Historisch Archief 1877-1940
30 Dec. '22. - No. 2375
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HUISHOUDEN
TWEE DAGEN.
Een curieus boekje van HENRIETTE FÜRTH
kwam mij dezer dagen in handen, getiteld:
Der Haushalt vor und nach dem Krieg.
Dargestellt an Hand eines mittelbürgerlichen
Budgets. Oustav Fischer, Jena 1922. Het
is een boekje, dat ik in handen zou
wenschen te zien van alle Hollanders,
die met min of meer openlijk gedemonstreerd
genoegen prat gaan op de ,,koopjes" in
Duitschland gehaald, die hun in Holland
gebleven familie verheugen met eindelooze
verhalen over de verbazingwekkende
goedkoopte van het leven in Duitschland. Ik zou
't in handen wenschen te zien van allen, die
met gesloten oogen gingen door de straten
der steden, waar de arbeiders, maar vooral
waar de middenstand haar woningen heeft
en die niet zagen de steeds zorgelijker rimpels,
welke zich griften om den mond van vrouwen,
en moeders, die niet zagen den steeds
loomeren gang van mannen en vaders.
Henriëtte Fürth, in Duitschland een der
vooraanstaande sociaaldemocratische vrouwen
die zich reeds sinds lange jaren bijzonder
interesseerde voor de plaats, welke de vrouw
in economisch en sociaal opzicht in de maat
schappij inneemt, heeft aan de hand van
een zeer nauwkeurig gehouden huishoudboek
een brochure samengesteld, welke een con
sciëntieus en volkomen waarheidsgetrouw
beeld geeft van de ontzaglijke vermeerdering
der onkosten voor levensonderhoud in de
jaren na den oorlog. Het werkje is geheel
gebaseerd op de werkelijkheid: hypothesen
vinden er geen plaats. De schrijfster waar
schuwt echter in de inleiding ervoor, dat de
hier gegeven cijfers slechts gelden voor
huishoudingen, welke evenzoo spaarzaam
en met overleg worden gevoerd, als de
huishouding, waaraan de cijfers werden ont
leend. Immers de huisvrouw, die hier aan
het hoofd stond, was terdege opgeleid voor
haar beroep, zoodat ze in staat was met be
trekkelijk geringe middelen, door zeer ratio
neel te werk te gaan, de slechte tijden het
hoofd te bieden. Het overgroote deel der
huisvrouwen heeft echter tot nu toe een
dergelijke opleiding ontbeerd, zoodat in verre
weg de meeste gevallen van economische
huishoudingsmethoden geen sprake is. Daar
enboven was de huisvrouw in staat eenige
voorraad op te doen, boonen, groenten en
vruchten in te leggen en op tijd schoenen,
kleeren, enz. aan te^schaffen. Dit was mogelijk,
omdat de vrouw de inkomsten van den
man, die ambtenaar is, door naaien kon
vermeerderen, zoodat ze in gunstiger voor
waarden verkeerde, dan die huisvrouwen,
die alleen op loon of salaris zijn aangewezen.
Immers loon of salaris worden pas dan
verhoogd, als de duurte reeds een tweede
stadium is binnengetreden, zoodat de ver
hooging reeds zijn beteekenis heeft verloren.
En vooral renteniers en gepensioneerden
verkeeren in veel ongunstiger omstandigheden,
kunnen in geen enkel opzicht er aan denken,
eenigen voorraad op te doen.
De schrijfster legt er den nadruk op, hoe
't noodzakelijk is, dat ieder meisje een
behoorlijke technische opleiding ontvangt
voor het beroep van huisvrouw. Er dient een
vervolgklasse aan de scholen te worden
in het leven geroepen, waar deze inleiding
tot het verplichte onderwijs behoort.
Een tweede oorzaak van oneconomisch
huishoudelijk beleid ligt hierin, dat de jonge
menschen niet aan sparen worden gewend.
Voor ze getrouwd zijn, dragen ze zoo goed als
niets bij aan de huishouding, terwijl ze evenmin
eraan denken iets van hun salaris ter zijde
te leggen, eventueel voor hun toekomstige
huishouding meubelen, linnengoed e.d. te
koopen. Het geld wordt uitgegeven voor
bioscopen, zijden kousen, sigaretten en later,
als ze eenmaal getrouwd zijn,willen ze deze
genoegens niet laten varen. Door deze op
vattingen ontstaat een gemoedslcegte, welke
een groot gevaar voor het komende geslacht
beteekent. En de schrijfster dringt erop aan,
dat cultuuronderwijs zal worden gegeven,
dat deze gevaarlijke.tendeuzen helpt beperkan.
(Ik vrees, dat de resultaten, door de schrijfster
hiervan verwacht, vrijwel nihil zullen zijn.
Van buiten aangebrachte cultuur, die niet
innerlijk wordt beleefd, waaraan boven
genoemde categorie ook blijkbaar niet de
minste behoefte gevoelt, zal niet in staat zijn
een zielstoestand te verbeteren. Als ooit
een mensch voor verbetering vatbaar is !)
Tenslotte komt de schrijfster met liet voorstel
een andere wijze van salarieering in te voeren.
Op het oogeiiblik is het voor den werkgever
in Duitschland voordeeliger ongehuwde ar
beiders in zijn dienst te hebben, dan gehuwde,
waar voor ieder kind een toeslag moet worden
ituiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiitiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii mttiiiiitiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiitiimiiiiiiitiiiiiitiiiiiiiiiiiiti
weer eens een beknopt overzicht te hebben
van het wonderlijk werk van sommige
uitheemsche mierensoortcn. De auteur van
dit boekje vertelt dan ook heel interessant
van de mieren die zwammen kwecken, van
de houders van levende honigvaten, de
graanNOG MEER BOEKEN
KLEEDING VAN DE MAAND
Teekening voor de Amsterdammer" van
M ar iet j e Heyligers
Voorbij de Decembermaand, het jolige
,St. Nicolaasfeest, de donkere dagen vór
"Kerstmis, de stralende Kerstdag met zijn
tintelend rood, zijn levend groen, zijn vlam
mend kaarslicht. Wij staan voor den
Oudejaarsdag, een dag van verdieping, van
nadenken, van sombere stemming. Onmo
gelijk hem vroolijk uit te leven, 't Is of een
geheimzinnige sfeer ons omgeeft. Heeft het
scheiden van den ouden tijdkring zooveel
beteekenis? Is 't wellicht door het onzekere
van den stap in de nieuwe tijdruimte?
De Oudejaarsdag! De Oudejaarsavond !
Die laatste jaarsavond, waarop wij ons een
geheel jaar voor den geest halen. Tasten
sombere herinneringen aan het afgeloopen
tijdperk ons eigen leven aan, hebben wij zelf
tegenspoed, teleurstelling of leed ondervonden,
dan ontkomen wij zeker niet aan de macht
van den Oudejaarsavond. Maar ook al hebben
we persoonlijk reden tot dankbaarheid, tot
blijdschap wellicht, al zit ge in grooten of kleinen
familiekring op den Oudejaarsavond bijeen
in vroolijken kout, dan nog bekruipt u op
't onverwachtst het leed van uw vrienden
en van zooveel anderen wier leven zwaar
en moeilijk is. Ge weet, hoe droef deze avond
is voor enkelen die uw levenspad kruisen en
te midden van scherts en lach staart ge in
't wijde, er is iets dat u voor eenige
oogenblikken onttrekt aan het gesprek dit uw oog
benevelt.
't Is de sluier, die zweeft over den Oude
jaarsavond. Ze dartelt met ons in weemoedig
gespeel en plots wikkelt ze ons in haar plooien
en vertroebelt onzen blik totdat wij ons ter
ruste begeven.
Dan ontwaken we op den Nieuwjaars
morgen. Blijde dag van verjonging, ver
nieuwing met zijn toekomstbelofte: kan
Lente verre zijn?" De druk van den vorigen
dag is in den nacht van ons weggenomen,
de sluier is verwaasd, de lucht onbewolkt,
de atmosfeer rein. Toen we jong waren,
begonnen we het jaar steeds met de beste
voornemens. Je wilde al je fouten verbeteren.
een nieuw leven beginnen. Op den eersten
dag van 't jaar straalde het innerlijk in je
van geluk, alleen omdat je het goede wilde.
Latere jaren leerden dat eiken dag gelegen
heid tot zelfopvoeding geeft. Maar de Nieuw
jaarsdag boet daardoor toch niets van zijn
ongerepte schoonheid in. Geen vrees voor
het onbekende zelfs, kan dien dag benevelen.
Hij heeft zijn eigen zonnekracht, en die
dringt door tot in het kleinste stulpje, het
smartelijkste ziekenvertrek, waar geluk en
voorspoed" klinkt en geloof vindt.
De eerste dag van het jaar stelt zijn eisenen
van vernieuwing ook aan ons huis, onze kamer.
We verplaatsen het een en ander, zetten
frissche bloemen neer, brengen iets
verzorgdeigens in onze omgeving en.... we hangen
onzen nieuwen kamervriend, den
wandkalender op. Een oogenblik blijft de oude nog
in onze handen, 't Valt moeilijk er van te
scheiden. Hij was zoo mooi van kleur, deed
zoo goed op ons behang. Wij zullen ook het
schildtafreel missen: een stoere mansfiguur,
sterke reus, zittend in een bootje te midden
van de geweldige branding der golven, waarin
hij met krachtige hand den roeiriem stoot.
Twaalf maanden lang hebben wJj den man
zien worstelen met het hoog opgestuwde
water. Drie honderd vijf en zestig dagen zijn
wij vrienden geweest. Wij hebben dagen
gehad van zoo goed elkaar begrijpen. Nu
raakt hij als zoovelen uit onzen gezichts
kring ! Een nieuwe wandplek komt onze
waardeering vragen.
Zoo is in en om ons een juichtoon van be
loften.
Heerlijke Nieuwjaarsdag !
E L i s. M. ROGGE
Avondtoilet van ivoorkleurige Crépe de Chine.
Versiering met kantstof, wir-gitten kraaltjes
en smal lint.
IllllllllllllllllllllllllllllllllllltllMIIIIIIIIIIIIIIIIIMtlUllMllllllllllll MUI
betaald. Er dient een toeslagfonds te worden
geschapen, waaraan iedere werkgever, in
verhouding tot het aantal arbeiders, dat hij
in zijn dienst heeft,bijdraagt, leder werkman
ontvangt een minimum, voor levensonder
houd noodzakelijk, de gehuwde arbeiders
ontvangen hun kindertoeslag uit bovenge
noemd fonds. Dan is het den werkgever
onverschillig, of de arbeider geen of tien
kinderen heeft, hij heeft slechts het loon te
betalen, dat de bestaansmogelijkheid van
den arbeider verzekert, alleen verschillend
naar gelang van de prestaties van den arbeider.
Het boekje wil dus deze drie dingen be
wijzen :
1. dat de geheele levensstandaard van het
Duitsche volk schrikbarend is achteruit
gegaan en steeds sneller de grens nadert,
welke Rübner het physiologische minimum
acht (60% van het normale verbruik tijdens
den vrede).
2. dat deze ondergang eenigszins kan worden
beperkt door het voeren van de huishouding
op economische wijze, slechts dan mogelijk,
als de huisvrouw een opvoeding in die richting
heeft ontvangen en door het nemen van
maatregelen, waardoor de volksopvoeding
wordt behartigd.
3. dat noodzakelijk is een verziende
loonen salarispolitiek.
Uit hare onderzoekingen is 't de schrijfster
gebleken, hoe ontzettend ten gevolge van
ondervoeding de tuberculose toeneemt. In
April '22 werden 5467 leerlingen van
volksen middelbare scholen onderzocht. Het bleek,
dat 31 % in hun beroepskeuze beperkt
waren, omdat ze geen beroepen mogen kiezen,
waar groote lichamelijke vermoeienis, een
zittende levenswijze, stofontwikkeling, tem
peratuurwisseling e.d. aan te pas kwamen.
4.3 0 hadden zwakke of zieke longen, 1.8 0
hadden reeds tuberculose, 2.4°0 hartziekten.
Dat zijn de kinderen, die in 1914 bij het
uitbreken van den oorlog naar school gingen
en Paschen 1922 werden ontslagen. Dat zijn
de kinderen, die in hun groeitijd geen melk,
geen meel, vleesch of vet kregen, de komende
generatie. Bijna een derde is reeds bij den
aanvang van hun beroepsopleiding in hun
keuze beperkt, bijna een vierde is niet in
staat zich lichamelijk in te spannen. We
kunnen in de verte iets begrijpen, wat deze
kinderen tekort zijn gekomen, als we alleen
maar reeds de enkele tabellen vergelijken,
waarop de uitgaven voorde allereerste levens
behoeften van het bovenbedoelde gezin
zijn genoteerd. Een blik op de staten van
het Ie kwartaal 1914 en van het Ie kwartaal
1922 zijn reeds voldoende:
Reeds uit dit enkele tabelletje blijkt, hoe
zeer de levensstandaard van dit, in de gunstig
ste condities zich bevindend gezin, is ver
minderd. Soms wordt 10, 14 maal zooveel
uitgegeven als in 1914, terwijl in de verste
verte de quantiteit noch de qnaliteit wordt
benaderd.
KWARTAAL 1914.
Aantal der
vcrplegingsdagen
Zwart brood
Wittebrood
Vleesch
Worst ham
Vet
Boter
Eieren
Melk .
Suiker. .
Meel, enz . .
Peulvruchten
Vruchten
Aardappels
630
Uitgaven
Mark Pf.
29
55
1 78
40
6
46
74
62
9
45
2
51
44
86
69
28
44
94
77
64
40
84
28
75
65
Per hoofd
en per dag
Mark Pf.
0,05
0,09
0,28
0,06
0,01
0,07
0,12
0,10
0,015
0,07
0,03
0,08
Hoeveelheid
Stuks, Liter
K.G.
i 105
i 79,8
99,3
:' 20,1
4,6
19,6
' 997
272,3
21,4
109,1
6,35
162
Per hoofd
en per dag
(ir.
167
127
158
32
7
31
1,6
0,4
34
173
10
257
I. KWARTAAL 1922
immuun iiiiiiiiiiiiini
VRUCHTE3TKOEKJE3
VAN
SIPKES - HAARLEM
gijn voortreffelijk van kwaliteit
en aangenaam van smaak
Aantal der uitgaven 1 Per
verplegmgs M . pf ihootd en
dagen Mark h *' ! per dag
Zwart brood
Wittebrood . .
Vleesch
Worst, ham
Vet . .
Boter
Pieren
Melk
Suiker
Meel, enz. . .
Peulvruchten
Vruchten
Aardappels . .
486
.voor brood,
margarine
.melk ....
562
'
?
741
290
1886
607
987
363
549
786
249
84
62
592
50
20
70
30
70
05
10
20
70
50
65
1,32
0,60
3,88
1,25
1,76
0,75
1,13
1,40
0,51
0,17
0;12
1,22
Uitgaven
in verhou
ding tot
1914
2640
666
1 386
2083
17600
1071
942
1400
3400
243
3000
1525
Hoeveel
heid Stuks,
Liter, K.O.
113
22,55
55,5
12,4
19
4,17
170
35,75
20
5
5
23,6
Per
hoofd en
per dag
201
46
114
26
34
()
0,35
0,064
41
10
10
48
Hoeveel
heid in ver
houding tot
1914
120
36
72
81
486
30
25
16
120
6
15
ZONEI
EETKAMER 525.
SLAAPKAMER. . 590.
HEERENKAMER f 515.
Eigen Fabrikaat Speciale Ontwerpen
Terecht besluit de schrijfster:
Unsere Arbeit, natte sich die Aufgabe
gestellt, am lebendigen Beispiel die
tiefgreifenden Wirkungen des Krieges und der
Nachkriegszeit auf ,die Lebenshaltung und
Haushaltfülmmg der Massen darzuttm.
Es ist mehr daraus geworden: die Tragédie
eines Volkes, das zum Tode verurteilt ist,
wenn man ihm nicht in zwólfter Stunde zit
Hilfe kornuit." Ro VAN OVEN.
iiiiimtiiiiiiiiiiiiiiii.iiiiiiiiniiiiii
POT EN KETEL
Onlangs werd, in den verkiezingsstrijd,
het ouderwetsche spreekwoord te berde ge
bracht: de pot verwijt den ketel dat hij
zwart ziet.
Ouderwetser), verouderd, wat den letter
lijken zin betreft ! Waar zijn, in de
Nederlandsche huishoudens, de ijzeren potten en
dito ketels gebleven? Als kinderen zagen wij ze
in de keukens onzer ouders of grootouders;
daar hingen ze, door middel van een ketting
aan een in den open schoorsteen vastgemaak
te ijzeren staaf. Een enkel maal, b.v. als wij
trachtten aan Sint Niklaas onze wenschen toe
te roepen, waagden wij schoorvoetend een
blik in die donkere hoogte, waar alles zwart
was, zwart en nog eens zwart. En 's zaterdags,
als al het overige keukengereedschap glim
mend blank gepoetst werd, dan werd daaren
tegen de zwartheid verhoogd van den pot,
waarin aardappelen en kool enz. werden
gekookt en den even grooten ketel, waarin
altijddoor warm water was, met een paar
daarin rondzwemmende gortbussen.
Omstreeks de helft der negentiende eeuw
heeft deze inrichting meer en meer plaats ge
maakt voor fornuizen en kookkachels. Het
gebruik daarvan bracht mee dat de
sclioorsteenen gesloten werden met ijzeren platen,
waar de kachelpijpen doorheen gestoken wer
den
In de eerste uitgaaf van het bekende kook
boek van Davidis is nog sprake van eetwaren,
die, in bedoelden ijzeren pot, werden
,,overgehangen". In latere edities - - er zijn er twaalf
geweest - hangt" huisvrouw of keuken
meid in Nederlandsche stadshuizen nooit
meer iets over". Misschien gebeurt dat
alleen nog in afgelegen boerenwoningen.
Intusschen heeft het spreekwoord niets
van zijn populariteit verloren. In de taal
leeft de figuurlijke beteekenis nog voort
nadat de letterlijke aanleiding verdwenen is.
De beeldspraak is, bij haar ontstaan, z
raak geweest, dat zij zich een blijvende
plaats in 'r spraakgebruik, veroverd heeft.
De volkshumor had geen sterke inspanning
noodig om zich zoo'n ijzeren pot voor te
stellen: op drie pootjes, met opgestoken
hengsels verwijtend tocstappend op een dito
ketel, die onbeweeglijk op zijn platten bodem,
met minachtend gebaar van zijn tuit, de
averechtsehe complimenten aanhoort. II u'y
a que la véritéqui blesse. Zwijgen is in zoo'n
geval het wijst.
Zou het, eer de laatste potten en ketels van
de oud-roest-markt verdwijnen, voor een
lustig (tekenaar niet een dankbaar onderwerp
zijn, zulk een tooneeltje eens in beeld te bren
gen?
Maar zou hij dan niet zijn vingers voelen
tintelen om daaronder b.v. twee dames, in
even korte rokken, te leekenen, waarvan de
ne van de andere beweert dat die zoetjes
aan te oud wordt om ze te dragen?
Er zijn altijd menschen die zich geroepen
voelen, elkaar omtrent dergelijke dingen de
waarheid te zeggen" !
G I: E R T R t: I D A C A K E L S E N
iiuiiiiiiiiiiiitiiimiin
Eersteen Meulenhoff-boekje: De Wijsheid
der mieren, door prof Dr. Fr. J. J. Buytendijk.
Iedereen kent tegenwoordig deze soort van
boekjes, die soms den indruk wekken, als
waren zij alleen geschreven om de illustraties.
Dit nu is hier niet het geval. Wel krijgen
we eerst een zeventig prentjes -van allerlei
herkomst en allerlei verdienste. Sommige
cliché's zijn al aardig versleten, maar daar
staan tegenover de waarlijk prachtige foto's
van Pater Wasmann. Ook sluiten wij ons
gaarne aan bij den lof, die Prof. Buytendijk
dezen grooten mierenkenner toezwaait, die
niet alleen de wetenschap met talrijke mooie
ontdekkingen heeft verrijkt, maar ook den
stichter genoemd mag worden van de
Limburgsche school, die het onafzienbare veld
der entomologie zoo vlijtig beploegt. Een
dier Limburgers, ook een pater, de heer H.
Schmitz S.J. heeft ons een standaardwerkje
gegeven over de Nederlandsche mieren,
dat iedereen, die wat meer van deze w
nderbeesten wil zien en weten, prachtig op weg
kan helpen.
Het is nu al een halve eeuw geleden, dat de
mieren wat hun wijsheid betreft ernstig op
den tand zijn gevoeld door John Lubbock,
de latere Lord Avebnry en zij kwamen er niet
al te bestaf. Verscheidene on derzoekers hebben
Lubbocks werk voortgezet en in den laatsten
tijd wordt op dat gebied alweer bijzondere
werkzaamheid aan den dag gelegd onder lei
ding van Brun. Het is wel prettig, om nu ook
Kievitman
(Uit Burdet's Stereoscuopplaten)
zamelaars, de slavenhouders, de veehouders
en van de geduchte trekmieren. Vanzelf komt
hij natuurlijk tot bespiegelingen omtrent ver
stand en instinct en levensbeschouwing en
dan, dan gaat het los op Darwin eu erger nog,
dan wordt de wetenschap bankroet" ver
klaard en de evolutie een klad aangewreven.
Eigenlijk zijn dat wat forsche geluiden
voor zoo'n klein en noodzakelijkerwijs toch
oppervlakkig boekje, dat in handen komt van
veel eenvoudige lezers, die eigenlijkniet weten
hoe het thans met de wetenschap staat en
die zich wel eens zouden verontrusten. Wij
ouderen zijn vroeger als zoo eens opgeschrikt
door Brunetière's Faillite de la Science,
maar hebben gezien, dat de wetenschap kalm
haar weg ging van triomf tot triomf en ik
zou ook zeggen steeds tot dieper ootmoed.
Wat evolutie betreft, het hecle boekje zit
er vol van, ook zit er neo-laniarckisme
in, maar dat heeft de auteur in het vuur van
zijn ijver wellicht over het hoofd gezien,
evenals de nog al groote hoeveelheid spel
en drukfouten. En het Darwinisme is ook nog
niet heelemaal dood. Daarover is een aardig
hanengeveeht geleverd op de laatste bijeen
komst van de British Association te Huil
en daar werd in het slotwoord het begrip van
uatuurkeus beschouwd als een truisme"
Daar waren echter een groep geleerden met
Prof. W. Johannsen aan het hoofd, die zich
omtrent het wezen der evolutie plaatsten op
een zuiver agnostisch standpunt. Wij weten
het nog niet." Dat doet mij weer denken aan
Fluxley en aan het beroemde ignorabimus"
dat Du Bois Reymund voor veertig jaren zeide.
Om al deze dingen vond ik prof. Buytendijk
in zijn beknopt Hei d een beetje voorbarig.
Als ik hierop dieper moest ingaan, dan zou
ik geweldig in den walm van mijn studeerlamp
komen te zitten en daarom grijp ik maar gauw
naar een boekje van een uominé, die me
weer in de fnssdie lucht brengt bij de kieviten
en tureluurs, de kemphaantjes en de grutto's.
De foto's hierbij gereproduceerd konde.i
illustraties van het boek zijn, maar hij heeft
zich vergenoegd met een hontsnee van een
kemphaan, wat kleine penteekeiiingen en dun
nog een kieft op den omslag. Het boek heet :
.,H-'«ur LIC n-iaeii yiiciien en ai Wutacn
kl/'tscn en is van denzelfden R. J.
STOPIM-:I.AAR 1) van wien ik vroeger de Glinsteringen
van het Jaar" besprak. Het is alweer een
verzameling van opstellen in het Vaderland en
laat n leven en genieten van het natuurschoon
in de streek der Friesche meren. De gezonde
Soms loopt de litteratuur een beetje met hem
weg, maar dat kunnen we best verdragen want
\ aak bruigt ze hem weer tot zeer fijne en
frissclie nevensteiüngeu. A's hij het over de
leeuwerik heeft dan komen natuurlijk
onmiddelijk Sheüey en Sbükespeare er aan te
pas,maar dan bedenkt hij zich even en vindt
dat de gewone uaieve Fries al even ontroerend
mag heeten met zijn: ..Hark de Ijurkjes es".
Prettig zooals af en toe de Friesche taal te
voorschijn komt. Een woordenlijstje achterin
helpt u de beteekenis vinden, dat is ook veel
aardiger dan noten i.nder aan de bladzij.
Dit boek bevat geen hautes theories"
waar Fabre in zijn onwetendheid zoo gaarne
den draak mee stak. Maar het jaagt u de deur
uit, in alle weer en wind, al was het alleen
maar om te onderzoeken, of buiten Friesland
ook al die heerlijkheden te beleven zijn.
Gelukkig wel.
J A c. P. T H ij s s E
Kievit wij f je
(Uit Kiinlet's StereosaiopplatL'n)
idylle ligt er dan [ook dik op. Ook ^de Friesche
menschen komen behoorlijk tot hun recht en
ik denk wel dat we Maaike en Sijtze al spoedig
zullcii nntiiiueten in de leesboeken voor
onze scholen, hetzij dan lagere of middelbare.
1} Uitgegeven door llaga", den Haag.
Nit-ts IK --taal t-r dat lit-u-r is dan
SI.MU'.Ï I.niiiiK-iit. Stitl de piin
-nrl t-n xfkti. Hemelt lift in
X< T(.-c(llu-iti vi'or Kheunialiek.
Xc-mah4!r, I^hia--.
Yrr^tnikin;;cn t-ii amU-rc piim-n. Dringt
duur y.undrr inwrijvtii.
L'rija.f. 1.
SLOANS
Liniment