De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 6 januari pagina 12

6 januari 1923 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

J. H. DE BtHS - PRENTKÜH8T HAAKLEM, 60 Kruisweg. Expositie FRANS MASËREEL Uit het KUxdschrift vanjant/e DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 Jan. '23. No. 2376 HONGERENDE KUNSTENAARS Gul gezinde'landgenooten Doet iets voor uw kunstenaars, Bij die zwijgers zijn de duiten En de spaarbankboekjes schaarsch. Helpt ze door de barre tijden Nu de Staat dat niet meer kan. Steunt ze als de werkeloozen Anders komt er onheil van. Zonder honger-demonstraties, Zonder dringerig misbaar, Zitten ze in koude huizen Stil te lijden hier en daar. Ziet hun vroegere stillevens" Watertandt men er niet van? Jammer dat de bleeke schilder Zoo een doek niet lunchen kan. Ziet hun frissche aquarellen: Appel, perzik, peer, banaan, Maar als sappig nagerechtje Hebben ze daar weinig aan. Ziet hun lieve binnenhuizen" Altijd staan de kachels rood, En terwijl ze dat zoo schildren Gaan ze zelf van koude dood. Hoe romantisch zijn hun jasjes, Artistiek en van fluweel, Overmoedig en geestdriftig.... Maar daar onder zit niet veel. Leege magen, leege beurzen, Honger, armoe en getob, Gtilgezinde landgenooten Beurt de kunstenaars wat op. J. H. S p E E N H F F _JL.. l ivewpAT'e QSillSïHüiTiWtfiw' GARDE-ROBE-SCHETSEN mBAMK foor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: VGEAYENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWLJK, UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in Indië: BATAYIA, SOERABAYA, 8EMABANG, BANDOENG, MEDAN en WELTEVREDEN IIIIMIIHIIIIIIIII1IIIIII -< « EEN AFSCHUWELIJKE COMPLICATIE Kt t Toen Hansje een jaar oud werd, kwam er een bouquet van onzen ouden vriend van Haastert. We waren er zeer ontrcerd door. Zoo'n oudt vrijgezel ook, die aan een jongetje van n jaar bloemen stuurt. Och-gut!" zeide ik verteederd. Eigenlijk is het een beleefdheid voor mij, . legde mijn vrouw uit, hij eet hier elke week !" De dag bracht nog meer emoties. Des middags werd een prachtig wollen broekje gebracht namens Juffrouw Tiel, de gezelschapsdame van tante Henriette. We waren, weer, zeer ontroerd; zoo'n oud mensch ook, die zelf een broekje maakt voor een jongetje van n jaar! ,,Och-Heere !" zei mijn vrouw verteederd. We hebben haar laatst toch ook een broche gegeven, toen ze 25 jaar bij tante was !" herinnerde ik mij. Een broche is geen broekje !" besliste mijn vrouw. Mijn vrouw raakte niet uitgepraat over het broekje. Toen ik 'smiddags thuis kwam vertelde ze mij, dat ze de bloemen van van Haastert aan juffrouw Tiel had gestuura; met een kruier, en in htt oorspronkelijk papier van de bloemenwinkel. Belachelijk !" smaalde ik. Ten slotte waren het toch mijn bloemen !' riposteerde mijn vrouw. Tante Henriette had een hoogroode kleur. rZételefoneerde met haren neef van der tóeer, die directeur der directe belastingen en accijnzen is. ?JJk zou je graag spoedig spreken !" zeide ze" iènuwacntig. Van der Meer ging eeri half uur vroeger II. DE SMOKING. De smoking is de goede vriend uit onze garde-robe. Hij is het feestjasje. We maken met hem aangename gedistingeerde uurtjes door. Op onze eerste smoking zijn we ongeveer even trotsch als op onze eerste lange broek. Hij verhoogt onze waarde. We hebben hem gekregen in de hoogste klasse van H. B. S. of Gymnasium, en we zijn er -dan in onze eigen oogen man van de wereld mee geworden. We beginnen dan eenige neiging te vertoonen hem te pas en te onpas te aragen, bij,v. bij komedie's die niet zoo erg mondain zijn, ot bij tamelijk eenvoudige dineètjes bij families. We dragen hem dan met het gevoel van aan komend man van de wereld. Onze bewegingen zijn in onze eerste smokings ook een beetje gemaniereerd, en er zijn menschen die dit bij net dragen van dit kleedingstuk nooit ver liezen. Er zijn er bij wie het air van te weten hoe het hoort, nooit afgaat. Er is geen kleedingstuk dat zoo den man van de wereld maakt als de smoking. Er behoort dan voor het de corum eigenlijk een zilveren ot' eventueel een gouden sigarettenkoker bij, vooral in de pauze bij Fransche voorstellingen waar de smoking de rigueur is. Ook bij opera's behooren smo kings. Bij alles in vreemde talen behoort hij eigenlijk. Hij geeft buitenlandsch cachet. We nemen hem zoo graag mee op reis, als w^ reizen in hotels, waai je niet anders dan in smoking eet. Dan raken we een paar weken familiaar met hem, en krijgen de handigheid hem in een kwartier tijds aan te trekken. Hoe minder we hem dragen, met zooveel te meer plechtigheid kleeden we er ons in. In periodes dat we hem maar een keer of vier in het jaar aan hebben, vinden we het zelfs een aad. Dan zijn we bij het aankleeden min of meer dan anders van zijn bureau weg. Hij liet zich met een zuchtje van welbehagen in een van tante Henriettes diepe fauteuils zakken. Waar kan ik je mee van dienst zijn, lieve nicht?" informeerde hij. Tante Henriette gaf een wenk aan Juffrouw Tiel. Deze verliet met neergeslagen oogen en t'elroode koontjes het vertrek. Toen de etir achter haar gesloten was, en zij haar oor aan de buitenkant tegen het sleutelgat had gevlijd, haalde hare meeste res uit haar taschje een visitekaartje, en schoof dat haren neef toe. Deze zette een Icrgnet op, en las: Mr. C. F. P. VAN HAASTERT Inspecteur der directe belastingen en accijnzen Daaronder echter, stonden, in potlood ge krabbeld, de volgende woorden: vuur ;ijn mollige scliattcbuutje. Van der Meer keek op en fronste e wenk brauwen. Heb jij dat gekregen r" vroeg hij streng. Tante Henriette maakte een afwerend ge baar. Fi-donc !... . Neen.... het was bij een bouquette voor juffrouw Tiel !" Haar neef schudde het hoofd. , Onbegrijpelijk.... ! Ik ken dien Haastett.... een zeer respectabel man.... !" Tante Henriette zweeg even. Toen zeide ze zeer beslist: En ik wensch niet dat jnffiouw Tiel in mijn huis lastig gevallen worul door heeren !" Juffrouw Tiel's hart klopte in de gang; zij bloosde van genoegen. Den volgenden morgen ontving tante Htnriette het onderstaande briefje: Lieve Nicht, Ik heb den heer v. H. aangesproken over de netelige cniaestie van die zonderlinge attentie aan Mej. T. Hij ontkent beslist bloemen gezonden tehebben. De bloemenwinkcüer beweert, dat bloemen en kaartje bestemd waren voor ons nichtje Annie. Cp dit pijnlijk punt heb ik het onderzoek afgebroken. Mij dunkt aal er thans twee ernstig gestemd. Dan kunnen we het niet zonder telkens in den spiegel te zien en ons met schoonheid te vleien. De zaak wordt dan vaak nog verergerd door de omstandigheid dat ym na veel getreuzel ons dasje niet kunnen vinden of de knoopjes van het overhemd kwijt zijn. Dan gaat onze sympathie vaak in ergernis over. Maar we bekomen dan gewoonlijk weer wat, als we in al onze gedistingeerdheid in den schouwburg belanden, en ons omringd zien door niets dan gedistingeerde mannen met gedistingeerde smokings. Er zijn menschen, die het een genot vinden alleen maar om hun smoking te dragen, en alleen om het genoegen te smaken, om dit zwarte pakje te luchten, zoo nu en dan eens uitgaan, naar gelegenheden, waar zulke ge distingeerde kleedij wordt gedragen. Er zijn er, die er voor naar Fransche comedie's gaan, zonder dat ze van de vertooning iets kunnen volgen. Er zijn er zelfs, die ze te onpas aan trekken, die er mee verschijnen op officieele tea's en recepties. Maar dat zijn geen ware heeren", geen menschen die hun wereld kennen. Maar boven al deze genoegelijkheden, deze aantrekkelijke genoegens van ae smoking en de gelegenheden, waar je je er mee vertoont, heett het kleedingsstuk nog een voordeel en aangename eigenschap. Hij gaat lang mee. Hij gaat, als er de mot niet in komt ot als de eigenaar geen buik krijgt of andere vetaanwassen, een half menschenfeven mee, en blijft altijd maar even gedistingeerd. En dal is een mooi ding in aeze dagen. III. DE PANDJESJAS. De pandjesjas of het jacquet, is het noodlotskleedingstuk. Dat dragen we in ae zwakste momenten van ons bestaan, als we trouwen of gaan begraven of soiliciteeren. Het is het unitorm der burgerlijke dettigheid. Het is het Zondags-tenu van den hait-heer. Het is de dracht bij nette visites en ongezellige samen komsten. Het is ae jas der onpersoonlijkheid en karakterloosheid. Het is e vacht van het kuddeaier. De mooiste pandjesjassen zie je bij coupeurs, en bij zaalchefs, t-n uij afdeelingchels van confecuehuizen. Maar het is ook het werkpakje van eenigszins geposeerde menschen, van doktoren en bankdirecteuren op kantoren, of van hoot'dvenegenwoordigers van levensverzekeringsmaatschappijen. Er zijn menschen, uie pandjesjassen kunnen en behooren te aragen. Dar zijn slecht gekleede min of meer deftige ouue heeren, me boven oe zorg voor hun tuilet verheven zijn en er vaak wat viezig uit zien. Je vindt uit soort onder kamergeleerden, onaer professoren, onder Burgerschool-directeuren en andere gematigue inteilectueelen, die met de wereldsche ijaelheid hebben afgedaan. Deze pandjesjassen vragen altiju om borstels en v ekkenwater. Ze riangen in scheeve plooien. Er be hooren liggenoe boorden en stoffige zwarte dasjes bij. Deze pandjesjassen zijn een soort eenneidsoracnt. Ze zijn voor ae dragers oe oplossing van hun kieeaingvraagstuK voor hun geheele verdere leven, tn deze pandjes jassen met stoffige vettige kragen, zijn in mm soort nog het meest sympathiek. Maar er zijn ook agressieve pandjesjassen, panajesjassen, aic cut-away worden genoemd, en die gedragen worden door zeer ijdele jonge lingen Dij recepties en bruiloften. Deze zijn versierd met een bloem in het knoopsgat. 2e rapeeren een uitbundig weelderig vest, en de slippen zwaaien tegen een brutaal ge streepte broek. Deze pandjesjassen zie je op bruiloften en recepties. Ze willen vormelijk heid en ijdelheid combineeren. Het zijn de pandjesjassen van de jongelui met toekomst, ie het minstens tot lia van en senaat van het studentencorps brengen. Ze worden met hooge hoeaen gecombineerd, en zelfs met witte slobkousen. Ook beroepsdansers in restaurants dragen zulke pandjesjas-combinaties wel. Maar net ergst zijn ae tallüze pandjesjassen van den Zondag. Je ziet ze bij bonte petten, bij bruine schoenen, bij zwarte en gestreepte broeken, en ik heb ze aan het strand bij witte broeken gezien. Let er eens op, tel ze eens, bekijk eens door iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'1""11111111111 menschen te blameeren zijn. Die arme neef Melis. Ik blijf zeer tot uw dienst en steeds gaarne uw Van der Meer. Dienzelfden morgen werd mijn vrouw op gebeld door tante Henriette. Haar stem klonk suikerzoet. Lieve-kind, .... zeide ze heb jij bijge val ook bloemen ontvangen van een'z'ekeren mijnheer van Haastert?" Mijn vrouw, die bevreesd was, dat de transactie met de bouquette kwalijk uitge legd zon worden, haastte zich te antwoorden: Ja zeker tante ! Ze staan hier naast me. . . .Maar hoe-zoo?" Omdat" antwoordde tante Henriettenu scueip - omdat diezelfde mijnheer van Haastert een bouquette met een ka ai t je en een onzedelijk opschrift aan Jutfrouw Tiel heeft gestuuid !" Het is niet mogelijk !" deed Annie ver baasd wat stond er op?" Tante Henriette weigerde dit dcor de telefoon mede te deelen. 's Avonds wilde ik naar tame gaan om liet geval uil te leggen. Juist toen 'ik uit wilde gaan, kwam van Haascert binncnloopen. We kt-ken hem achterdochtig aan. Wat heb je Hansje verwend !" /ei d e mijn vrouw. Van Haastert keek de kamer rond. Waar zijn mijn bloemen r" vroeg hij op eens kwaadaardig. Annie bloosde. En wat heb je met het kaartje gedaan?'' ging hij bitter voort. Beste, goeie vent," trachtte ik tusschcn beiden te komen. Maar hij schudde mijn hand van zijn schou der. Mijn vrouw bedierf de rest. Waarom schrijf je ook onzedelijke dingen op visitekaartjes !" verweet ze hem opge wonden. Ik weet niet meer wat ik er op zette" verdedigde hij zich maar als je denkt, dal ik een onschuldig kind bedelven wil, dan kom ik liever niet meer bij jullie." Een half uur later was ik bij tante Henriette. Arme Melis !" zeide ze telkens, zonder aanleiding. Waar is je vrouw?" vroeg ze toen. Thuis," zeide ik, met van Haastert." De Medici Dit ? .lezer zijn geen zoete Florentijnsche zangen, Waarmee ? naar men verhaalt ? Lorenzo gefêteerd werd.... Neen 't is de schrille kreet van het ontzettend bangen van een, die ziek werd en daarna ge-opereerd werd: 1. Zoodra je uit den trein stapt aan een klein station in Spanje, dan hangen er, nog voor je 't weet, een massa kerels an-je. Ze rukken je je koffers af, je stok en je demi'tje, en 't helpt je niet, al schreeuw je ook.... al bulder en gebied je. En, als je in het rijtuig stapt, ontdaan door die ontvangst, dan eisenen z' allen klinkend loon want eerlijk duurt het langst. De eene droeg je paraplu, de andere je koffer een derde droeg je kranten na.... (die slimmerd hè..?..die boffer....) En, denk je dat dan eindelijk de rekening voldaan is, dan roept er nog een (in het Spaansch) ? ,,ae tiandkar was van mddnes !'" Zoo kreeg een-eik zijn deel betaala Het rijtuig rolt naar stad De reiziger werd goed bediend Alleen zijn beurs is plat II. Zoodra je uit een ziekenhuis, waar je ge-opereerd bent, aan 't haardvuur bij je vrouw en kroost, ? gered teruggekeerd bent, dan brengt de post je, slag op slag, van die gedrukte nota's die vallen op je huis-budget als bommen uit de Gotha's.... Een dokter neeft ge-opereerd ... .enfin, .dat is tot-zoover.... dan komt, om zijn rechtmatig deel, de chloroform-verdoover maar met die beide heeren is men nog niet aan het end, want daarna volgt de declaratie van uen.... assistent.... Tenslotte komt, neel aan het eind (we zijn er steeds nog niet) de huurprijs van 't steriel vertrek waar 'i onheil is gescniea. Ach,.... wie gezond en frisch wil zijn, die moet wat kunnen lijden", Je hebt het immers zelf gewild V Je het je immers snijden". MELIS S T o K E Illllllllllllllllllllllllllllllll MIllllllllllllllllllHlllllltlllUllllllllllllfltllllllllllllltlb wie en hoe ze gedragen worden en geef u dan eens rekenscnap van net verschijnsel pandsjesjas. Het is het hatelijkste kleedingstuk uit uw kleerkast. Hei hangt samen met alle on-omkombare banaliteit van het leven. Het is ae triomf der burgerlijkheid. Het is oe incarnatie van burgerlijke beleefdheid. Het is het uni form van goed faisoen en smakeloosheid. Het is het kleedingstuk der docniteit, der lafheid en gedweeheid en cnoorspronkeiijkneid. Het is de jas waarin ge alle laagheden tegenover u zelt en de wereiübegaat. Het is ae draclit der karakterloozen. En het is.... het is net noodzakelijk kwaad, ae jas die v leert, dat ge zoo maar niet met aile conventie kunt oreken, dat ge in het gareel van de maatschappij moet loopen. Het afschaffen van uw panujesjas is een revolutionaire aaad. Alleen ue eenvoiaige, de onexpresselijke pandjesjassen, de onpretensieuse, de onrnodieuse, van oe heeren die oe veertig ge passeerd zijn, die aan ijdelheid niet meer den ken, de goedaardige panujesjassen, die een wel wat oettige, maar toch nooit ijdele klee ding zijn, de pandjesjassen van ae mannen, die er eerwaardig uitzien, en zonde' pose zijn, van Oe heeren, die als ze ouder woraen, er wat ongesoigneerd gaan uitzien, ei op fun vest morsen en eens in oe veertien dagen woruen afgeborsteld door hun hospita, die panajesjassen, die daagsche kleeding en teestkieeding tegelijk zijn en nooit moeien dienen om hun eigenaar een valschen schijn van waar digheid ie geven, ik zeg dit hier alles nog eens heel uitdrukkelijk, omdat ik niet graag de meest respectabele mannen uit onze maat schappij, als geleerden, staatslieden, doktoren en rechtsgeleerden, wil beleeaigen, alleen die pandjesjassen zijn hier natuurlijk buiten bespreking, want hen treft geen blaam. IV. DE ROK. De rok is het zielige kleedingstuk in onze kleerkast, dat eigenlijk een levenslange op sluiting ondergaat, aaar hij zoowat overal door de smoking is verdrongen. Maar het leven heeft zooveel wisselvalligheden, dat je nooit weten kunt of je hem niet eens noodig kunt hebben, misschien op een hofbal, of als lid van eeui erg voorname huldigingscommissie. Voer eventualiteiten gaat hij mee op groote reizen, en komt meestal net zoo uit den kotter als hij er in gegaan is. Als er geen oude tradities waren, zooals bij examens aan. universiteiten, zou n ij uitsterven, en alleen nog maar unitorm van oberkellneis, concert en café-chantant-zangers zijn. Ook ouderwetsche families blijven er aan vasthouden bij trouwpartijen, hij is het duurste kleeding stuk uit ae kast en beieeft in tien jaar hoogstens drie of vier opvoeringen. Hij wordt eens in het jaar nagezien, om te controleeren of de mot er niet in zit. Dat gebeurt in de groote schconmaak. Als er werkelijk iets zoo geweldigs of plechtigs gebeurt, 'dat je hem aan moet, ben je er gewoonlijk uitgegroeic1. Het is een publiek geneim, dat tij bijeenkomsten in rok oe meesce mannen uit Kleedingstuk. gehuurd of geleend hebben, ais vaak ook hun. noogen hoeu. A R i VRAGENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden H. te A. Als de staat zilverbons drukt en> uitgeeft of guldens van minder gehalte uitgeeft.. kan hij zich daardoor een ongelimiteerd kapitaal renteloos verschalen'? Het negatieve resultaat van de regeering der Fransche Republiek in het laatst van de 18e eeuw met hare onbeperkte uitgifte van assignaten en promessen, waarvan de eerste nog wel werden uitgegeven onder hypothe cair verband van de nationale domeinen maar toch even spoedig als de promessen waardeloos werden, alsmede de toestanden op muntgebied in Rusland, Oostenrijk en Duitschland in onzen tijd, bewijzen duidelijk dat geen enkele staat zich door ongelimiteerde uitgifte van papieren geld waarvoor geen voldoende dek king aanwezig is of door het doen aanmunten van specie van minderwaardig gehalte kapi taal of crediet kan verschaffen, maar in tegendeel den munttoestand van het land te gronde richt. iiiiiiiiiii immuun Gffletttó HET VEILIGHEIDSSCriEE t BIJ UITNEMENDHEID EEN?G»Uette* SAFETr RAZOR U NIMMER IN DEN STEEK; RIEM is OVERBODIG: CM BEHOEFT OOK NIET TE WACHTEN TOT UW SCHEERMES VAN DEN BAR BIER, BIJ WICN U HET 1M AANZETTEN.TERUGKOMT EN TOCM SCHEERT U ZICH ALTIJD ONBE RISPELIJK GLAD. SNEL EN MtT VECL COMFORT OVERAL VtBKHIJGBAAn PRIJS " 6H.l£TTE SAf ETY RATO nMHHnnBBna {KEIZERSGRACHT AMSTERDAM Ze \vjrd doodsbleek en juffrouw Tiel liet een theekopje vallen. Ga naar huis !" riep tante opgewonden ga dadelijk naar huis. ... O God. ... ik ....kan het je niet zeggen.... maar «a naar huis !" Tante zeide ik u behoeft me niets te zeggen.. Ik weet alles.... ik kwam juist om er met u over te spreken.... Maar ik wist niet dat u, en dat juffrouw Tiel alles wisten !" l£r was een pijnlijke stilte. Toen vroeg tante, toonloos: ,,.... Dus je weet alles. . . . en je vei^eeft je vrouwV' Mijn hemel - lachte ik - zoo'n kleinig heid..".." Un het was toch ook om juffrouw Tiel te doen?" Mijnheer toke," riep juffrouw Tiel snibbig, ik zie niet in wat ik er mee te maken heb. Ik ken dien heelen mijnheer van Haastert niet en ik verzoek n om mijn goederr naam iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i i iiiiiiiiiiiiiiuttiiiiiiiHiimiiiiii niet te betrekken in «Je vreer,'-Je dingen "die zich bij u afspelen. ..." Dus je laat je vrouw alleen met dat.... dat sujet. .. .?" vroeg tante. Ik haaide de schouders op: ..Het is een viiendschap van jaren, tante. . . . !" Bah !" riepen nu de vunnven gelijk tijdig, en tante wierp mij hel 'Jcüs vermelde visitekaartje toe. Toen ik het opschrift gek-zeii !:ad, vroeg ik: .. en wat zou dat nu?" Hij vraajrt wat dat zou !" r'eii juffrouw Tiel niet ten hemel geheven armen. Het was voor Hansje !" It-gcL- ik wanhopig uit. Het effect van deze woorden was geweldig. Hen week later at van Haastert w-eer bij ons, nrèt tante Henriette en juft'ruuvv Tiel. Hij hief bij het dessert zijn glas op, en dronk op zijn mollige schattebout. Waarop Juffrouw Tiel tut over hare ooren bloosde MELIS S T o K E Typ. Amst. Bot1.;- ra gtctndruklery, veurbetD Elltrmao, Harms d Ca.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl