak Kerkhof, wien het nu duidelijker werd. Non," vervolgde Malders, en non moet ik daar dan verschijnen om mijn zaak te verdedigen...." ,,Bliksems. ... !" zei Kerkhof met ontzag. Malders glimlachte, floot wat blazend een stuk van een wijsje en haalde de papieren uit den binnenzak van zijn gekleede jas. Mot je eens zien...." en hij toonde de volgeschreven vellen formaatpapier hier . . . .?ditte . . . .en ditte .... dat's alle-maal mijn verdediging.... hi hi In ...." en dan, genietend van Kerkhof's p.-'ffe bewonde ring, terwijl hij de papperassen weer wegstak: Ik heb het Houtman es laten lezen ,mijn beroepschrift zie je en deze toelichting en weet je, wat die zei ?" Kerkhof wist het niet, maar scheen er wel nieuwsgierig naar te zijn. Scherp als 'n paling en glad als.... nee, wacht es. ... o, ja.. . . puntig als een naald ....?en glad als een paling !...." Als 'n paling?" vroeg Kerkhof, niet goed begrijpend. Ja.... een paling," herhaalde Malders die kun je niet pakken .... glipt uit je hand" O. . . . op die manier. ..." knikte Kerkhof nu begrijpend en dan niet overtuiging: Dat win je!" Malders floot weer. Zullen we afwachten. Je moet rekenen allemaal advocaten.... en d'r zijn rechters bij... en leclen van de Provinciale Staten .... dat zijn geen kwajongens.... Mr. Baron van Genderen tot Sonnefiier. . . . en Mr. de Leeuw van Holten...." Ojee. . . . Ojee.. . 't zon niks voor mij zijn," bekende Kerkhof met een soort griezel. 't Gaat om het recht," zei Malders niet een handgebaar, niet om de knikkers....'" Nee, nee.... om 't recht van 't spul," vulde Kerkhof nu vlugger begrijpend aan. REMBRANDT, HOOFD VAN CHRISTUS In de particuliere verzameling-Hlava in Praag is een nieuv.c Remi/randt ontdekt, waarvan wij hierboven een reproductie geven. iiiMiiimimiiiiiiiuiitiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMiMiliiiiiiiiiiimuiliiiiMMiiiiii imm alleen datgene te schiijven, dat er goed op den, dat klinkt,?alleen dat, wat sfiookt met de na t n u r van liet instrument; Schönberg daarentegen schept er juist behagen in, den instrumenten geweld aan te doen; en clan noemen hij en de zijnen dat: klankmogeiijkheden blootleggen, eigenschappen der instrumenten aan 't lieht brengen, waarvan tot dusver niemand heeft durven droonien.... De wellevendlieid doet het zeer gewenscht voorkomen, aan te nemen, dat Schönberg in heel dit gedoe te goeder trouw is. vVat het de wellevendlieid daarbij eig lastig maakt, is de ovetweging, dat hij nog altijd blijft voelen voor uitvoeringen zijner vioegsle, \an in zijn oog hopeloos veiouueide principes uitgaande werken, en volstrekt niet bij wijze van curiosa. Hoe het zij, - gemis aan 't noodige psychi sche evenwicht, mei koppigheid vasthouden aan een eenmaal opgesteld aitistiek beginsel, of een onbedwingbare zucht, om de menschen beet te nemen -- waarmee wij ook in 't geval van Schönberg te doen mogen hebben, liet lijkt wel zéci niiodig, hem en zijn aanhangeis bij iedere voe;k< mende gelegenheid te beduiwij van uit soort ultra-moderne kunst" , die inmiddels al tien jaar oud is geworden ! -- niet gediend zijn. En vooial ook zullen wij niet veizuimen, er tegen te blijven protesteeren, dat de Scliönbeigianen hun man, waar ze maar kunnen, in n adem noemen me; den in Amsterdainsehe muzikale kringen zoo zér vereerden Mahlei. Mnliler is van de natuur uhgegaan, en zelfs in zijn wildste fantasieën vond hij steeds den weg naar de natuur terug. Tei wijl het streven van een Schönbeig niet schroomt, de natuur op de brutaalste wijze aan te i;m;ien. . , . Bij deze eerste Pietiot Li\naiie"-u!t voeling te Amsterdam, die tevens eie i;iatste moge zijn, lieeti het velen zonder eenige n twijfel moeite gekost, liet hoofd koel te houden. Belangstel lenden in muziek zijn nu eenmaal gevoelsmenseiien althans in cvc-rgronu1 meel der heid ?, en wat hiei geschudde, werkte op menigeen initee;eiid tot in 't physiekc toe. Het ergste evenwel, dat er gebeurde, was, dat de eerste in de rij der viucii'.elingeii over de knieën zijner buren heenspiong. H. J. D i; N H i: K T o (i Nog voor de stad bereikt was, had Malders wel driemaal de oproeping om voor den Raad van Beroep te verschijnen uit zijn zak gehaald en doorgelezen. In het Belastinguebmm' Nieiin'straat 54 des vuur middags elf uur stond er. Kerkhof was al uitgestapt aan een tusschenstation en zoo wandelde Malders alleen de stad in met een licht branderig gevoel ergens in zijn maag of buik. Er liepen veel menschep, op straat, sommigen erg gejaagd; er waren ook heeren bij met keren portefeuilles onder hun arm, welke heeren, naar Malders meende, erg peinzend keken; hij zag ze allemaal aan voor leden van het Hooge College, waarvoor hij dadelijk moest verschijnen. Ze vervulden Malders met ontzag, hij' keek er wat schuw naar, aarzelde soms of hij niet zou groeten, maar het klaarder besef, dat ze hem toch niet kenden, gaf hem dan nog weer even een gevoel van veiligheid en rust. Hm. . . . als hij nu maar geen hartklopping kreeg als hij ervoor stond. De Inspecteur was ziek, dus die kon niet verschijnen om hem tegen te spreken. Dat was natuurlijk een winner.... maar de zenuwen.... als hij nu maar kalm bleef. . . . zich niet opwond .... hij zou even in een apteek kunnen loopen, iets vragen.... dat deden ze ook wel voor een examen.... boorznnr o l' nee.... iets van kali patenlkaii nee, dat was mest, of.... enfin, maar 't hielp.... Maar als hij dan -eens soezerig werd .... mogelijk dat 't nog beter was als hij een stevige borrel. . Verduiveld.... daar dacht hij waarachtig, dat hij zijn papieren verloren had.... t prikte d'r van in zijn hoofd .... 't zweel brak lic m uit.... gelukkig.... ze zaten er nog. l lij duwde tegen zijn borst, voelde papieren, die kraakten. Ineens bij een hoek zag hij ,,\'ienu:.-itrutil" staan op een blauw straatnaambordje. Zijn hart i>onsde , . . .dus daar in die s l ra a, t . . .... het huis op den hoek was t'>4. ..." Ken oogenblik later stond hij vuur een groot kantoorgebouw met houten borden legen den muur, waarop van allerlei stond over Hyimtlieken en Kadaster en Accijn:t'ii en Registratie. Daar was het. Hij keek op zijn horloge; nog twintig mi nuten had hij. Wat aarzelend duwde hij de deur open, trad in een vestibule, keek wat hulpeloos rond. Uit een glazen kantoortje kwam een portier of bode. Meneer. ... u zoekt?" l lm. . .. de Raad van Beroep," antwoord de Malders. O., is u opgeroepen? Tja.... maar dat is pas om e l'l' uur. De heeren zijn er nog niet". Malders knikte. Ja.... ik ben wat vroeg...." Hij draaide op zijn hakken. Maar wil u in de wachtkamer?" vroeg de bode. Ja wel graag. ..." Volgt u me dan maar" en de man ging hem voor door een zijgang, opende een deur. Even later zat Malders op een paai'dehaaren stoel in een klein en wat muffig ruikend ver trekje. Aanvankelijk wat onwennig rnet zijn flambard in zijn hand, zijn paraplu over zijn knieëen en de panden van zijn gekleede jas tegen het kreuken naar voren geslagen en in twee slippen afhangend tusschen zijn beeneii, zood'at van achter de gesp van zijn broek tusschen de leuningstijlen vanden stoel zichtbaar was, bedacht hij, na eenige oogenblikken, dat hij dezen tijd wei kon benutten om zijn verdediging nog eens door te lezen. De deur stond op een kier, telkens liepen er menschen langs. . . . ook heeren, die praatten en lachten.... allemaal weer leden van den Raad.... dozijnen schenen er te zijn.... En telkens gingen dan Malders blikken schuw door die kier en slikte hij zenuwachtig een krop weg, die wat bonzend zwol in zijn keel. De Raad van Beroep hield zitting in de groote za.al van het gebouw, een statig vertrek, vol stemmig-matgroene tinten. in het midelen hing van de houten zoldering een groote koperen kaarsenkroon; de tafel bedekt met een glanzend groen kleed, om ringd door urmstoelen voor de heeren leden en eenvoudiger zetels voor de comparanten, stond voor den monumentalen haard, waar boven het geschilderde portret van Z.M. Willem III, in breed gouden lijst, het, wat men noemt, heerlijk deed. Op het kleed stonden een viertal fraaie inkt kokers van cuivre-roli benevens een tafelHij stapte naar liet station.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl