De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 23 december pagina 2

23 december 1922 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Dec. '22. No. 2374 KERSTMIS Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jordaao Minister de Visser: De Hemel behoede U, lieve kleinen vroolijk Kerstfeest !" en schenke U een IIIMIIIIMHMIIIMIMIII kent nog niet, dat die'genereuse Britsche stroo ming, waarop de Duitsche regeering herhaal delijk heeft meenen te mogen rekenen teneinde zich uit het gedrang te wringen, nu de rich ting zou gaan aangeven. De geest van Man chester Guardian en Westminister Gazette, waarop men in het buitenland zoo gaarne bouwt, is minder toonaangevend dan weleer. Maar wanneer men aanneemt dat ook het ,,<ory-gezonde-verstand" van aanmerkelijk nut kan zijn, dan is er in zooverre reeds grond tot optimisme. In de tendenties der 'Fransche regeering is klaarheid gekomen. Over de stevigheid van Poincaré's positie valt nog niet veel te zeggen, omdat in het algemeen over wat een parle ment als het Fransche te eeniger tijd zal doen of laten, niets te voorspellen valt. Over eenige weken, wanneer de President van den Ministerraad de besprekingen met zijn geallieerden teneinde zal hebben gevoerd en wanneer de binnenlandsche politiek weer hoogtij vieren kan, is allerlei mogelijk. Poin caré's toekomst hangt stellig voor een groot deel van de resultaten der naderende vergoedings besprekingen af. Maar vermoedelijk neemt men toch in Frankrijk aan, dat men geen bekwamer gids zou kunnen vinden dan hij. Tardieu, de gestadige opponent en tegenpartij, heefi zich zeif in de laatste dagen niet aanbe velenswaardiger gemaakt. En een belangrijke kentering is, dat de verantwoordelijke Fransche kringen thans vrijwel uitdrukkelijk van alle militaire avonturen of militaire gestes tegenover Duitschland schijnen te hebben af gezien. Men erkent, dat zij geen cent in het laadje zouden brengen, integendeel veel kos ten en den toestano slechts verergeren konden; en het Fransche volk gaat 1923 in zonder veel droombeelden van militaire promenades. Des te duidelijker evenwel zijn te Londen de ideè'en van zakelijke controle en zakelijke waarborgen ten aanzien van de Duitsche finan ciën voor den dag gekomen. Wat herstel van HOMOEOPATHIE III. (SM). Het simiüa similibus der homoeopathen is een geloof. Als een leek tegen U zegt ik ben homoeopaath" geef ikden raad hem te vragen: Wat beteekent dat eigenlijk?" Het ware nut tig en amusant, indien een onzer periodieken eens deze vraag tot haar homoeopathische lezers richtteen de antwoorden publiceerde. Omtrent het similia similibus nog n opmerking. Een van de steunpilaren dezer leer is de chininebehandeling der malaria. In Hahneniann's tijd wist men reeds, dat malaria door chinine genezen kan worden en het schijnt,dat de omstandigheid datdechinine bij gezonden koorts te weeg zou brengen Hahnemann op het idee van similia similibus gebracht heeft. Het merkwaardige is, dat chinine bij gezonden geen koorts teweeg brengt. Ieder leek kan zich hiervan gemak kelijk overtuigen. Hij koope een thermometer en een halve gram chinine, eete de chinine op en meete zijn lichaamstemperatuur daarvoor en daarna. Het komt een enkele maal voor, als uit zondering, dat chinine ook in kleine dosen hevige symptomen en daaronder eventueel temperatüursverhooging te weeg brengt, dat is dus een z.g. overgevoeligheidsreactie of idiosyncrasie, die reeds meermalen ter sprake is gebracht. Maar deze reactie gelijkt ten eerste niets op malaria en is ten tweede een groote uitzondering. Het eerste symptoom, dat men waarneemt als men een gezonde chinine geeft in groote dosen (van de kleine bemerkt men in 't geheel niets), is oorsuizen, dan doofheid en onwelzijn en bij zeer groote dosen'gezichtsstoornissen, eventueel blindheid, maar*niets dat op malaria lijkt.... Wie het probeeren wil, neme een halve gram, maar de proef is eigenlijk overbodig. Gedurende den mobilisatietijd is op de ziekenrapporten aan de militairen chinine gegeven.... Natuurlijk niet zooveel als aspirine, maar toch vele kilo's. Niemand zal ontkennen, dat minstens 80 pCt van deze heeren volkomen gezond waren, maar die chinine, die gegeven werd omdat aspirine eens opraakt, heeft voor zoover ik weet nooit een malaria-aanval veroorzaakt of maar iets wat er op geleek. En zoo heeft de wereldoorlog aan de homoeopathische leer een gevoeligen slag toegebracht. Want ook met aspirine is een massa-experiment verricht. Ongetwijfeld helpt aspirine tegen hoofdpijn. Tienduizenden gezonden hebben honderden kilogrammen aspirine geslikt. De eenige die er hoofdpijn van kreeg was de arts, die er bij stond en zich aan dat bedrijf ergerde. Het tweede principe van Hahneniann's geneesmiddelieer is dat der kleine dosen. De leeken, die homoeopaath zijn, weten bijna geen van allen wat dat principe inhoudt en de homoeopathische artsen weten het wel, maar velen zwijgen er liever over. Ik heb mij in de discussie na een lezing, die te Utrecht voor medische studenten door een homoeopathisch geneesheer aldaar werd gehouden en waarin het hoofdprincipe, de doseering, met geen woord genoemd was, veroorloofd ei naar te vragen. Ja, werd geantwoord, dat is een heel moeilijke zaak, daar zijn we het lang niet allen over eens. Ook in de brochure van Dr. v. d. Harst mis ik een klare uiteen zetting van zijn standpunt. Ik zal thans weer zoo onbescheiden moeten zijn deze zaak aan de orde te brengen. Velen meenen, dat het verschil tusschen homoeopathen en niet-homoeopathen is, dat de eersten weinig geven (kleine korreltjes) en de laatsten veel (groote poeders). Dit is ook zoo, maar zooals ik nu zal uiteenzetten, het essentieele verschil ligt geheel ergens anders. Bij de bereiding der verschillende verdun ningen der homoeopathische geneesmiddelen, worden van het oorspronkelijke alcoholhou dende extract of van het oorspronkelijke poedervormige geneesmiddel telkens verdun ningen 1:10 of 1:100 gemaakt door toevoe ging van water of door vermenging met melksuiker. Wordt een extract l op 1000 verdund, dan is dat 1:10:| of de derde deci male potentie of D3. Verdunt men l: eert millioen dan is het D 6 en zoo zal steeds het cijfer naast de D aangeven hoeveel nullen men achter het cijfer l moet zetten om de ver dunning aan te geven. Wordt telkens 100 maal inplaats van 10 maal verdund, dan schrijft men C 2, C 3 enz. Het is duidelijk dat dus C 20 = D 40. althans uit wiskunsfig oogpunt be schouwd. Tot dusverre is daaraan niet veel bijzonders, de homoeopathen geven veelal zeer kleine dosen en daarvoor is de aangegeven schrijf wijze doelmatig. De homoeopathie werkt met dosen veel kleiner dan die welke de niet-homoeopathen gebruiken en wie meent, dat die zeer kleine hoeveelheden, die bij D 10 of D 12 aan een patiënt ingegeven worden, vermoedelijk niets kunnen uitwerken, wordt onmiddellijk schaakmat gezet met de opmerking, dat toch de moderne chemie en physica ons geleerd hebben, dat zeer kleine hoeveelheden van een stof van sterke werking kunnen zijn en wij hooren van katalysatoren, die chemische reac ties kunnen versnellen, wij vernemen hoe een enkel kristalletje van een zout, wanneer het in een oververzadigde oplossing valt. plot seling veroorzaakt, dat een geheele massa zout VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS het economische leven, stabiliseer ing van de marken verbeter ing der toestanden i n Duitsch land betreft, in dit opzicht ziet het eind van l 922 er zeker nog allesbehalve rooskleurig uit. Maar er ligt toch ook reeds een groot voordeel in, dat de toestand thans duidelijker is erkend geworden, dan het geval was. De vrij onbe holpen en niet afdoende plannen, welke de Duitsche regeering op het laatste oogenblik improviseerend naar voren bracht, zijn te Londen definitief ter zijde gezet en ongeschikt verklaard. Zij zijn grootendeels de arbeid van tegen elkander intrekkende groepen en poli tieke leiders, die tot deugddijken opbouwenden arbeid buiten staat zijn, en als onbeholpen heelmeesters het lijden van het Duitsche volk eerder veilengen. Zakelijke, weldoorziende adviezen als dat van Vissering en Dubois, die op ingrijpende maatregelen tot herstel der Duitsche volkshuishouaing aandringen, heb ben in geallieerde kringen, en ook aan de andere zijde van den Atlaiitischen oceaan, belangrijk aan aanzien gewonnen. Bezuini ging, bestuursreorganisatie, economische her vorming, dit zullen de punten zijn waarover 't op d.e besprekingen te Parijs zal gaan. Nog zal daarover veel verschil van meening be staan. De angelsaksische geest huivert van de verantwoordelijkheid, welke inmenging van buitenaf medebrengt. Het is de vraag, of over de te kiezen wogen spoedig overeenstem ming bereikt worden zaï. Maar toch is het alweer reeds een gewichtig ding, dat in dit opzicht gemeenschappelijk een uitgangspunt ingenomen is. Sneller schijnen ook de zaken zich te ont wikkelen wat ue houding van Amerika betreft. Men moet zich in dit opzicht voor overmatige verwachtingen hoeden. DJ gulle leeningsaanbiedingen, weike uu bankiers herten te doen, zullen wel droombeelden zijn. Van eene leening zonder ingrijpende controle en waarborgen is op 't oogenblik geen sprake meer. Maar toch is duidelijk, dat ue gemoederen te Washington en New-York volop in beweging zijn. Het beeld dat Europa, dat vooral Miüden-Europa geeft, heeft ze thans opgeschrikt. De regeering op Witte Huis en Capitool zit nog met gebonden handen. Zoo er medewerking komt, zal die 't karakter meer van particuliere kapitalisten medewerking dragen. Mr. Harvey, de gezant te Londen, die naar Washington ontboden is ter raadpleging, is geen zeer plooibare broeder. Door zijn geheele UTEN1UIE J FOLMEI SPBC IALITE IT: Verhuizingen onder Garantie Bergplaatsen voor Inboedel* mmiiiiiiiiiimii uitkristalliseert enz. Dit is alles heel waar, en zuiver theoretisch gedacht moet men de mogelijkheid aannemen, dat ook in het menschelijk lichaam hoeveelheden van een geneesmid'del 1ÜO milliard maal kleiner (en dan nog veel kleiner, want de 1000 milliardste verdunning is eerst D 9) dan de gebruikelijke hoeveelheden, een werking kunnen uitoefenen. Persoonlijk geloof ik, dat bij deze verdunnin gen de grens van wat nog werkzaam is, is overschreden, maar theoretisch moet men erkennen, dat het mogelijk is, dat een stof werkt bij de verdunning D 9. Als dat mogelijk is, dan moet men ook erkennen, dat D 10 kan werken en dan eigenlijk ook D 11. Waar is de grens? De grens ligt daar, waar ongeveer D 24 bereikt wordt; dan wordt het kwestieus of in een homoeopathische pil ook nog maar een enkel molecuul van het te gebruiken ge neesmiddel aanwezig is. Een molecuul is de kleinste hoeveelheid vaneen stof, die nog de eigenschappen van die stof heeft. Welnu, Hahnemann kon het toentertijd niet weten, maar wij weten het thans wel, dat het onzeker wordt of zwavel in de verdunning D 24 nog zwavel bevat. D 24 is echter nog lang niet de grens waartoe de homoeopathie gaat. Men kan b.v. voorschrijven D 30. De leeken, die gelooven aan homoeopathie en voorreden schrijven voor artikelen van homoeopathische geneesheeren.doen wel zich ervan te vergewissen, dathetnoodig is om 100 a 500 kubieke meter vaneenhomoeopathischen drankjD 30 te drin ken om althans de kans te hebben l molecuul van het geneesmiddel naar binnen te krijgen. En dan moet dat molecuul nog in K.G. mensen de plaat s vinden waar hèt werken moe t. Maar hiermee is de zaak nog niet afgedaan, dit was slechts de 30ste decimale verdunning. De homoeopathen gaan zelfs tot de 30ste centisimale verdunning en hooger ! Hoeveel kans er dan nog bestaat een molecuul te van gen, gaat buiten mijn berekeningsvermogen. Ik vermoed, dat men ongeveer een oceaan zou moeten verzwelgen. De /.aak heeft echter nog een andere zijde. Tal van geneesmiddel!, die de homoeopathie voorschrijft: zwavel, keukenzout, arsenic, snblimaat,ijzer en andere metaalzouten, verder caliuni, magnesium enz. enz. komen in kleine hoeveelheden in elk huis voor. Stof van elke kamer bevat daarvan enkele duizendste of honderdduizendste deden van milligrammen, d.w.z. dat elke hap brood, elke ungeschilde appel, dien wij eten, elk glas melk en elk glas water een groot aantal wellicht honderd of meer?geneesmiddelen bc vat i n de verdunning D 8 a D 10. In een drogisterij of een apotheek zweeft natuurlijk in de lucht nog veel meer in lagere verdunningen. Hoe moet men zich het nut van een dosis arseen of zwavel D 12 voorstellen, als men met eiken hap, dien men doet, al datzelfde, of 1000 carrière en door zijne persoonlijkheid is hij geneigd tot een halstarrige en venijnige houding. Zoo heeft hij zich tot dusverre tegen over Europa betoond, en 't is de vraag hoe hij nu zijnen President raden zal. Maar in elk ge val is 't opleven van de Amerikaansche be langstelling, de beëindiging van het coquette isolement, alweer 'n geluk. En eindelijk: Lausanne. De regeling van de kwestie's in 't Nabije Oosten aanstaande ! Die eindelooze bron van verwikkelingen, voorloopig althans, in beddingen geleid. Een begin van rust geschapen. En, naar 't zich laat aan zien, een op verstandig evenwicht gebouwde rust. Bovendien, wat zeer opmerkelijk is, schijnt de toovermacht van den Sovjetgeest, die te Genua en Den Haag op onbegrijpelijke wijze was omhoog gegaan en over Europa een vleug van verwarring en verontrusting scheen te brengen, binnen de perken teruggevoerd. Titscnerin heett te Lausanne zijn suggestieven invloed zien tanen. Konstantmopel ontglipt aan het Slavische mysticisme. Ishmet Pascha heeft zich westwaarts gekeerd, en zijn aan sluiting bij de westersche mogendheden ge zocht. De conferentie te Moskou met de randstaten is mislukt, en hieruit zal misschien wel eenige zenuwachtigheid in Polen, Letland,Esthonie en Finland overblijven, maar tevens is de tooversfeer van het mystieke revolutionairisme ver kleind. Dit alles moet zich ook doen gevoelen in die gebieden waar deze sombere en destructieve mystiek nog veel vat heeft: in Litthauen en in sommige Duitsche kringen. Redenen genoeg om te zeggen dat het Oude jaar zaden van betere toekomst draagt. B R A N D A R i s IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIQIIIIIII E. S. OROBIO DE CASTRO f Dit bijschrift bij het portret zal zich ik moet het erkennen niet onderscheiden door veelzijdigheid. Ware het niet dat ik, nu jaren geleden, Orobio ook als hoffelijk, hulpvaardig en gastvrij heb leeren kennen, dan zou mijn onveelzijdigheid zelfs de grens van het volledig eenzijdige overschrijden. Want in mijn herinnering leeft hij hoofd zakelijk voort als man van de assurantiepraktijk en het assurantie-recht. Dat hij in de praktijk van zijn vak een eer volle, een eerste positie heeft ingenomen, weet ieder die in Amsterdam de beurs be zoekt. Hoe hoog zijn aanzien in dit opzicht was, bleek uit de huldiging, die hem gewerd, toen hij in volle kracht den dag beleefde, waarop de H.O.-wet verval van krachten vast stelt. Mijn huldiging in deze korte herinnering aan Orobio de Castro geldt echter den man, die naast liefde voor de praktijk van zijn be, roep, groote belangstelling voor de wetenschap daarvan had. Mijn huldiging gaat uit naai den koopman van voortreffelijken wetenschappelijken aanleg en geneigdheid, wien de dagelijksche en groote zorgen van een belangrijk assurantie-kantoor niet afhielden van de theoretische studie van zijn vak, waai de gelegenheid ertoe aanwezig was. Alle gebruiken en vormen der verzekerings praktijk waren voor Orobio zonder geheim; de gevaren en de voordeden van alle polis clausules kende hij als een schipper het veel bevaren water. Op groote kennis van menschen en toestanden in binnen- en buitenland bouwde hij zijn besluiten aangaande het aanvaarden van risico's op. In n woord, een man was hij, waard om belangrijke verzekerings-portefeuilles te beheeren, om leiding te geven aan het werk van aanzienlijke maatschappijen. Maar anders dan bij menig vakgenoot wordt waargenomen, neigde Orobio's hart naar de wetenschap van zijn beroep; naar het asstirantit-recM. Kenschetsend in dit opzicht is de getrouwheid, waarmede hij, toen ik voor vele jaren te Amsterdam avond-voordrachten hield over assurantie-recht, georganiseerd door de Vereeniging voor Voortgezet Handelsonderwijs, den geheelen cursus volgde zonder n avond over te slaan, Het was ook ongeveer in dien tijd, dat ik uit anderen hoofde menige voor mij belangrijke en leerzame gedachtenwisseling met Orobio mocht hebben, waardoor ik de uitgebreidheid van zijn kennis, de schranderheid en juistheid van zijn inzicht, den zin voor uiteendenken en samenvatten, heb Jeeren kennen en be wonderen. Eén ding heb ik vaak betreurd: dat Orobio de pen niet heeft gehanteerd om den roem van een Nederlandschen de Courcy na te streven. Intusschen, ook zonder dat zal zijn naam in de kringen van allen die, met name in de hoofdstad, met de veelomvattende verzekerings-praktijk in aanraking kwamen, nog lang met respect en genegenheid genoem d worden. MR. J. G. L. N o L s T T R E N i T i; Rotterdam, 20 December 1922. UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GRAVENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWIJK, UDENHOUT, LOCHEMenBORCULO. Agentschappen in Indië: BATAVIA, SOERABAYA, SEMARANG, BANDOENG, MEOAN en WELTEVREDEN liiiiiliiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiliiimiiimiilllll maal meer of 100 maal minder binnen krijgt? Deze. overwegingen zijn het die voor mij al wil ik de eerste zijn om het nut van kleine dosen voor bepaalde gevallen te erkennen, de homoeopathische doseering absurd doet schijnen. Ik heb niet overdreven met de bewering, dat de homoeopathie inderdaad de werking van geneesmiddelen in de verdunning C 30 erkent. Het volgende citeer ik uit de biochure van v.d. Harst. ,,,,Geloof mij", zegtjousset Pèrein een van zijn werken, ,,uw plechtanker bij intermittens (malaria) moet chinine zijn in een weeg baredosis, maar geloof mij ook als ik u zeg, dat in sommige en bepaalde gevallen arsenic in de 30ste centisimale verdunning moet woroen gegeven, wilt ge er het ware, wilt ge er resultaat van zien". Hoe kan een stof werken in een verdunning zoo sterk, dat de stof geheel verdwenen is? Volgens de opvatting van Hahnemann kan dat wel. Hij toch neemt aan en hier betreed ik het gebied waar vele homoeopathen liever over zwijgen dat door de actie van het verdunnen, de kracht, de potentie" in het geneesmiddel komt. Wanneer dus strychnine met de 10-vuudige hoeveelheid melksuiker wordt aangewezen, dan is dat niet eenvoudig een verdunnen van het strychnine, neen juist door de actie van het wrijven, krijgt dat ge neesmiddel een hoogen ,,Potenz" en als het nog weer opnieuw verdund wordt en nog eens en 110 geens, dan wordt het steeds sterker en sterker. Dit is Hahneniann's opvatting, die zoo dikwijls verdonkeremaand wordt. Ik zelf ge loof niet aan deze opvatting, maar ze is mij veel sympathieker dan die welke men moet huldigen, indien men in het verdunnen niet anders dan verdunnen ziel. Het tweede hoofdprincipe der homoeopathie houdt dus in, dat een geneesmiddel door de verdunningsactie sterker wordt en het ware gewenscht, dat de homoeopathe'i, indien zij toch hun geloofsbe lijdenis op hun bord aan de deur schrijven, er büvoegen of zij aan dit principe gelooven of niet. Want zeker is dat van vitaal belang voor den homoeopathischen patiënt, die zich aan zijn zorgen toevertrouwt. De huldiging van Hahneniann's ,,Pottnz" principe brengt velerlei consequenties met zich. Een dezer consequenties is, dat als tel kens maar opnieuw verdund wordt, ook de alcohol, die oorspronkelijk in het uitgaand materiaal voorkomt, die geweldige versterking ondergaat; ook elke andere stof, die in hoeveel heden van eenige duizcndsten miligrammen af tot een molecuul toe bij ongeluk i n den maatcylindcr of in het mortier valt, ondergaat deze verdunning. Het is absoluut zeker, dat een homoeopatnisch geneesmiddel tusschen D 12 en C 30 niet alleen niet zuiver meer kan zijn, maar minstens 100 andere stoffen in meer of minder sterke ,,Potenz'' bevat. Een andere consequentie van Hahneniann's beginsel is nog, dat men natuurlijk bij het vervaardigen van D 30, ook werkelijk dertigmaal het geneesmiddel verdunnen moet en eiken keer daarbij wrijven. Wanneer elke ver dunning 10 minuten kost, duurt het bereiden van l recept D 30 300 minuten of 5 uur. Tevens is elke controle van den apotheker onmogelijk. Er is geen sterveling ter wereld die strychnine D20 kan onderscheiden van Zwavel D 20 of die van welk geneesmiddel ook D 20 van C 30 kan onderscheiden, hoewel de verhouding in sterkte der laatste twee pre paraten tot elkaar staat als de grootte van een zandkorrel tot die der aarde. Wat ik de homoeopathie verwijt, is, dat ze alleen waarde hecht aan het similia similibus-principe en al het andere verwaarloost. De homoeopathie is armer dan de z.g. officieele geneeskunst" omdat de laatste, behalve van vele andere geneeswijzen, in voorkomende gevallen ook van het similia similibus of van het daaraan verwant zijnde aequalia aequalibus kan gebruik maken. Tevens verwijt ik aan dehomoeopathie, dat zij geneesmiddelen gebruikt in zoodanige verdunning, dat elke toevallige verontreiniging tientallen stoffen invoert in veel sterkere concentratie, en tevens, dat zij geneesmiddelen gebruikt zoo sterk verdund, dat zij eenvoudig niet meer aan wezig zijn. Aan de opvatting, dat door het ver dunnen de kracht der potentie in het genees middel komt, kan ik n.l. niet gelooven. Aan de homoeopathen verwijt ik, dat zij door zich als homoeopaath bij het publiek aan te melden, afstand doen van het recht om gebruik te maken van vele geneesmiddelen, die onloochenbaar een goede, soms zelfs een levensreddende werking hebben en die zeker niets met similia similibus uitstaandehebben. Aan hen verwijt ik tevens, dat ze f aan een verdunningsprincipe gelooven, dat ik onzinnig acht f niet er aan gelooven en dan slechts halve hotnoeopathen zijn,zonder dat eveneens op hun naambord te vermelden. Ten slotte verwijt ik hun, dat ze aanleiding zijn geworden, dat hel publiek, dat deze zaken niet kan beoordeelen en voor een groot deel geen flauw ideeervan heeft wat homoeopathie is,een keu ze moet doen van de wijze waarop het zal worden behandeld, zonder dat het in staat is de verantwoording voor die keuze te dragen. Wat de homoeopathen ons verwijten is: dat we niet voldoende notitie nemen van hun arbeid en dat we hun werk belachelijk maken. Wat ze tevens willen is, zooals dat n in de voorrede en in den tekst van de brochure van v.d. Harst ook staat aangegeven, dat de re geering er toe overgaat de onwillige officieele geneeskunst" te dwingen door het instellen van een leerstod voor homoeopathen. Deze zaak zal ik in verband met een andere, die er na mee verwant is, bij een andere gelegenheid afzonderlijk ter sprake brengen. S T o R M v A N LEEUWEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl