De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 24 februari pagina 1

24 februari 1923 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H0. 8883 Zaterdag 24 Februari A°. 1933 D E AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van O. W. K E R N K A M P Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25. Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten INHOUD: 1. De Bioscoopwet, drorProf. Dr. O. W. Kernkamp Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Byvanck 2. De Tragi-komische kamerfilm, teekening van Jordaan Stille krachten, door Mr. O. H. Arnhardt Jr. A 'jrismen, door Dr. A. E. Eloesser MediF , e Kroniek, door Prof. Dr. W. Storm van I eeuwen ??3. Spreekzaal 5. Voor Vrouwen: Volkskunst van de Zevenberger Hongaren, door Elis M. l ogge Bijkomstigheden, door Annie Salomc.ns Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse G. De eerste Nederlandsche tooneelmaand, door Herman Roelvink ? Dramatische Kroniek, door Top Naeff ??8. De passiebloem, teekenin.;en door B. van Vlijmen Schilderkunstkror.iek, door A. Plasschaert Het laatste oordeel 9. Geschiedenis, T ekcning door George van Raemdonck Charivarh, c'oor Charivarius. ? Tegen de Taalvcraoestin ', door D;-. Ch. F. Haje I ickelzang, dcor J. Sp-.'i hoff 10. Uit het kladschrift van "an: 't Schietgat en Rijmkronyck, do;;/ IVe'is Stoke Nieuwe Engelsche boeken, door Willem van Doorn Tronies, teekeninj door B. van Vlijmen, met bijschrift van Chariva rius Omslag-. Feuilleton, Opot>, door H. van Raalte Simons Schaakrtnr'ck, red. Dr. A. G. Olland. Bijvoegsel: De Franschen in het Ri 1.r-gebied, teekening v;:n Joh. Braaur.s'ek. «Mlllllliiiilllniiiiliiiillliliiiiiiiiitillilliiiiiiiiiiiiiii DE IOSCOOP-WET Tot de getrouwe bioscoopbezoekers mag ik mij niet rekenen; maar ik ben er toch heel wat meer keeren geweest dan Mej. Mr. van Dorp; en noch die persoonlijke ervaring, noch wat ik over het bioscoop-vraagstuk heb gelezen, geeft mij aanleiding met haar in te stemmen, als zij de werking van de bioscoop pestilentieel" noemt. Wie zoo spreekt, let te veel op het kwade, dat de filmvertooningen on tegenzeggelijk teweeg brengen, en heeft te weinig oog voor het nut, dat zij ook stichten. Tot dat laatste reken ik niet: de ontwikkeling van het gevoel voor kunst. Met kunst heeft de bioscoop niets uit staande. Maar zij kan in hooge mate instructief zijn en aan menigeen wat men vooral niet gering moet schatten gelegenheid tot ontspanning en ver maak bieden. Instructief zijn niet alleen die ver tooningen, welke bepaaldelijk als zoo danig bedoeld zijn; de pooltocht van Shackleton, kijkjes in het dieren- en plantenleven, tafreelen uit het gebied van land- en volkenkunde, maar ook de actualiteiten, die men in de zooge naamde revue van de week" te zien krijgt. Met deze onderwerpen en een paar grappige stukken schijnt het program ma echter niet te kunnen worden ge vuld. Wil het bedrijf rendabel" zijn dan moeten er ook andere dingen ver toond worden: detective-geschiedenis sen, sentimenteele drama's, prikkelen de voorstellingen uit het grootsteedsche cabaretleven en dergelijke zaken. Het zijn juist de?e vertooningen, die menigeen tot een fel tegenstander van de bioscoop hebben gemaakt. Voor namelijk om den slechten invloed, dien zij uitoefenen op jongelieden in den leeftijd van 14 tot 18 of 20 jaar. Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot bestrij jii g van de zedelijke en maatscha pelijke gevaren van de bioscoop" is gebleken, dat alle partijen de wenschelijkheid erkenden om minderjarigen te beschermen tegen de gevaren, waar aan zij door het bioscoopbezoek bloot staan. Alleen verschilde men van meening over de wijze, waarop dit moet ge beuren: door een absoluut verbod van bioscoopbezoek voor personen beneden een bepaalden leeftijd (dien de een weer hooger wilde nemen dan de ander) door het houden van een bijzonder toe zicht op voor minderjarigen toeganke lijke voorstellingen, of wel door open bare bioscoopvoorstellingen alleen voor minderjarigen toegankelijk te stellen, wanneer daar uitsluitend films worden vertoond, die voor hun leeftijd geschikt of toelaatbaar" zijn verklaard. Het regeeringsvoorstel beoogt dit laatste en maakt daarbij onderscheid tusschen twee categorieën van minderjarigen: kinderen beneden de veertien jaren, en jeugdige personen tusschen veertien en achttien jaren; een centrale keurings commissie zal hebben te beoordeelen, welke films voor de eerste categorie geschikt, welke voor de laatste toe laatbaar" zijn. Wanneer deze regels in druk verschij nen, zal de Kamer . ?. _Js beslist hebben of zij aan dit voorst-jl, met eenige wijzi ging misschien, hare goedkeuring wil hechten; maar hoe de stemming over de amendementen ook moge uitvallen, in elk geval zullen minderjarigen voort aan beschermd worden tegen de groot ste gevaren van de bioscoop. Wat ons betreft, mag men aan kinde ren beneden de 16 jaar den toegang tot openbare bioscoopvoorstellingen ge rust beletten. Niet, dat voor deze kinde ren dj bioscoop geen nuttige en aange name verpoozing kan bieden; maar dit kan geschieden hetzij - op de school, hetzij in speciaal voor kinderen regeven voorstellingen. De moeilijkheid zit hem echter juist in den leeftijd van 16 tot 18 of 20 jaar. Met moeilijkheid bedoel ik hier niet: de nadeelen, die voor het bioscoop bedrijf voortvloeien uit een wet of verordening, waarbij deze jongelieden alleen worden toegelaten tot de ver tooning van voor hun leeftijd geschikte films. AAN DEN ANDERKN KANT VI Achtergebleven was Jeniiings; voor den kameraad, de vrijheid ! voor hem de terug keer tot het donkere verblijf. Maar waarlijk, geruchten drongen tot de gevangenis door, voorboden lieten zich zien, berichten kwamen over machtigen invloed in 't werk gesteld om aan Jcnnings zijn vrij heid te geven. Zijn vader en zijn broeder, mannen van beteekenis geworden in het Westen der Vereenigde Staten, spanden hun uiterste macht in om hem uit de gevangenis te krijgen. Op een dag stapte er een kolossaal pootig man het bureau van administratie der ge vangenis binnen, in een moment dat de cipier uit was. Waar is de cipier?" bulderde de stem, zij was nog dubbel zoo gewi: tig als de man. Uit!" antwoordde Jennings, ij n plaatsvervanger. Ik moet iemand hebben, die Jennings heet". ,.Ik vermoed, dat ik die man ben, dat's mijn naam," gaf Jennings met de waardigheid te kennen die bij de gelegen heid paste. De bezoeker keek hem uit de hoogte aan, als wilde hij allen contact met Lilliput af snijden. Neen vriend, je bent niet de man dien ik noodig heb. De kerel was een verd. schelm van een treinroover". Laat den schelm weg en ik ben het". De zware kerel begon te lachen, dat zijn wangen schudden. Jij, roode garnaal!" 'n Mensen moet veel kunnen verdragen, maar dit ging te ver. Jennings had begrepen dat de bezoeker een senator was en een man die in de Vereenigde Staten de zaken naar zijn hand zette, zijn eergevoel echter verzette er zich tegen een insolentie aan te nemen. Senator," zeide hij, een 45er van Colt (pistool) maakt alle menschen gelijk". Het was een uitdaging. Maar de senator amuseerde zich blijkbaar fameus, hij ging voort met lachen. De cipier verscheen op dit oogenblik en gaf uitleg voor zoover noodig. De Senator had dus het schooljongensidee gehad, dat een treinboef opereerde met een arsenaal aan zijn lijf, en met woeste oogen en verscheurende tanden, zijn handwerk bedreef; hij wist niet dat treinroof tot de gentiele kunsten behoorde en dat een onderkruipsel er meester in kon zijn. Maar het terrein was nu gevonden waarop men met elkaar kon spreken. De machtige man schoof een stoel bij en dra was Jennings aan 't ver tellen. Goedgehumeurd luisterde de ander, en tuinde zich onverzaadbaar. Je bent een dwaze microbe," zeide hij, , ik heb over je gehoord van menschen, die ik kon vertrouwen, en ik geloof ook dat je au fond geen kwade kerel bent. Ik zal niet Mr. Mc Kinley over je spreken. Hij is de beste man van de wereld. We zullen je hier vandaan kr i',in." J nnhigs wist niet hoe hij 't had van opw ndin;. Hij zag zich al den volgenden dag vrij. Maar 't i erst schreef hij aan Bill Porter, die had h m al zijn compagnon genoemd en met het s: i i ven van verhalen hoopte hij voort aan z'j h rood te verdienen ui zeer deugd zaam te worden. Porter antwoordde dadelijk: Ja, nu kon hij op zijn vrijheid rekenen. Want aan Mark Hanna had Mc Kinley zijn presidentschap te danken; Hanna had over de Vereenigde Staten te bc1"' ikken." De bioscoophouders vreezen van zulk een voor het geheele Rijk geldende be paling den ondergang van hun bedrijf. Hun beste klanten schijnen juist de jongelui van den genoemden leeftijd te zijn. In een request van bioscoophou ders aan den Gemeenteraad van Hilver sum, die een verordening had aange nomen waarbij aan kinderen beneden de 18 jaar de toegang tot niet-goedgekeurde filmvoorstellingen werd ver boden, en in een dergelijk request aan den Gemeenteraad van Utrecht, waar B. en W. een gelijkluidende verorde ning hadden voorgesteld, werd be toogd dat dit de dood zou beteekenen voor het bedrijf. Dit wil natuurlijk want bioscoop houders zullen door den aard van hun bedrijf zich de gewoonte hebben eigen gemaakt om het er dik op te leggen dit wil natuurlijk alleen zeggen: wan neer zulke gemeentelijke verordeningen worden gemaakt en dit geldt dan nog in meerdere mate, wanneer de be paling wordt opgenomen in een voor het geheele Rijk geldende wet zullen er een aantal bioscopen moeten ver dwijnen, Nu dat zou niet zoo heel erg zijn. De moeilijkheid, die ik bedoelde, geldt voor de menschen, die de films moeten keuren. Van een aantal films zal het gemakkelijk zijn vast te stellen, dat zij niet deugen voor jongelui op den kritieken leeftijd. Maar het aantal ge vallen, waarin de beoordeelaars zullen aarzelen, zal vermoedelijk nog grooter zijn. Vooral wanneer zij de vraag moe ten beantwoorden niet of de film geschikt", maar of hij toelaatbaar" is. Intusschen, moeilijk of niet moeilijk, het werk, dat deze commissie heeft te verrichten, zal ongetwijfeld nuttig zijn. Men kan verschillende meeningen heb ben over de leeftijdsgrens, die moet worden gesteld, maar welke bepalingen de bioscoopwet daarover ook moge be vatten, zij zal in elk geval de slechte werking van de bioscoop op jongelieden aanzienlijk beperken. Indien zij niets anders bevat had dan deze bepalingen, zouden wij er tevreden mee geweest zijn. Zij gaat echter verder. Alle films zullen voortaan door een centrale com missie gekeurd worden, ook die, welke voor volwassenen vertoond worden. De centrale commissie zal geen enkelen film voor openbare vertooning toelaten, indien en voor zoover hij in strijd is met de goede zeden of de openbare orde". Tweeërlei oppositie heeft zich, in en buiten de Kamer, tegen deze staatsbemoeiing met films voor volwassenen doen hooren. Mr. A, de Graaf de schrijver van de bekende brochure over Het bioscoop vraagstuk" bestrijdt de Rijkskeuring, omdat deze aan de goedgekeurde films als liet ware een Rijksmerk van deug delijkheid verleent en daardoor pro paganda voor de bioscoop zal maken bij FEUILLETON-PRIJSVRAAG. uitgeschreven door de Amsterdammer", Weekblad voor Nederland Door ,,de Amsterdammer", Weekblad voor Nederland, wordt een prijsvraag uitgeschreven voor korte, spannende verhalen, bestemd om te worden opgenomen als feuilleton in de Amsterdammer". VOORWAARDEN De omvang mag niet minder zijn dan 1600 woorden en niet meer dan 4000 woorden. De copie moet met machineschrift geschreven zijn op n zijde" van het papier. De inzending moet geschieden vóór l Juli 1923 aan het secretariaat van de Amsterdammer", Keizersgracht 333, Amsterdam. Het manuscript moet een opschrift, spreuk of pseudoniem dragen, welke aanwijzingen herhaald moeten worden op een bijgevoegde gesloten enveloppe, die een briefje moet bevatten met naam en adres van den auteur. Het manuscript mag in geen geval den naam van den auteur vermelden. Uitgeloofd worden 13 prijzen ter gezamenlijke waarde van vijfhonderd gulden, te verdeelen als volgt: eerste prijs ?125.?, tweede prijs / 75.?, derde prijs ? 50.?en vervolgens tien prijzen van / 25.?. De bekroonde bijdragen worden geplaatst als feuilleton in de Amster dammer". Redacteuren en uitgevers krijgen het recht ook de niet bekroonde inzendingen, die daarvoor in aanmerking komen, tegen het gebruikelijk honorarium te publiceeren. De ingezonden bijdragen zullen beoordeeld worden door een jury bestaande uit de heeren: CYRIEL BUIJSSE A. H. VAN DER FEEN (F. de Sinclair) HERMAN SALOMONSON Dadelijk na de opneming in de Amsterdammer" herkrijgt de auteur het volledig auteursrecht over zijn bijdrage. Illlllllllllllllllll Illl IMII Illl llnlIIIIIMIIIIIIIIIIMMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII'IIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ,,de gezonde, nog niet door sensatiehonger en prikkel-dorst aangetaste kern van ons volk, die tot nog toe afkeerig was van de bioscoop-theaters". Hij vreest n.l., dat de centrale com missie niet streng genoeg zal keuren, omdat zij anders het bioscoop-bedrijf zou dooden: en dit kan toch nimmer de bedoeling van keuren zijn". Naar mijn meening onderschat Mr. de Graaf de bestaansmogelijkheid van het bioscoopbedrijf, wanneer het sensationeel-prikkelende er onverbiddelijk uit zou worden geweerd. Een groot deel van het bioscoop-publiek is reeds tevreden met sentimenteele stukken, die niet in strijd zijn met de goede zeden of de openbare orde" en dus door de commissie moeten worden goedge keurd, want er zit geen kwaad bij" behalve dan dit kwaad, dat zij den slechten smaak van het publiek op zettelijk in het gevlij komen, Maar de Rijkskeuring van films voor volwassenen lijkt ons geheel overbodig. Tegen onzedelijke voorstellingen waakt reeds art. 188 van de Gemeentewet. Zeker, er zullen dan nog een aantal voorstellingen overblijven, die niet on zedelijk", maar wel prikkelend" zijn. Maar is het de taak van den Staat, volwassenen te behoeden voor de aan raking met alles dat hen kan prikke len"? Of hebben zij zelf uit te maken, wat zij al of niet willen zien? En waar zou het einde van de beiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiimiiiiiuimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiim nul Jennings pakte eenige souvenirs uit zijn gevangenisleven bij elkander en stond klaar om de deur uittegaan, zoodra ze zich opende.. En de cipier kwam binnen met een be drukt gezicht. Kr stond een wagen klaar om Jennings af te halen, maar voor een andere gevangenis in een andere stad: hij had veel op zijn geweten, en er was nog een vonnis voor vijf jaar. Het w een slag die hem neervelde en weer deed o springen als een wild dier. Toch, er stond niets anders op. Weer moest hij het gevangenenpak aan trekken en zich aan de vernederende maat regelen onderwerpen van de intrede in een cel. Al zijn illusies over een nieuw leven waren op eenmaal geruïneerd. Als het lot hem dan ver volgde, welnu dan zou hij ook een vijand blij ven van een maatschappij, die niet van hem was gediend. Kerst langzamerhand kwam hij tot meer kalme denkbeelden. Zes eindelooze maanden heeft zijn straf ge duurd. Toen lieten zich de beschermende mach ten weer gelden die hem vroeger hadden bijge staan. Hij kreeg zijn vrijheid terug, maar dat was een diep geschokte man die naar het Westen terugging om daar van onderen op als zaakwaarnemer zijn leven weer op te bouwen. Het is hem heel zwaar geworden. Ken jaar van tegenspoed en ontbering heeft hij moeten doorstaan, maar zijn volhouden en zijn talent braken den ban voor Jennings den boef. Hij had succes, men vertrouwde hem zijn zaken toe, hij kreeg een aanhang in zijn kring. Langzamerhand ging hij weer denken aan zijn ander talent, hij schreef aan Bill Porter, maar hoe zeer hij ook verlangde hem te zien, hij dacht er niet aan zich te vertooncn eer hij zich had gereinigd van den smaad die hem door de laatste iieleediging was aangedaan. Zijn pardon was niet volledig; mocht hij zich vrij bewegen, hij bezat niet de uitoefening van moeiingen van den Staat zijn, wanneer hij meerderjarigen wilde beschermen tegen alle verleidingen en gevaren, waaraan zij weerstand kunnen moeten bieden? In de lijn van deze bioscoop wet zou dan bijv. ook een wet liggen, die voorschriften bevat over de kleeding en het dansen want ook die kunnen prikkelen". Het is volkotien waar en heel jam mer dat niet alle volwassenen ook geestelijk volwassen zijn. Maar men be vordert hun groei niet door hen onder censuur te stellen. Men zoeke de middelen tot ver betering elders. Zooals Mr. de Graaf schrijft: Men verwacht teveel van den Staat. Hij heeft een hoogst belangrijke, maar beperkte taak. Wil. hij op dit ge bied iets doen, laat hij dan goede kunst uitingen, goede muziek, goede tooneelspeelkunst, goede schilderkunst, goede voordrachten, goede lichaamsoefenin gen, goede litteratuur financieel steunen Bestrijdt het kwade door het goede". En zouden wij er aan willen toe voegen laat de Staat toch vooral begrijpen, dat een voornaam onderdeel van zijn beperkte, maar hoogst belang rijke taak is: de gelegenheid tot onder wijs en ontwikkeling zoo ruimschoots open te stellen, dat alle volwassenen ook geestelijk volwassen worden. KERNRAMP al zijn burgerrechten, hij was niet de gelijke van de anderen, en hij wou niet achterstaan. Ken nieuw verworven vriend kwam hem in dit geval te hulp. In Oklahoma waar Jennings zijn beroep uitoefende was een bekende van Roosevelt, die den President dikwijls op zijn berenjachten vergezelde. Deze beroemde berenvanger beloofde aan zijn vriend Jennings hem in het Witte Huis te Washington aan den Pre sident voor te stellen en maakte zich sterk, dat deze hem al zijn rechten zou teruggeven. Kn zoo zien wij op een dag in 1905 den kleinen Jennings in afwachting van een audiëntie. Hij kreeg een schok, toen Roosevelt binnen kwam, in een enkelen zwaai van electriciteit, die direct de kamer deed tintelen. Ik ben blij je te zien," zei hem de President. Ik weet van je zaak af. Ik heb het erg druk. Ik wacht je later". Maar gaat men met een berenvanger op reis, om met later" te worden afgescheept ! Het roode onderkruipsel, zenuwachtig daar het doel zoo nabij was, liet zich gelden; een oogenblik zelfs dacht hij zich te hebben ver sproken en Roosevelt in woede te hebben ge bracht, maar de betere natuur won de over hand. Hij gaf Jennings de hand: Je bent een waarheidspreker. Je hebt het geheele pardon. Toon het waard te zijn". Thans kon hij zich aan Bill Porter vertoonen. De oude vroolijke tijd herleefde bij voorbaat. Jennings tracteerde den berenvanger, en de beerenvanger tracteerde Jennings. Toen de boot in New York aanlegde wist geen van beiden meer of zij naar Liverpool op reis waren of naar ergers elders; zij moesten Bill Porter vinden en ze vertrouwden, dat hij, die een hoofd uitstak boven andere menschen, dadelijk zou zijn te vinden. De brief waarop zijn adres stond was natuurlijk verloren. Het was geen reden om verlegen te staan. Kr waren gelegenheden genoeg waar de menschen onthaald wilden worden, en hun ideeën wilde geven over de woonplaats van Bill Porter, dien niemand kende., Woonde hij niet in een park? Kn zou hij daar niet te vinden zijn, als men huis aan huis schelde? Zie Jen nings met zijn gezel in alle deftigheid van menschen die niet zeker meer zijn van hun beenen, trap na trap, gearmd oploopen en vragen naar Bill Porter ! In 't eind een licht straal ! Den naam O. Henry te probeeren ! Daar kregen ze een precies adres. Dadelijk ben ik bij u," telephoneerde de oude, rijke stem, met haar grappige aarzeling en waarlijk daar stond in een keurig grijs costuum de oudevriend voor hen, koel en frisch en natuurlijk als was er niets bijzonders ge beurd en had men elkander den vorigen dag pas gesproken. Dan gingen ze zitten, en O. Henry's oogen hechtten zich aan de physionomie van zijn ouden gevangeniscompagnon. Ja, je bent het, kolonel ! Waarachtig nog niet achteruitgegaan !" Zij reikten elkaar de hand, en vergaten te drinken en hielden elkaar bij de hand, en maakten de afspraak dat O. Henry zijn New York zou vertoonen. Ken triomf beleefde Jennings daarbij. Zijn verhalen in den kleinen kring van O. Henry deden soms meer opgeld dan die van den grooten man zelf. ,, Ik speelde van avond maar tweede viool," zeide hij hem eens, zoudt ge om mijn prestige te vergrooten, mij niet eens een rol in een vertelling kunnen geven !" Bill, je herinnert het je wel," voegde Jen nings den avond daarop in een van zijn avon turen, het was dien nacht, dat je de paarden vasthieldt!" De anderen keken elkaar aan, een greep bewonderend O'Henry's hand: Ik had het wel gedacht," zei hij. Maar het was als een geheim dat kostbaar moest worden bewaard, o menschen; o ijdel heden; o dwaasheden ! W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl