Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23 Dec. '22. No. 2374
KERSTMIS
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jordaao
Minister de Visser: De Hemel behoede U, lieve kleinen
vroolijk Kerstfeest !"
en schenke U een
IIIMIIIIMHMIIIMIMIII
kent nog niet, dat die'genereuse Britsche stroo
ming, waarop de Duitsche regeering herhaal
delijk heeft meenen te mogen rekenen teneinde
zich uit het gedrang te wringen, nu de rich
ting zou gaan aangeven. De geest van Man
chester Guardian en Westminister Gazette,
waarop men in het buitenland zoo gaarne
bouwt, is minder toonaangevend dan weleer.
Maar wanneer men aanneemt dat ook het
,,<ory-gezonde-verstand" van aanmerkelijk nut
kan zijn, dan is er in zooverre reeds grond tot
optimisme.
In de tendenties der 'Fransche regeering is
klaarheid gekomen. Over de stevigheid van
Poincaré's positie valt nog niet veel te zeggen,
omdat in het algemeen over wat een parle
ment als het Fransche te eeniger tijd zal doen
of laten, niets te voorspellen valt. Over
eenige weken, wanneer de President van
den Ministerraad de besprekingen met zijn
geallieerden teneinde zal hebben gevoerd en
wanneer de binnenlandsche politiek weer
hoogtij vieren kan, is allerlei mogelijk. Poin
caré's toekomst hangt stellig voor een groot deel
van de resultaten der naderende vergoedings
besprekingen af. Maar vermoedelijk neemt
men toch in Frankrijk aan, dat men geen
bekwamer gids zou kunnen vinden dan hij.
Tardieu, de gestadige opponent en tegenpartij,
heefi zich zeif in de laatste dagen niet aanbe
velenswaardiger gemaakt. En een belangrijke
kentering is, dat de verantwoordelijke
Fransche kringen thans vrijwel uitdrukkelijk
van alle militaire avonturen of militaire gestes
tegenover Duitschland schijnen te hebben af
gezien. Men erkent, dat zij geen cent in het
laadje zouden brengen, integendeel veel kos
ten en den toestano slechts verergeren konden;
en het Fransche volk gaat 1923 in zonder veel
droombeelden van militaire promenades.
Des te duidelijker evenwel zijn te Londen
de ideè'en van zakelijke controle en zakelijke
waarborgen ten aanzien van de Duitsche finan
ciën voor den dag gekomen. Wat herstel van
HOMOEOPATHIE
III. (SM).
Het simiüa similibus der homoeopathen is
een geloof. Als een leek tegen U zegt ik ben
homoeopaath" geef ikden raad hem te vragen:
Wat beteekent dat eigenlijk?" Het ware nut
tig en amusant, indien een onzer periodieken
eens deze vraag tot haar homoeopathische
lezers richtteen de antwoorden publiceerde.
Omtrent het similia similibus nog n
opmerking. Een van de steunpilaren dezer
leer is de chininebehandeling der malaria.
In Hahneniann's tijd wist men reeds, dat
malaria door chinine genezen kan worden en
het schijnt,dat de omstandigheid datdechinine
bij gezonden koorts te weeg zou brengen
Hahnemann op het idee van similia similibus
gebracht heeft. Het merkwaardige is, dat
chinine bij gezonden geen koorts teweeg
brengt. Ieder leek kan zich hiervan gemak
kelijk overtuigen. Hij koope een thermometer
en een halve gram chinine, eete de chinine op
en meete zijn lichaamstemperatuur daarvoor
en daarna.
Het komt een enkele maal voor, als uit
zondering, dat chinine ook in kleine dosen
hevige symptomen en daaronder eventueel
temperatüursverhooging te weeg brengt, dat
is dus een z.g. overgevoeligheidsreactie of
idiosyncrasie, die reeds meermalen ter sprake
is gebracht. Maar deze reactie gelijkt ten
eerste niets op malaria en is ten tweede een
groote uitzondering. Het eerste symptoom,
dat men waarneemt als men een gezonde
chinine geeft in groote dosen (van de kleine
bemerkt men in 't geheel niets), is oorsuizen,
dan doofheid en onwelzijn en bij zeer groote
dosen'gezichtsstoornissen, eventueel blindheid,
maar*niets dat op malaria lijkt.... Wie het
probeeren wil, neme een halve gram, maar de
proef is eigenlijk overbodig. Gedurende den
mobilisatietijd is op de ziekenrapporten aan
de militairen chinine gegeven.... Natuurlijk
niet zooveel als aspirine, maar toch vele kilo's.
Niemand zal ontkennen, dat minstens 80 pCt
van deze heeren volkomen gezond waren,
maar die chinine, die gegeven werd omdat
aspirine eens opraakt, heeft voor zoover ik
weet nooit een malaria-aanval veroorzaakt of
maar iets wat er op geleek. En zoo heeft de
wereldoorlog aan de homoeopathische leer
een gevoeligen slag toegebracht. Want ook
met aspirine is een massa-experiment verricht.
Ongetwijfeld helpt aspirine tegen hoofdpijn.
Tienduizenden gezonden hebben honderden
kilogrammen aspirine geslikt. De eenige die er
hoofdpijn van kreeg was de arts, die er bij
stond en zich aan dat bedrijf ergerde.
Het tweede principe van Hahneniann's
geneesmiddelieer is dat der kleine dosen.
De leeken, die homoeopaath zijn, weten bijna
geen van allen wat dat principe inhoudt en
de homoeopathische artsen weten het wel,
maar velen zwijgen er liever over. Ik heb mij
in de discussie na een lezing, die te Utrecht
voor medische studenten door een
homoeopathisch geneesheer aldaar werd gehouden en
waarin het hoofdprincipe, de doseering, met
geen woord genoemd was, veroorloofd ei
naar te vragen. Ja, werd geantwoord, dat is
een heel moeilijke zaak, daar zijn we het
lang niet allen over eens. Ook in de brochure
van Dr. v. d. Harst mis ik een klare uiteen
zetting van zijn standpunt.
Ik zal thans weer zoo onbescheiden moeten
zijn deze zaak aan de orde te brengen.
Velen meenen, dat het verschil tusschen
homoeopathen en niet-homoeopathen is,
dat de eersten weinig geven (kleine korreltjes)
en de laatsten veel (groote poeders). Dit is ook
zoo, maar zooals ik nu zal uiteenzetten, het
essentieele verschil ligt geheel ergens anders.
Bij de bereiding der verschillende verdun
ningen der homoeopathische geneesmiddelen,
worden van het oorspronkelijke alcoholhou
dende extract of van het oorspronkelijke
poedervormige geneesmiddel telkens verdun
ningen 1:10 of 1:100 gemaakt door toevoe
ging van water of door vermenging met
melksuiker. Wordt een extract l op 1000
verdund, dan is dat 1:10:| of de derde deci
male potentie of D3. Verdunt men l: eert
millioen dan is het D 6 en zoo zal steeds het
cijfer naast de D aangeven hoeveel nullen
men achter het cijfer l moet zetten om de ver
dunning aan te geven. Wordt telkens 100 maal
inplaats van 10 maal verdund, dan schrijft
men C 2, C 3 enz. Het is duidelijk dat dus C 20
= D 40. althans uit wiskunsfig oogpunt be
schouwd.
Tot dusverre is daaraan niet veel bijzonders,
de homoeopathen geven veelal zeer kleine
dosen en daarvoor is de aangegeven schrijf
wijze doelmatig. De homoeopathie werkt met
dosen veel kleiner dan die welke de
niet-homoeopathen gebruiken en wie meent, dat die zeer
kleine hoeveelheden, die bij D 10 of D 12 aan
een patiënt ingegeven worden, vermoedelijk
niets kunnen uitwerken, wordt onmiddellijk
schaakmat gezet met de opmerking, dat toch
de moderne chemie en physica ons geleerd
hebben, dat zeer kleine hoeveelheden van een
stof van sterke werking kunnen zijn en wij
hooren van katalysatoren, die chemische reac
ties kunnen versnellen, wij vernemen hoe een
enkel kristalletje van een zout, wanneer het
in een oververzadigde oplossing valt. plot
seling veroorzaakt, dat een geheele massa zout
VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS
het economische leven, stabiliseer ing van de
marken verbeter ing der toestanden i n Duitsch
land betreft, in dit opzicht ziet het eind van
l 922 er zeker nog allesbehalve rooskleurig uit.
Maar er ligt toch ook reeds een groot voordeel
in, dat de toestand thans duidelijker is erkend
geworden, dan het geval was. De vrij onbe
holpen en niet afdoende plannen, welke de
Duitsche regeering op het laatste oogenblik
improviseerend naar voren bracht, zijn te
Londen definitief ter zijde gezet en ongeschikt
verklaard. Zij zijn grootendeels de arbeid van
tegen elkander intrekkende groepen en poli
tieke leiders, die tot deugddijken
opbouwenden arbeid buiten staat zijn, en als onbeholpen
heelmeesters het lijden van het Duitsche volk
eerder veilengen. Zakelijke, weldoorziende
adviezen als dat van Vissering en Dubois, die
op ingrijpende maatregelen tot herstel der
Duitsche volkshuishouaing aandringen, heb
ben in geallieerde kringen, en ook aan de
andere zijde van den Atlaiitischen oceaan,
belangrijk aan aanzien gewonnen. Bezuini
ging, bestuursreorganisatie, economische her
vorming, dit zullen de punten zijn waarover
't op d.e besprekingen te Parijs zal gaan. Nog
zal daarover veel verschil van meening be
staan. De angelsaksische geest huivert van de
verantwoordelijkheid, welke inmenging van
buitenaf medebrengt. Het is de vraag, of
over de te kiezen wogen spoedig overeenstem
ming bereikt worden zaï. Maar toch is het
alweer reeds een gewichtig ding, dat in dit
opzicht gemeenschappelijk een uitgangspunt
ingenomen is.
Sneller schijnen ook de zaken zich te ont
wikkelen wat ue houding van Amerika betreft.
Men moet zich in dit opzicht voor overmatige
verwachtingen hoeden. DJ gulle
leeningsaanbiedingen, weike uu bankiers herten te doen,
zullen wel droombeelden zijn. Van eene leening
zonder ingrijpende controle en waarborgen is
op 't oogenblik geen sprake meer. Maar toch is
duidelijk, dat ue gemoederen te Washington
en New-York volop in beweging zijn. Het beeld
dat Europa, dat vooral Miüden-Europa geeft,
heeft ze thans opgeschrikt. De regeering op
Witte Huis en Capitool zit nog met gebonden
handen. Zoo er medewerking komt, zal die
't karakter meer van particuliere kapitalisten
medewerking dragen.
Mr. Harvey, de gezant te Londen, die naar
Washington ontboden is ter raadpleging, is
geen zeer plooibare broeder. Door zijn geheele
UTEN1UIE J FOLMEI
SPBC IALITE IT:
Verhuizingen onder Garantie
Bergplaatsen voor Inboedel*
mmiiiiiiiiiimii
uitkristalliseert enz. Dit is alles heel waar, en
zuiver theoretisch gedacht moet men de
mogelijkheid aannemen, dat ook in het
menschelijk lichaam hoeveelheden van een
geneesmid'del 1ÜO milliard maal kleiner (en
dan nog veel kleiner, want de 1000 milliardste
verdunning is eerst D 9) dan de gebruikelijke
hoeveelheden, een werking kunnen uitoefenen.
Persoonlijk geloof ik, dat bij deze verdunnin
gen de grens van wat nog werkzaam is, is
overschreden, maar theoretisch moet men
erkennen, dat het mogelijk is, dat een
stof werkt bij de verdunning D 9. Als dat
mogelijk is, dan moet men ook erkennen, dat
D 10 kan werken en dan eigenlijk ook D 11.
Waar is de grens?
De grens ligt daar, waar ongeveer D 24
bereikt wordt; dan wordt het kwestieus
of in een homoeopathische pil ook nog maar
een enkel molecuul van het te gebruiken ge
neesmiddel aanwezig is. Een molecuul is de
kleinste hoeveelheid vaneen stof, die nog de
eigenschappen van die stof heeft. Welnu,
Hahnemann kon het toentertijd niet weten,
maar wij weten het thans wel, dat het onzeker
wordt of zwavel in de verdunning D 24 nog
zwavel bevat. D 24 is echter nog lang niet de
grens waartoe de homoeopathie gaat. Men kan
b.v. voorschrijven D 30. De leeken, die
gelooven aan homoeopathie en voorreden schrijven
voor artikelen van homoeopathische
geneesheeren.doen wel zich ervan te vergewissen,
dathetnoodig is om 100 a 500 kubieke meter
vaneenhomoeopathischen drankjD 30 te drin
ken om althans de kans te hebben l molecuul
van het geneesmiddel naar binnen te krijgen.
En dan moet dat molecuul nog in K.G.
mensen de plaat s vinden waar hèt werken moe t.
Maar hiermee is de zaak nog niet afgedaan,
dit was slechts de 30ste decimale verdunning.
De homoeopathen gaan zelfs tot de 30ste
centisimale verdunning en hooger ! Hoeveel
kans er dan nog bestaat een molecuul te van
gen, gaat buiten mijn berekeningsvermogen.
Ik vermoed, dat men ongeveer een oceaan zou
moeten verzwelgen.
De /.aak heeft echter nog een andere zijde.
Tal van geneesmiddel!, die de homoeopathie
voorschrijft: zwavel, keukenzout, arsenic,
snblimaat,ijzer en andere metaalzouten, verder
caliuni, magnesium enz. enz. komen in kleine
hoeveelheden in elk huis voor. Stof van elke
kamer bevat daarvan enkele duizendste of
honderdduizendste deden van milligrammen,
d.w.z. dat elke hap brood, elke ungeschilde
appel, dien wij eten, elk glas melk en elk glas
water een groot aantal wellicht honderd of
meer?geneesmiddelen bc vat i n de verdunning
D 8 a D 10. In een drogisterij of een apotheek
zweeft natuurlijk in de lucht nog veel meer in
lagere verdunningen.
Hoe moet men zich het nut van een dosis
arseen of zwavel D 12 voorstellen, als men met
eiken hap, dien men doet, al datzelfde, of 1000
carrière en door zijne persoonlijkheid is hij
geneigd tot een halstarrige en venijnige
houding. Zoo heeft hij zich tot dusverre tegen
over Europa betoond, en 't is de vraag hoe hij
nu zijnen President raden zal. Maar in elk ge
val is 't opleven van de Amerikaansche be
langstelling, de beëindiging van het coquette
isolement, alweer 'n geluk.
En eindelijk: Lausanne. De regeling van de
kwestie's in 't Nabije Oosten aanstaande ! Die
eindelooze bron van verwikkelingen,
voorloopig althans, in beddingen geleid. Een begin
van rust geschapen. En, naar 't zich laat aan
zien, een op verstandig evenwicht gebouwde
rust.
Bovendien, wat zeer opmerkelijk is, schijnt
de toovermacht van den Sovjetgeest, die te
Genua en Den Haag op onbegrijpelijke wijze
was omhoog gegaan en over Europa een vleug
van verwarring en verontrusting scheen te
brengen, binnen de perken teruggevoerd.
Titscnerin heett te Lausanne zijn suggestieven
invloed zien tanen. Konstantmopel ontglipt
aan het Slavische mysticisme. Ishmet Pascha
heeft zich westwaarts gekeerd, en zijn aan
sluiting bij de westersche mogendheden ge
zocht.
De conferentie te Moskou met de randstaten
is mislukt, en hieruit zal misschien wel eenige
zenuwachtigheid in Polen, Letland,Esthonie en
Finland overblijven, maar tevens is de
tooversfeer van het mystieke revolutionairisme ver
kleind.
Dit alles moet zich ook doen gevoelen in die
gebieden waar deze sombere en destructieve
mystiek nog veel vat heeft: in Litthauen en
in sommige Duitsche kringen.
Redenen genoeg om te zeggen dat het Oude
jaar zaden van betere toekomst draagt.
B R A N D A R i s
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIQIIIIIII
E. S. OROBIO DE CASTRO f
Dit bijschrift bij het portret zal zich ik
moet het erkennen niet onderscheiden
door veelzijdigheid. Ware het niet dat ik,
nu jaren geleden, Orobio ook als hoffelijk,
hulpvaardig en gastvrij heb leeren kennen,
dan zou mijn onveelzijdigheid zelfs de grens
van het volledig eenzijdige overschrijden.
Want in mijn herinnering leeft hij hoofd
zakelijk voort als man van de
assurantiepraktijk en het assurantie-recht.
Dat hij in de praktijk van zijn vak een eer
volle, een eerste positie heeft ingenomen,
weet ieder die in Amsterdam de beurs be
zoekt. Hoe hoog zijn aanzien in dit opzicht
was, bleek uit de huldiging, die hem gewerd,
toen hij in volle kracht den dag beleefde,
waarop de H.O.-wet verval van krachten vast
stelt.
Mijn huldiging in deze korte herinnering
aan Orobio de Castro geldt echter den man,
die naast liefde voor de praktijk van zijn
be, roep, groote belangstelling voor de wetenschap
daarvan had. Mijn huldiging gaat uit naai
den koopman van voortreffelijken
wetenschappelijken aanleg en geneigdheid, wien
de dagelijksche en groote zorgen van een
belangrijk assurantie-kantoor niet afhielden
van de theoretische studie van zijn vak, waai
de gelegenheid ertoe aanwezig was.
Alle gebruiken en vormen der verzekerings
praktijk waren voor Orobio zonder geheim;
de gevaren en de voordeden van alle polis
clausules kende hij als een schipper het veel
bevaren water. Op groote kennis van menschen
en toestanden in binnen- en buitenland bouwde
hij zijn besluiten aangaande het aanvaarden
van risico's op. In n woord, een man was hij,
waard om belangrijke
verzekerings-portefeuilles te beheeren, om leiding te geven aan het
werk van aanzienlijke maatschappijen.
Maar anders dan bij menig vakgenoot wordt
waargenomen, neigde Orobio's hart naar de
wetenschap van zijn beroep; naar het
asstirantit-recM. Kenschetsend in dit opzicht is de
getrouwheid, waarmede hij, toen ik voor vele
jaren te Amsterdam avond-voordrachten
hield over assurantie-recht, georganiseerd
door de Vereeniging voor Voortgezet
Handelsonderwijs, den geheelen cursus volgde zonder
n avond over te slaan,
Het was ook ongeveer in dien tijd, dat ik
uit anderen hoofde menige voor mij belangrijke
en leerzame gedachtenwisseling met Orobio
mocht hebben, waardoor ik de uitgebreidheid
van zijn kennis, de schranderheid en juistheid
van zijn inzicht, den zin voor uiteendenken
en samenvatten, heb Jeeren kennen en be
wonderen.
Eén ding heb ik vaak betreurd: dat Orobio
de pen niet heeft gehanteerd om den roem van
een Nederlandschen de Courcy na te streven.
Intusschen, ook zonder dat zal zijn naam in
de kringen van allen die, met name in de
hoofdstad, met de veelomvattende
verzekerings-praktijk in aanraking kwamen, nog
lang met respect en genegenheid genoem d
worden.
MR. J. G. L. N o L s T T R E N i T i;
Rotterdam, 20 December 1922.
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAVENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWIJK,
UDENHOUT, LOCHEMenBORCULO.
Agentschappen in Indië:
BATAVIA, SOERABAYA,
SEMARANG, BANDOENG, MEOAN en
WELTEVREDEN
liiiiiliiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiliiimiiimiilllll
maal meer of 100 maal minder binnen krijgt?
Deze. overwegingen zijn het die voor mij
al wil ik de eerste zijn om het nut van kleine
dosen voor bepaalde gevallen te erkennen,
de homoeopathische doseering absurd doet
schijnen.
Ik heb niet overdreven met de bewering,
dat de homoeopathie inderdaad de werking
van geneesmiddelen in de verdunning C 30
erkent. Het volgende citeer ik uit de biochure
van v.d. Harst.
,,,,Geloof mij", zegtjousset Pèrein een van
zijn werken, ,,uw plechtanker bij
intermittens (malaria) moet chinine zijn in een weeg
baredosis, maar geloof mij ook als ik u zeg,
dat in sommige en bepaalde gevallen arsenic
in de 30ste centisimale verdunning moet
woroen gegeven, wilt ge er het ware, wilt ge
er resultaat van zien".
Hoe kan een stof werken in een verdunning
zoo sterk, dat de stof geheel verdwenen is?
Volgens de opvatting van Hahnemann kan
dat wel. Hij toch neemt aan en hier betreed
ik het gebied waar vele homoeopathen liever
over zwijgen dat door de actie van het
verdunnen, de kracht, de potentie" in het
geneesmiddel komt. Wanneer dus strychnine
met de 10-vuudige hoeveelheid melksuiker
wordt aangewezen, dan is dat niet eenvoudig
een verdunnen van het strychnine, neen juist
door de actie van het wrijven, krijgt dat ge
neesmiddel een hoogen ,,Potenz" en als het
nog weer opnieuw verdund wordt en nog eens
en 110 geens, dan wordt het steeds sterker en
sterker. Dit is Hahneniann's opvatting, die zoo
dikwijls verdonkeremaand wordt. Ik zelf ge
loof niet aan deze opvatting, maar ze is mij
veel sympathieker dan die welke men moet
huldigen, indien men in het verdunnen niet
anders dan verdunnen ziel. Het tweede
hoofdprincipe der homoeopathie houdt dus in, dat
een geneesmiddel door de verdunningsactie
sterker wordt en het ware gewenscht, dat de
homoeopathe'i, indien zij toch hun geloofsbe
lijdenis op hun bord aan de deur schrijven, er
büvoegen of zij aan dit principe gelooven of
niet. Want zeker is dat van vitaal belang voor
den homoeopathischen patiënt, die zich aan
zijn zorgen toevertrouwt.
De huldiging van Hahneniann's ,,Pottnz"
principe brengt velerlei consequenties met
zich. Een dezer consequenties is, dat als tel
kens maar opnieuw verdund wordt, ook de
alcohol, die oorspronkelijk in het uitgaand
materiaal voorkomt, die geweldige versterking
ondergaat; ook elke andere stof, die in hoeveel
heden van eenige duizcndsten miligrammen af
tot een molecuul toe bij ongeluk i n den
maatcylindcr of in het mortier valt, ondergaat deze
verdunning. Het is absoluut zeker, dat een
homoeopatnisch geneesmiddel tusschen D 12
en C 30 niet alleen niet zuiver meer kan zijn,
maar minstens 100 andere stoffen in meer of
minder sterke ,,Potenz'' bevat.
Een andere consequentie van Hahneniann's
beginsel is nog, dat men natuurlijk bij het
vervaardigen van D 30, ook werkelijk
dertigmaal het geneesmiddel verdunnen moet en
eiken keer daarbij wrijven. Wanneer elke ver
dunning 10 minuten kost, duurt het bereiden
van l recept D 30 300 minuten of 5 uur.
Tevens is elke controle van den apotheker
onmogelijk. Er is geen sterveling ter wereld
die strychnine D20 kan onderscheiden van
Zwavel D 20 of die van welk geneesmiddel
ook D 20 van C 30 kan onderscheiden, hoewel
de verhouding in sterkte der laatste twee pre
paraten tot elkaar staat als de grootte van een
zandkorrel tot die der aarde.
Wat ik de homoeopathie verwijt, is, dat
ze alleen waarde hecht aan het similia
similibus-principe en al het andere verwaarloost.
De homoeopathie is armer dan de z.g.
officieele geneeskunst" omdat de laatste, behalve
van vele andere geneeswijzen, in voorkomende
gevallen ook van het similia similibus of
van het daaraan verwant zijnde aequalia
aequalibus kan gebruik maken. Tevens verwijt
ik aan dehomoeopathie, dat zij geneesmiddelen
gebruikt in zoodanige verdunning, dat elke
toevallige verontreiniging tientallen stoffen
invoert in veel sterkere concentratie, en tevens,
dat zij geneesmiddelen gebruikt zoo sterk
verdund, dat zij eenvoudig niet meer aan
wezig zijn. Aan de opvatting, dat door het ver
dunnen de kracht der potentie in het genees
middel komt, kan ik n.l. niet gelooven.
Aan de homoeopathen verwijt ik, dat zij door
zich als homoeopaath bij het publiek aan te
melden, afstand doen van het recht om
gebruik te maken van vele geneesmiddelen,
die onloochenbaar een goede, soms zelfs een
levensreddende werking hebben en die zeker
niets met similia similibus uitstaandehebben.
Aan hen verwijt ik tevens, dat ze f aan een
verdunningsprincipe gelooven, dat ik onzinnig
acht f niet er aan gelooven en dan slechts
halve hotnoeopathen zijn,zonder dat eveneens
op hun naambord te vermelden. Ten slotte
verwijt ik hun, dat ze aanleiding zijn geworden,
dat hel publiek, dat deze zaken niet kan
beoordeelen en voor een groot deel geen flauw
ideeervan heeft wat homoeopathie is,een keu
ze moet doen van de wijze waarop het zal
worden behandeld, zonder dat het in staat is
de verantwoording voor die keuze te dragen.
Wat de homoeopathen ons verwijten is: dat
we niet voldoende notitie nemen van hun
arbeid en dat we hun werk belachelijk maken.
Wat ze tevens willen is, zooals dat n in de
voorrede en in den tekst van de brochure van
v.d. Harst ook staat aangegeven, dat de re
geering er toe overgaat de onwillige officieele
geneeskunst" te dwingen door het instellen
van een leerstod voor homoeopathen. Deze
zaak zal ik in verband met een andere, die er
na mee verwant is, bij een andere gelegenheid
afzonderlijk ter sprake brengen.
S T o R M v A N LEEUWEN