Historisch Archief 1877-1940
27 Jan. '23. - No. 2379
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
."?L /T J l i «?
blyft de zachtste Ze* e p
voor cie Huid.
N. V Jet Anker"
v/h Gebrs. Dobbelmann Nijmegen 'f
Noteert U evendeze Telefoon Hos,
BUSSUM 923
AMSTERDAM... C. 2776
UTRECHT l fi,77
BILTHOVENJ ????°577
ElectrischB Boek- en Handelsdrukkerij
Fa. Wed. P..v. d. HERT
Nassaustraat 2 BUSSUM
Alle soorten drukwerk
Fraaie uitvoering concurreerende
prijzen.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 10.?per Jaar
HAARLEM5CHE 50 DA FABRIEK
??§?
HAARLEM
DAHES!
Laat uw waseh behandelen
door de wasscheri]
Eiriki",Tiildi«utr. 22-24. Til. Z.3725
zoowel droog toegeslagen als
opgemaakt.
Vraagt prijsopgave.
Aanbevelend B. NEIDIO A Co.
S1QAAEM
F. FEDDEMA
WAGENSTR. 67
DEN HAAG
Telefoon 879
NIEUWSTE
MODELLEN
Heerenschoeisel vanaf
f 12.50
INSTITUUT OVERTOOM
Amsterdam Rotterdam
Overtoom 57 en 93a Kruisstraat 40
Typen-Steno-Talen Boekhouden
Kpmplefe
Uiïzeiien
Vtoatf
KataloQus )\
x,.
Gerzori
AMSTERDAM
L. ssE^isa^
ASTRONOMISQi^fRAGMENTEN
1. HET HEELAL EN DE
HEMEL-RASSËN
dOOr AEROBATES.
Wie, als volwassene, voor het eerst sedert
vele jaren in de gelegenheid is met belang
stelling schoolzaken te bekijken, hetzij dat
hij daartoe gedreven wordt terwille van het
onderwijs aan zijn kinderen, hetzij dat hij
zitting heeft in een commissie van toezicht
op het Lager- of Middelbaar Onderwijs of in
het bestuur van een Schoolvereeniging, leert
daarbij al spoedig een uitdrukking kennen,
waarbij hij eerst even de wenkbrauwen fronst,
en daarna misschien even glimlacht, maar
waarvan hij toch spoedig de draagwijdte,
dieperen zin en, als men wil, bekoring zal
leeren begrijpen. Ik bedoel de uitdrukking
parate kennis". Het is een machtwoord,
dat hem heel even onaangenaam aandoet,
omdat het zijn gedachten voert naar
drilpartijen, klaarstoomen, exameneischen en
examinatoren en meer van dergelijk nood
zakelijk kwaad. Ja, ja, denkt hij, daar heb je
het weer: zijrivieren van de Wolga, alle
kapen van Europa op een rijtje kennen,
Karel de Vijfde regeerde van? tot ? enz. enz.
en hij laat er in gedachten op volgen wat
heb je daar allemaal aan voor je algemeene
ontwikkeling?"
Maar naarmate zijn ondervinding zoowel
in- als buiten de school rijper wordt, zal hij
ongetwijfeld bemerken dat kinderen, zeg tot
16-jarigen leeftijd, wél parate kennis", maar
geen algemeene ontwikkeling is bij te brengen
(wat onderwijzers natuurlijk al lang wisten),
en dat zij ook niets anders wenschen dan
parate kennis", d.w.z. parate sc/zoo/-kennis.
Wil men hun daarna, zooals men dat voor zich
zelf heel mooi kan zeggen, algemeene ontwik
keling laten bijbrengen, dan stuit men on
middellijk op de groote moeilijkheid van niet
precies te weten wat dat is. Stel algemeen"
' tegenover paraat" en ontwikkeling" tegen
over kennis" en men beseft onmiddellijk dat
men van het tastbare naar het vage is neer
gedaald. Het begrip is niet alleen vaag, maar
kan slechts subjectief ontleed worden. Dat
waarvan men zelf meer weet dan een ander,
vindt men doorgaans heel belangrijk, ja men
ergert zich terdege als het blijkt dat een ander
daarvan heelemaal geen begrip heeft.
Hierover zou nog veel te zeggen zijn, maar
ik moet naar mijn onderwerp toe, en stel
daartoe kortaf deze vraag: moeten wij, om
te kunnen zeggen dat wij eenige algemeene
ontwikkeling" bezitten, iets van den Sterren
liiiiimiiiimiii HUI »" »' ' '" " '" "" ' ' '""" """"»' mm m n '
hemel weten? En moet ik mij er aan ergeren
als ik iemand ontmoet die daar niets van
weet? Hoort Flammarion in de inleiding tot
zijn Les toiles et les curiosités du del"
daarover te keer gaan! Il est trange,
inconcevable, en vérité, que les habitants
de notre planète aient vécu jusqu'ici sans
même savoir oüils taient! Il est
incompréhensible qu'il y ait encore aujourd'hui
,,quatre-vingt-dix neuf tres humains sur
cent qui ne connaissent pas la demeure
qu'ils habitent, qui ne savent pas oüils sont,
qui ne se rendent aucun compte de la
situation de la Terre dans l'espace, et qui voient
toutes les nuits la sphère toilée se déployer
,sur leurs têtes, sans jamais avoir appris Ie
,nom d'une seule toile, d'une seule
con,stellation, vivant d iétat d'aveugles volon
taires, ne sachant rien, ne se doutant de rien,
,an milieu cl'un univers magnifique, dont la
,seule contemplation doublerait, décuplerait
,pour eux Ie plaisir de vivre. C'est tout
sitnplement stupéfiant. Citoyens du Ciel, nous
vivons trangers dans notre propre patrie !"
Deze storm van woorden dagteekent van
1882. Had hij misschien even goed nu over
onze hoofden kunnen zijn losgebarsten? Of
? over eenige jaren, wanneer misschien, daar de
beginselen der Sterrenkunde van de examen
programma's van onze jongelingschap ver
dwenen zijn, daarmede tevens een verbanning
is uitgesproken uit de sfeer van hare belang
stelling?
Dat za! voornamelijk hiervan afhangen of
er toevallig aan een onderwijsinrichting een
leeraar verbonden is, die zelf bewondering
heeft voor de sterrenkunde als wetenschap
en deze bewondering aan jongeren kan over
dragen. Het is wel verdrietig dat dit zoo ge
worden is, maar des te meer pleit het voor
mijn voornemen om geregeld iets over de
hemellichten aan de kolommen van dit Week
blad toe te vertrouwen.
Ik sprak van bewondering voor de sterren
kundige \retenscliap,maar lang voordat daarvan
sprake kon zijn was er al bewondering voor de
schoonheid van den nachtelijken hemel, de
rustige pracht van het uitspansel, zooals
de oude Hollanders met een bijna vergeten
woord den met lichtpunten en lichtplekken
bezaaiden bol noemden. Die bewondering
was natuurlijk oorspronkelijk een zuivere
gevoelsindruk, versterkt door het volkomen
ontbreken van eenig begrip omtrent het beeld
dat men voor oogen had. Dat wat wij niet
begrijpen, wat met een waas van geheim
zinnigheid is overtrokken en dus vrij spel
heeft op onze verbeelding wij bewonderen
het soms meer daarom dan omdat wij het
mooi vinden. Ik herinner mij nog heel goed de
diepe bewondering van mijn kleinen Hajo voor
zijn dikken oom Peter toen deze een van zijn
aardige goochelkunstjes vertoonde; maar nau
welijks had deze het geheim ervan ontsluierd
door zijn mouw op te stroopen en een touwtje,
een spiraalveertje en een haakje te laten zien
die in trouwe eendracht hem in staat hadden
gesteld Hajo's bewondering op te wekken,
of de jongen zei met een pruilend gezicht,
als schaamde hij zich voor dat eerste gevoel
iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii
ajakkie wat flauw", en van de bewondering
bleef niet veel meer over.
Met de bewondering voor den sterren
hemel is het evenwel heel anders geloopen.
Want het mechanisme dat het schoone,
bewonderde beeld te voorschijn roept, bleek
niet, als het triviale touwtje en veertje van
zooeven, flauw" te zijn, maar tot in zijn
kleinste geledingen dezelfde bewondering
waard als het beeld, de vertooning zelf. Zoo
hebben wij bijv. (en van het merkwaardige
daarvan wil ik mijn lezers in mijn eerste
fragmenten doordringen) geleerd dat het
Heelal waarin alles wat bestaat, is onder
gebracht n enkele organische eenheid is en
het Huis van den Schepper, zooals men wel
eens zegt, door de leden van slechts n
gezin bewoond wordt. Laat ik met het laatste
beginnen: wij kunnen zeggen dat het Heelal
in hoofdzaak slechts vier soorten van
hemellichten bevat, n.l. enkelvoudige sterren,
meervoudige sterren, sterrenhoopen en
nevelvlekken. Dit is op zich zelf al merkwaardig;
waar onze eigen kleine aarbol al vier of vijf
menschenrassen bevat, wat zou men dan a
priori niet een overdaad van hemelrassen
mogen verwachten?
Enkelvoudige sterren zijn licht uitstralende
gasbollen, evenals onze zon. Men onderscheidt
ze naar hare kleur in witte, gele en roode
sterren en naar hare schijnbare helderheid
in sterren der 1ste, 2de grootte";
dit is een bijzonder ongelukkig gekozen woord
omdat wij daarbij onwillekeurig aan af
metingen denken en het gevolg ervan is
dat heel wat menschen zijn gaan spreken van
een groote ster en een kleine ster, wanneer
zij bedoelen een heldere en een zwakke. Het
is dus veel beter te zeggen: men verdeelt
de sterren naar de hoeveelheid licht die wij
van haar ontvangen in sterren der 1ste,
2de,.... schijnbare helderheid, schijnbare
omdat zij afhangt van de afstanden. Van
twee sterren A en B kan A bijv. 4 maal
zooveel licht uitstralen als B en toch, omdat
zij bijv. 100 maal verder weg staat, een veel
kleinere schijnbare helderheid hebben. Het
is dus duidelijk, dat pas wanneer de afstand
van een ster gemeten is, men natuurlijk
in een bepaalde maat -?hare werkelijke
helderheid of zooals men zegt hare
lichtkracht of absolute grootte kan aangeven.
Sterren die nog juist met het bloote oog,
d.w.z. zonder dat de hulp van kijkers be
hoeft te worden ingeroepen, zichtbaar zijn,
zijn sterreu van de zesde grootte; dank zij de
lichtsterke spiegelteleskopen van den
tegenwoordigen tijd heeft men het onderzoek der
sterren al tot die der 20ste grootte kunnen
uitbreiden. De hoeveelheid door ons daarvan
ontvangen licht is bijna 16 millioen maal
geringer dan die welke wij van onze algemeen
bekende Poolster ontvangen.
KUHR
AMSTERDAM, Heerengracht 304
Telefoon N. 8060
D ameskleedermaker?Bontwerker
Mantelcostuums of lange Mantels
naar maat vanaf f 85.
Wij bezoeken U op aanvraag zonder eenige ver
plichting of prijsverhooging door geheel Nederland.
12 zilveren theelepeltjes
met verschillende
bloemsteeltjes
Met etui zonder etui
f 28.?. f 24.-.
Lengte der lepeltjes lOc.m.
Franco door Nederland.
Bij niét voldoening mogen
de lepeltjes geruild worden
In Den Silveren Molenbeecker
CORN.SCHOORL
Amsterdam den Haag
KALVERSTRAAT 32
Tel. N. 2149.
HOOGSTRAAT 31
Tel. No. 6890.
J. J. Weber & Zoon
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Koningstraat 10, Haarlem
Onze Amerikaanse!»
Brlllenglas-Slijpmachlnes van de allerlaatste constructli
stellen óns In staat brlilenglazen binnen
enkele uren af te leveren.
[Torpedoï10/,5P.K.,4zitpl.f4200.
Conduite Inférieure, idem
5500.J. LEONARD LANG,* AMSTERDAM.
RUN- & MOEZELWHNEN nnal 11.0.80 p» U
WIJNHANDEL DE BARBANSON Amttel 51
Amsterdam.
Onze Zon is, als ster, geen hemellicht van
bijzonderen glans; wanneer ze verplaatst
werd naar den afstand waarop gemiddeld
de helderste sterren (van de 1ste grootte)
staan, dan zouden wij ze daar ternauwernood
kunnen onderscheiden.
Meervoudige sterren zijn eveneens licht
uitstralende gasbollen, maar ze zijn bij
2, 3 of meer aan elkaar gekoppeld, bewegen
zich om elkaar heen, meer wetenschappelijk
gezegd: bewegen zich om haar gemeenschap
pelijk zwaartepunt, onder velerlei omstandig
heden. Soms volbrengen zij een omloop in
slechts enkele uren, soms zijn daar vele jaren
mede gemoeid; nu eens zijn ze van ongeveer
dezelfde helderheid, dan weer is de eenc
vele malen helderder dan de andere; nu eens
zijn ze altijd beide (of alle) voor ons zichtbaar,
dan weer is n ervan zóó lichtzwak of be
vindt zich zóó dicht bij de andere, dat wij
ze nooit te zien krijgen, maar haar aanwezig
heid zich verraden moet uit eigenaardigheden
in het door ons opgevangen licht. Zoo is
Castor in het sterrenbeeld de Tweelingen een
viervoudige ster, maar in de grootste kijkers
ziet men er altijd maar 2; elke daarvan heeft
echter op zeer korten afstand nog een be
geleider.
De meervoudige sterren zijn dus de twee
lingen, drielingen enz. van het gezin, maar
terwijl deze in onze gezinnen uitzonderingen
zijn, kan men aannemen dat in het groote gezin
der ruimte dubbele en meervoudige sterren
veelvuldig voorkomen en misschien wel 30 nCt.
van alle sterren uitmaken.
Het 3de hemelras zijn de sterrenhoopen,
groote groepeeringen van sterren, meestal
dicht opeengedrongen in het midden en die
niet zoo maar bij toeval in dezelfde richting
gezien worden op allerlei zeer verschillende
afstanden van ons, maar die bijeen hooren,
een familie in het klein vormen, met een
gemeenschappelijke beweging door de wereld
ruimte.
Ook hiervan bestaan allerlei soorten; de
meest bekende is het Zevengesternte (de
Plciaden). Wie heel scherpe oogen heeft
kan daarin wel D of 10 sterren zien, maar
in een kijker ziet men er vele honderden. Dit
Zevengesternte is een zeer losse groepeering;
met groote kijkers kan men echter ook zeer
compacte, vrijwel ronde sterreiili:>upen zien
en photographeeren, die uit vele honderd
duizenden sterren zijn samengesteld; in het
centrale gedeelte zijn ze eigenlijk niet meer
te tellen. Deze z.g. bolvormige sterrenhoopen
hebben zich steeds, maar vooral de laatste
jaren, in de bijzondere belangstelling
deiastronomen mogen verheugen; vroeger meen
de men er afzonderlijke sterrenstelsels zooals
het onze in te zien, en men kan begrijpen
hoe het denkbeeld om tusschen de sterren
van ons eigen Heelal door, heel in de verte
een 2de Heelal gade te slaan op de verbeel
ding der menschen werkte.
Zoolang men in het geheel niet weet hoe
groot de afstand van zulk een bolvormigen
sterrenhoop is, heeft natuurlijk de phantasie
vrij spel: maar enkele jaren geleden is een
jong, zeer geniaal Amerikaanse)! sterren
kundige, Shapley, ons met een groot aantal
volgens allerlei spitsvondige methoden af
geleide afstanden van sterrenhoopen komen
verbazen waardoor de bolvormige sterren
hoopen inderdaad zeer ver weg bleken en
zich in zekeren zin als afzonderlijke stelsels
kwamen openbaren. Volgens hem mogen wij
wel van ons Heelal spreken, maar dan is
dat eigenlijk niet anders dan een losse groe
peering van sterren, sterrenhoopen en nevels,
die met vele daarbuiten geplaatste bolvormige
sterrenhoopen samen het Heelal vormen. Ik
za! daarvan later wel eens wat meer vertellen,
maar men kan hier reeds uit zien welk een
belangrijke plaats deze 3de soort van be
woners in de wereldruimte bekleeden.
Laat ik nu dit fragment eindigen met de
vermelding van de 4de soort, die ik al met
den naam van nevelvlekken heb bestempeld.
Wat een vreemde naam alweer! Wij spreken
wel van een vetvlek en een wijnvlek, en
noemen daarbij dus de stof die zich
vlekvormig heeft uitgespreid, maar is nevel een
stof? Neen, nietwaar, nevel is een toestand
waarin een stof, in bepaalde omstandig
heden, kan verkeeren. Als wij dan ook van
nevelvlekken aan den hemel spreken, bedoelen
wij gebieden die een nevelig licht verspreiden
en naar alle zijden gelijkmatig, zonder scherpe
begrenzing uitvloeien, maar uit welke stof
de meeste van deze nevels bestaan, is vol
komen onbekend. Ze komen in allerlei vormen
en grootten voor; er zijn er heel kleine en
er zijn er van de uitgestrektheid van een
geheel sterrenbeeld, er zijn er die regelmatig
van vorm zijn en er zijn er die als een wappe
rende gazen sluier door het Heelal schijnen
te waaien; er zijn ringvormige bij en heel
veel spiraalvormige, die met dubbele win
dingen zich van dichtere kernen uit schijnen
te ontrollen, en wat vooral de aandacht heeft
getrokken is, l dat ze heel veel aan sterren
gebonden schijnen, bijv. aan alle heldere
sterren van het Zevengesternte en 2, dat ze
bijna alle in hoofdzaak blauw en violet licht
uitzenden, zoodat ze zich in groote pracht op
de photographische plaat vertoonen, maar
zelfs in de grootste kijkers door
menschenoogen, die voor een indruk op het netvlies
in hoofdzaak geel licht noodig hebben, niet
gezien kunnen worden. Toch is er n groote
spiraalnevel die zichtbaar is voor het bloote
oog; hij maakt deel uit van het Sterrenbeeld
Anilroinedii en is in deze winteravonden uit
stekend te zien.
In een volgend opstel zal ik gaan vertellen
hoe wij weten dat alle bewoners van het
Heelal, die ik hier beschreven heb, werkelijk
deel uitmaken van n gezin, n enkel
organisme vormen.
iiiiiiiMiiiimmiMMiiiiiMiMimiM
itmniriiiiiiiiiiiiiii
SPAAMSOH, ENOELSOH,
FRAHSCH, DUITSOH oio.
Borlitz-School
Heorongrmoht 4B1 M* 3286
Pract. Onderwijs door boitenl. Leeraren