Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
20 Jan. '23. - No. 2378
Nodorl. Munt
Hollmndm bomto W oont
TJIT
KLA3DSCKCRUPT V.A.JST
i*
F
[f
EEN AARDIGE PLECHTIGHEID
Dezer dagen heeft, in de strikste inti
miteit, een maaltijd plaats gehad van 20
groote (levende) Nederlanders. De heer
Frans van Erlevoordt, de beroemde
Nederlandsche letterkundige, en geestelijke leider
van het litterair-wetenschappelijke weekblad
Het Leven", had de aardige gedachte
gehad om de twintig grootste Nederlanders
(men herinnert zich het bekende plebisciet
onder de lezers van dat blad) aan een intiemen
maaltijd te vereenigen in den huize Stran
ders" te Amsterdam.
Oorspronkelijk was het zijn plan om zijne
gasten te verzamelen in de American lunch
room. De heeren Is. Querido en Herman
Heyermans gaven echter per aangeteekenden
brief te kennen, dat zij alleen dan van de
invitatie gebruik konden maken, indien er
strikt ritueel, onder rabbinaal toezicht
bereid voedsel verstrekt zou worden. Zijne
Excellentie Minister van Karnebeek en zijne
Permanentte Mr. Loder hadden dit verzoek
uit sympathie en collegialiteit dringend
ondersteund.
De heeren Jan Toorop en Dr. H. P. Berlage
hadden onmiddellijk toegezegd de menu's
op geestige wijze te willen illustreeren. Willem
Mengelberg zeide toe, geheel uit eigen
beweging en volstrekt belangloos, voor
geschikte tafelmuziek te zullen zorgen.
Prof. Dr. Kamerlingh Onnes en Prof.
Dr. H. Lorentz beloofden een aantal grappige
natuurkundige experimenten met flesschen
en glazen te zullen uitvoeren bij het dessert.
Dr. G. Philips nam, eveneens belangloos, de
electrische zaalverlichting a giorno op zich.
Dr. W. Royaards en Louis Bouwmeester
droegen een allervermakelijkste samenspraak
voor (als Thomasvaer en Pieternel), dewelke
door Louis Couperus speciaal voor deze gele
genheid vervaardigd was. En de heeren
H. Colijn en Mr. P. J. Troelstra hadden zich
verbonden om elk in een hoofdartikel, resp.
in De Standaard en Het Volk, eene gunstige
bespreking te geven van den nieuwsten
roman van den heer Frans van Erlevoordt:
Het erotische vierkant".
Voorts is voor deze gelegenheid, in intiemen
kring, verspreid, een allerbeschaafdst speciaal
De-bat nummer" van Het Leven, met eene
inleiding van Dr. C. J. K- van Aalst en
schitterend geïllustreerd met luchtfoto's, op
genomen door een Duitschen vlieger, uit
een tot dat doel afgestaan vliegtuig van den
heer A. H. G. Fokker. Zoo had elk zijn
steentje bijgedragen, en, toen de heer Frans
van Erlevoordt den kring zijner gasten
rondkeek, waren de gesprekken reeds vroolijk
en algemeen.
Voor een geschikte tafelplaatsing was zorg
gedragen. De heer Mr. A. R. Zimmerman
had, wegens verblijf buitenslands, moeten
afzeggen, maar in zijn plaats had men een
anderen f inantieelen expert en grooten Neder
lander gevonden, in de persoon van den heer
Willem Broekhuis, die, gezeten tusschen de
heeren Vissering en van Aalst, met dezen in
een opgewekt f inantieel discours verdiept was.
Aan het smalle eind van de tafel zag men
den heer van Karnebeek vroolijk klinken
met Louis Bouwmeester, terwijl Prof. Lorentz
den heer Berlage een ondeugende grap in
het oor fluisterde en de heeren Qeurido en
Heijermans zich en elkander ruimschoots
bedienden van de oesters. Jan Toorop
teekende achter op zijn menu een zijner
apostel-koppen met het hoofd van den
heer Colijn en Mengelberg bewoog zachtjes
het hoofd heen en weer bij de rag-time die
het strijkje had ingezet.
Sir H. Deterding becijferde met een stompje
potlood, op het tafellaken, de uitkomsten
JAC. URLUS
HAVANA 18 Ct. SI&AAR bij
HATTIHUCoJembrandtpIhJinstelstr,
iiiiiiiimiiiiimiiii
van het Léven-plebisciet, en Roijaards, die
zijne uiteenzettingen met belangstelling volgde,
schudde, verbaasd over zooveel cijferkunst,
het hoofd.
Kijk, zei Sir Henry, er zijn 15266 lijsten
ingezonden, d. w. z. dat er dus 20x15266
stemmen, dat is 305320 stemmen zijn uitge
bracht. Kunt u mij volgen? Nu, daar gaat hij
dan maar: Wij, allen grootste Nederlanders,
zooals we hier met zijn 20en zitten, hebben
volgens onzen gastheer op ons verzameld
218016 stemmen. Dat kan. Dus blijven er van
de 305320 stemmen over, voor de
mindergroote, grootste Nederlanders 87304 stemmen,
nietwaar? Welnu, volgens onzen gastheer
hebben die er met z'n allen nog eens 182342
gehad, m. a. w. bijna 100.000 te veel,
waarvan hij zelf 8060 heeft 8 % bijna
haast zooveel als het dividend van de
koninkke !.. hm, .."
Waar komen die 100.000 stemmen dan
vandaan?" vroeg Roijaards met een huivering
wekkend diepe stem.
Misschien zijn ze uit den grond gespoten
als petroleum !...."
Of als inkt.... !"
Couperus mengde zich in het gesprek,
met de zucht: Ach ja.... dat zijn Levens
raadselen! Ik zal er eens over schrijven
voor mijn i millioen lezers van de H. P.!"
Hoe is "het mogelijk hoorde men op
eens de schelle stem van Querido, dat
3920 Nederlanders niet weten dat Pier Pander
dood is?"
Is hij dood?" vroeg de gastheer verschrikt.
Ik dacht "
Pardon, lachte Karnebeek fijntjes....
uw 3920 lezers dachten "
Frans van Erlevoordt stond nu op, en hield
de volgende toespraak:
Mijne heeren, collega's, grootste Neder
landers,
Het is een eer voor het Leven om u allen,
levend en gezond, aan de tafel vereenigd
te zien. Wij, de grootsten onder de grooten,
hebben zoo bitter weinig gelegenheid eens
oprecht van gedachten te wisselen. Weliswaar
trachten wij, door gesproken of geschreven
woord, contact met elkander te houden, maar
ik heb het gevoel dat toch zelfs mijne hoofd
artikelen in een blad als Het Leven, paarlen
J. H. DE BQIS - PRENTKUNST
HAARLEM, 68 Kruisweg.
Expositie FRANS MASEREEL
J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DiN HAAI
DB BESTE HOEDEN IN HOLLAND
voor de zwijnen zijn. Wat wij noodig hebben
is direct, aangenaam verkeer. Aanvankelijk
was het mijn voornemen nog enkele anderen
tot dit middagmaal uit te noodigen, b.v. de
heeren Nolens, Urlus, Speenhoff, Heemskerk,
Moeskops en Asscher, diamanthandelaar,
die tezamen niet minder dan 31777 stemmen
op zich verzamelden, als vertegenwoordigers
van Staatsmans-, zang- en rijwielkunst, en
onder wie vooral de beide laatsten schitte
rende" staaltjes geleverd hebben. Het scheen
mij echter toe dat wij, als allergrootsten,
toch genoegelijker onder elkaar zouden zijn.
Er daarom: prosit collegas! Daar gaan jullie,
jongens !"
Allen juichten.
,,,Die Frans toch ook altijd, hèIs?"
lachte Ben Loder tegen Is. Querido, en Kees
van Aalst gaf Pieter Jelles Troelstra een
gemoedelijker! klap op den schouder. Daar
ga je, Henk !" riep Louis Bouwmeester
tegen Prof. Lorentz, - en dat je ze nog
lang mag lusten !"
Leve het Gouden Kalf!" riep Vissering
tegen Broekhuis, en deze antwoordde schert
send: ,, 'k heb nog net zoo'n fijne villa
voor jou, Hein, als Louis d'r een van me
gehad heeft in Apeldoorn !"
Laten we de kelners wegsturen !" stelde
Karnebeek onrustig voor:, --men kan nooit
weten.. We zijn hier nu wel gezellig bij elkaar
met z'n n-en-twintigen.... maar... . enfin!"
Henk heeft gelijk !" riep Troelstra in de
commissie van de Buitenlandsche zaken
doen we ook altijd een watje in het sleutelgat!"
Jan Toorop knikte toestemmend: wij, als
allergrootsten moeten ons niet bloot geven !"
Ach.,., dat Zimmerman er nou niet
bij kan zijn, hè, Is?" treurde Couperus naar
Querido.
Maar deze haalde de schouders op en sloeg
Prof. Kamerlingh Onnes op den schouder,
roepende: nou, maar onze groote Onnes is
toch óók een patente vent !"
Heeren," zei Colijn, nou vraag ik de
aandacht voor een moppige voordracht.
Hij heet: De wapens neer".
En, met een langen uithaal, begon hij te
zingen:
....Wie zijn vader heeft vermoord,
en z'n moeder heeft vergeven,
die is nog véls te goed
voor liet soldaten-leven....
Sssst. ..." riep Troelstra, dat mag je im
mers niet zingen ! Laten we liever allemaal nog
eens zingen van de verworpenen der aarde !"
Hèja!" stemden Querido en Heijermans,
elk met een groot stuk paté-de-foie-gras
in den mond, in.
Maar Broekhuis begon alles te overstemmen
met een hartelijk: Hè-je wel gehoord
van die zilveren vloot...."
Laten we nou kalm blijven, heeren!"
riep van Karnebeek wanhopig.
Weet je het verschil tusschen de grootste
Nederlanders en mijn lampen?" vroeg Philips
aan van Aalst.... de een denkt dat hij
hél-wat is en de ander is maar half-watt !"
Hè, wat 'n ouwe!" smaalde Berlage,
nee dan het verschil tusschen mijn beurs
en die van Broekhuis. Bij allebei moeten
scheuren gestopt worden !"
Och wat" hoonde Vissering.... de
eene beurs of de andere.... nu, dan Zimmer
man en Deterding.... die hebben allebei
reden om nou te Weenen te zitten...."
Wat zijn jullie flauw", riep Fokker,
ik drink op Welkom Vreemdeling l" Iedereen
keek naar Royaards, maar Sir Henry, die
dacht dat het een steek op hém was, werd
nijdig.
Gelukkig leidde de Truc met de glazen
van Lorentz en Kamerlingh Onnes de aan
dacht wat af, en Loder legde Couperus uit
dat ze nou konden zeggen van Zimmerman
wat ze wilden, maarldathefbij den Volkenbond
toch maar een nette boel was, waar je keurig
behandeld werd.
Om half tien moesten van Karnebeek en
Loder naar den Haag terug, en Deterding naar
Londen.
Kan ik de heeren soms zoover weg
brengen?" vroeg Fokker.
Is 't niet te lastig....?" aarzelden zij.
Maar Fokker moest toch dien kant uit.
Hij kon best vladen Haag en Londen naar huis.
Mengelberg, de beide Bouwmeesters (Louis
en Berlage), Querido, Royaards, Heijermans
en Couperus bestelden samen een Atax.
Toorop wou d'r nog in, maar er was geen
plaats meer; Is. zat al op de schoot van
Louis, zóó nauw zaten ze al.
Ga jij dan maar voor-op, Toorop !"
grapte Is Vooruit chauffeur! Naar het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen !"
Ho ho dan gaan we óók mee"
schreeuwden Kamerlingh Onnes, Lorentz en
Broekhuis.
Wat moet jij daar?" smaalde Toorop.
Toen reden ze weg.
Zouden wij óók een taxi nemen?" weifelde
van Aalst.
Laten we maar trammen !" stelde Colijn
voor wij krijgen geen rijks-subsidie !"
Vissering wandelde met ze op.
Toen stonden Dr. G. Philips en Mr. P. J.
Troeistra samen op de stoep.
Wie is d'r nou het grootste licht van ons
tweeën?" vroeg Troelstra zuchtend: zou
je d'r op het eind niet gloeiend het land aan
krijgen om zoo de groote voorlichter te zijn?"
Hm...." antwoordde Philips.... hangt
van de dividend af hè?"
Toen gingen ze gearmd naar het station,
en onderweg werden ze het er gloeiend over
eens dat de wonderlampen de wereld uit
waren, en dat, hoe duisterder het in de wereld
begon uit te zien, hoe grooter lichten ze
zouden worden....
Of omgekeerd natuurlijk!" zei Philips.
Frans van Erlevoordt zat af te rekenen met
den heer Stranders.
,,'k Heb van mijn Leven nog niet zoo'n
hooge rekening gezien !" zeide hij.
Mijnheer", antwoordde de heer Stranders,
mijnheer Deterding heeft mijn heele tafel
laken bedorven met zijn potlood !"
Frans van Erlevoordt bekeek de cijfers.
....Heb ik ooit van mijn Leven!"....
stamelde hij, verbleekend, betaalde.... en
ging heen.... eenzaam.... door Amsterdam
bij Nacht....
,,.... Ik moet Broekhuis toch eens'vragen,
mompelde hij voor zich heen waar hij die
honderdduizenden vandaan haalt!"
Aldus verbeeldde zich:
M i; i. i s S T o K i;
tMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiii iiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiini
VRIENDEN EN BEKENDEN
Teekeningen voor de Amsterdammer" van
Bernard van Vlijmen
met toelichtende bijschriften van Charivarius.
II.
Hu ! hu ! hu!
Wat zien mijn oogen nu?
O! O! O !
Daar daar op mijn bureau!
Nou, raai eens wat ik vin'
Een dikke, vette spin ! ! !
iiiiiiiiiiiutMiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiii
mmiiiiiiimiiiiiiuiiiiitiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiii
minimum I1IIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII
ERVARINGEN VAN EEN
HUMORIST
door F. DE SINCLAIR.
Ter voorkoming van het gewone misver
stand, eerst dit:
Je bent het niet voor je eigen plezier,
humorist bedoel ik, maar uitsluitend voor het
plezier van anderen en je bent het ook niet
om aardig te wezen". Toe, tap es gauw
'n mop !" maar enkel en alleen omdat er nu
eenmaal een kronkel in je hersens zit, die je
dwingt de wereld af te loeren in een spion
netje, waarin per ongeluk een lach-spiegel is
gezet.
En in dat fatale spiegeltje worden bijvoor
beeld deftigheid en gewichtigheid maar al te
vaak gekke, kromme dingen, hetgeen zeer
onbehoorlijk is en uitermate hinderlijk kan
zijn, als er bijv. een oude graaf voorbij gaat
met een duur rashondje, dat onfatsoenlijk
doet of een minister, die met een hoogen hoed
op, een touwtje komt doorknippen voor een
nieuwen verkeersweg.
En meent u soms dat een humorist plezier
heeft, als hij tijdens de uitvoering van een
manneniiedei tafel Obadjah of Orpheus het
prachtige geluid, dat die heeren in gekleede
jassen met insignes tezamen maken, niet
hoort of althans niet waardeeren kan, door
de aandacht, welke hij uitsluitend heeft voor
de gezichten, welke deze ardsten al zingend
trekken?
Och arme, en zoo gaat het hem zoo dikwijls !
Waarin bestaat die kwellende, bij wijlen
wanhopig makende humoiistische geaardheid,
eigenlijk?
Korter gevraagd: Wat is humor?
Ein Narr wartet auf Antwort".
Melchior zuchtte al in Hiidebrand's blijk
baar supra-humoristischen tijd: Lieve Hemel
wij drijven in humor en niemand heeft adem
om te zeggen, wat het eigenlijk voor een
vocht is".
Dat was in de dertiger jaren en het nat is
nog altijd van even onbekende samenstelling.
, het is wel onderzocht!
Op minstens honderd litteraire laboratoria,
maar de analyse valt telkens weer anders uit.
Alleen zijn de chemici het hier overeens.dat
er altijd een lach en een traan in het monster
zit, als het van goede qualiteit is.
Evenwel, als ze dan omgekeerd, synthetisch
te werk gaan en een lach aan een traan koppe
len, wat met eenvoudige middelen te bereiken
is, door bijv. een keukenmeid die uien schilt,
ongevraagd loonopslag te geven, dan komt er
daarom toch nog geen humor te voorschijn !
Het ietwat droeve gevolg is, dat de heeren
dan mistroostig, och ja, en humeurig dat
word je dan verder gaan peinzen; ze
worden philosofisch, houden abstracte be
spiegelingen, gissen ten slotte of de humor
soms verband kan houden met vierde-dimen
sionale begrippen van den menschelijken geest.
Helaas en dan door al dat gewurm en ge
wroet met en in humor, is het einde meestal,
dat die humor, die toch in ieder geval bestaat,
geen indruk meer kan maken op hun over
belast brein.
Ze zijn immuun geworden voor de werking
van den humor, ze zijn, zooals een germaansche
professor zt-ker nog wel eens zal zeggen:
ber-hiimorist".
Ze zouden geen spier meer vertrekken, al
danste de vleeschgeworden humor een uur
lang zijn joligste motieven voor hun aange
zicht; ze kunnen hoogstens nog zoo'n beetje
hatelijk en a'tijd afkeurend grinniken; ze
hebben het lachen verleerd.
Gekke boel, weet U.
Want daar zit je dan, als humorist, toch
maar mee.
Ook met dat recept, dat ze je met een vrij
wel officieel gebaar opdringen en dat je er,
afgescheiden van de rest, in ieder geval door
moet klutsen.
Een lach en een traan", 'A laugh and a
tram' of hoe heet het in 't Engelsen, want ik
heb hier geen dictionnaire bij de hand en als
je over humor schrijft, moet je toch je
Engelsch luchten, anders deuken ze, dat je Shaw
en Twaiu en Tnackeray en Dickeus en Jerome
K- Jerome en W. W. Jacobs niet kent.
Enfin, me dunkt, dat ik daar nogal zoo wat
opnoem.
Uit mijn hoofd nogal!
En als ik er de kattelooges van de
leesbiebelieteek van onze Betje in vier talen
bij neem, dan weet ik er nog veel meer!
Bronnenstudie noemen ze dat.
Maar om op mijn aprapapopo terug te
komen, zooals die zenuwachtige tragédicnne
op de uitvoering stotterde, terwijl ze op de
groote repetitie nog zoo keurig A propos,
Papa !" had gezegd, je zit daar dan toch maar
mee opgescheept als humorist zijnde !
Want een humorist, uu i se respecte, en ik
verbeeld mezelf heusch nog al wat, dat komt
meer voor bij schrijvers, weet U, ik bedoel,
een humorist, die zich aan dat recept gebonden
acht, moet telkens, als hij een grapje verkoopt,
gaan zoeken of die vervelende traan er nou
ook wel inzit.
Ga je gang! Dat is geen plezierig werken
meer, dat begrijpt u zoo wel.
Wat is Innnoi ?
't Is nu niet als bij een raadseltje, hoor:
Die 't weet, mag het niet zeggen".
Integendeel, om met Ihsen te spreken, die
het weet moet het alsjeblieft ! zoo gauw
mogelijk zeggen.
Want lieve mensclicn, ik weet het hcuscli
niet.
Wel weet ik dit: als je er over redeneert,
verban je het in ieder1 geval een poosje en
ais je er dikwijls over praat en lang over peinst,
raak je het voor goed kwijt.
Verstandig, zakelijk, dus ophelderend
udeneeren over Humor kun je niet, je kunt er
alleen maai1 over dazen.
Ooje oeje !
Voelt u de onvoorzichtigheid wei van de/.e,
mijne stoute stelling?
Niet V
Wel, als zoo'n immune b'.tterling nu bij de
pinken is, dan sneert hij dadelijk: Ja, de
Sinclair, dat jij niet weet, wat humor is, dat
wist ik al lang !"
Nou. . . . en dat kun je dan maar \veer op
steken, scheelt je minstens twee herdrukken
van je heele oeuvre.
Och ja, raar is het, maar heden ten dage
worut ue kt ust ais zoodanig alleen erkend als
ze een flink quantum tragiek bev;.t en zoo
de arme humor er al in wordt geduid, dan
moet hij wurueri aangeboden uoor een paljns,
wiens vrouw of geiietoe achter de coulissen op
sterven ligt .
Te i Wille van den traan !
Begrijp i U?
Je hebt razend veel tegen als humorist.
Schrijf je loeiende akeligheden,
moorcigeschiedeniosen, apachenromantiek of broeierige
vunzighüdjes, die je oveigiet met een
schijnsausje van ersatz-psychologie, dan kun je je
ook een beetje kleeden in den stijl van het
métier; je kunt je haar laten groeien, een
flambard dragen of heelemaal niks, een
fluweele n jasje en op je portret met een hand
aan je kin of een wijsvinger aan je voorhoofd
een somber peinzend gezicht zetten en je
hebt bovendien kans, dat allerlei aardige
meisjes je oordeel willen weten over hun pro
beersels op letterkundig gebied, wat soms heel
plezierige contactjes geert.
Maar voor een humorist is iedere pose uit
den booze, of je moet het zoeken in het maken
van clowneske grimassen of het trekken van
rare gezichten; en alleen, als je dan tevens het
geluk hebt bezocht te worden door een ver
stopten traanbuis, voldoet je grime tenminste
aan den klassieken eisen.
Van de pose van een tragischer! romanticus
is liet publiek gaarne dupe; als hij
snipveikouen niet kleine, half toegeknepen oogen
over straat loopt, gelooven ze dadelijk dat de
inspiratie hem te pakken heeft: Ga opzij
zeg .... hij denkt bepaald over iets.... wat
een interessant gezicnt toch, die man, hé?"
Maar laat een humorist eens niezend en
pioestend over straat gaan: O, die wil grap
pig -/ij n '." roepen ze dan jassus wat een
nauwe vent !"
En met de waardeering, de openlijke waar
deer ing voor het werk, gaat het al net zoo.
Daar zit toch wel wat in", zeggen ze met
een iep/.innig dichtgeknepen linkeroog als
ze van liet werk van een tragischen romanticus
geen snars begrepen hebben.
Dat karaktereonflict. .. . hé? En die
omruuwstène, als de lamp uitgaat....
hm .... je voelt toch symboliek "
Maar een humoristisch boek !
Non ja, dat is geen kunst, weet U,
reisot aniuseiiientslektuur. Och, dat kan eigenlijk
iedereen, uie er zicli toe zet.... ik kijk er
soms wei eens in, zoo terloops.... maar ik
hond meer van iets aegelijks..,. iets....
begrijpt ?
Maar dan zie je een poos later, dat ze
stiekinn zitten te gnnneken om je boek,
dat ze listig verborgen hebben binnen den
opengeslagen grooteren band van een werk
van zwaarwichtige reputatie, waarvan ze
de twee honderd laatste bladzijden (het is
een genummerd exemplaar, weet U, op
geschept papier met voorin de handteekening
van den auteur) nooit zullen opensnijden.
Een tragische romanticus wordt altijd ge
acht uit zijn eigen genialiteitsbron te putten
en niemand heett het hart hem denkbeelden
op te willen dringen, maar voor den humo
rist heeft iedereen gratis schrijfstof.
Als ik u dat zou vertellen, meneer....
de grappen, die ik daar beleefd heb....
stof voor vier boeken zoudt u hebben....
Och, ik heb er zelf wel eens over gedacht
om. . . . maar waarachtig ik heb geen tijd. .. .
en je moet er lust in hebben ook...."
Zeker.... zeker...." antwoordt de hu
morist dan gelaten: Tijd.... en lust....
en inkt. . . . en papier. . . . en, enfin nog zoo
't een en ander...." en een beetje gedrukt
door afgunst op den man, die zulke goud
mijnen onontgonnen laat, terwijl geen enkel
humoristigheiuje zijn eigen brein op dat
moment komt opvroolijken, wandelt hij
verder1.
Hij wandelt naar de familie KHnknagel,
aardige menschen, ontwikkelde menschen.
Meneer is iets deitigs, mevrouw ook, de rest
van de familie ook, de meid ook.
Hij heett daar iets te doen, wat niets met
letterkunde te maken heeft, hij gaat vragen
of ze.... laten we zeggen.... of ze plezier
hebben om een kopje tliee te komen drinken.
Dat is nu maar fantasie hoor: dergelijke
invitatie's laat je in werkelijkheid natuurlijk
altijd door de meid doen, ten-einde de
irunischen in de gelegenheid te stellen even een
aannemelijk excuus te verzinnen, wat irooit
lukt, als ze tegenover meneer of mevrouw
zelt staan en dan wordt het maar hakkelen en
aarzelen en dan heb je direct hommeies voor
het leven !
O, ja, dat zou ik nog vergeten, de humo
rist heeft drie weken geleden op vereerend
verzoek van meneer, aan dezen zijn laatste
boek ter lezing afgestaan.
(Vervolg op het omslag)
Typ. Amst. Boek- u SteendrukkerlJ, werbcm Ellirmin, Harms d C».