De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 30 december pagina 10

30 december 1922 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 30 Dec. '22. - No. 2375 HISTORISCHE FILMBEELDEN (Verduurzaamde fantaisie-middelen) Onlangs hebben wij, op uitnoodiging van de vereeniging Nederlandsen Centraal Film Archief, eene vertooning bijgewoond van beel den,die door deze vereen! ging ingemaakt, opge slagen en bewaard blijven voor het nageslacht. Onze kindskinderen, die hunkeren naar de aanschouwing van de grootsche daden, waarmede wij, het voorgeslacht, hun het voorbeeld gaven, zullen gelukkiger zijn dan wij. Wij hebben geen levende beelden, die ons het verleden toonen. Wij hebben alleen min-of-meer levendig gestelde historieboeken, wij hebben schilderijen, prenten, en gravures, of, ten allerhoogste, een starren wassenbeelden groep in het een of ander stoffig panopticum ter leiding van onze fantaisie. Weliswaar zijn er loffelijke pogingen in het werk gesteld om, alsnog, beelden te doen herrijzen, maar, om verschillende redenen, laten de resultaten dier pogingen ons onbe vredigd. Zoo heb ik de De Witten zien om hals brengen op het Haagsche Binnenhof, op een wankel schavot van geschilderde lappen en latwerk, dat juist zówas opgesteld, dat de electrische tram-draden onzichtbaar bleven, en tevens het anachronistisch bord, waarop staat STOP, (Ter waarschuwing van Tramwagenbestuurders) en dat den beul tot eene weifeling had kunnen brengen, die den loop onzer historie belangrijk zou hebben gewijzigd. Zoo herinneren we ons een charge van zweetende en geschminkte Geuzen, die alle moeite deden om hunne kunstmatiglijk aan gebrachte baarden niet te verliezen. Zoo hebben wij allen bedriegelijk nage bootste Trompen en De Ruyters gezien of Willem de Zwijgers, die een broodje met ham aten tusschen twee repetities. Dit waren allemaal droevige pogingen tot herstel van hetgeen onze voorouders helaas verzuimd hebben, door in gebreke te blijven inzake het uitvinden van de bioscope. Zij hadden slechts wat schilders en teeke naars. Het mocht wat! Alsof wij die niet eveneens hebben! Kunnen wij niet naast Rembrandt en Hals stellen onzen Pieter van der Hem, schilder van het cabinet Cort van der Linden? Is daar niet Huib Luns, die in de plaats treedt van Pieneman en die groote gebeurte nissen op het doek heeft gebracht? Is niet Jan Steen waardig geremplaceerd door zeden-schilders als Is. Israels, Is. van Mens en Maks? Maar, bovendien, en boven alles, hebben wij niet onze bioscope? De demonstratie van het Ned. Centraal Film Archief toont ons, hoe deze beweging in de juiste banen geleid wordt. Daar liggen dan, ingemaakt en geconser veerd tegen den tand des tijds, in 's Rijks archieven, beelden als: Dr. A. Kuyper, in ge sprek met Jhr. Mr. van Karnebeek, burge meester van den Haag. (Toen wij dezen gracieuzen magistraat zagen bewegen, gingen, onwillekeurig, onze gedachten vol misprij zen naar het roerlooze portret van burgeIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIiniilil DE NIEUWJAARSWENSCH door H. G. CANNEGIETER meester Six, dat Rembrandt ons heejt nage laten). Louis Bouwmeester, zich schminkende. Voorts belangrijke gebeurtenissen, zooals den verkoop van visch te Scheveningen in 1914, of officieele plechtigheden als de opening van het Permanent Hof van Internationale Justitie. (Aangezien dit Hof permanent is, en dus zelf voor het nageslacht bewaard wordt, zou deze film eventueel uitgelicht kunnen worden). De Voetbalmatch Holland?Denemarken zal ons nageslacht opwekken tot navolging van hunne oer-overgrootvaders, die zulke ferme scheppers waren. Voorts zagen wij de drooglegging van de Zuiderzee. Wat is al dat schuimcnen golven niet indrukwekkend naast zoo'n dood zeegezicht van Van der Velden ! En dan i,e landschappen ! Dat is wat anders dan zoo'n Ruysdae!, waarop geen blaadje beweegt, hoor ! En de stadsgezichten ! We zagen o.a. Middelburg en Giethoorn. Pak maar in Bosboom. Zien we soms op uwe schilderij menseden voorbij fietsen, en slagersjongens lachen en wenken, naast de monumenten der Gothiek? - We herstellen zelfs nog voor een deel het verzuim der voorouders, door hunne monu menten te vereeuwigen. We zijn gewoonweg modelvoorouders. (Behalve natuurlijk wat onzen staatsschuld betreft, ma ar dat is van minder belang). Toen de demonstratie was afgeloopen,bleven wij nog lang in gepeinzen achter. Welk een terrein van actie ligt er voor deze jonge, energieke vereeniging open ! We doen slechts een greep uit de mogelijkheden tot het vast leggen van gebeurtenissen van blijvende beteekenis, die bij ons opkwamen. Welk programma zal men in 2023 afdraaien ? Wij geven onoerstaand lijstje in overweging : A. toekende persoonlijkheden. 1. Colijn, zijn groote ontwapeningsrede hou dende. (Sensationeel ! Spannend !) 2. Aaibarse en de arbeidswetten in Nov. 1918. Idem en de arbeidswetten in Nov. 1922. (twee deelen) 3. Min. van Eysselsteyn, gezeten op een muildier,een uitstapje makend in ue omgeving van Kaap-stad. (Lachen, lachen) B. Belangrijke gebeurtenissen. 1. Afvloeiing van officieren (wilde water vallen indrukwekkend)! 2. Inkoopen van bureau-behoeften door het departement van Buitenl. Zaken bij eeu Haagschcn kleinhandelaar (kostelijk "tafe reeltje). 3. Uitdeeling van ondersteuning'aan be hoeftige kunstenaars, (afgekeurd voor vol wassenen) C. Stadsgezichten en Natuurschoon. 1. De Dam in vogelvlucht, (schoone water partijen). 2. Voorbereidende werkzaamheden voor de ooische Electrische Tram. (afgekeurd voor kinderen. Ruw en grof). 3. Af braak van historische gevels. (Gooi- en smijt-film.) D. Grappige tafereeltjes uit nns Volksleven. 1. Rookende kinderen en Duitsche dienst boden. 1. Moord en berooving iu een sneltrein (beide aangekocht voor de jengdbioscoop) E. Leerzame films. 1. Het vervaardigen van valsche bank biljetten. KUNSTBRONS & METAALGIETERIJ DE KROON" HOUTMARKT 23 - HAARLEM Bronzen Beelden en Placquetten Uit het Kladschrift van Jantje 2. Het werpen met straatvuil. (typische tafereeltjes uit 1922) enz. enz. enz. N.B. Ds Directie zou zich, indien mogelijk, gaarne wijzigingen in dit programma voor behouden. MELIS STOK R Oude jaar savondzang 11)22. 'f wee-en-vijjtig Amsterdammers gingen in dit jaar weer heen. licrst hebt ge ze trouw gelezen en daarna.... (zeg nu niet neen) hebt ge ze, geheel verzadigd van geleerdheid en plezier, hard en wreed en oneerbiedig opgebruikt als pakpapier. Uren.. dagen.. weken.. maanden hebben wij ons uitgesloofd, twee en vijftig schoone nommers.... klaargemaakt en gaargestoofd. ' Nimmer ging uw postman, lezer, zonder blad uw deur voorbij, en hij bracht u gratis onlangs 't Kerstblad nog! van straf port vrij! Lezers, vrienden van de Groene, 'k Wensch U een gelukkig jaar! Wat het ons ook brengen moge, 't Uroene blad geeft commentaar! Commentaar in teekeningen, of dat men n ernstig schrijft.... Commentaar van vrije rijmers, dat hun toegerekend blijft....! MELIS S T o K E iiiiiniHumiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiit* Mi.ntiiifi. iiiiiiiiiiiimiii RIJM-KRONYCK ONZE NIEUWE ZELFSTANOIGHEIDS. POLITIEK Naar aanleiding vun de verklaringen van den Minister v. Bnitenl. Zaken Wij willen nu zelfstandig zijn, Neutraal is uit den booze. Wij gaan uit afgesleten woord, at bij vergeten leed behoort, nu maai' voor-goed eens loozcii ! Wij treden thans de wereld in met positief gebaren. Wij zijn niet meer ge-isoleerd en --? de minister heeft beweerd: at wij er wel bij varen. En mocht het nog eens oorlog zijn, dan blijven wij verstandig. Bedreigt een vijand ons gebied dan is ,,neutraal" de leuze niet, maar, dezen keer: ,,zelfstandig". Zoo doet de schipper aan liet nier het schip van staat laveeren. Hij weet met majestueus gebaar den steven thans te wenden naar dooi hem ontdekte sphcren. (Jok ik ga in mijn huisgezin tot nieuwen koers besluiten. ^ hHU^Jt^^vefy&ffl Wanneer mijn vrouw het personeel kapittelt, was 'k tot nog toe heel neutraal en bleet' er buiten. Mijn houding in een nieuw conflict zal echter zijn : zelfstandig. Gooit straks de meid den boel kapot, dan vlucht ik, doe mijn deur op slot en huud mij stil! at's handig! Wanneer men tusschen 't dreigen leeft van machten, zeer vijandig, dan noeme men zich niet neutraal.. maar, in diplomatieke, taal getransponeerd : zelfstandig. HUI Illlllllll Illlltllllllllll UI tlllllltlllllltl Mll En als een schrikkelijk conflict die machten op gaat zweepen, dan roep je, voor men je betrekt in 't bloedig pleit, het best direct als je bent uitgeknepen: ,,Neutraal, mijn vrienden, blijf ik niet, welnee, ik blijf zelfstandig! Maar als uw twist de lucht vervult, dan vraag i k niet,,,,wie heeft de schuld?"", doch wacht wie straks het hardste brult, om dan, als mijn belang het duldt, en van zelfstandigheid omhuld, mijn keus te doen. .!" Wat.. ? Handig ! ! M K L i s S i o K E Ook dit jaar hadden de verpleegden van het ,,correctie-huis" weder besloten, dat n hunner voor den Nieuwjaarsdag een vers zou maken voor den gestichtspredikant. En Frederik had de opdracht aanvaard. Hij was, met zijn geleerdheid, de aangewezen persoon. En spoedig had hij het vers dus reeds klaar. Op het fraai vel Oud-Hollandsch papier prijkte met kunstige sierletters: Gegroet, heer Leeraar, p deez' morgen, Onze wensch is taal uit 's harten grond. Dank, hartlijk dank, voor al uw zorgen, Steeds heuglijk blij v' u deze stond. Plant voort de zaden tot bekeering, Als zaagt Ge op 't geloofsgebed Reeds door uw prediking en leering Een mensch behouden en gered. U vloeie 't lieflijk Welkom tegen '. Nog tal van jaren worde uw woord Ons, en nog velen, tot een zegen, Geachte Leeraar, aangehoord. Leef lang! met uwe gade en kinderen, Als 't dierbaarst wat Gods liefde u gaf ! Niets moge in dit jaar u hindren, God zij uw aller steun en staf! Met voldoening las Frederik zijn vers over. Doch, al was de tekst goed gelukt, het moei lijkste kwam nog. Het ging voor een geleerd en kunstzinnig man als Frederik, die onder de verpleegden een naam had hoog te honden, niet aan, te volstaan met louter een bewijs van dichterlijke gave. Ook zijn overige vaar digheden moesten tot haar recht komen. Daarom nam Frederik zijn kleurkrijtjes, die hij altijd in een afzonderlijk doosje bij zijn bullen bewaarde en ging het vers omranden met een heerlijk spel van krullen en lijnen. Roosjes en vergeet-mij-nietjes stak hij kwistig in de zich rond de regelen windende slingers en- aan den voet van het vers zette hij op een daarvoor bizonderlijk aangelegd takje twee vogeltjes, aan eiken kant n. Oorspronkelijk had hij ze alsduivcn bedoeld, maar zijn hartstocht voor kleur niet kunnende bedwingen, verfde hij ze bont als parkietjes. Toch had hij de vogeltjes niet geteekend om der vogeltjes wil; het waren vogels geworden orndat een vogel een snavel heeft, waarin hij een briefje kan vasthouden. Het briefje, aan weerszijden door vogelbekjes omhooggehéven, wimpelde zich tot linten, die in kunstige kron kels elkander telkens weer vonden. En op de linten kwam iets, dat de bewonde ring zou wekken van Frederik's lotgenooten, die, eerbiedig, over den schouder het werk' van den kunstenaar volgden. Daar /mi bui ken, hoeverFrederik in geleerdheid het overig correctiehuis vór was. In -<lle t len, die hij machtig was, zon daar de zegenwensch prij ken : In het Fransen: Que Dien vons bénisse. In het Engelsen: God save vou. In het Duitsch: Der Herr se i mit llinen. Maar ook in het Spaansch. Want Frederik had in Mexico gezworven, ja, waar was hij al niet geweest? Maar ook in het Latijn. En in het Grieksch. Want Frederik had een klassieke opleiding genoten en nog was hij niet alles vergeten, al zou niemand in den schooierden voormaligen student in de rechten vermoeden. De beide mannen, die over zijn schouder keken, waren met eerbied vervuld en het stil zwijgen in het anders met woorden en kreten ontheiligd vertrek maakte den Oudejaars avond alleen reeds plechtig. 't Was Frederik of hij eenzaam zat in zijn cel. Zijn gedachten bepaalden zich geheel tot het papier, en de stilte van de eerbiedig zwij gende mannen achter hem veroorloofde hem de weelde,onder zijn werk voort te kunnen soezen. Na de bloemetjes en de kransen, de wimpels en de vogeltjes, die ze vasthielden, moest nu het meesterstuk nog komen, dat de kroon op zijn werk zetten zou. Boven den brief had hij ruimte gelaten en daar teekeude hij nu een schild, waarop het Veelheil en zegen"met den datum,,! Januari" zou prijken. En dit schild zouden vast houden.... twee engelen! Die engelen brachten de 'twee mannen, die over den schouder keken, maar ook den mees ter zelf in vervoering. Ze gaven zoo echt de Kerststeinming en de stemming van Oud- en Nieuwjaar. De ne van de toeschouwers had zelt jarenlang in den Nieuwjaarstijd met een Drie koningen-ster geloopen en onwillekeurig be gon hij de melodie te neuriën, die hij huis aan huis had gezongen, toen hij met zijn doch tertje te bedelen liep. 'i Was een eentonige melodie, die hoorde bij mist en sneeuw en bij donkere avonden, waarin stille lichtjes staan. Met zijn zware, verzopen stem neuriede hij, maar hij neuriede zacht, om den kunstenaar niet te storen. De kunstenaar staakte even zijn werk, om op een afstand den indruk van zijn schepping na te gaan. Ze waren best uitgevallen de beide engelen. Eigenlijk had hij teere, jonge meisjes willen teekenen, maar 't waren volle vrouwen geworden met geweldig dikke wangen en een geweldig rooden mond. Ook de armen en (Piuicli) beenen waren zeer vleezig, zoodat de vleugel tjes wel een heel zwaar gewicht te torschen zouden krijgen. Maar toen het geheel met echte vleeschkleur was bestreken, behalve dan natuurlijk het kuische gewaad, dat zich in bevallige lijnen om de heupen plooide, leverde het toch wel een soort hemelschen aanblik. Terwijl de kunstenaar op de engelen staarde, werd hem op eens bewust, dat ze op iemand geleken. Ja, 't was zijn eigen vrouw, zooals ze geweest was, voordat hij. . Zou ze nu heusch in den hemel zijn? Of zou ze nog leven? En waar zou ze dan wezen? Vreemd, dat hij daaraan nu zoo moest denken. 't Was of ze streng keek, zoo streng en toch lief, zooals ze dat dikwijls kon doen, wanneer ze, zonder iets te zeggen, liet merken, dat ze weer wist.... Hoe helsch was hij altijd ge worden om dat stil verwijt. Misschien was 't wel om dezen buk, dien hij nooit kon uitstaan, dat hij ten slotte was weggeloopen. Nu werd hij er heelemaal niet helsch om ! 't Maakte hem alleen bedroefd, maar wel pret tig bedroefd. Misschien kwam dit alleen maar, omdat het Oudejaarsavond was. Hij nam zijn potloodje weer op, want de teekeiiing was nog niet af. Hij moest het haar nog. Bruin natuurlijk, juist zulk bruin als heur haar had. En aan den kant, over de slapen, van die lukjes. Een scheiding in het midden. En dan zoo'.'i beetje gekruld over 't voorhooft.. Ze was toch wel heel mooi geweest. Zou zij, als ze nog leefde, dezen avond ook nog aan hem denken? Je hadt dit vaak, dat, als je zoo sterk aan iemand dacht, die andere dan ook aan jou dacht ! 't Kon best wezen. Veel heil en zegen !", schreef hij op het schild, maar nu dacht hij niet meer aan den dominee, doch aan haar. Hij had haar toch wvl veel verdriet gedaan, al was hij er behoorlijk voor gestraft. Eigenlijk vond hij 't nu wel prettig, zoo er voor gestratl te zijn. Zij had het niet gemakkelijk gehad, maar hij toch ook niet. IIIIIIIIIIIWIIIIIIII Illlllllll IIIIIII Illlllllll lllllllllklll De dochter des huizes: Dit is Pukkie, mama." De moeder: Een vriend van mijn dochter is hier altijd welkom, meneer... e ... e ..." h,^.v?, ,?. De dochter: Nou vooruit, -suftert! Je hebt toch nog van sfapL,| ,( ,_ wel 'n andere naam ook?" Alles kwam hem te binnen: hoe hij langza merhand was verloopen zonder er eigenlijk iets aan te kunnen doen. Hij had het zoo dik wijls beproefd, maar altijd weer, altijd weer kwam de val en 't werd hoe langer hoe erger. Zijn geld weg en toen dat bedrog en de vlucht en het harde zwerversleven in Mexico; de wanhopige pogingen om het verloren bestaan te herwinnen, maar altijd weer, altijd weer die onoverwinnelijke drankzucht ! De zwarte oogen van het rond en vleezig gezicht met de bruine lokken keken hem aan, maar zóhadden ze hem nog nooit aange keken. Alle strengheid was er uit, of, was er nog wel in, maar was anders geworden, 't Leek een verstard medelijden; 't was of die oogen met een oneindige gedachte aan hem, een gedachte vol deernis, zówaren blijven staan, voor goed. Ze trokken hem, deze oogen, ze trokken hem voorover. Hij voelde alles in hem, al zijn leed, al zijn wanhoop en wroeging, al zijn ver kropte liefde ook van jaren en jaren, toevliegen op die oogen, er in wegzinken, er in op gaan. Een vreemde streeling kwam over zijn hoofd, een behaaglijke bevrijding verkwikte zijn hart. Vergeven, dit spraken die oogen, ver geven was alles; vergeven voor goed, en er bleef niets dan wat altijd geweest was: on uitputtelijke liefde. IX' Oudejaarsklokken begonnen te luiden en nog altijd zwegen de beide mannen, die in hun eigen gedachten verdiept, het werk van den kunstenaar volgden. Frederik schrok op uit zijn zaligheid: een traan was op het papier gegleden en had zijn arbeid bedorven juist waar de begin letters van het vers, sierlijk gekleurd, de heilbede vormden: (ïod spare u nog lang \ l lij haastte zich om, voorzichtig, de vlek nog van het kunstwerk te verwijderen. (Passing Show) De r ij k e r e e d e r : gegeven, Willem. Dit goed Je hebt de verkeerde champagne gebruiken we als er een schip Mij bevalt '. huis vrouw zal bevallen". Neem 't, meneer neem gemakkelijker een nieuwe vrouw dan een nieuw huis". best, maar ik weet niet, of 't mijn 't! U vindt tegenwoordig D e b edel a a r: Heef u nvssclik'n u porlemenee verlore, meheer?" D e h e e r (voelt in ui :ijn zakken): E. ... e. ... -- nee!" De bedelaar: Dan kan u misschien wel 'n kleinigheid voor me misse."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl