De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 20 januari pagina 10

20 januari 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 20 Jan. '23. - No. 2378 Nodorl. Munt Hollmndm bomto W oont TJIT KLA3DSCKCRUPT V.A.JST i* F [f EEN AARDIGE PLECHTIGHEID Dezer dagen heeft, in de strikste inti miteit, een maaltijd plaats gehad van 20 groote (levende) Nederlanders. De heer Frans van Erlevoordt, de beroemde Nederlandsche letterkundige, en geestelijke leider van het litterair-wetenschappelijke weekblad Het Leven", had de aardige gedachte gehad om de twintig grootste Nederlanders (men herinnert zich het bekende plebisciet onder de lezers van dat blad) aan een intiemen maaltijd te vereenigen in den huize Stran ders" te Amsterdam. Oorspronkelijk was het zijn plan om zijne gasten te verzamelen in de American lunch room. De heeren Is. Querido en Herman Heyermans gaven echter per aangeteekenden brief te kennen, dat zij alleen dan van de invitatie gebruik konden maken, indien er strikt ritueel, onder rabbinaal toezicht bereid voedsel verstrekt zou worden. Zijne Excellentie Minister van Karnebeek en zijne Permanentte Mr. Loder hadden dit verzoek uit sympathie en collegialiteit dringend ondersteund. De heeren Jan Toorop en Dr. H. P. Berlage hadden onmiddellijk toegezegd de menu's op geestige wijze te willen illustreeren. Willem Mengelberg zeide toe, geheel uit eigen beweging en volstrekt belangloos, voor geschikte tafelmuziek te zullen zorgen. Prof. Dr. Kamerlingh Onnes en Prof. Dr. H. Lorentz beloofden een aantal grappige natuurkundige experimenten met flesschen en glazen te zullen uitvoeren bij het dessert. Dr. G. Philips nam, eveneens belangloos, de electrische zaalverlichting a giorno op zich. Dr. W. Royaards en Louis Bouwmeester droegen een allervermakelijkste samenspraak voor (als Thomasvaer en Pieternel), dewelke door Louis Couperus speciaal voor deze gele genheid vervaardigd was. En de heeren H. Colijn en Mr. P. J. Troelstra hadden zich verbonden om elk in een hoofdartikel, resp. in De Standaard en Het Volk, eene gunstige bespreking te geven van den nieuwsten roman van den heer Frans van Erlevoordt: Het erotische vierkant". Voorts is voor deze gelegenheid, in intiemen kring, verspreid, een allerbeschaafdst speciaal De-bat nummer" van Het Leven, met eene inleiding van Dr. C. J. K- van Aalst en schitterend geïllustreerd met luchtfoto's, op genomen door een Duitschen vlieger, uit een tot dat doel afgestaan vliegtuig van den heer A. H. G. Fokker. Zoo had elk zijn steentje bijgedragen, en, toen de heer Frans van Erlevoordt den kring zijner gasten rondkeek, waren de gesprekken reeds vroolijk en algemeen. Voor een geschikte tafelplaatsing was zorg gedragen. De heer Mr. A. R. Zimmerman had, wegens verblijf buitenslands, moeten afzeggen, maar in zijn plaats had men een anderen f inantieelen expert en grooten Neder lander gevonden, in de persoon van den heer Willem Broekhuis, die, gezeten tusschen de heeren Vissering en van Aalst, met dezen in een opgewekt f inantieel discours verdiept was. Aan het smalle eind van de tafel zag men den heer van Karnebeek vroolijk klinken met Louis Bouwmeester, terwijl Prof. Lorentz den heer Berlage een ondeugende grap in het oor fluisterde en de heeren Qeurido en Heijermans zich en elkander ruimschoots bedienden van de oesters. Jan Toorop teekende achter op zijn menu een zijner apostel-koppen met het hoofd van den heer Colijn en Mengelberg bewoog zachtjes het hoofd heen en weer bij de rag-time die het strijkje had ingezet. Sir H. Deterding becijferde met een stompje potlood, op het tafellaken, de uitkomsten JAC. URLUS HAVANA 18 Ct. SI&AAR bij HATTIHUCoJembrandtpIhJinstelstr, iiiiiiiimiiiiimiiii van het Léven-plebisciet, en Roijaards, die zijne uiteenzettingen met belangstelling volgde, schudde, verbaasd over zooveel cijferkunst, het hoofd. Kijk, zei Sir Henry, er zijn 15266 lijsten ingezonden, d. w. z. dat er dus 20x15266 stemmen, dat is 305320 stemmen zijn uitge bracht. Kunt u mij volgen? Nu, daar gaat hij dan maar: Wij, allen grootste Nederlanders, zooals we hier met zijn 20en zitten, hebben volgens onzen gastheer op ons verzameld 218016 stemmen. Dat kan. Dus blijven er van de 305320 stemmen over, voor de mindergroote, grootste Nederlanders 87304 stemmen, nietwaar? Welnu, volgens onzen gastheer hebben die er met z'n allen nog eens 182342 gehad, m. a. w. bijna 100.000 te veel, waarvan hij zelf 8060 heeft 8 % bijna haast zooveel als het dividend van de koninkke !.. hm, .." Waar komen die 100.000 stemmen dan vandaan?" vroeg Roijaards met een huivering wekkend diepe stem. Misschien zijn ze uit den grond gespoten als petroleum !...." Of als inkt.... !" Couperus mengde zich in het gesprek, met de zucht: Ach ja.... dat zijn Levens raadselen! Ik zal er eens over schrijven voor mijn i millioen lezers van de H. P.!" Hoe is "het mogelijk hoorde men op eens de schelle stem van Querido, dat 3920 Nederlanders niet weten dat Pier Pander dood is?" Is hij dood?" vroeg de gastheer verschrikt. Ik dacht " Pardon, lachte Karnebeek fijntjes.... uw 3920 lezers dachten " Frans van Erlevoordt stond nu op, en hield de volgende toespraak: Mijne heeren, collega's, grootste Neder landers, Het is een eer voor het Leven om u allen, levend en gezond, aan de tafel vereenigd te zien. Wij, de grootsten onder de grooten, hebben zoo bitter weinig gelegenheid eens oprecht van gedachten te wisselen. Weliswaar trachten wij, door gesproken of geschreven woord, contact met elkander te houden, maar ik heb het gevoel dat toch zelfs mijne hoofd artikelen in een blad als Het Leven, paarlen J. H. DE BQIS - PRENTKUNST HAARLEM, 68 Kruisweg. Expositie FRANS MASEREEL J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DiN HAAI DB BESTE HOEDEN IN HOLLAND voor de zwijnen zijn. Wat wij noodig hebben is direct, aangenaam verkeer. Aanvankelijk was het mijn voornemen nog enkele anderen tot dit middagmaal uit te noodigen, b.v. de heeren Nolens, Urlus, Speenhoff, Heemskerk, Moeskops en Asscher, diamanthandelaar, die tezamen niet minder dan 31777 stemmen op zich verzamelden, als vertegenwoordigers van Staatsmans-, zang- en rijwielkunst, en onder wie vooral de beide laatsten schitte rende" staaltjes geleverd hebben. Het scheen mij echter toe dat wij, als allergrootsten, toch genoegelijker onder elkaar zouden zijn. Er daarom: prosit collegas! Daar gaan jullie, jongens !" Allen juichten. ,,,Die Frans toch ook altijd, hèIs?" lachte Ben Loder tegen Is. Querido, en Kees van Aalst gaf Pieter Jelles Troelstra een gemoedelijker! klap op den schouder. Daar ga je, Henk !" riep Louis Bouwmeester tegen Prof. Lorentz, - en dat je ze nog lang mag lusten !" Leve het Gouden Kalf!" riep Vissering tegen Broekhuis, en deze antwoordde schert send: ,, 'k heb nog net zoo'n fijne villa voor jou, Hein, als Louis d'r een van me gehad heeft in Apeldoorn !" Laten we de kelners wegsturen !" stelde Karnebeek onrustig voor:, --men kan nooit weten.. We zijn hier nu wel gezellig bij elkaar met z'n n-en-twintigen.... maar... . enfin!" Henk heeft gelijk !" riep Troelstra in de commissie van de Buitenlandsche zaken doen we ook altijd een watje in het sleutelgat!" Jan Toorop knikte toestemmend: wij, als allergrootsten moeten ons niet bloot geven !" Ach.,., dat Zimmerman er nou niet bij kan zijn, hè, Is?" treurde Couperus naar Querido. Maar deze haalde de schouders op en sloeg Prof. Kamerlingh Onnes op den schouder, roepende: nou, maar onze groote Onnes is toch óók een patente vent !" Heeren," zei Colijn, nou vraag ik de aandacht voor een moppige voordracht. Hij heet: De wapens neer". En, met een langen uithaal, begon hij te zingen: ....Wie zijn vader heeft vermoord, en z'n moeder heeft vergeven, die is nog véls te goed voor liet soldaten-leven.... Sssst. ..." riep Troelstra, dat mag je im mers niet zingen ! Laten we liever allemaal nog eens zingen van de verworpenen der aarde !" Hèja!" stemden Querido en Heijermans, elk met een groot stuk paté-de-foie-gras in den mond, in. Maar Broekhuis begon alles te overstemmen met een hartelijk: Hè-je wel gehoord van die zilveren vloot...." Laten we nou kalm blijven, heeren!" riep van Karnebeek wanhopig. Weet je het verschil tusschen de grootste Nederlanders en mijn lampen?" vroeg Philips aan van Aalst.... de een denkt dat hij hél-wat is en de ander is maar half-watt !" Hè, wat 'n ouwe!" smaalde Berlage, nee dan het verschil tusschen mijn beurs en die van Broekhuis. Bij allebei moeten scheuren gestopt worden !" Och wat" hoonde Vissering.... de eene beurs of de andere.... nu, dan Zimmer man en Deterding.... die hebben allebei reden om nou te Weenen te zitten...." Wat zijn jullie flauw", riep Fokker, ik drink op Welkom Vreemdeling l" Iedereen keek naar Royaards, maar Sir Henry, die dacht dat het een steek op hém was, werd nijdig. Gelukkig leidde de Truc met de glazen van Lorentz en Kamerlingh Onnes de aan dacht wat af, en Loder legde Couperus uit dat ze nou konden zeggen van Zimmerman wat ze wilden, maarldathefbij den Volkenbond toch maar een nette boel was, waar je keurig behandeld werd. Om half tien moesten van Karnebeek en Loder naar den Haag terug, en Deterding naar Londen. Kan ik de heeren soms zoover weg brengen?" vroeg Fokker. Is 't niet te lastig....?" aarzelden zij. Maar Fokker moest toch dien kant uit. Hij kon best vladen Haag en Londen naar huis. Mengelberg, de beide Bouwmeesters (Louis en Berlage), Querido, Royaards, Heijermans en Couperus bestelden samen een Atax. Toorop wou d'r nog in, maar er was geen plaats meer; Is. zat al op de schoot van Louis, zóó nauw zaten ze al. Ga jij dan maar voor-op, Toorop !" grapte Is Vooruit chauffeur! Naar het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen !" Ho ho dan gaan we óók mee" schreeuwden Kamerlingh Onnes, Lorentz en Broekhuis. Wat moet jij daar?" smaalde Toorop. Toen reden ze weg. Zouden wij óók een taxi nemen?" weifelde van Aalst. Laten we maar trammen !" stelde Colijn voor wij krijgen geen rijks-subsidie !" Vissering wandelde met ze op. Toen stonden Dr. G. Philips en Mr. P. J. Troeistra samen op de stoep. Wie is d'r nou het grootste licht van ons tweeën?" vroeg Troelstra zuchtend: zou je d'r op het eind niet gloeiend het land aan krijgen om zoo de groote voorlichter te zijn?" Hm...." antwoordde Philips.... hangt van de dividend af hè?" Toen gingen ze gearmd naar het station, en onderweg werden ze het er gloeiend over eens dat de wonderlampen de wereld uit waren, en dat, hoe duisterder het in de wereld begon uit te zien, hoe grooter lichten ze zouden worden.... Of omgekeerd natuurlijk!" zei Philips. Frans van Erlevoordt zat af te rekenen met den heer Stranders. ,,'k Heb van mijn Leven nog niet zoo'n hooge rekening gezien !" zeide hij. Mijnheer", antwoordde de heer Stranders, mijnheer Deterding heeft mijn heele tafel laken bedorven met zijn potlood !" Frans van Erlevoordt bekeek de cijfers. ....Heb ik ooit van mijn Leven!".... stamelde hij, verbleekend, betaalde.... en ging heen.... eenzaam.... door Amsterdam bij Nacht.... ,,.... Ik moet Broekhuis toch eens'vragen, mompelde hij voor zich heen waar hij die honderdduizenden vandaan haalt!" Aldus verbeeldde zich: M i; i. i s S T o K i; tMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiii iiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiini VRIENDEN EN BEKENDEN Teekeningen voor de Amsterdammer" van Bernard van Vlijmen met toelichtende bijschriften van Charivarius. II. Hu ! hu ! hu! Wat zien mijn oogen nu? O! O! O ! Daar daar op mijn bureau! Nou, raai eens wat ik vin' Een dikke, vette spin ! ! ! iiiiiiiiiiiutMiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiii mmiiiiiiimiiiiiiuiiiiitiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiii minimum I1IIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII ERVARINGEN VAN EEN HUMORIST door F. DE SINCLAIR. Ter voorkoming van het gewone misver stand, eerst dit: Je bent het niet voor je eigen plezier, humorist bedoel ik, maar uitsluitend voor het plezier van anderen en je bent het ook niet om aardig te wezen". Toe, tap es gauw 'n mop !" maar enkel en alleen omdat er nu eenmaal een kronkel in je hersens zit, die je dwingt de wereld af te loeren in een spion netje, waarin per ongeluk een lach-spiegel is gezet. En in dat fatale spiegeltje worden bijvoor beeld deftigheid en gewichtigheid maar al te vaak gekke, kromme dingen, hetgeen zeer onbehoorlijk is en uitermate hinderlijk kan zijn, als er bijv. een oude graaf voorbij gaat met een duur rashondje, dat onfatsoenlijk doet of een minister, die met een hoogen hoed op, een touwtje komt doorknippen voor een nieuwen verkeersweg. En meent u soms dat een humorist plezier heeft, als hij tijdens de uitvoering van een manneniiedei tafel Obadjah of Orpheus het prachtige geluid, dat die heeren in gekleede jassen met insignes tezamen maken, niet hoort of althans niet waardeeren kan, door de aandacht, welke hij uitsluitend heeft voor de gezichten, welke deze ardsten al zingend trekken? Och arme, en zoo gaat het hem zoo dikwijls ! Waarin bestaat die kwellende, bij wijlen wanhopig makende humoiistische geaardheid, eigenlijk? Korter gevraagd: Wat is humor? Ein Narr wartet auf Antwort". Melchior zuchtte al in Hiidebrand's blijk baar supra-humoristischen tijd: Lieve Hemel wij drijven in humor en niemand heeft adem om te zeggen, wat het eigenlijk voor een vocht is". Dat was in de dertiger jaren en het nat is nog altijd van even onbekende samenstelling. , het is wel onderzocht! Op minstens honderd litteraire laboratoria, maar de analyse valt telkens weer anders uit. Alleen zijn de chemici het hier overeens.dat er altijd een lach en een traan in het monster zit, als het van goede qualiteit is. Evenwel, als ze dan omgekeerd, synthetisch te werk gaan en een lach aan een traan koppe len, wat met eenvoudige middelen te bereiken is, door bijv. een keukenmeid die uien schilt, ongevraagd loonopslag te geven, dan komt er daarom toch nog geen humor te voorschijn ! Het ietwat droeve gevolg is, dat de heeren dan mistroostig, och ja, en humeurig dat word je dan verder gaan peinzen; ze worden philosofisch, houden abstracte be spiegelingen, gissen ten slotte of de humor soms verband kan houden met vierde-dimen sionale begrippen van den menschelijken geest. Helaas en dan door al dat gewurm en ge wroet met en in humor, is het einde meestal, dat die humor, die toch in ieder geval bestaat, geen indruk meer kan maken op hun over belast brein. Ze zijn immuun geworden voor de werking van den humor, ze zijn, zooals een germaansche professor zt-ker nog wel eens zal zeggen: ber-hiimorist". Ze zouden geen spier meer vertrekken, al danste de vleeschgeworden humor een uur lang zijn joligste motieven voor hun aange zicht; ze kunnen hoogstens nog zoo'n beetje hatelijk en a'tijd afkeurend grinniken; ze hebben het lachen verleerd. Gekke boel, weet U. Want daar zit je dan, als humorist, toch maar mee. Ook met dat recept, dat ze je met een vrij wel officieel gebaar opdringen en dat je er, afgescheiden van de rest, in ieder geval door moet klutsen. Een lach en een traan", 'A laugh and a tram' of hoe heet het in 't Engelsen, want ik heb hier geen dictionnaire bij de hand en als je over humor schrijft, moet je toch je Engelsch luchten, anders deuken ze, dat je Shaw en Twaiu en Tnackeray en Dickeus en Jerome K- Jerome en W. W. Jacobs niet kent. Enfin, me dunkt, dat ik daar nogal zoo wat opnoem. Uit mijn hoofd nogal! En als ik er de kattelooges van de leesbiebelieteek van onze Betje in vier talen bij neem, dan weet ik er nog veel meer! Bronnenstudie noemen ze dat. Maar om op mijn aprapapopo terug te komen, zooals die zenuwachtige tragédicnne op de uitvoering stotterde, terwijl ze op de groote repetitie nog zoo keurig A propos, Papa !" had gezegd, je zit daar dan toch maar mee opgescheept als humorist zijnde ! Want een humorist, uu i se respecte, en ik verbeeld mezelf heusch nog al wat, dat komt meer voor bij schrijvers, weet U, ik bedoel, een humorist, die zich aan dat recept gebonden acht, moet telkens, als hij een grapje verkoopt, gaan zoeken of die vervelende traan er nou ook wel inzit. Ga je gang! Dat is geen plezierig werken meer, dat begrijpt u zoo wel. Wat is Innnoi ? 't Is nu niet als bij een raadseltje, hoor: Die 't weet, mag het niet zeggen". Integendeel, om met Ihsen te spreken, die het weet moet het alsjeblieft ! zoo gauw mogelijk zeggen. Want lieve mensclicn, ik weet het hcuscli niet. Wel weet ik dit: als je er over redeneert, verban je het in ieder1 geval een poosje en ais je er dikwijls over praat en lang over peinst, raak je het voor goed kwijt. Verstandig, zakelijk, dus ophelderend udeneeren over Humor kun je niet, je kunt er alleen maai1 over dazen. Ooje oeje ! Voelt u de onvoorzichtigheid wei van de/.e, mijne stoute stelling? Niet V Wel, als zoo'n immune b'.tterling nu bij de pinken is, dan sneert hij dadelijk: Ja, de Sinclair, dat jij niet weet, wat humor is, dat wist ik al lang !" Nou. . . . en dat kun je dan maar \veer op steken, scheelt je minstens twee herdrukken van je heele oeuvre. Och ja, raar is het, maar heden ten dage worut ue kt ust ais zoodanig alleen erkend als ze een flink quantum tragiek bev;.t en zoo de arme humor er al in wordt geduid, dan moet hij wurueri aangeboden uoor een paljns, wiens vrouw of geiietoe achter de coulissen op sterven ligt . Te i Wille van den traan ! Begrijp i U? Je hebt razend veel tegen als humorist. Schrijf je loeiende akeligheden, moorcigeschiedeniosen, apachenromantiek of broeierige vunzighüdjes, die je oveigiet met een schijnsausje van ersatz-psychologie, dan kun je je ook een beetje kleeden in den stijl van het métier; je kunt je haar laten groeien, een flambard dragen of heelemaal niks, een fluweele n jasje en op je portret met een hand aan je kin of een wijsvinger aan je voorhoofd een somber peinzend gezicht zetten en je hebt bovendien kans, dat allerlei aardige meisjes je oordeel willen weten over hun pro beersels op letterkundig gebied, wat soms heel plezierige contactjes geert. Maar voor een humorist is iedere pose uit den booze, of je moet het zoeken in het maken van clowneske grimassen of het trekken van rare gezichten; en alleen, als je dan tevens het geluk hebt bezocht te worden door een ver stopten traanbuis, voldoet je grime tenminste aan den klassieken eisen. Van de pose van een tragischer! romanticus is liet publiek gaarne dupe; als hij snipveikouen niet kleine, half toegeknepen oogen over straat loopt, gelooven ze dadelijk dat de inspiratie hem te pakken heeft: Ga opzij zeg .... hij denkt bepaald over iets.... wat een interessant gezicnt toch, die man, hé?" Maar laat een humorist eens niezend en pioestend over straat gaan: O, die wil grap pig -/ij n '." roepen ze dan jassus wat een nauwe vent !" En met de waardeering, de openlijke waar deer ing voor het werk, gaat het al net zoo. Daar zit toch wel wat in", zeggen ze met een iep/.innig dichtgeknepen linkeroog als ze van liet werk van een tragischen romanticus geen snars begrepen hebben. Dat karaktereonflict. .. . hé? En die omruuwstène, als de lamp uitgaat.... hm .... je voelt toch symboliek " Maar een humoristisch boek ! Non ja, dat is geen kunst, weet U, reisot aniuseiiientslektuur. Och, dat kan eigenlijk iedereen, uie er zicli toe zet.... ik kijk er soms wei eens in, zoo terloops.... maar ik hond meer van iets aegelijks..,. iets.... begrijpt ? Maar dan zie je een poos later, dat ze stiekinn zitten te gnnneken om je boek, dat ze listig verborgen hebben binnen den opengeslagen grooteren band van een werk van zwaarwichtige reputatie, waarvan ze de twee honderd laatste bladzijden (het is een genummerd exemplaar, weet U, op geschept papier met voorin de handteekening van den auteur) nooit zullen opensnijden. Een tragische romanticus wordt altijd ge acht uit zijn eigen genialiteitsbron te putten en niemand heett het hart hem denkbeelden op te willen dringen, maar voor den humo rist heeft iedereen gratis schrijfstof. Als ik u dat zou vertellen, meneer.... de grappen, die ik daar beleefd heb.... stof voor vier boeken zoudt u hebben.... Och, ik heb er zelf wel eens over gedacht om. . . . maar waarachtig ik heb geen tijd. .. . en je moet er lust in hebben ook...." Zeker.... zeker...." antwoordt de hu morist dan gelaten: Tijd.... en lust.... en inkt. . . . en papier. . . . en, enfin nog zoo 't een en ander...." en een beetje gedrukt door afgunst op den man, die zulke goud mijnen onontgonnen laat, terwijl geen enkel humoristigheiuje zijn eigen brein op dat moment komt opvroolijken, wandelt hij verder1. Hij wandelt naar de familie KHnknagel, aardige menschen, ontwikkelde menschen. Meneer is iets deitigs, mevrouw ook, de rest van de familie ook, de meid ook. Hij heett daar iets te doen, wat niets met letterkunde te maken heeft, hij gaat vragen of ze.... laten we zeggen.... of ze plezier hebben om een kopje tliee te komen drinken. Dat is nu maar fantasie hoor: dergelijke invitatie's laat je in werkelijkheid natuurlijk altijd door de meid doen, ten-einde de irunischen in de gelegenheid te stellen even een aannemelijk excuus te verzinnen, wat irooit lukt, als ze tegenover meneer of mevrouw zelt staan en dan wordt het maar hakkelen en aarzelen en dan heb je direct hommeies voor het leven ! O, ja, dat zou ik nog vergeten, de humo rist heeft drie weken geleden op vereerend verzoek van meneer, aan dezen zijn laatste boek ter lezing afgestaan. (Vervolg op het omslag) Typ. Amst. Boek- u SteendrukkerlJ, werbcm Ellirmin, Harms d C».

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl