Historisch Archief 1877-1940
23 Dec. '22. - No. 2374
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
EEN WINTERAVONDSPROOKJE
To >nee!spel van William Shakespeare,
opgevoerd door de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel",
in de v^rtalin^ en onder regie van Dr. Willem Royaards
Teekeningen voor de Amsterdammer" van Bernard van Vlijmen
^ko^-L ;?
DE SCHAAPHERDER
(Hubc-rt la Roche)
AUTO L IC U S
(Elias \an Praag)
FLOR1ZEL EN FERDITA
(Joli. Gobau en Janny van Oogen)
STOFFEL
(Oscar Tourniaiie)
KONING POLYXENES
(L. Saalborn)
K- V. HET NEDERLANDSCH TOONEEL,
Een mnteravoiHlsprunkje, door WILLIAM
SHAKESPEARE.
Nu vreesde ik nog haast, dat er bij Royaards
een première te vroeg uit het ei zou kruipen. .
Al in de lichte Mei-maand dreigde dit Sprookje
voor den alderdonkersten winteravond.
Toen, in September, begon er weer wat te
kraken.... De blaren vielen laat dit jaar.
Gelukkig, vijf December, van verwachting
klopt ons 't hart, bracht al vast de punch
op tafel.... En juist van pas, terwijl een dikke
mist de aarde aan den hemel kleeft, de roode
besjes groeien aan de lamp, en het moede
menschdom naar den eindpaal schuifelt,
daar is het ! En allen zagen op, en schikten
naderbij....
Heeft het niet heelemaal ook de kleur van
gouden punch en warmen rooden wijn, dit
Winteravondsprookje", en de donkere stem
van de theeketel, en de scliaduwvlammen van
den haard? Als we dit vonden in een oud
prentenboek, tusschen Doornroosje" en
Sneeuwwitje", zouden we niet eens zoo gauw
aan den blijspel-Shakcspeare denken, veel
eer met onze beklemde gedachten aan de
Konings-drama's raken bij dit bloedig begin,
dat van het droef en onrechtvaardig lot
eener goede en sclioone Koningin verhaalt,
en het bitter berouw voorspelt van een ver
doolden goeden Koning, die het haar al om
liefde misdeed. Vertelsel, dat in de plooien
van zijn rijk gewaad het hartstochtelijk
ieedder-verbeelding bergt, het ondragelijke, dat
het privilegie is van den Dichter, die ziet,
wat gij in uwe omsloten werkelijkheid niet
ziet, en dat er tot uw geluk dan ook veelal
niet is. ... Voor den kunstenaar, voor Shakes
peare, die hier Leontes" heet en regeert
over het rijk Sicielje," geldt helaas noch
deze werkelijkheid, noch dit geluk, hij houdt
zóveel van zijn lieve gemalin Hermione, dat
de mogelijkheid alleen: ooit n vezel van
haar hart te kunnen verliezen, reeds zijn
/ l fe : l
'' :
KONINGIN HERM1ON1-:
(Jaeq. Royaards Sandbeiv)
ongeluk is, zijn zinnen opzweept als gepleegd
verraad, en den eerste den beste, die voor
?zijn ontteugelde fantasie naar rang en voor
komen beantwoordt aan het spookbeeld, dat
levenslang in de schaduw gaat van eik bemind
bezit, -hier: den collega, Koning van Bohème
tot medeminnaar maakt. Leontes zou het
hebben gedragen als een man (Le coeu
magnifique) had Hermione met den machtigen
Polyxenes gezondigd in-der-daad, schier in
elkanders armen voert hij de twee om maai
de lawine zijner verbeelding te stuiten door
middel van n, binnen de perken van het
gezond verstand vatbaar bewijs. In de
smetteiooze onschuld v;:n Hermione, welke Ue
jaloerschheid uitdaagt en de verliefde ver
beelding tot zulk een geniale hoogte opdrijf',,
dat zij, in blinden stormloop, al wat haar zou
kunnen belemmeren, in hart, zie! en /.innen
krenkt, ligt de tragische, de vergroot
menschelijke, de dichterlijke, de bloedwarme kern van
het sprookje. Deze onschuld moet sterven,
althans tijdelijk onschadelijk worden gemaakt,
zelfs in haar gevolgen (het kind, dat Hermione
onder booze verdenking ter wereld brengt,
wordt haar ontnomen en te vondeling gelegd)
opdat een Koning, een in overma.it van liefde
dolend mensen, niet krankzinnig bezwijkt'
onder zijn last. Het is de uitgeput ie fantast,
die op deze verlossende daad zijn laatste
leefkraclit spant, het mer.sehelijk hart nam daar
aan geen deel. En dat de onaantastbare
Hermione door deze wanhoopsdaad
deiliefde ten slotte ongedeerd blijkt, ja eigenlijk
meer won dan zij venie/.en kon. . . . wie zou het
verwonderen, ook al ware dit geen Sprookje !
Voor zoover na 1e gaan, heeft Shakespeare
het Winteravond-sprookje" (1(510) zes ja,'.r
later geschreven dan Otheiio," en Ce afstand
wordt door dit fragment bevestigd, wam
hoeveel ruimer wordt hier, in zijn strakheid,
zonder de figuur van Jago, het probleem
gesteld, hoeveel gaver is e onschuld van
Herniione dan die der onvoorzichtige D.-sdemona,
hoeveel rijper in zijn liefde en in zijn berouw is
deze Koning van Sicielje dan ue primitief
reageerende Moor.
Shakespeare zelf moet er van onder den
druk zijn geraakt.... Hij sloeg schielijk een
schoon blad om. Op het tooneel vlicgi ,,ue
Tiju." in de gedaante van Cherub" voorbij en
kantelt den zanülooper voor onze oogea. \Vij
wrijven ze uit. Goudank. Zestien jaar late'".
Ferdita" heet thans het sprookveriiaa! e;i
met haar, Hennione's te vondeling gelegd
uochtertje, komen we weer in 's dichters mejbt
eigen lieve, lichte wereld, waar bei goede, in
de gedaante van den bartnhartigen schaap
herder, zegevieren mag,en hurken mede achter
Jieg en struik op liet groene grast.tp/jï, ,,:?;;> if
we we re Gou's spies".
Het verbanu tusschen hè! eerste en tweede
geueelle iigt in liet contrast. De in den kerker
van sioopende argwaan geuieven dichterlijke
verbeelding on t sprong me t een allergeweldigsieii
sprong uien ban.... in liet open, bloeiende
veld, in ue lyriek der jonge, gedachteloos
op haar doel at snellende ueïue. Docli ook hel
sprookje behield zijn rechten, bleef onafge
broken voortgaan, liestaat er n onderwerp
dierbaarder aan onze jongste herinnering dan
de geschiedenis van liet verloren en
leruggevonden kind'.' De oudere Shakespearc
kenue alle gevoelige snaren. Met onveraiuierde
iivjgeii zagv.il wij (?';/..: Peidiia", het koy. ha;:r
wiv.li!, gigioeiu hi een naciii van iv.ouvv en
geiiai.e d'i u e liei:i.ü\Me pnnses, die ue droom
van jaren ons scuonk, terug, i/e knaap
Mamiiliis moest s:eiven, la i ieveu eisciit
/.ij 11 !oi V.-'l i:\\ ?iing eil gi.will. et /.lisje
nioeht ;ierievei! n,'iu:;< ue iiuiuui ,;eii o'urni
had iiezV'.o'en en liet eveiuviÜM w.'..i
i'.ersteid. Hoe Ue hcrueis ha,u vonden ui ^;'v;ol
brachten, hoe Polvxeiies' eigen /oon iiaar
iie:ki"v_eg, zood.it tiel ouue keu der u,:ue:s zich
als een joag geluk aan hel tucede ge^l.itiH
voitiok, hoe uit aiiv.rlieis! en verleidelijk
geluk voor den troon van den
beproe:uen Leontes verscheen, hem met'.LVoeide o.i
den weg der genezing, waar ue bciangeiooze
en verstandige goedheid, de vriendin Pauiina,
hem verwaclnie, dit alles vertellen de Uiaden
van den Siaci.sciioiiwliurg u beier dan ik
het hier herhalen kan. E:i van liet slot, waar,n
liet Wonder gescluedt, dat eigenlijk geen
wonder is, maar de L.el'ae in haar onsi
heid en almacht.... moest het zelfs verboden
zijn te reppen.
Shakespeare-Leontes-Pygmalion, elk schept zijn kunstwerk en blaast' er
aan het eind zijn eigen adem in.
....And vet a' spirit still and bright
With something of angelic light".
Langzamerhand is een première in ons land
dan toch een Première geworden. Een volle
zaal, met zemrwen, die mede hopen en
gelooven,aandacht en eerbied voor wat,al duurt het
maar enkele uren, en al valt er een en ander
uit de gis, zooveel levensvolheid uitstrooit,
zoovee! kunsienaarsliefde omvat. Het was
altijd deze bereidheid, deze wederkeerige
ernst, dien Royaards ernstig werk vroeg, om
te worden verstaan en onderscheiden naar
zijn aard en waarde, verstandhouding, welke
in geen enkel vak van kunst voor een der
partijen te geef is. Zien wij over een tiental
jaren terug, dan valt hier, n'en déplaise de
malaise", een essentiëele en fundcercnde
winst te boeken.
In het bijzonder voor de
Shakespearcspv'Ien werd het orgaan gewekt bracht niet
de Midzoniernachtdroom" de eerste gewaar
wording van dit geheimzinnigontluikend leven
op ons tooneel? ----- thans, met elk seizoen,
blijkt liet meer ontvankelijk. En het heerlijke
daarbij is, dat men deze fantasieën op velerlei
wijze genieten kan en zich ook met een eigen
voorstelling voor oogen, aanpassen aan meer
dan n visioen; zelfs daar, waar samenwer
king van kunstenaars op verschillend gebied
leidde tot uiteenloopende illusies binnen een
bestek. Misschien zon het ideaal zijn
Royaards' verlangen zelf de stukken, die hij
op het tooneel wil brengen, te vertalen in de
sfeer van zijn persoonlijke visie getuigt in die
richting wanneer het n mensen gegeven
was de' algeheele innerlijke en uiterlijke
vertooning te verwerkelijken naar zijn eigenst
droomgezicht. Ik weet het niet.... Doch
waar dit in de meeste g-vallen onbereikbaar
is, daar blijft het geven en nemen, toepassen
KON IMi LEONTES
(Dr. Willeni Royaard-;)
en ontzien van veler persoonlijke voorkeur.
En ook de toeschouwer wordt met zijn illusies
geplaatst in dit probleem, zal hier weigeren,
daar zich gewonnen geven.
Met het eerste bedrijf heb ik het moeilijk
kunnen vinden, de bleeke vórzaal liet mij te
koud, zelfs voor een zomeravondsprookje, en
de figuren, waarin ik meer symbolen zie dan
menschen, had ik mij van grooter afmetingen,
naïever en fantastischer gedacht. De Koning"
met zijn leelijken rossen sproetenkop een
leelijkheid die in een sprookje altijd wel het
omhulsel blijkt van een edelen inborst en de
poëzie geenszins uitsluit, de fiere, lelie-blanke
Koningin," de andere Koning" uit het verre
land Bohème, fascineerend als de Vliegende
Hollander. Over dit begin lag de distinctie van
het society-play, wat in het algemeen bij Sha
kespeare een voorname eisch mag heeten,
maar bepaaldelijk bij dit Winteravondsprookje
psychologische verfijning bracht, in strijd met
de onverantwoordelijkheid der daden, en te
kort deed aan onzen goeden wil. Met een
Majesteit, die in simpele menschelijkheid op
een trapje gaat zitten, kan ik mij alleen bij
Couperus en Shaw vereenigen, in een
Shakespeare-sprookje bedingt mijn heftige verbeelding
voor haar een zetel". En zoo bleef het mij min
of meer te moede als de kinderen, die bij het
bezoek van onze Lands-Vorstin teleurgesteld
zijn omdat Zij geen mantel droeg van purper
en hermelijn en een hoed op had in plaats van
een kroon. Maar in het tweede bedrijf (5e
tafereel) kwamen we waar we wezen wilden.
Tegen warmen achtergrond van paars en
groen, tusschen glinstering van zilveren goud,
in argelooze sprookjes-pracht, Koning Leontes
(toen bleek ook eerst recht welk een prachtig,
als granaat flonkerend gewaad Nelly
Bodenheim voor hem had gemaakt) op den ver
eenzaamden troon. En volkomen verinnigde
zich die stemming van huiveren gemoedelijk
heid bij het machtig suggestief sneeuwland
schap, waar de oude schaapherder (La Roe hè)
en zijn zoon Stoffel (Tourniaire)?volmaakt
in den toon was dit gesprek over leven en
dood ! het kind vonden en de lafaard
Antonicus (van Gaste ren), die het daar achter
liet, door den beer werd opgegeten. En verder
vond ik den geheelen luchtsprong, het
schaapscheerfeest, deze lang pastorale, van een tin
telende liefheid en overtuigenden ernst, een
voorbeeld van vast in de hand gehouden
spontaniëteit, met een lieve, frissche Flora,
nog geen Perdita" (Janny van Oogen) als
stralend middelpunt en een te weinig
prinse1 ijken maar vastberaden Florizcl van Go ban.
Hier bleek de geestvan het werk Nelly
Bodenheim nader te staan, hier was, in bewegingen
wisselvalligheid, een tafereel van
Shakespeariaansche landelijkheid gecomponeerd. En
geleidelijk sloot zich daaraan het
aandoenlijkblij slottooneel, waar het schoone beeld een
genade vol wezen blijkt van vleesch en bloed,
de muziek van velerlei ontroeringen in woord
en klank opvoert tot het mysterie van een
vergevend gebaar.
Hoe tüoverschcon sluit hier de cirkel, als
twee handen die inénvatteii; het eerste
donkere deel, dat mij in zijn uiterste tegen
stelling niet donker genoeg kan zijn, grijpt
in het aan licht doordrenkt tweede, waarin
we een dichter, op de toppen der lyriek,
hooren opademen. Hoe volkomen lossen hier
de lange, te zwaar gedragen smart en de
ijle extaze van het gelukkig oogenblik op,
in den vrede van een, zestien jaar bewaarden,
glimlach.
Mevrouw Royaards heeft het
van-binnenuit decoratieve voor de Shakespeare-vrouwen
en gaf, met gevoelige accenten, de figuur van
Hermione zachtaardig en kinderlijk, gelijk ze
ook door Leontes in het laatste bedrijf ge
kenschetst wordt. Ik kan me deze vrouw
moeder-vorstin, in wie wij toch even ver
wantschap gevoelen met Hebbel's fiere
Marianne", vooral in het tooneel der
terechtzitting, ook nog anders voorstellen,
meer zinnebeeldig en minder modern, waar
door zij, behalve slachtoffer, de incarnatie
kan zijn van het onschendbare, van de
majesteit en het heilige in de liefhebbende
vrouw. Gaat overwicht van deernis naar
Hermione uit, dan wordt er te veel licht
onttrokken aan de grootere smart der ver
twijfeling, welke in den Koning belichaamd is.
Royaards zelf - te oordeelen naar de gedeel
ten van zijn zware rol, die bij deze eerste voor
stelling uit de verf waren zocht dien
onwezenlijken schijn. Hij althans gaf deze kop
pige romantiek visionair, fel en star, op den
rand van de hallucinatie, waardoor ons de
nauwe verwantschap van Leontes met de
groote treurspelkoningen, Macbeth en Lear,
duidelijk werd.
Zonder alle namen te noemen, hoeveel
bekwame Skahespeare-spclers zijn er allengs
op ons tooneel geboren en gevormd, en hoeveel
beter weten deze spelers maat te houden
dan bijv. hun Duitsche confraters, die wat zij
meer bezitten aan traditie en fantasie, zoo
licht vergroven. Elias van Praag, romanticus
van zwaarder gebaar, bleek als de schelm
Autolicus toch danig in zijn element/Tuurniaire
voegde een nieuwen Stoffel" aan zijn even
kostelijk als fijn repertoire toe. Vór we nog
gerealiseerd hadden, dat de ingebakerde oude
schaapherder niemand minder dan La Roche
was, wisten we al, dat in die schapenvacht
een groot kunstenaar stak. Magda Janssens
(Pauiina) is naar gestalte en wezen geen
Shakespeare-vrouw, nochtans was in dit
sprookje haar kleurige kracht van veel waarde.
En wanneer wij dan nog noemen Saalborn,
wat vlak als Polyxenes", Paul Huf, krachti
ger dan wij hem tot dusver kenden als
,,Camillo", en Henri Eerens, die als derde edel
man" vreugde en relief wist te geven aan het
verhaal der hereeniging, dan blijft toch het
laatste woord voor de regie, die dit ingewik
keld prachtwerk, van den eersten vertaalden
letter tot den laatsten blijden zucht, ont
leedde, en maakte tot een tastbaarheid voor
iedereen.
De waarde van tooneelarbeid op dit plan
hangt niet aan den eersten worp, zij groeit
met elke reprise waarin iets gewonnen
wordt, en bevestigt het idealisme in den
schouwburg.
TOP N A E i- F
l ui 11 l . l
PAUL1NA (Magda Janssens)