De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 30 december pagina 1

30 december 1922 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

* ff H°. 2876 Zaterdag 30 December A°. 1988 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van G. W. K E R N K A M P Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF | Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 10.25. Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten J INHOUD: 1. Duitsch-Russische verbroe dering, door Prof. Dr. O, W. Kernkamp Tijdgenooten, door Dr. W. . C. Byvanck De Internationale schulden, door H. Dunlop 2. Recht en Onrecht in Athene's bloeitijd, door Prof. Dr. J. Vürtheim Sylvesterdiner, teekening van Jordaan Krekelzang, door J. H. Speenhoff 3. Spreekzaal Dr. Leo Pinsker, door Dr. A. van Raalte Aphorismen, door Dr. A. Eloesser 5. Voor Vrouwen: Twee dagen,door Elis. M. Rogge Huishouden, door Ro van Oven Van Pot en Ketel, door O. Carelsen Uit de natuur: Nog meer boeken, door Dr. Jac. P. Thijsse 6. Schilderkunstkroniek, door Alb. Plasschaert en Mr. M. F. Hemmes Het levensmysterie en de Psycho-analyse, door Dr. A. F. Meyer Vers, door Mr. Franqois Pauwels Martine", teekening van G. L. S. Warendorf Dram. Kroniek door Top Naeff 7. Karakteristieken, door Is. Querido Het nieuwe jaar, teekening van George van Raemdonck Bijkomstigheden, door Annie Salomons 8. Boekbespreking, door Prof. Dr. J. Prinsen JLzn. en Prof. Dr. H. Brug mans Oostersche tafereelen, door Jan Poortenaar Het moderne" Japan, door Ellen Forest 9. Op den Economischen Uit kijk, door Jhr. Mr. H. Smissaert 10. 't Schietgat en Rijmkronijck, door Melis Stoke De Nieuwjaarswensch, door H. G. Cannegieter Uit het Kladschrift van Jantje Buitenl. humor, door Charivarius II. Kerstfeest in Sovjet-Rusland, teekening van Joh. Braakensiek Charivaria, door Charivarius Een omwenteling in de persfoto grafie, door Jan W. Bosch Omslag: Ontcijferkunst, door JFrima Schaakrubriek, redacteur Dr. A. G.'Olland. Bijvoegse : Bij den overgang van het jaar, teekening van Joh. Braakensiek. DUITSCH-RUSSISCHE VERBROEDERING Een paar dagen vór Kerstmis heeft de Duitsche gezant te Moskou een maaltijd aangeboden aan de leiders der biiitenlandsche politiek van SovjetRusland. Ook de Russische gezant te Bei lijn, die tijdelijk te Moskou ver toeft, was bij het feest tegenwoordig. Aan zulk een diplomaten-diner is niets bijzonders. Zelfs het feit, dat de vertegenwoordigers der Sovjet-republiek zich in uiterlijke dingen precies zoo gedragen als hunne collega's in andere landen en diners geven of uit dineeren gaan, trekt allang niet meer de aandacht. Maar het bureau van Wolff heeft ervoor gezorgd, dat de maaltijd, dien Brockdorff Rantzau heeft aangeboden, eenige sensatie heeft verwekt. Het liet zich uit Moskou betichten, dat het tafelgesprek bijna geheel liep over ,,de voor Duitschland en Rusland zoo be langrijke kwestie van de politiek van geweld, die de Westersche mogendheden in het Oosten en aan den Rijn voeren". De gasten vonden het noodig ,,te wijzen" op de rampzalige gevolgen, die deze politiek voor de genoemde mogendheden zou kunnen hebben. En zij raakten niet uitgepraat over de noodzakelijkheid van vriendschappe lijke betrekkingen tusschen Duitsch land en Rusland". Wanneer dit telegram met vooikennis van het Duitsche ministerie van buitenlandsche zaken is gepubliceerd, dan zou men bijna gelooven, dat het er mee gegaan is als met het beruchte Daily-Telegraph-interview van Wil helm 11, dat ook in de krant kwam nadat de toestemming daartoe door het ministerie verleend was. Achteraf bleek echter, dat geen van de chefs het zelfs had ingezien; elk gaf het door aan een ondergeschikte, totdat het kwam bij een ambtenaar, die het stuk ten minste las, maar zijne taak beperkt achtte tot l et geven van een antwoord op de vraag, of er ook on juistheden" in stonden. Daar hij deze niet bemerkte, zond hij het stuk terug met het advies geen bezwaar"; met de vraag, of desondanks de publicatie gewenscht was, brak hij zich het hoofd niet; die hoorde niet tot zijn ressort". En zoo legde het stuk denzelfden weg weer af, maar in omgekeeide volgorde. Ook op zijn ictour werd het door geen der hoogere chefs gelezen; zij hoorden alleen, dat er geen bezwaar" was; zoo spaarden zij zich de moeite, kennis te nemen van den inhoud; met liet fiat" van Buitenlandsche Zaken kwam het interview terug hij den Keizer, die het aan de Daily Telegraph liet toezenden ter publicatie. Met het bekende gevolg: dat er in Duitschland een storm tegen den Keizer opstak, waaronder hij. bijna bezweek. Het was hem, of de grond onder zijne voeten wegzonk. Slechts n keer nog" ??schrijft de gewezen Kroonprins in zijne Mémoires heb ik hem z gezien: tien jaren later (in November 1918), in Spa, toen generaal Gröner hem het laatste houvast, het geloof in de trouw van het leger,.met een onver schillig schouderophalen ontnam". The folly of such a publication !" schreef men in Engeland, na de ver schijning van dat interview. The folly of such a publication !" zoo kan men daar ook thans zeggen, na de lectuur van het Wolff-telegram over den maaltijd te Moskou. Welk een dwaasheid om, op dit oogenblik, nu de besprekingen weder aan vangen over de kwestie der schade vergoeding, een bericht in de wereld te sturen, dat veel gelijkt op de aan kondiging van een militair verbond tusschen Rusland en Duitschland ! Welk een gebrek aan takt om nu ,,te wijzen" op de rampzalige gevolgen, die voor de Westersche mogendheden kun nen voortvloeien uit hun politiek van geweld !" Dat zij worden beschuldigd van zulk een politiek, niet alleen aan den Rijn, maar ook in het Oosten", versterkt het vermoeden, dat het telegram uit den koker van de heeren der Sovjet republiek komt. Te Lausanne is het hun niet voor den wind gegaan. De Turksche regee ring, gesteld voor de keuze om aan sluiting te zoeken bij de mogendheden van het Westen, of zich op sleeptouw te laten nemen door de Sovjet-republiek, heeft klaarblijkelijk tot het eerste besloten. Al moeten er nog verschillende moeilijkheden worden overwonnen voor de handteekeningen kunnen worden gezet onder het verdrag van Lausanne, men kan toch nu reeds zeggen, dat het den Russen niet gelukt is, roet in het eten te gooien. Op dat laatste hebben zij zich bij vorige conferenties hoofdzakelijk toe gelegd. Het zou daarom geen wonder zijn, als zij nu weer, door dit telegram, een spaak wilden steken in het wiel van de onderhandelingen over de schadevergoedings-kwestie; als zij bij voor baat de mogendheden van het Westen reeds wilden ontstemmen tegen Duitsch land en zoo wilden bewerken dat dit Rijk, ten einde raaci, de hulp van de Sovjet-republiek inriep ! Daarmede blijft onverminderd de verantwoordelijkheid van het Duitsche ministerie van Buitenlandsche Zaken, wanneer het telegram met zijn voor weten is gepubliceerd; of, wanneer dit laatste niet het geval was, de verant woordelijkheid van de heeren van het Wolff-bureau, die dan op hun eigen houtje hebben gehandeld; maar het zullen toch wel de Russische gasten aan den maaltijd geweest zijn, die aan den correspondent van Wolff te Moskou de interessante mededeelingen over de tafelgesprekken hebben gedaan. Mis schien, zuilen zij daarbij gedacht heb ben, zijn ze in Berlijn wel zoo dom om het te publiceere:. ! En in die ver wachting zijn ze dan niet bedrogen. Het zou verleidelijk zijn, een bericht, dat heden uit Parijs wordt medegedeeld, reeds als een weerslag te beschouwen op het Wolff-telegram. Volgens dat bericht werd op Tweeden Kerstdag plotseling een vergadering bijeengeroepen van de Commissie van He. stel, die met eenparigheid van stem men vaststelde, dat Duitschland zich niet gekweten heeft van de verplichte hout-leveranties aan Frankrijk. Met drie stemmen tegen n (die van den Engelschen afgevaardigde) werd uit gemaakt, dat men hierin een opzettelijk in gebreke blijven had te zien. Er behoeft natuurlijk geen verband te bestaan tusschen het een en het ander. Zelfs is liet waarschijnlijk, dat de beslissing te Parijs geheel onafhanke lijk van het Wolff-telegram werd ge nomen. Maar er blijkt toch weer uit, hoe het spelen met vuur is, wanneer Frankrijk wordt geprikkeld door een telegram, dat van een soort van verbroederingsfeest gewaagt tusschen de oft'icieele vertegenwoordigers van Duitschland en Sovjet-Rusland. Het plan om tot een militaire be zetting van het Ruhr-gebied over te gaan, wanneer Duitschland zijn ver plichtingen niet nakwam, was al op geborgen; misschien was het ook alleen als dreigement bedoeld door de Fransche regeering. Maar nog niet schijnt zij te hebben afgezien van het plan om beslag te leggen op douane-rechten en de inkomsten van mijnen en bosschen, en nog altijd schijnt zij het voornemen te koesteren om een gedeelte van het Ruhr-gebied zelf in exploitatie te nemen. In elk geval is het opmerkelijk, dat Frankrijk heeft laten vaststellen, dat Duitschland opzettelijk in verzuim is met de leveringen van hout, omdat het hieraan het recht zou kunnen ontleenen, de Duitsche Staatsbosschen aan den linkeroever van den Rijn in pand te nemen. En het heeft er blijkbaar prijs op gesteld, dit te doen constateeren, voordat te Parijs de conferentie der eerste ministers bijeenkomt de voort zetting van die te Londen waarop het vraagstuk der schadevergoeding moet worden behandeld. Reeds op de vergadering der Com missie van Herstel heeft Engeland zich verzet tegen de poging om aan Frank rijk den stok te leveren, waarmede het Duitschland kon slaan. Ook op de aan staande conferentie der eerste ministers zal het ongetwijfeld Frankrijk terug trachten te houden van uiterste maat regelen. Het belangrijkste vraagstuk, dat daar zal moeten worden opgelost, is dit: hoe men zich de noodige waar borgen kan verschaffen, dat Duitsch land zich zal kwijten van de verplich tingen, die liet kan nakomen, zonder dat men dit rijk onder een ondragelijke curateele stelt. Engeland's positie is tegenwoordig zoo sterk, dat Frankrijk er niet licht toe zal overgaan, de Entente prijs te geven. Maar zelfs wanneer het op de aanstaande conferentie naar overeen stemming met Engeland streeft, zal het moeilijk genoeg vallen, een oplossing te vinden voor het vraagstuk der waar borgen. Een curateele zal Duitschland zich moeten laten welgevallen; maar die curateele mag niet ondragelijk wezen. Anders dreigt het gevaar, dat Duitschland in de armen der Sovjet republiek wordt gedreven en blijkens het Wolff-telegram zijn die armen reeds wijd geopend ! K E R N K A M P iiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiitiiitiimiiiiiifiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiitiiniii IIIIIIIIIIIIIIIMIMI iiiiinii n.?uu uil i m mi iiiiiimimm "m" mi niiiiiiiiiiiiiii iiimiiiiiiiiiiiiiiiiii M Tl/DGENCDf EhT ' ' ' MARGOT 2e gedeelte. III Het belangrijkste feit van Asquith's minis terie is de deelneming van Engeland aan den grooten oorlog. Vier jaar geleden, bij den dood van Koning Eduard VH, had de manifestatie van het monarchistische Europa in Londen plaats gegrepen, toen voor zijn begrafenis zeven koningen, of negen zoo men wil, zich in den stoet schaarden. Het was de galaafscheidsceremonie van de oude Europeesche maatschappij ten gunste van de verhulde toekomst. Het gevoel daarvoor was niet geheel af wezig bij het heengaan van koning Eduard. Margot stond met een klein groepje op het voorplein van de Westminster hall en zag daar den optocht zich ordenen; zij had ge legenheid de vorstelijkheden te paard goed op te nemen. De koning van Spanje beviel haar het best, het minst trok haar aan de erfgenaam van de Habsburg-monarchie, maar voor den Keizer van het Duitsche Rijk had zij de meeste belangstelling, zoo vol maakt was zijn houding op het edele grijze dier, zoo vlug zijn bewegingen als hij het por tier opende voor de koningin-weduwe, de man met de klaar gegraveerde trekken en den heerschenden blik van een imperator. Een wolkenverzamelaar of een wolkenverdrijver? Hij hield zich als boven het wol ken regioen. Arthur Chamberiaiii, toen Margot hem haar afscheidsbezoek bracht, had haar erkend: ik ben altijd een Homeruier geweest en beu het nog, zoo lang Ierland niet gerust en te vreden is, is er niets gedaan". In het jaar 1914 schenen de moeilijkheden met Ierland tot een crisis te zullen leiden. Ulster dreigde niet langer met afscheiding, het had haar aanvaard, het had zijn eigen leger en het verzamelde zijn geschut. In de hoogste kringen en in de fatsoenlijke wereld van Engeland vond het zijn steun. Wilde het ministerie Asquithdoor hervorming een ver zoening tot stand brengen tusschen Noord en Zuid, de Engelsche Torypartij wakkerde het verzet aan; een burgeroorlog scheen op handen. Daaraan dacht men in Engeland, toen de zomer van 1914 vorderde; u m'Servië bekommerde zich niemand. Maar Margot begon zich zenuwachtig te maken. Zij had haar dochter, omdat het meisje het noodig had, een uitstapje laten maken op het vasteland, nu riep zij m haar ongerust heid haar terug. Waarom? Zeker, omdat Asquith bezorgd keek. Sir Eduard Grey, minister van Buitenlandsche zaken had, op Maandag 27 Augustus, aan het Parlement zijn uitnoodiging aan Frankrijk en Italië medegedeeld om met Duitschlaiut en Engeland een conferentie te houden; die beide hadden geantwoord, uitschland niet. Het wachten op tijding uit het buitenland had haar van streek gebracht, zij kon niet slapen; ook op den middag niet. Toen hij om halt' acht na den middag in haar slaapkamer kwam stjnd zijn gezicht zoo ernstig, dat zij iets buitengewoons vreesde. Anders vertelde hij haar wat er te zeggen viel al wandelend door de kamer, rui bleef hij stilstaan. Ik heb aan alle departementen van bestuur getelegrafeerd, dat zij zich zich. ge reed moeten houden voor den oorlog. Is het al zoo ver?" vroeg Margot. Hij knik te zonder een woord te zeggen, en na haar gekust te hebben verliet hij ue kaniu'. Den volgenden dag, Donderdag 30 Juli, gi n g Margot naar het huis der Gemeenten om de mededeeling va., den eersten Minister te hooren; 'sinorgens had hij Bonar Law en Carson gesproken, de leiders der Tory partij, en met hen uitgemaakt, dat hij zijn lersche wetsvoorstel in deze omstandigheden niet zou indienen. Van geen verdeeldheid in het Engelsche front mocht iets blijken. Toen Margot op de damesgalerij van het Parlement kwam, vond zij die gevuld met aanhangsters van Ulster, die wilden hooren naar de nieuwste maatregelen door de radi cale Whigs bedacht om de loyale Ieren te ergeren; zij hielden haar rokken bij elkaar en keken nauwlijks op om Margot voorbij telaten gaan. Hoe verbaasd waren zij, toen het langzamerhand tot haar doordrong dat er dien dag geen discussie over Ierland zou wezen. Hemel, Margot: heette het toen van alle kanten. Wat wil dit zeggen? Begrijpen ze dan niet dat van avond de Ieren elkander bij de keel zullen pakken ; Vvat is er toch aan de hand? De Oranje-aristocratie die al haar praeparatieven had gemaakt voor een burger oorlog, en die al maanden lap g had gedaan of ik niet bestond, voegde zien nu ook bij de vraagsters. Zonder naar hen te luisteren keek ik over hen heen, en antwoordde als in een droom: Wij staan op den rand van een Enropeesclie,i oorlog." Zoo uit de hoogte van haar eigen wereld, vertelt Margot dat zij die vraagsters te gemoet trad. Vrijdagen Zaterdag, 31 Juli en l Augustus, Ue berichten worden ai somberder, Uuitscliland richt zijn uit matnm tot Rusland, duide lijker en duidelijker teekent zich de algemeene Europeesche oonogin de toekomst af. Zondag 2 Augustus, als uu oorlog met Rusland een zekerheid is geworden, gaat Margot haai' afscheidsbezuek ba u ge n aan den Duitschen ezant en zijn vrouw, vorst en vorstin Lichnowski. Ue prinses had misschien niet ete vuile sympathie van Margot, omdat er iets ontbrak aan haar persoonlijkheid, zij was een mooie vrouw, en /.ij had geen distinctie, haar kleudij was knsthaar en paste niet bijeen, maar zij iiiliiiiiiiiiMiiimiiniiiiiHiiHiiimiiiiiiHiiiiiiMmiiiiHiiiiiiiHiiiiiimniii had geest en hart, zij had talenten en karakter, zij was een flinke en een lieve vrouw, men kon haar niet kennen zonder haar lief te hebben, want wat zij was, dat was zij natuur lijk. Den Keizer kon zij niet uitstaan, hij was een verboden onderwerp van conversatie tusschen de beide echtgenooten aan huis bij de Lichnowski's. Ue vorst was een grandseigneur van de echte soort, in stem en uiterlijk een weinig vreemd, wat humeurig misschien en verach tend tegenover minderen, maar een man zon der kunsten of knepen. Bij zijn benoeming tot ambassadeur had hij den Keizer open verklaard, dat hij geen man was om in Engeland kwaad te stoken. Daarvoor had hij dan, naar de Duitsche ge woonte, een ander man naast zich gekregen voor het vuile werk. Maar Lichnowski zeide Onze Keizer is een man van plotseling opkomende gedachten en ingevingen". Uien Zondag echter, toen hij begreepniet lang meer in Engeland te zullen blijven, was hij geheel terneergeslagen. Margot vcnd de beiden absoluut ontdaan, de vorstin lag op een sofa, het gezicht gezwollen van tranen, de vorst liep de handen wringend door de kamer heen en weeren met zijn heesche,hooge stem riep hij: ,,\Ve krijgen toch geen oorlog, lieve Me vrouw Asqinth l Kan er niets worden gedaan om dat te verhinderen? Ik begrijp niet wat eris gebeurd. Waarover gaat het eigenlijk?" hen kwade geest heeft den Keizer..." wilde Margot zeggen. Maar Lichnowski liet haar niet uitspreken: Hij is verkeerd inge licht, hij raast maar door, hij moet gek zijn. Hij luistert niet, hij gelooft geen woord van wat ik zeg, hij antwoordt niet op mijn tele grammen." Heb ik niet altoos den Keizer en zijn bruten van vriendin gehaat?.... De ourlogsküek maakt duivels van onze inenschen", vulde '/.int ei'litgeiü/utL' aan. Te den ken welk onheil zij over de wereld brengen !" Er is veel gesproken over de weifelingen van het kabinet, eer het kwam tot het besluit den c'irlogaan lc durven, beleert Mrs. Asquitli BERICHT Naar aanleiding der verschillende reclames over het te laat of niet ont vangen van nummers van ons blad, deelen wij mede dat de expeditie door ons steeds nauwkeurig en op tijd ge schiedt. Reclames over te late bezor ging' gelieve men dus aan het post kantoor ter,plaatse te richten, terwijl wij voor eventueel zoek geraakte nummers gaarne een ander nummer toezenden. De uitgevers VAN HOL K EM A & WARENDORF iiiiHiiiiiimiiiiimtiitiHiiititi IIIIIIIIHI1M1IIIII DE INTERNATIONALE SCHULDEN HET AMERIKAANSCHE STANDPUNT In het nummer van 26 Augustus 1.1. van dit blad besprak ik de bekende Balfour-nota, waarin, zooals men zich herinnert, aan Frank rijk te kennen werd gegeven dat kwijtschel ding all round eigenlijk van Amerika afhing, en tegelijkertijd de Fransche chauvinisten met een weinig koud water overgoten werden. Of hun dat goed gedaan heeft, zal de tijd leeren. Thans willen wij aan de hand van Garet Garett 1) het Amerikaansche standpunt in het kort toelichten, doch alleen om den lezer de Amerikaansche zijde der medaille te laten zien. Zooals wij mochten verwachten, heeft de Balfour-nota in Amerika heel wat opschud ding veroorzaakt. De man in the streef' in Amerika had eigenlijk zooveel andere dingen te doen, dat de Europeesche schulden aan Amerika hem maar matig interesseerden. Trouwens de Middle West" in Amerika, en dat is ongeveer de helft van de Ameri kaansche natie, interesseert zich even weinig voor Europa als wij ons voor de planeet Mars. De andere helft der natie daarentegen ziet scherp het directe financieele en eco nomische belang van Europa voor Amerika, en poogt voortdurend de Middle West daar van te overtuigen. Toen men daarvan de Balfour-nota hoorde, zag men vreemd op. Men had de zaak heelemaal vergeten. Men wist niet dat Amerika door de rest van de wereld voor zulk een Shylock werd aangezien. Maar nu er over gesproken wordt, let us look into it", en laat ons dan eens even als mannen van zaken zien of het onbehoorlijk is als wij zeggen dat wij ons geld terug moeten hebben. Ten eerste was het geld, ongeveer 9i milliard dollars, aan Europa geleend, niet geschonken. Daar is na den wapenstilstand nog J milliard bijgekomen voor. overge nomen gebouwen, werven, inrichtingen en reusachtige voorraden aan voedsel enz., alles op crediet. De V. S. hebben die tien milliard in den vorm van Liberty Loansvan hunne eigene burgers geleend. Nu heeft Engeland door de Balfour-nota te kennen gegeven dat de Europeesche schul den aan Amerika eigenlijk wei geannulleerd konden worden, hoewel Engeland de eigen schulden aan Amerika stellig zou aflossen. Dat is te begrijpen, zegt men in Amerika. Engeland heeft er het grootste belang bij, het principe van de onaantastbaarheid van staatsschulden te handhaven, immers de Engelschen zijn nog steeds houders van tal van buitenlandsche fondsen. Engeland betaalt trouwens reeds interest op zijn schuld aan Amerika, is met aflossing, hoewel op nog 1) Hoofdredacteur van de New- York Tribune. ons. Een groot deel daarvan is zonder waarde, en verscheiden dingen mogen nog niet worden gezegd. Een ding staat vast: dat de eerste minister, van den beginne af der moeilijk heden, noch Sir Edward Grey, noch Lord Crewe hebben geaarzeld de vaste lijn te volgen, die zij zich eenmaal als richtsnoer hadden ge steld. Het bewegelijker deel van het minis terie, de Celtische, Joodsche en non-confor mistische elementen mogen tot het laatste toe niet zeker zijn geweest van hun weg, sinds de eerste minister de telegrammen rondstuurde aan de departementen van be stuur, om zich .gereed te houden voor den oorlog, heeft hij met krachtige hand de zaken geleid waar zij zijn uitgekomen. Is de oorlog goed aangevat? dit is een andere vraag. Had men de mannen bij de hand, die gebruik makend van wat vooruit was voor bereid dadelijk de rechte maatregelen wisten te treffen? Men had Kitchener, eigenlijk door een toe val, ter beschikking en men wendde zich tot hem. Toen hij in 1914 tot minister van Oorlog wcïd benoemd, was ik een van de weinigen die er spijt van hadden", zegt Margo t. Ik kende hem van mijn rncisjesjaren af en wist van zijn charme, maar ook van zijn beperkt heid. Lord Kitchener gaf niet om de plannen van anderen, en was niet lang genoeg in het land geweest om te weten wat daar had plaats gehad. Hij had het woestijn-oog, frank en heerschenu, en gaf daarmee de impressie van ten onverbiddeirjken wil en een alles vermo gend genie. Als reclameplaat voor de werving van troepen was hij onvergelijkelijk en de dienst dien hij aan Engeland heeft bewezen op het gevaarlijke oogenblik toen algemeene dienstplicht nog weerzin zou hebben verwekt, die dienst is met hoog genoeg te schatten, maar het Oosten had hem bedorven, hij kon niet met anderen samenwerken, hij wou alles op zich nemen; geniaal, ja, maar züu genialiteit strekte niet ver genoeg. W. . C. B Y v A N ;. K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl