Historisch Archief 1877-1940
H". 8879
Zaterdag 27 Januari
A°. 1923
D E
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. K E R N K A M P
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
Secretaris der Redactie i C. F. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25.
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Adverfentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten
INHOUD: 1. Het cement van de Duitsche
eenheid, door Prof. Dr. Q. W. Kernkamp
Frankrijk en Duitschland, door Prof. Dr. H.
Brugmans Tijdgenooten, door Dr. W. G.
C. Byvanck 2. Ruize-Rijm, door
Charivarius Kaart van het Roer-gebied ?
Spreekzaal 3. Astronomische fragmenten,
door Aerobatus 5. Voor Vrouwen (red.
Elis. M. Rogge): Bijkomstigheden,door Annie
Salomons De vrouw in oude tijden, door
Dr. N. J. Singels Kieken uit 't Kinder
leven, door G. Dozy Voorjaarskleeding,
teekening van Suzy Desaga ??Uit de natuur:
Mooi Amsterdam, door Dr. Jac. P. Thijsse
6. De herinneringsmedaille Bouwkunst: De
voltooing der St. Willebrorduskerk, door H. J.
M. Walenkamp Czn.?Oostersche tafereelen,
door Jan Poortenaar?Boekbespreking, door
Prof. Dr. J. Prinsen. J.Lzn. en Dr. J. M.
Fraenkel ??7. Op den economischen uitkijk,
door Jhr. Mr. H. Smissaert ??Onder Staats
lieden, teekening van Jordaan 8. Dram.
Kroniek, door Top Naeff, met teekening
B. v. Vlijmen ??. Schilderkunstkroniek, door
A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus In
afwachting, teekening van George van
:Raemdonck ??Muziek in de Hoofdstad door
H. J. den Hertog?9. Haagsche balletsubsidie,
teekening ven Joh. Braakensiek. Charivaria,
door Charivarius. Krekelzang, door J. H.
Speenhoff.?? Oplossing p rijs vraag. Vrienden
en bakenden, teekening van B. van Vlijmen,
met vers v. Charivarius. Feuilleton:
Zwakkeling, door Alie Smeding, met teekeningen
van Willem Backer. 10. 't Schietgat en
Rijmkronyck, d.Melis Stoke.?Uitliet Klad
schrift v. Jantje. Buitenlandsche humor, d.
Charivarius. Omslag: Bridge, door B. M.
Bijvoegsel: De Franschen in het
Ruhrgebied, teekening van Joh. Braakensiek.
IIIIHIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHII
HET CEMENT VAN DE
DUITSCHE EENHEID
De grofste schending van het recht,
die ooit ter wereld begaan is: zoo blies
men in Duitschland hoog van den toren,
toen Fransche en Belgische troepen
het Ruhr-gebied binnentrokken. En
trompetters in naburige landen namen
aanstonds het deuntje over. Ook bij
ons werd het aangeheven.
Verwonderlijk is dat niet. Het heeft
menigeen al lang in de keel gekrieuwd.
Nu schreeuwen zij het uit: hun mede
lijden met Duitschland, hun teleur
stelling wegens de machteloosheid van
den Volkenbond, hun gloeienden haat
tegen Poincaré's geweldpolitiek.
Zij schreeuwen het uit en hunne
stem slaat dan ook over. Of is het geen
gemis aan zelfbeheersching, wanneer de
bezetting van het Ruhr-gebied een
weergalooze gewelddaad" wordt ge
noemd, die de herinnering opwekt aan
de zeventiende eeuw", aan de
rookende puinhoopen en verwoeste
kasteelen", waarmede de legers van
Lodewijk XIV hun tocht door de Rijnlanden
hebben gemerkt?
Er zijn in de geschiedenis van den
jongsten tijd gewelddaden begaan, die
beter aanspraak hebben op het epithe
ton weergaloos" dan de
FranschBelgische opmarsen in het Ruhr-bekken.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiimin
AAN DEN ANDEREN KANT
II
Inderdaad, moest ik eigenlijk niet beginnen
met verschooning te vragen, nu ik de twee
hoofdpersonen waarom het in deze
mededeeling is te doen, zoo ongegeneerd binnenleid?
Ik laat het costuum van Jennings nog daar;
sinds Ulysses' landing aan de kust der
Phaeaken, stelt men niet te hooge eischen aan de
kleedij der vreemdelingen die overzee komen,
en het smetteloos linnen pak van den waardig
onder de verandah gezetelden William Sydney
Porter (O.Henry) vergoedt wat den ander aaïi
deftigheid mankeert. Maar het schaamteloos
dadelijk voor den dag komen van dien kleinen,
rooden rakker van een Jennings met zijn
vraag naar een afwisseling voor den cognac
waarmee hij in den laatsten tijd is gevuld,-doet
brutaal aan en wordt alleen geëvenaard door
de vanzelf sprekendheid waarmee, de vorme
lijke onder-de-verandah-luieraar zijn verzoek
opvat en beantwoordt door den indringer zijn
arm aan te bieden om hem naar het kroegje
te brengen, waar het kostbare vocht wordt
geschonken. Het is alsof het leven uit niets
anders bestaat dan uit het opnemen van on
begrensde hoeveelheden van sterken drank.
En het schijnen wel twee verwante zielen
die elkander aan verre kust hebben getroffen,
daar in Honduras; want zonder eikaars
steun zouden zij den hobbeligen weg naar de
cantine niet hebben afgelegd, en, beiden op n
hoogte van drankgebruik,zouden zij niet de
rest van den dag hebben besteed aan het
uitweiden over hun toekomst.
Ook zou, gesteld dat het Pruisische
industriegebied verwoest werd, de
heiinnering den langen weg naar de 17de
eeuw niet behoeven af te leggen, maar
zich alvast kunnen verpoozen bij de
verwoesting van Noord-Frankrijk door
de Duitschers. Maar er is aan de Ruhr
nog niets verwoest; zoo de industrie
er ontwricht wordt, zal dit veeleer aan
de Duitsche tegenzetten, dan aan den
Franschen zet te wijten zijn.
Overdrijving schaadt de zaak, die zij
wil dienen. Ook naar mijne meening is
het een goede zaak, de politiek van
Poincaréte bestrijden; ook volgens
mijn oordeel is de bezetting van de
Ruhr een onverstandig en
hoogstgevaarlijk bedrijf; en wie thans hunne
stem verheffen om te betoogen, dat het
schadevergoedingsvraagstuk niet door
Fransch geweld, maar door internatio
naal overleg want alle volken zijn
er bij betrokken moet worden opge
lost, kunnen ook op mijne instemming
rekenen. Maar daarom acht ik het nog
niet noodig, Duitschland als het lam
en Frankrijk als den wolf te beschouwen.
Want mij ontbreekt de overtuiging,
dat Duitschland er naai gestreefd heeft,
zich ten volle te kwijten van de ver
plichtingen ik zeg niet: van alle
verplichtingen, die het op zich had ge
nomen door zijn onderteekening van
den vrede van Versailles, maar van die
verplichtingen, die het naar redelijk
heid had kunnen vervullen.
En vooral mis ik het 'geloof, dat de
tegenwoordige regeering haar uiterste
best heeft gedaan om een conflict met
Frankrijk te vermijden. Zij steunt juist
op die elementen van het Duitsche
volk, die altijd hebben geijverd tegen
de zoogenaamde Erfüllungs-Politik",
d. w. z. tegen een eerlijke poging om van
de schadevergoeding zooveel op te
brengen, als eenigszins doenlijk was.
Men vergete ook niet, dat de tekort
koming, waarvan Frankrijk gebruik
heeft gemaakt om tot de bezetting van
de Ruhr over te gaan, niet de prestatie
in geld betrof, maar de leveringen in
natura, en wel: die van hout en kolen.
Is het zoo zeker, dat deze de draag
kracht van Duitschland te boven gin
gen?
Ook kan ik niet instemmen in het
koor van hen, die Frankrijk we
zullen Belgiëer maar buiten laten; het
initiatief ging toch van Frankrijk uit
die dit land ervan beschuldigen, dat het
door zijne jongste actie de bepalingen
van den vrede van Versailles heeft ver
kracht. Op zijn hoogst kan men, dunkt
mij, zeggen, dat de uitlegging, die het
aai. ne dier bepalingen heeft gegeven,
betwistbaar is.
Het geldt hier 18 van bijlage 2 bij
deel VIII, hoofdstuk I van het be
doelde verdrag. Deze paragraaf geeft
de maatregelen aan, die de verbonden
mogendheden kunnen nemen, wanneer
Duitschland opzettelijk in gebreke blijft,
zijn verplichtingen na te komen.
Over de opzettelijkheid beslist de
Het is hier een heerlijke plek voor menschen
die geen lust hebben veel uit te voeren,"
merkte de vormelijke op, toen hij van den
ander hoorde dat hij over 30.000 dollars had te
beschikken, en een bezigheid zocht.
Wat is uw voorliefde?" vroeg hem Jennings.
Daar is nooit mijn aandacht op gevallen,"
was het antwoord, ik amuseer de vreemde
lingen bij hun aankomst".
Dan moet ge een helsche massa \\erk heb
ben te doen l"
(jij zijt de eerste, sinds ik hier l:en ge
komen," en over de tafel leunend heen, alsof
hij iets vertrouwelijks wilde zeggen, je vraagt
jezelf denkelijk af, wie ik ben en waarom ik
hier terecht kwam."
Jennings begreep instinctief dat zijn metge
zel op dit punt gevoelig .was en niets wou
loslaten en hij haastte zich daarom zoo natuur
lijk mogelijk te antwoorden: God nee !
Bij ons te land vraagt niemand de menschen
hun naam of hun verleden. Dat is alles in orde".
De namelooze keek even op en beet op zijn
lip; ik dank u, Kolonel"; zeide hij, gij moogt
mij Bill noemen, ge zoudt mij daarmee pleizier
doen". Hij zette toen het onderwerp van het
discours voort: Wat dunkt je van een plan
tage van cocospalmen ot van een goed
gesoigneerde candidatuur voorliet presidentschap?"
Op dit oogenblik kwam de maat van het
schip dat Honduras had aangedaan, orders
halen. Een oogenblik," zei de anonymus,
bedenk, wat voor dag het morgen is, we
moeten te zamen den 4en Juli, het feest der
onafhankelijkheid vieren, wij zijn Ameri
kanen".
En of zij het hebben gevierd !-- Frank, de
broeder van Al was er bijgekomen Op
cowboys manier met knettering van geweren,
zoodat de inwoners dachten aan een revolutie
en de Amerikaansche consul den drie, Bill,
Al en Frank den raad gaf het land te verlaten.
Welken raad zij, dank zij de sloep en de boot,
gevoegelijk konden opvolgen.
Ik spaar u de détails, zij zijn doezelig en
rieken naar whisky en cognac, en buskruit;
Commissie van Herstel; en zij kan dit
doen bij meerderheid van stemmen;
zoo bepaalt het vredesverdrag; of men
dit goed of niet goed. vindt, doet niets
af aan het formeel recht van hen, die
naar de bepalingen van dit verdrag
handelen.
Als maatregelen, waarmede Duitsch
land voor zijn in gebreke blijven kan
worden gestraft, en die het niet als
vijandelijke handelingen mogen be
schouwen, noemt 18 economische en
financieele verbods- en vergeldings
maatregelen" en in het algemeen zulke
maatregelen, als de respectieve regee
ringen door de omstandigheden
vereischt zullen achten".
Over die laatste woorden nu loopt
de strijd.
Wie aan Frankrijk het formeele
recht tot de bezetting van de Ruhr be
twisten, redeneeren aldus: met in het
algemeen zulke maatregelen" enz. kun
nen alleen maatregelen bedoeld worden,
van dezelfde soort als de daarvóór ge
noemde economische en financieele, dat
wil dus zeggen: maatregelen, die elke
mogendheid, binnen den kring van haar
publiekrechtelijke bevoegdheid, op ei
gen gebied kan nemen. Militaire maat
regelen, bezetting van Duitsch gebied
bijv., kunnen er niet mee bedoeld zijn;
daarover handelen artt. 428?432 van
het vredesverdrag.
Daar tegenover redeneert men van
Fransche zijde: deze laatste artikelen
stellen vast, welk deel van het Duitsche
gebied na het sluiten van den vrede
bezet zal blijven, welke gedeelten ervan,
telkens na 5 jaar, als Duitschland trouw
zijne verplichtingen naleeft, zullen.wor
den ontruimd; ook bepalen zij, dat
reeds ontruimd gebied wederom bezet
kan worden, als Duitschland in gebreke
blijft. Deze artikelen laten echter in het
midden, of er, wanneer Duitschland in
gebreke blijft op een tijdstip, dat nog
geen enkel gedeelte van het bezette ge
bied ontruimd is, geen nieuw gebied kan
worden bezet. Tot dit laatste verleent
de bovengenoemde 18 de bevoegdheid;
onder in het algemeen zulke maatrege
len, als de respectieve regeeringen door
de omstandigheden vereischt zullen
achten" moeten alle maatregelen wor
den verstaan, ook militaire; het is vol
strekt onnoodig, de uitlegging van deze
woorden zoo te beperken, dat er alleen
economische en financieele of gelijk
soortige maatregelen onder zouden kun
nen vallen.
Ook al erkent men, dat hier tweeërlei
opvatting mogelijk is, de tegen Frank
rijk gerichte beschuldiging van
rechtsverkrachting" is toch veel te kras.
Maar met het formeele recht alleen
hebben wij niet te maken.
Al kon er geen speld worden gestoken
tusschen het betoog, waarmede Frank
rijk zijn recht om tot de bezetting van
de Ruhr over te gaan, verdedigt, daar
mede is die bezetting nog niet goed
gepraat.
wie ze wil kennen, leze The fuurtli in Salvador
van O. Henry.
Want de nieuwe vriend knoopte zijn lot vast
aan het lief en leed van zijn kameraden. Hij
wist noch wie zij waren, noch welken koers het
schip uitging. Onze bestemming l" zeide
hem Jennings, maar wij varen juist om onze
bestemming te ontgaan". Hij begreep heel
goed welke kans hem wachtte, zoo hij in de
Vereenigde Staten werd gevonden.
Zij gingen langs de kust van Zuid-Amerika,
dan keerden zij om. De fortuin bracht hen
naar Mexico; daar legde een zware groote
hand beslag op Jennings. Hij voelde zich in den
greep van een overmachtige, maar het was
niet in de knuisten van het gerecht, dat hij was
gevallen, een vriend, een studiegenoot uit
vroegere goede dagen maakte zich meester
van hem. Hij had den spoorweg over den Isthy
van Panama gebouwd en leefde als grand seig
neur in Mexico. Jennings en zijn kameraden
moesten bij hem logeeren en meegenieten de
vermaken der Mexicaansche gezelligheid.
In die dagen zou een bal plaats hebben
waarop de fine tleur di.r Mexicaansche wereld
was verzameld. Onze drie avonturiers, door de
bemoeiing van hun gastheer daar genood,
verschenen er in keurige kleeding. Hij, dien zij
Bill noemden, trok vooral de aandacht door
de uitdagende voornaamheid van zijn houding,
zooals hij daar, tegen een pilaar geleund, het
heele gezelschap voor zich liet passeeren. Een
seïorita, de wondcrschoonste aller senoritas,
onder het geleide van een don, model aller
dons, kwam voorbij en groette met een tipje
van haar oog den vreemdeling, die haar atten
tie beantwoordde met een buiging als voor een
koningin.
Bill," merkte hem Jennings op je sticht
onraad onder dit volkje; dat loopt niet goed
af". Nu," was het antwoord, kolonel, dunkt
u ook niet dat er wat meer leven in het feest
kon zijn?"
Aan leven, daaraan hetft het toen niet
p;emankeerd.
Eerst kwam een waarschuwing van den
Reeds om zuiver practische redenen
was het een onverstandige daad.
Want het doel: zich een grooter hoe
veelheid kolen te verschaffen, dan
Duitschland bereid was te leveren, word
er niet door bereikt. Dit was van te
voren reeds te vermoeden; nu men heeft
bemerkt, welk een muur van tegenstand
passief verzet kan optrekken, zal men
ook in Frankrijk wel niet meer ge
looven aan het practisch effect van den
maatregel.
Iets anders ware het, indien de be
zetting van de Ruhr ten doel had,
Pruisen voor goed van zijn industrie
gebied te berooven. Met kracht van
wapenen zou Frankrijk zich in het be
zit ervan kunnen stellen; maar dan ware
het woord roof" niet te kras. Ik be
twijfel echter, of Engeland dan toe
schouwer zal blijven; en er is voorloopig
ook nog geen reden, Frankrijk van de
zen toeleg te verdenken.
Het grootste kwaad, dat Frankrijk
door de bezetting van de Ruhr sticht,
is echter: het versterken van den haat,
het bevorderen van het herstel van het
oude" Duitschland. Wie niets vuriger
wenschen dan de herrijzenis van het
Duitschland vóór 1914, zij moeten de
politiek van Poincaréniet verfoeien,
maar in het diepst van hun hart erover
juichen. Want die politiek heeft uit
gewerkt, dat het Duitsche volk zijn
onderlinge twisten begraaft. Zij is het
cement van Duitschland's nationale
eenheid.
KERNRAMP
tiiiiimiimi
iiiiiiinii itiiiiiiiiiiiiiiini
FRANKRIJK EN DUITSCHLAND
De bezetting van het Ruhrgebied en wat
daarmede samenhangt heeft opnieuw de aan
dacht, om niet te zeggen de spanning van ge
heel Europa gekeerd op de verhouding van
Frankrijk en Duitschland. Men kan zich de
trillende verontwaardiging voorstellen, die de
Duitschers thans bezielt, nu hun voornaamste
westelijk industrie-centrum door Fransche
troepen is bezet; want al spreekt Poiricar
ook van een vreedzame occupatie van inge
nieurs en administratieve ambtenaren, op de
volksverbeelding werkt eigenlijk alleen het
militair vertoon, dat met deze vreedzame
bezetting gepaard gaat. En men doet het
eenige wat men kan doen: men protesteert in ver
beten woede, omdat men niet kan verhinderen,
dat vreemden de baas zijn in het Duitsche
vaderland. Wie zich indenkt in de geestes
houding van dit machtige, maar ook hoog
moedige volk voor en in den oorlog, kan zich
het verbeten leed voorstellen, waarmede men
steeds nieuwe vernederingen moet ondergaan.
En bij den politieken druk van buiten af komt
dan nog de politieke malaise binnenslands en
ten slotte, misschien nog het ergste van alles,
de economische misère. Waarlijk, men kan
er zich indenken, dat de oprechte Duitscher
wanhopig wordt en het geloof aan de toekomst
van zijn volk heeft verloren.
Maar evengoed kan men zich in de mentali
teit der Franschen indenken. Ongetwijfeld,
Frankrijk heeft den grooten oorlog gewonnen;
dat is het groote feit van domineerende
beteekenis; men gedenkt met dankbaarheid hen, d ie
de zege hebben bevochten; men herdenkt
met piëteit de dooden, die voor het vaderland
zijn gevallen. De vrede is voor Frankrijk dus
een volkomen overwinning; hij moest dat
althans zijn. Maar hij is dat niet; het land lijdt
nauwelijks minder onder den vrede dan onder
don in volmaakten stijl en toen de lichte
coquetterie van de schoonste der senoritas
werd voortgezet en door den bewonderaar
met een nieuwe betuiging werd beantwoord.
daalde een slag met volle hand neer op het
gezicht van den indringer. Hij was een
oogenblik ontsteld, dan nam hij met verwoed ge
zicht zijn sprong, het werd een gevecht; de
Mexicaan greep naar zijn dolk, maar voordat
hij dien had kunnen planten in de strot van
zijn tegenstander, had Jennings zijn pistool
afgevuurd in het gezicht van den Mexicaan.
Verwarring aan alle kanten.
Eensklaps werd Jennings opgegrepen door
zijn reusachtigen vriend, den ingenieur, ter
wijl Frank, Jennings broeder, den hoofddader
uit de zaal voortduwde en naar het rijtuig
bracht van den gastheer. Daar zaten de vier
stom als menschen door het lot overvallen.
Niemand wist hoe hij het had. Misschien was
Bill het meest overweldigd, hij zat als een
steenen beeld. Eindelijk stak hij zijn hand uit
naar Jennings.
Zij zijn vrijgekomen, ontsnapt op een zij
lijn van de spoor.
Later hebben Bill en Jennings de herinnering
aan dien avond opgehaald. Het is de
vreeselijkste avond geweest van mijn leven," zeide
Bill.
Je hebt er toch niet zoo'n spijt van dat de
don' er aan heeft moeten gelooven?" vroeg
Jennings.
,,Ik heb er altoos spijt van gehad," was zijn
antwoord.
Droeg hij dan een schuld op zijn geweten die
hem de voorkeur deed geven aan eigen dood?
Maar dat leuke, koel voorname gezicht van
Bill, en zijn plaisant spottende taal sloten de
gedachten uit aan zwarte misdaad en aan
zwart berouw.
Na eenigen tijd vinden wij de drie avon
turiers in Texas, nog altoos in 't idee ergens
land te koopen waarop zij in 't vervolg rustig
hun leven kunnen slijten.
Een oude kameraad van Jennings bood hun
zijn ranche met koeien en paarden aan, rustig
den oorlog. Het heeft honderdduizenden van
zijn beste zonen zien vallen; zijn grondgebied
is voor een zesde deel stelselmatig verwoest;
het was het beste deel van Frankrijk boven
dien, dat door die verwoesting werd geteisterd.
Het economische leven is door den oorlog
geheel ontwricht en ook na den oorlog nog
steeds niet geheel hersteld. De staatsfinanciën
zijn ook daardoor volkomen gedesorganiseerd ;
er is een onrustbarend stijgend tekort. De
staatsschuld is reusachtig toegenomen; ook
door zware geldelijke verplichtingen aan Enge
land en Amerika is het land tot het uiterste
belast. Er is intusschën een lichtpunt: krach
tens het tractaat van Versailles heeft Duitsch
land de verplichting op zich genomen een
schadevergoeding en oorlogsschatting te be
talen, die wel zeer aanzienlijk zijn, maar toch
niet te hoog, gerekend naar wat' Frankrijk
heeft moeten ondervinden. Van die vergoeding
en schatting heeft Duitschland tot dusverre
nog slechts een gering gedeelte betaald, hoe
wel het zich zelf daartoe heeft verplicht en
hoewel het economisch niettegenstaande de
moeilijke tijdsomstandigheden er nog goed
voorstaat. Duitschland kan in ieder geval
veel meer opbrengen dan het doet; maar
opzettelijk brengt het zijn financiën niet in
goede orde en vergroot nog den economischen
nood door een matelooze uitgifte van papier
geld. Er moge dan een zekere onmacht bij
Duitschland aanwezig zijn om te betalen wat
het stellig schuldig is, onwil bestaat er niet
minder bij de Duitschers. Tegen de onmacht
valt weinig te doen, maar den onwillige
kan men dwingen. En daarom, na eindeloos
te hebben ?onderhandeld, na bijna vier jaar
te hebben gewacht op wat het rechtens toe
kwam, gaat Frankrijk thans tot de daad over;
het gaat nu eenvoudig nemen, wat goedschiks
niet wordt gegeven; al kan het zich niet alles
verschaffen, waarop het recht heeft, wat er
van komt, is toch in ieder geval winst.
Zoo staan Frankrijk en Duitschland weer
tegenover elkander, beide in het felle bewust
zijn, dat de ander onrecht doet en geen recht
wil en dat men zelf zich dus recht moet ver
schaffen. Het is moeilijk, zoo niet onmogelijk
te zeggen, aan welke zijde in zulk een groot
historisch conflict het recht enhet gelijkjzijnte
vinden. In ons land vindt men in den regel die
vraag niet al te moeilijk; naar onze dagelijksche
pers ten minste te oordeelen, wordt Duitsch
land het schandelijkste onrecht aangedaan
en is Frankrijk nauwelijks minder dan een
gemeene straatroover, in ieder geval een
schender van alle goddelijke en menschelijke
wetten. Zoo eenvoudig is de zaak toch waarlijk
niet, vooral niet, als men bedenkt, welk een
lange geschiedenis de tegenstelling tusschen
Frankrijk en Duitschland al heeft en hoezeer
deze tegenste^ing gegrond is in den loop der
dingen en in de internationale verhoudingen.
Vat men dat goed in het oog, dan zal men
zien, dat het hier nog om geheel andere dingen
gaat dan om een schadeloosstelling.
De tegenstelling tusschen Frankrijk en
Duitschland is ontstaan door de verdeeling
van het rijk van Karel den Groote; de ver
dragen van Verdun in 843 en van Meerssen
van 870 hebben niet allen de beide landen ge
schapen, maar ook de grenzen, die eeuwen
lang beide naburen van elkander scheidden.
Van een scherpe tegenstelling was in de mid
deleeuwen nog weinig sprake. De Christenheid
gevoelde zich als een eenheid, in het geestelijke
geleid door den Paus, in het wereldlijke ge
regeerd door den Keizer. Het Latijn was de
voertaal van alle beschaving, die internatio
naal was. Van nationale tegenstellingen kon
nauwelijks worden gesproken; zonder be
zwaar kon een Fransche hertog koning van
Engeland worden; in de kruistochten streden
alle nationaliteiten broederlijk samen voor
hetzelfde doel, het heil der Christenheid.
Eerst in de latere middeleeuwen ontwikkelen
zich uit het groote Christenrijk door these en
antithese de groote nationaliteiten van Euro
pa. Het meest kenmerkende uiterlijk symp
toom daarvan is algemeen de vervanging van
het Latijn door de volkstaal, die gewoonlijk
ook de landstaal is. De eerste natie, die
comafgelegen, voor de kleine som van 15000 dol
lars. Maar hun geld was versmolten. Bill had
geen cent aangebracht. De koeienman echter
beweerde dat hen de prijs niet mocht afschrik
ken, want 15000 dollars lagen voor de hand
in een bank van een stad op niet al te grooten
afstand. Daarvan zou men zich toch wel des
noods met geweld meester kunnen maken.
Jennings en zijn broeder hadden geen be
zwaar, maar zou inen Bill in het geval kunnen
betrekken? Hij zag er te voornaam uit
vooropenlijken diefstal. Zij naderden daarom met
omwegen het feit waarom het was te doen.
Hij antwoordde op dezelfde manier. Het was
duidelijk, hij wilde geen oordeel uitspreken
over hun voornemen, maar een medeplichtige
te zijn verlangde hij evenmin. Toen de beide
broeders na'volvoerde inbraak terugkeerden,
vonden zij Bill ter plaatse, zenuwachtig,
eenigszins, hun komst afwachtend. Want van beide
kanten begreep men dat het afscheid op han
den was.
Voor het scheiden wilde Jennings ten minste
een naam en een adres kennen. Er kunnen
moeilijke tijden aanbreken, en wij zouden een
advies willen hebben " zeide hij. De ano
nymus liet zich toch niet vangen. Ik ben
niet erg openhartig tegen u geweest, is het
niet zoo?" Het was het eenige wat men van
hem kreeg te hooren.
Het duurde drie jaren, tot tegen het eind
der eeuw, voordat Jennings zijn bewonderden
vriend weerzag. Op den ranch hield hij het niet
lang uit, de policie was hem op 't spoor, hij
moest tot het oude wettelooze leven
terugkeeren, en werd gevat. Zijn zaak hield de
rechtbank twee jaren bezig. Toen werd hij
veroordeeld, levenslang tot opsluiting in de
groote Ohio gevangenis.
Het was de zwaarste straf die men voor hem
kon bedenken. Toen in het diepst van zijn
wanhoop een lichtstraal viel: Bill was zijn
medegevangene.
W. G. C. BYVANCK