De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 24 februari pagina 10

24 februari 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 24 Febr. '23. - No. 2383 RIJM-KRONYGK TJIT IET IKULj-A-IDSaiEIiR/I IF T "V-A-lxT 1. DE FRANSCHEN AAN DE RUHR Hier ziet men Vader Poincar in 't diepste van de duistre aarde. Als men hem ziet, dan denkt men: .. Heé.. ! 't is net alsof hem iets bezwaarde...." Daar staat hij in den duistren mijn en trekt het voorhoofd stroef tesamen, en peinst: ..wat zou hier achter zijn..? . .een schatten-graf van Toet-ank-amen..?" Een doode Mark? Begraven met een schat., in 't donker diep verholen.... en hier met opzet bij-gezet..? Of stooft men mij hier Duitsche kolen ?" Zal hij 't houweel met volle kracht in bouten en in sloten steken....? Hier zijn geen zegels maar een macht van Sabotage Zal die breken ?? 't Is geheimzinnig duister in 't Egyptische graf van Toet-ank-amen Hier spannen, fel, en n van zin de duistre Duitsche krachten samen De vraag ligt op zijn aangezicht: (weerklinkt er antwoord?.. lezer.. ? luister !) of hier een schat begraven ligt....? of niets dan deuren.. ? grendels.. ? duister.. ? en, in het eind.. dat blijft des peinzers groote vraag, een bleeke doode in een leege sarcophaag..?? 2. MR. VAN DORP EN DE FILM-SLANG (door een Haarlemschen loopjongen voor te dragen) Makkers Ziet ons aller Moeder, zedig, zoet en vroom en wijs, met den giftigen verleider in het aardsche paradijs. Zij bezweert de zoete zonden van de booze bioscoop. Zij slechts weet waarom 'k gebrandmerkt als een schurk door Haarlem loop. Ziet den film-slang, die zich slingert orn 't ge-boom van 't parlement.... Reken maar dat, als je luistert, je met-én verloren bent, Wellicht waar' de oude Eva uit het Bijbelsche verhaal niet gezwicht, wanneer z'als deze, Adam-loos" waar' de Moraal. Eva's die geen slangen vreezen, Eva's, krachtig, sterk en wijs, mogen zonder Adams blijven in hun aardsche paradijs. Maar ze kunnen niet verhoeden, dat ons Haarlemsch Adamsgild' in het loover van De Groene mét haar toch.. een appel schilt.... ! ! v. c. c. MELIS S T OK Minimum mi m ? ui.iiiiii i m 111 iiiiimiiiiiiitHiiiiiiiiiimiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiii uiimmiiiiiiii HUISVESTINGS-PROBLEEM Onlangs hadden wij het genoegen om, zooals dat tegenwoordig gebruikelijk is, eene bekende operette-diva te interviewen ter gelegenheid van haar 7^ jarig tooneel-jubileum. Wij werden ontvangen in haar kleedkamer van het X-theater, en stelden de gewone reeks vragen betreffende debuut, lievelingsrollen en toekomstaspiraties. Natuurlijk was het haar zoetste hoop om nog eens te mogen optreden als Badeloch in Giisbrecht van Aemstel, ten einde de wereld te kunnen toonen dat zij, behalve mooie dansbeenen, ook een uitgesproken dramatisch talent" bezat. Wij noteerden dit alles getrouw en voegden er eenige persoonlijke observaties, ten behoeve van onze gaarne kwaadsprekende lezeressen, aan toe. In een jubileums-interview leest men gaarne, tusschen de regels door, iets wat naar schandaal riekt. Tenslotte namen wij afscheid met de schertsende opmerking, dat wij het artikel draadloos naar ons blad zouden seinen. Nu houdt u mij toch voor den gek.... ?" lachte de diva. Zeker niet zeiden wij ik telegrafeer alles draadloos...." Nou maar, dat geloof ik niet.... Hoe kan men nu zonder draad telegrafeeren.... ?" Zoo nam het gesprek eene onverwacht interessante wending. Ik ging weer zitten en trachtte een populaire uiteenzetting te geven van de telegrafie zonder draad. Hoe is het mogelijk?" verwonderde zich de jubilaresse daar moet u me bij gelegen heid eens meer van komen vertellen.... Maar dan bij me thuis " Natuurlijk accepteerde ik en vroeg haar waar zij woonde. In den Haag zeide ze MAKCONISTRAAT...." * * * Dit gesprek heeft ons tot nadenken gebra cht. Het opende voor ons geheel nieuwe zijden van het huisvestings-vraagstuk. Al te zeer wordt namelijk bij het kiezen eener woning vergeten, hoe groot het gewicht is van een straatnaam, die overeenkomt met onze persoonlijkheid. Voor zooverre hier geen factoren van werkelijk principieel belang in het spel zijn, kan het natuurlijk geen kwaad. O. i. is er geen enkel bezwaar tegen dat b.v. een familie Leeflang zich vestigen zou aan een Kerkhoflaan, of dat zooals inderdaad het geval is een sigarenmagazijn van Qebr. De Witt gevestigd is aan het Oranjeplein. Neen, wij hebben meer het oog op gevaarlijke conclusies die getrokken zouden kunnen wor den uit een voor-de-hand-liggend verband tusschen iemands persoonlijkheid en den naam van zijn straat. Wij willen deze stelling toelichten met eenige voorbeelden, die wij als het ware uit het leven gegrepen hebben. Zoo woont b.v. de heer Vliegen aan de Nassaukade te Amsterdam, terwijl zijn partij genoot, het kamerlid J. ter Laan woont in de Oranjeboom-straat te Rotterdam. Nieawe Engelse Boeken DONKERE WEGEN DOORVORST THE GOLDEN BOUGH: A Stiuly in Magie and Rcligion. By Sir James Gcorge Frazer. Abridged Edition. Macmillan. 1022?18/. Omstreeks vijf uur gaans ten zuiden van Rome ligt 'n klein schilderachtig meer, dat van Nemi. -Op de noordelike oever daarvan verhief zich in de oudheid 'n heilig bosje, met daarin verscholen 'n kleine tempel gewijd aan Diana Nemorcnsis. Ook groeide er in dat bos 'n zekere boom, en om die boom waarde 'n ongure verschijning bestendig rond, de hele dag en waarschijnlik tot diep in de nacht, met 'n uitgetogen zwaard in de hand, en aldoor loerend, loerend en glurend, links en rechts, alsof 'm ieder ogenblik en van elke kant 'n overval dreigde. Hij, d,e aldus rondsloop, met z'n leven in z'n hand", was de priester van dat heiligdom. En die priester was ? 'n moordenaar, die op zijn beurt was gedoemd om onder moordenaarshanden het leven te laten. Want dat was de regel van die idylliese plaats. Wie er het priesterschap amb.eerde moest beginnen met de in lunktie zijnde titularis uit de weg te ruimen, waarna 't gewijde ambt met deszelfs emolumenten, bestaande (naast de titel van woudkoning en de giften van pelgrims) uit onrustige dagen, benauwde nachten, en het vaste voor uitzicht van 'n gewelddadig uiteinde 'n gruwelik leven, dat vloekte met de dromerige schoonheid van het oord hem automaties ten deel viel. Maar'men moest ook aan andere etsen voldoen, 'n Vrij burger viel niet in de termen, alleen 'n voortvluchtige slaaf. En voordat deze z'n krachten en behendigheid kon gaan meten met die van z'n gedoemde voorganger, moest ie van de dooi' mij reeds vermelde boom 'n tak afbreken. Vreemd doet ons dit alles aan, vooral a.s we bedenken op welke trap van beschaving de Romeinen ston den, en a s we vernemen, dat 'n Griek, die Italiëbereisde in de tweede eeuw na Christus dit aan Rider Haggard herinnerende instituut in volle fleur" aantrof. In de klassieke oudheid staat dit priesterschap op zichzelf. Het maakt de indruk van ,'n grimmige, oer-oude rots die brutaal omhoog steekt uit 'n glad geschoren grasperk. Het is uit de klassieke mythologie en uit wat we weten van de gods dienstige begrippen van 'n Vergilius en 'n Cicero niet te verklaren. Maar juist het bar baarse van 't instituut geeft ons de hoop, dat we 'n verklaring kunnen vinden. Indien we kunnen aantonen, dat 'n priesterschap als dat van Nemi elders heeft bestaan; indien we de motieven kunnen naspeiiren die leidden tot de instelling ervan; indien we kunnen bewijzen dat deze motieven heinde en ver, misschien wel overal, in de samenleving hebben gewerkt, en onder verschillende omstandigheden 'n verscheidenheid van instellingen heb ben in 't leven geroepen, die bij alle onderlinge afwijkingen 'n onloochenbare familicgelijkuiis vertonen; indien wij ten slotte kunnen aantonen, dat deze zelfde motieven, met sommige daaruit heikomstige gebruiken, werkten en leefden in de klassieke oudheid zelf; dan kunnen we redelikerwij/e aanne men, dat in 'n verder verleden diezelfde motieven het aanzijn gaven aan het priester schap van Nemi Ziedaar de taak, die James Géorge Fra/.cr (alsnog zonder handvat" aan z'n naam) zich had gesteld, toen ie in 18'JÜvoor de dag kwam met z'n (jolden Bough, in twee kloeke delen. In H''00 verscheen 'n twede druk, die aanmerkelik was uitgebreid. Maar het materiaal, waarover de geleerde schrijver te beschikken had, nam gestadig toe, in niet geringe mate dank zij de ethnologiese studies van Nederlanders als J. G. F. Riedel, Dr. Wilken, en de onder e Alfoei'en werkzame zendeling A. C. Hjuijt. En de derde druk, die omstreeks l'J14 kompleet was, bestond uit twaalf delen ! Volledige vermelding van bron nen, volledige citaten, zowel in 't oorspronkelik Grieks en Latijn, Units en Nederlands, Frans en Spaans als .n vertaling, benevens 'n volledige index, g., tuigen van strengwetenschappeTike z.n. Oe groepenng van e omvangrijke stof, de haast onhandelbare massa feiten, is onoveitiofieii. En daarbij komt de pakkende en^kletirrijke stijl van 'n geboren litteiator. Wat wonder dat net werk 'n geweldige opgang heelt gemaakt; dat in Engeland feitelijk geen intellekttieel voor vol wordt aangezien, die g^en kennis heeft genomen van de eloov Fiazev ontwikkelde theorieën; dat het in z'n uitwerking op n lijn wordt gesteld met Darwin's Origin oj Species'? Maar wel is 't 'n wonder dat dit boek bij ons in Nederland zo weinig bekend is. Er is 'n volledige derde druk aanwezig in de Am sterdamse Universiteits-Bibliotheek. f het vaak geraadpleegd wordt? Ik heb reden om De S.D.A.P.'-er A. B. de Zeeuw heeft echter meer partij-tact getoond door zich te vestigen in de Vier-ambachten-straat 79a, terwijl de heer Kleerekooper, die, zooals men weet een artistieke humorist (met wel een bedenkelijken smaak) is, woont in Frans van Mierisstraat No. 100 te Amster dam. Om nog even in de partij te blijven: de heer Ossendorp vestigt behoudende verdenkingen op zich door als zijn adres op te geven Nicolaas Beets-straat te Amsterdam, en tegelijk is het eigenaardig hoe een der afstammelingen van Nicolaas Beets zélf woont in de Boothstraat te Utrecht intusschen waarschijnlijk geheel zonder de bedoeling om aangezien te willen worden voor een massa leider of militant aanvoerder, want hij is notaris. Iets meer voel ik voor de namen der straten waarin de kamerleden J. v. d. Tempel en dr. van Ravesteijn wonen, en die min of meer geweldige assosiaties opwekken, respectieve lijk luidende: Beuk-straat en Beukels-dijk. Dr. Th. van der Waerden, wiens menschlievende theoriën voor zijne partijgenooten overbekend zijn, heeft een goede greep ge daan door zich te vestigen in de Hondecoeter-straat te Amsterdam, en aldus de nage dachtenis van een kunstenaar te eeren die een groot vriend van pluimvee en ander aardig gedierte is geweest blijkens zijne schilderijen. Bedenkelijker echter is het particulier adres van den kalmen en bezadigden voorzitter van onze tweede kamer. De heer Kooien woont namelijk.... schrik niet lezer, die een har monisch parlementair leven in ons vaderland wenscht Drift Utrecht. Evenmin kunnen wij ons vereenigen met het adres van oud-minister Lely, den vader van de plannen tot demping van de Zuiderzee. De heer Lely woont in de Zeestraat te 's-Gravenhage. Eveneens aldaar woont minister Ruys, die een bezuinigingspolitiek voert, maar deson danks niet terugschrikt om zijn aders op te geven dat luidt: Laan Copes.... (spreek uit: Koop-'es). Met meer genoegen treffen wij in diezelfde straat aan den Franschen handelsattaché, den heer Glaser, die de Fransche tentoonstelling op touw zette. Het 1ste kamer lid K- C.zn. de Boer, die het vorig jaar moest aftreden, heeft het noodlot getart door als Haagsch adres op te geven Hotel du Passage. De heer Duymaer van Twist woont Kanaal straat No. 11. De Don Quichotterige heer van Groenendael in de Mota-straat te Sittard, en Mej. Stize Groeneweg vertoeft aan het klooster achtig klinkend adres: Benthuizerstraat. Getrouw aan zijne frissche persoonlijkheid woont de heer Snoek Henkemans aan den Badhuisweg, terwijl de heer Jan Duys niet kwaad heeft gedaan door te gaan wonen l tlllllllllllllllll NIIIIIIIIIIIMIIIIIItlllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIlllllllMIII het te betwijfelen. Naar m'n eigen kennissen te oordelen zijn er vijf en twintig die lief hebberen in Fretid en de fantasterijen van het z.g. Oedipus-complex, tegenover n, die wel 'ns van The Gulden Bough heeft gehoord, laat staan het boek heeft gelezen. En toen ik enige tijd geleden in het tijdschrift English Studies" 'n artikel had gepubliceerd betref fende 'n aantal werken over mythologie en ritueel in verband met het ontstaan van litteraire vormen en motieven ? werken die alle dooi' F'razer's boek waren ingegeven, verzekerde mij 'n professor aan een van onze universiteiten, dat het gros van de hem beken de studenten in de Letteren en Wijsbegeerte geen notie had van het levenswerk van ele grote Engelse anthropoloog. De enige verklaring zal wel zitten in de stiefmoederlike wijze waarop aan het Engels 'n moeilike taal 'n plaatsje is verzekerd bij ons onder wijs. Iedereen bezit nu eenmaal de tijd en het geduld niet om later aan te vullen wat H. B. S. of Gymnasium heeft moeten ver zuimen. En met dat al is het Engels niet alleen 'n wereldtaal, maar het uitingsmiddel van op z'n minst vier kultuurvolken en geeft toegang tot 'n letterkunde die in allerlei richtingen het hoogste heeft bereikt. m nu evenwel op The Gulden Bough terug te komen, het door mij hierboven aangekondig de boek dient 'n voorwerp van verheugenis te zijn voor elk belangstellende. Iedereen kan 'n werk van twaalf delen niet doorwerken. Velen zijn dus aangewezen op 'n kleiner boek, dat de grote lijnen geeft van het betoog en de ewintessence van de inhoud. Vaak is het 'n dankbaar leerling die het werk van de bewonderde meester in dier voege verkort, vereenvoudigt en meer algemeen toegankelik maakt. Maar in zo'n geval ? en de opmerking is al oud ziet men de leerlingniet zelden 'n door de meester geopperde gissingopdissen als 'n onomstotelike waarheid, ongerekend dan nog de naar 't schijnt onvenmjdelike aandikkingen en toevoegsels. Om dit gevaar af te wenden heeft Professor Frazer de ver korting zeil' ter hand genomen. Aan de oorspronkelike tekst heeft ie zo weinig mogelik geraakt, en nieuw materiaal is niet ingelast. Ue .loten, aanhalingen en verwijzingen naar bro.men zijn echter opgeofferd. Het resultaat is 'n boeiend werk van ruim 700 bladzijden, goed gedrukt en op goed papier, zooals trou wens alles wat van Macmillan komt. Deinleidende paragrafen over de woudkoning van Nemi worden gevolgd door hoofdstukken over Priesteikoningen en toverij, die aantonen, dat de eerste koning, wel verre van 'n fortumlik krijgsman te zijn, maar 'n sjamaan was, 'n tovenaar, 'n i'egenmaker; en dat zo'n aan de Bootenmakerstraat te Zaandam. Majoor Verspijck ??van de bommengeschiedenis woont Frankenslag en het Mili tair hospitaal te Utrecht is niet onaardig gevestigd Springweg. Het jeugdig kamerlid Mr. P. J. Oud woont onderden eerbiedwaardigen naam van Antonie Heinsius, en minister van Karnebeek verkneutert zich ambtshalve in een kapitaal pand aan den Kneuterdijk. Gecompliceerd als zijne persoonlijkheid is het adres van Wijnkoop: Pretoriusplein 3in. Minister de Graaf is liefelijk en bescheiden verscholen aan den Violenweg in den Haag, terwijl zijn collega Heemskerk meer in de gaten loopt, vooraan op den Raam-weg. Het gezantschap van Finland is exotisch gevestigd in de Javastraat en de heer Braat woont te Hekel-mgm. Wij hebben nog een groot aantal adressen in voorraad en zullen die gaarne publiceeren wanneer er onder onze lezers belangstelling voor blijkt te zijn. Ook zullen wij gaarne adres sen ontvangen. Het doel van onze beweging is om in samen werking met gemeentebesturen, de straat namen in overeenstemming te brengen met het karakter der belangrijkste bewoners er van, ofwel, wat hetzelfde is, de bewoners te groepeeren in straten waarvan de namen aanstonds doen vermoeden in welke buurt men zijn man kan vinden. Voorstellen dienaangaande en sympathie betuigingen wachten wij gaarne in. Voor het psycholohisch huisvestings-comité, MELIS STOK E, (Algemeen secretaris). N.B. Brieven en inzendingen te adresseeren aan Het psychologisch huisvestings-comité: secr. Melis Stoke p/a De Amsterdammer 333 Keizersgracht Amsterdam. Vogel in den morgen De vroege vogel, die vanmorgen Den dag al liefhad, die zoo stil begon, In grijzen sluier lang verborgen Van de glorieuze zomer-zon: Die vogel zong, zong zijn verrukking Door wingerd, dicht, en venster, strak, Toen in het licht zijn groot geluk hing Als rijpe vrucht aan sterken tak. Er ik werd wakker, zag en hoorde Wat meer was dan een enkel ding tevóór, Mijn eigen leven ging toen door de Lanen van niet-meer-wezen door. koning daarmede nog niet de hoogste sport had bereikt, maar dat ie het ten slotte bracht tot de waardigheid van god of goddelike incarnatie. We lezen dan tevens hoe dit god-zijn vaak minder prettige gevolgen voor de titularis meebracht, n.l. 'n gewelddadige dood, door worging, verbranding, of wat dan ook, waardoor de godheid zich kon vestigen in 'n ander, jonger, flinker, mooier lichaam, om daaruitweer,geholpen door worgkoord,zwaard of vuur, te verhuizen zodra hetjgammel dreigde te worden. We worden ingelicht over het aanbidden van bomen, en vernemen dat hiervan in 't hedendaags Europa nog. talrijke sporen zijn aan te wijzen, niet alleen bestaande in 't planten van Meipalen en dergelijke, maar ook, en vooral, in het uitdossen als boom of struik van 'n pop of 'n mens, die als Dood" of Winter" het dorp woedt uit gedragen, of die er als Zomer" wordt binnen gebracht. Andere hoofdstukken betreffen de zede, die met 'n Polynesies woord taboe wordt genoemd, maar die wijd en zijd verbreid is geweest,en die door'n wijsgeer alsPythagoras in ruime mate werd toegepast bij het opleiden van z'n jongeren. Frazer wijst er op, dat van deze taboe-regels de koning het meest te lijden had. en dat deze allerlei dingen zus moest doen, of zo, of helemaal niet, omdat het wel en wee van 't ganse land onverbreekbaar samenhing met het welvaren van zijn verheven en ge wijde persoon. Op zijn manier is 'n wilde even logits als wie dan ook. Uitgaande van 'n opvatting van het levensbeginsel als 'n apart wezentje, dat in 't lichaam van de mens woont, maar daarvan rischeiden kan worden, ontwikkelt ie als richtsnoer voor de praktijk van 't leven 'n systeem van regels en voorschriften, dat in 't algemeen goed aaneensluit en 'n vrij harmonies geheel vormt. De fout van 't systeem schuilt niet in de redenering maar in 'tgeen vooropgesteld is Hierom te lachen zou echter niet alleen ondankbaar zijn, maar onwijsgerig. Er is niet veel gevaar, dat we over 't hoofd zullen zien wat onze tijd of de klassieke oudheid voor de algemene vooruitgang van 't mensengeslacht hebben verricht. Maar de grootste weldoeners van de mensheid zijn wilden geweest...." En dus dienen we met respekt kennis te nemen van allerlei ogenschijnlik gekke en in heidense hersens ontsproten denkbeelden. Oeestelik en zedelik zullen we daar wél bij varen. Prat-gaan op onze eigen grote schranderheid en kolossale ontwikkeling, ter wijl onze persoonlike bijdrage tot het alge mene fonds hoogstwaarschijnlik nihil is, en in 't gunstigste geval maar uiterst klein in verhouding tot het gemeenschappelik erfdeel/ Hooger en hooger steeg verlangen, Dat nimmer weerga had gezocht, Sterker en sterker zong de zang en Ijler en schoener werd mijn tocht.... Toen brak de zon de wolken open; De dauw lag stil op bloem en blad. Ik ben door de'ochtend heen geloopen, Langzaam terug, naar 't oude pad.... JAN J. Z E L D E N T H U I S TRONIES Teekeningen voor De Amsterdammer" door Bernard van Vlijmen, met toelichtende bijschriften door Charivarius. VII. Ik ben als heer op reis gegaan, En fijne spullen schaft' ik m'aan : Een sierlijk hoedj', en voorde geur, Een sporihemd in dezelfde kleur, Een dure, Amerikaansche bril, En je kunt zeggen wat je wil, Maar onder mijn echt riekschcn neus Welft zich mijn snorlijn hoogst modieus, En 'k wil je dan ook niet verzwijgen, Da' 'k ruize schik heb in m'n eigen. iiiiiiiiimiiliiiiiiimmiii IIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU is dwaas. Achter de wonderlikste en stui tendste praktijken op godsdienstig gebied, mensenoffers, uitdrijving van zondebokken, orgien, kannibalisme en wat dies meer zij, steekt vaak 'n mooi, 'n verheven idee. Pan and the Tivins. By Eden Phillpotts. Qrant Richards.'1022. Het schijnt niet meer dan passend, aan het bovenstaande 'n kleine bespreking toe te voegen van 'n zeer amusant verhaal, dat ons in idylliese vorm de ondergang van het laat-Romeinse heidendom voor de geest brengt. De leer van de Galileeer heeft gezege vierd, maar 'n respektabcl aantal personen, en lang niet enkel de minst-ontwikkelden, houden zich nog aan de oude goden, aan Jupiter, aan Cybele, en bovenal aan de gehoefde en gehoornde Pan, die in levende lijve optreedt en veel wijsheid ten beste geeft. Van de tweelingen, die in de titel worden genoemd, hebben de omstandigheden de een gemaakt tot 'n Christen, de ander tot aan bidder van de al-god, maar ze blijven mekaar ,- :s broeders beschouwen, al is de Christen 'n zeer vroom en streng kluizenaar, en al is de Pan-aanbidder, die zijn god van aangezicht tot aangezicht kent, onwrikbaar in z'n geloof en verknochtheid. Bovendien al leeft de heremiee in de reuk van heiligheid, hij is, anders dan z'n meeste kollega's, op z'n lichaam zo zindei;k als 'n Engelsman; hij heeft niets aanstoteliks, integendeel; z'n kroczige bruine baard en z'n pij verlenen aan z'n welgemaakte persoonlikheid iets zeer innemends, en pf ie Vernis heeft afgezworen of niet, hij moet er aan geloven, daar zorgt de godin wel voor. Eden Phillpotts gelooft niet in ascetisme, en liet huwelik blijkt voor de gevallen" kluizenaar 'n noodzakelike faktor te wezen tot het ontplooien van z'n geestelike en zedelike vermogens. Het eenvoudige gegeven verkrijgt door de geestige en gemoedelike behandeling veel bekoorlikheid. In niet geringe mate is dit te danken aan de gesprekken, die Arcadius daartoe door Pan in staat gesteld voert met verschillende gedierten des velds, met beer en das, met schaap en vos, en ook en vooral ! met de slang, die zich bitter be klaagt, dat zij, gewijd aan Aescu'apius degrota medicijnmeester, door de Christenen vereen zelvigd is met het beginsel des kwaads. W i L L E M v A N DOORN Typ. Amst, Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, H arm s & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl