Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
24 Febr. '23. - No. 2383
RIJM-KRONYGK
TJIT IET IKULj-A-IDSaiEIiR/I IF T "V-A-lxT
1. DE FRANSCHEN AAN DE RUHR
Hier ziet men Vader Poincar
in 't diepste van de duistre aarde.
Als men hem ziet, dan denkt men: .. Heé.. !
't is net alsof hem iets bezwaarde...."
Daar staat hij in den duistren mijn
en trekt het voorhoofd stroef tesamen,
en peinst: ..wat zou hier achter zijn..?
. .een schatten-graf van Toet-ank-amen..?"
Een doode Mark? Begraven met
een schat., in 't donker diep verholen....
en hier met opzet bij-gezet..?
Of stooft men mij hier Duitsche kolen ?"
Zal hij 't houweel met volle kracht
in bouten en in sloten steken....?
Hier zijn geen zegels maar een macht
van Sabotage Zal die breken ??
't Is geheimzinnig duister in
't Egyptische graf van Toet-ank-amen
Hier spannen, fel, en n van zin
de duistre Duitsche krachten samen
De vraag ligt op zijn aangezicht:
(weerklinkt er antwoord?.. lezer.. ? luister !)
of hier een schat begraven ligt....?
of niets dan deuren.. ? grendels.. ? duister.. ?
en, in het eind.. dat blijft des peinzers groote
vraag,
een bleeke doode in een leege sarcophaag..??
2. MR. VAN DORP EN DE FILM-SLANG
(door een Haarlemschen loopjongen voor te
dragen)
Makkers Ziet ons aller Moeder,
zedig, zoet en vroom en wijs,
met den giftigen verleider
in het aardsche paradijs.
Zij bezweert de zoete zonden
van de booze bioscoop.
Zij slechts weet waarom 'k gebrandmerkt
als een schurk door Haarlem loop.
Ziet den film-slang, die zich slingert
orn 't ge-boom van 't parlement....
Reken maar dat, als je luistert,
je met-én verloren bent,
Wellicht waar' de oude Eva
uit het Bijbelsche verhaal
niet gezwicht, wanneer z'als deze,
Adam-loos" waar' de Moraal.
Eva's die geen slangen vreezen,
Eva's, krachtig, sterk en wijs,
mogen zonder Adams blijven
in hun aardsche paradijs.
Maar ze kunnen niet verhoeden,
dat ons Haarlemsch Adamsgild'
in het loover van De Groene
mét haar toch.. een appel schilt.... ! !
v. c. c.
MELIS S T OK
Minimum mi m ? ui.iiiiii i m 111
iiiiimiiiiiiitHiiiiiiiiiimiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiii uiimmiiiiiiii
HUISVESTINGS-PROBLEEM
Onlangs hadden wij het genoegen om, zooals
dat tegenwoordig gebruikelijk is, eene bekende
operette-diva te interviewen ter gelegenheid
van haar 7^ jarig tooneel-jubileum.
Wij werden ontvangen in haar kleedkamer
van het X-theater, en stelden de gewone
reeks vragen betreffende debuut,
lievelingsrollen en toekomstaspiraties. Natuurlijk was
het haar zoetste hoop om nog eens te mogen
optreden als Badeloch in Giisbrecht van
Aemstel, ten einde de wereld te kunnen toonen
dat zij, behalve mooie dansbeenen, ook een
uitgesproken dramatisch talent" bezat.
Wij noteerden dit alles getrouw en voegden
er eenige persoonlijke observaties, ten behoeve
van onze gaarne kwaadsprekende lezeressen,
aan toe. In een jubileums-interview leest
men gaarne, tusschen de regels door, iets
wat naar schandaal riekt.
Tenslotte namen wij afscheid met de
schertsende opmerking, dat wij het artikel
draadloos naar ons blad zouden seinen.
Nu houdt u mij toch voor den gek.... ?"
lachte de diva.
Zeker niet zeiden wij ik telegrafeer
alles draadloos...."
Nou maar, dat geloof ik niet.... Hoe
kan men nu zonder draad telegrafeeren.... ?"
Zoo nam het gesprek eene onverwacht
interessante wending. Ik ging weer zitten en
trachtte een populaire uiteenzetting te geven
van de telegrafie zonder draad.
Hoe is het mogelijk?" verwonderde zich
de jubilaresse daar moet u me bij gelegen
heid eens meer van komen vertellen.... Maar
dan bij me thuis "
Natuurlijk accepteerde ik en vroeg haar waar
zij woonde.
In den Haag zeide ze
MAKCONISTRAAT...."
* *
*
Dit gesprek heeft ons tot nadenken gebra cht.
Het opende voor ons geheel nieuwe zijden
van het huisvestings-vraagstuk.
Al te zeer wordt namelijk bij het kiezen
eener woning vergeten, hoe groot het gewicht
is van een straatnaam, die overeenkomt met
onze persoonlijkheid.
Voor zooverre hier geen factoren van
werkelijk principieel belang in het spel zijn,
kan het natuurlijk geen kwaad. O. i. is er
geen enkel bezwaar tegen dat b.v. een
familie Leeflang zich vestigen zou aan een
Kerkhoflaan, of dat zooals inderdaad het
geval is een sigarenmagazijn van Qebr.
De Witt gevestigd is aan het Oranjeplein.
Neen, wij hebben meer het oog op gevaarlijke
conclusies die getrokken zouden kunnen wor
den uit een voor-de-hand-liggend verband
tusschen iemands persoonlijkheid en den naam
van zijn straat.
Wij willen deze stelling toelichten met
eenige voorbeelden, die wij als het ware uit
het leven gegrepen hebben.
Zoo woont b.v. de heer Vliegen aan de
Nassaukade te Amsterdam, terwijl zijn partij
genoot, het kamerlid J. ter Laan woont in
de Oranjeboom-straat te Rotterdam.
Nieawe
Engelse Boeken
DONKERE WEGEN
DOORVORST
THE GOLDEN BOUGH: A Stiuly in Magie
and Rcligion. By Sir James Gcorge
Frazer. Abridged Edition.
Macmillan. 1022?18/.
Omstreeks vijf uur gaans ten zuiden van
Rome ligt 'n klein schilderachtig meer, dat
van Nemi. -Op de noordelike oever daarvan
verhief zich in de oudheid 'n heilig bosje,
met daarin verscholen 'n kleine tempel
gewijd aan Diana Nemorcnsis. Ook groeide
er in dat bos 'n zekere boom, en om die boom
waarde 'n ongure verschijning bestendig
rond, de hele dag en waarschijnlik tot diep
in de nacht, met 'n uitgetogen zwaard in de
hand, en aldoor loerend, loerend en glurend,
links en rechts, alsof 'm ieder ogenblik en
van elke kant 'n overval dreigde. Hij, d,e aldus
rondsloop, met z'n leven in z'n hand", was
de priester van dat heiligdom. En die priester
was ? 'n moordenaar, die op zijn beurt was
gedoemd om onder moordenaarshanden het
leven te laten.
Want dat was de regel van die idylliese
plaats. Wie er het priesterschap amb.eerde
moest beginnen met de in lunktie zijnde
titularis uit de weg te ruimen, waarna 't
gewijde ambt met deszelfs emolumenten,
bestaande (naast de titel van woudkoning
en de giften van pelgrims) uit onrustige
dagen, benauwde nachten, en het vaste voor
uitzicht van 'n gewelddadig uiteinde 'n
gruwelik leven, dat vloekte met de dromerige
schoonheid van het oord hem automaties
ten deel viel. Maar'men moest ook aan andere
etsen voldoen, 'n Vrij burger viel niet in
de termen, alleen 'n voortvluchtige slaaf.
En voordat deze z'n krachten en behendigheid
kon gaan meten met die van z'n gedoemde
voorganger, moest ie van de dooi' mij reeds
vermelde boom 'n tak afbreken. Vreemd doet
ons dit alles aan, vooral a.s we bedenken op
welke trap van beschaving de Romeinen ston
den, en a s we vernemen, dat 'n Griek, die
Italiëbereisde in de tweede eeuw na Christus
dit aan Rider Haggard herinnerende instituut
in volle fleur" aantrof. In de klassieke
oudheid staat dit priesterschap op zichzelf. Het
maakt de indruk van ,'n grimmige, oer-oude
rots die brutaal omhoog steekt uit 'n glad
geschoren grasperk. Het is uit de klassieke
mythologie en uit wat we weten van de gods
dienstige begrippen van 'n Vergilius en 'n
Cicero niet te verklaren. Maar juist het bar
baarse van 't instituut geeft ons de hoop,
dat we 'n verklaring kunnen vinden.
Indien we kunnen aantonen, dat 'n
priesterschap als dat van Nemi elders heeft
bestaan; indien we de motieven kunnen
naspeiiren die leidden tot de instelling
ervan; indien we kunnen bewijzen dat deze
motieven heinde en ver, misschien wel
overal, in de samenleving hebben gewerkt,
en onder verschillende omstandigheden
'n verscheidenheid van instellingen heb
ben in 't leven geroepen, die bij alle
onderlinge afwijkingen 'n onloochenbare
familicgelijkuiis vertonen; indien wij ten slotte
kunnen aantonen, dat deze zelfde motieven,
met sommige daaruit heikomstige gebruiken,
werkten en leefden in de klassieke oudheid
zelf; dan kunnen we redelikerwij/e aanne
men, dat in 'n verder verleden diezelfde
motieven het aanzijn gaven aan het priester
schap van Nemi
Ziedaar de taak, die James Géorge Fra/.cr
(alsnog zonder handvat" aan z'n naam)
zich had gesteld, toen ie in 18'JÜvoor de
dag kwam met z'n (jolden Bough, in twee
kloeke delen. In H''00 verscheen 'n twede
druk, die aanmerkelik was uitgebreid. Maar
het materiaal, waarover de geleerde schrijver
te beschikken had, nam gestadig toe, in niet
geringe mate dank zij de ethnologiese studies
van Nederlanders als J. G. F. Riedel, Dr.
Wilken, en de onder e Alfoei'en werkzame
zendeling A. C. Hjuijt. En de derde druk, die
omstreeks l'J14 kompleet was, bestond uit
twaalf delen ! Volledige vermelding van bron
nen, volledige citaten, zowel in 't
oorspronkelik Grieks en Latijn, Units en Nederlands,
Frans en Spaans als .n vertaling, benevens
'n volledige index, g., tuigen van
strengwetenschappeTike z.n. Oe groepenng van e
omvangrijke stof, de haast onhandelbare
massa feiten, is onoveitiofieii. En daarbij
komt de pakkende en^kletirrijke stijl van 'n
geboren litteiator. Wat wonder dat net werk
'n geweldige opgang heelt gemaakt; dat in
Engeland feitelijk geen intellekttieel voor
vol wordt aangezien, die g^en kennis heeft
genomen van de eloov Fiazev ontwikkelde
theorieën; dat het in z'n uitwerking op n
lijn wordt gesteld met Darwin's Origin oj
Species'?
Maar wel is 't 'n wonder dat dit boek bij
ons in Nederland zo weinig bekend is. Er is
'n volledige derde druk aanwezig in de Am
sterdamse Universiteits-Bibliotheek. f het
vaak geraadpleegd wordt? Ik heb reden om
De S.D.A.P.'-er A. B. de Zeeuw heeft
echter meer partij-tact getoond door zich
te vestigen in de Vier-ambachten-straat 79a,
terwijl de heer Kleerekooper, die, zooals
men weet een artistieke humorist (met wel
een bedenkelijken smaak) is, woont in
Frans van Mierisstraat No. 100 te Amster
dam. Om nog even in de partij te blijven:
de heer Ossendorp vestigt behoudende
verdenkingen op zich door als zijn adres op
te geven Nicolaas Beets-straat te Amsterdam,
en tegelijk is het eigenaardig hoe een der
afstammelingen van Nicolaas Beets zélf woont
in de Boothstraat te Utrecht intusschen
waarschijnlijk geheel zonder de bedoeling om
aangezien te willen worden voor een massa
leider of militant aanvoerder, want hij is
notaris.
Iets meer voel ik voor de namen der straten
waarin de kamerleden J. v. d. Tempel en dr.
van Ravesteijn wonen, en die min of meer
geweldige assosiaties opwekken, respectieve
lijk luidende: Beuk-straat en Beukels-dijk.
Dr. Th. van der Waerden, wiens
menschlievende theoriën voor zijne partijgenooten
overbekend zijn, heeft een goede greep ge
daan door zich te vestigen in de
Hondecoeter-straat te Amsterdam, en aldus de nage
dachtenis van een kunstenaar te eeren die
een groot vriend van pluimvee en ander
aardig gedierte is geweest blijkens zijne
schilderijen.
Bedenkelijker echter is het particulier adres
van den kalmen en bezadigden voorzitter van
onze tweede kamer. De heer Kooien woont
namelijk.... schrik niet lezer, die een har
monisch parlementair leven in ons vaderland
wenscht Drift Utrecht.
Evenmin kunnen wij ons vereenigen met
het adres van oud-minister Lely, den vader
van de plannen tot demping van de Zuiderzee.
De heer Lely woont in de Zeestraat te
's-Gravenhage.
Eveneens aldaar woont minister Ruys, die
een bezuinigingspolitiek voert, maar deson
danks niet terugschrikt om zijn aders op te
geven dat luidt: Laan Copes.... (spreek uit:
Koop-'es). Met meer genoegen treffen wij
in diezelfde straat aan den Franschen
handelsattaché, den heer Glaser, die de Fransche
tentoonstelling op touw zette. Het 1ste kamer
lid K- C.zn. de Boer, die het vorig jaar moest
aftreden, heeft het noodlot getart door als
Haagsch adres op te geven Hotel du Passage.
De heer Duymaer van Twist woont Kanaal
straat No. 11.
De Don Quichotterige heer van
Groenendael in de Mota-straat te Sittard, en Mej.
Stize Groeneweg vertoeft aan het klooster
achtig klinkend adres: Benthuizerstraat.
Getrouw aan zijne frissche persoonlijkheid
woont de heer Snoek Henkemans aan den
Badhuisweg, terwijl de heer Jan Duys niet
kwaad heeft gedaan door te gaan wonen
l tlllllllllllllllll NIIIIIIIIIIIMIIIIIItlllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIlllllllMIII
het te betwijfelen. Naar m'n eigen kennissen
te oordelen zijn er vijf en twintig die lief
hebberen in Fretid en de fantasterijen van het
z.g. Oedipus-complex, tegenover n, die
wel 'ns van The Gulden Bough heeft gehoord,
laat staan het boek heeft gelezen. En toen ik
enige tijd geleden in het tijdschrift English
Studies" 'n artikel had gepubliceerd betref
fende 'n aantal werken over mythologie en
ritueel in verband met het ontstaan van
litteraire vormen en motieven ? werken die
alle dooi' F'razer's boek waren ingegeven,
verzekerde mij 'n professor aan een van onze
universiteiten, dat het gros van de hem beken
de studenten in de Letteren en Wijsbegeerte
geen notie had van het levenswerk van
ele grote Engelse anthropoloog. De enige
verklaring zal wel zitten in de stiefmoederlike
wijze waarop aan het Engels 'n moeilike
taal 'n plaatsje is verzekerd bij ons onder
wijs. Iedereen bezit nu eenmaal de tijd en
het geduld niet om later aan te vullen wat
H. B. S. of Gymnasium heeft moeten ver
zuimen. En met dat al is het Engels niet
alleen 'n wereldtaal, maar het uitingsmiddel
van op z'n minst vier kultuurvolken en geeft
toegang tot 'n letterkunde die in allerlei
richtingen het hoogste heeft bereikt.
m nu evenwel op The Gulden Bough terug
te komen, het door mij hierboven aangekondig
de boek dient 'n voorwerp van verheugenis
te zijn voor elk belangstellende. Iedereen
kan 'n werk van twaalf delen niet doorwerken.
Velen zijn dus aangewezen op 'n kleiner boek,
dat de grote lijnen geeft van het betoog en
de ewintessence van de inhoud. Vaak is het
'n dankbaar leerling die het werk van de
bewonderde meester in dier voege verkort,
vereenvoudigt en meer algemeen toegankelik
maakt. Maar in zo'n geval ? en de opmerking
is al oud ziet men de leerlingniet zelden 'n
door de meester geopperde gissingopdissen als
'n onomstotelike waarheid, ongerekend dan
nog de naar 't schijnt onvenmjdelike
aandikkingen en toevoegsels. Om dit gevaar
af te wenden heeft Professor Frazer de ver
korting zeil' ter hand genomen. Aan de
oorspronkelike tekst heeft ie zo weinig mogelik
geraakt, en nieuw materiaal is niet ingelast.
Ue .loten, aanhalingen en verwijzingen naar
bro.men zijn echter opgeofferd. Het resultaat
is 'n boeiend werk van ruim 700 bladzijden,
goed gedrukt en op goed papier, zooals trou
wens alles wat van Macmillan komt.
Deinleidende paragrafen over de woudkoning van
Nemi worden gevolgd door hoofdstukken over
Priesteikoningen en toverij, die aantonen, dat
de eerste koning, wel verre van 'n fortumlik
krijgsman te zijn, maar 'n sjamaan was,
'n tovenaar, 'n i'egenmaker; en dat zo'n
aan de Bootenmakerstraat te Zaandam.
Majoor Verspijck ??van de
bommengeschiedenis woont Frankenslag en het Mili
tair hospitaal te Utrecht is niet onaardig
gevestigd Springweg.
Het jeugdig kamerlid Mr. P. J. Oud woont
onderden eerbiedwaardigen naam van Antonie
Heinsius, en minister van Karnebeek
verkneutert zich ambtshalve in een kapitaal
pand aan den Kneuterdijk.
Gecompliceerd als zijne persoonlijkheid is
het adres van Wijnkoop: Pretoriusplein 3in.
Minister de Graaf is liefelijk en bescheiden
verscholen aan den Violenweg in den Haag,
terwijl zijn collega Heemskerk meer in de gaten
loopt, vooraan op den Raam-weg.
Het gezantschap van Finland is exotisch
gevestigd in de Javastraat en de heer Braat
woont te Hekel-mgm.
Wij hebben nog een groot aantal adressen
in voorraad en zullen die gaarne publiceeren
wanneer er onder onze lezers belangstelling
voor blijkt te zijn. Ook zullen wij gaarne adres
sen ontvangen.
Het doel van onze beweging is om in samen
werking met gemeentebesturen, de straat
namen in overeenstemming te brengen met
het karakter der belangrijkste bewoners er van,
ofwel, wat hetzelfde is, de bewoners te
groepeeren in straten waarvan de namen aanstonds
doen vermoeden in welke buurt men zijn man
kan vinden.
Voorstellen dienaangaande en sympathie
betuigingen wachten wij gaarne in.
Voor het psycholohisch huisvestings-comité,
MELIS STOK E,
(Algemeen secretaris).
N.B.
Brieven en inzendingen te adresseeren aan
Het psychologisch huisvestings-comité: secr.
Melis Stoke
p/a De Amsterdammer
333 Keizersgracht Amsterdam.
Vogel in den morgen
De vroege vogel, die vanmorgen
Den dag al liefhad, die zoo stil begon,
In grijzen sluier lang verborgen
Van de glorieuze zomer-zon:
Die vogel zong, zong zijn verrukking
Door wingerd, dicht, en venster, strak,
Toen in het licht zijn groot geluk hing
Als rijpe vrucht aan sterken tak.
Er ik werd wakker, zag en hoorde
Wat meer was dan een enkel ding tevóór,
Mijn eigen leven ging toen door de
Lanen van niet-meer-wezen door.
koning daarmede nog niet de hoogste sport
had bereikt, maar dat ie het ten slotte bracht
tot de waardigheid van god of goddelike
incarnatie. We lezen dan tevens hoe dit
god-zijn vaak minder prettige gevolgen voor
de titularis meebracht, n.l. 'n gewelddadige
dood, door worging, verbranding, of wat dan
ook, waardoor de godheid zich kon vestigen in
'n ander, jonger, flinker, mooier lichaam, om
daaruitweer,geholpen door worgkoord,zwaard
of vuur, te verhuizen zodra hetjgammel dreigde
te worden. We worden ingelicht over het
aanbidden van bomen, en vernemen dat
hiervan in 't hedendaags Europa nog. talrijke
sporen zijn aan te wijzen, niet alleen bestaande
in 't planten van Meipalen en dergelijke,
maar ook, en vooral, in het uitdossen als
boom of struik van 'n pop of 'n mens, die als
Dood" of Winter" het dorp woedt uit
gedragen, of die er als Zomer" wordt binnen
gebracht. Andere hoofdstukken betreffen de
zede, die met 'n Polynesies woord taboe
wordt genoemd, maar die wijd en zijd verbreid
is geweest,en die door'n wijsgeer alsPythagoras
in ruime mate werd toegepast bij het opleiden
van z'n jongeren. Frazer wijst er op, dat van
deze taboe-regels de koning het meest te lijden
had. en dat deze allerlei dingen zus moest doen,
of zo, of helemaal niet, omdat het wel en wee
van 't ganse land onverbreekbaar samenhing
met het welvaren van zijn verheven en ge
wijde persoon. Op zijn manier is 'n wilde
even logits als wie dan ook. Uitgaande
van 'n opvatting van het levensbeginsel als
'n apart wezentje, dat in 't lichaam van de
mens woont, maar daarvan rischeiden kan
worden, ontwikkelt ie als richtsnoer voor de
praktijk van 't leven 'n systeem van regels
en voorschriften, dat in 't algemeen goed
aaneensluit en 'n vrij harmonies geheel vormt.
De fout van 't systeem schuilt niet in de
redenering maar in 'tgeen vooropgesteld
is Hierom te lachen zou echter niet
alleen ondankbaar zijn, maar onwijsgerig.
Er is niet veel gevaar, dat we over 't hoofd
zullen zien wat onze tijd of de klassieke
oudheid voor de algemene vooruitgang van
't mensengeslacht hebben verricht. Maar
de grootste weldoeners van de mensheid zijn
wilden geweest...."
En dus dienen we met respekt kennis te
nemen van allerlei ogenschijnlik gekke en in
heidense hersens ontsproten denkbeelden.
Oeestelik en zedelik zullen we daar wél
bij varen. Prat-gaan op onze eigen grote
schranderheid en kolossale ontwikkeling, ter
wijl onze persoonlike bijdrage tot het alge
mene fonds hoogstwaarschijnlik nihil is, en
in 't gunstigste geval maar uiterst klein in
verhouding tot het gemeenschappelik erfdeel/
Hooger en hooger steeg verlangen,
Dat nimmer weerga had gezocht,
Sterker en sterker zong de zang en
Ijler en schoener werd mijn tocht....
Toen brak de zon de wolken open;
De dauw lag stil op bloem en blad.
Ik ben door de'ochtend heen geloopen,
Langzaam terug, naar 't oude pad....
JAN J. Z E L D E N T H U I S
TRONIES
Teekeningen voor De Amsterdammer" door
Bernard van Vlijmen,
met toelichtende bijschriften door Charivarius.
VII.
Ik ben als heer op reis gegaan,
En fijne spullen schaft' ik m'aan :
Een sierlijk hoedj', en voorde geur,
Een sporihemd in dezelfde kleur,
Een dure, Amerikaansche bril,
En je kunt zeggen wat je wil,
Maar onder mijn echt riekschcn neus
Welft zich mijn snorlijn hoogst modieus,
En 'k wil je dan ook niet verzwijgen,
Da' 'k ruize schik heb in m'n eigen.
iiiiiiiiimiiliiiiiiimmiii
IIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU
is dwaas. Achter de wonderlikste en stui
tendste praktijken op godsdienstig gebied,
mensenoffers, uitdrijving van zondebokken,
orgien, kannibalisme en wat dies meer zij,
steekt vaak 'n mooi, 'n verheven idee.
Pan and the Tivins. By Eden Phillpotts.
Qrant Richards.'1022.
Het schijnt niet meer dan passend, aan het
bovenstaande 'n kleine bespreking toe te
voegen van 'n zeer amusant verhaal, dat ons
in idylliese vorm de ondergang van het
laat-Romeinse heidendom voor de geest
brengt. De leer van de Galileeer heeft gezege
vierd, maar 'n respektabcl aantal personen,
en lang niet enkel de minst-ontwikkelden,
houden zich nog aan de oude goden, aan
Jupiter, aan Cybele, en bovenal aan de
gehoefde en gehoornde Pan, die in levende
lijve optreedt en veel wijsheid ten beste geeft.
Van de tweelingen, die in de titel worden
genoemd, hebben de omstandigheden de een
gemaakt tot 'n Christen, de ander tot aan
bidder van de al-god, maar ze blijven mekaar
,- :s broeders beschouwen, al is de Christen
'n zeer vroom en streng kluizenaar, en al is
de Pan-aanbidder, die zijn god van aangezicht
tot aangezicht kent, onwrikbaar in z'n geloof
en verknochtheid. Bovendien al leeft de
heremiee in de reuk van heiligheid, hij is,
anders dan z'n meeste kollega's, op z'n lichaam
zo zindei;k als 'n Engelsman; hij heeft niets
aanstoteliks, integendeel; z'n kroczige bruine
baard en z'n pij verlenen aan z'n welgemaakte
persoonlikheid iets zeer innemends, en pf ie
Vernis heeft afgezworen of niet, hij moet er
aan geloven, daar zorgt de godin wel voor.
Eden Phillpotts gelooft niet in ascetisme,
en liet huwelik blijkt voor de gevallen"
kluizenaar 'n noodzakelike faktor te wezen
tot het ontplooien van z'n geestelike en
zedelike vermogens.
Het eenvoudige gegeven verkrijgt door de
geestige en gemoedelike behandeling veel
bekoorlikheid. In niet geringe mate is dit te
danken aan de gesprekken, die Arcadius
daartoe door Pan in staat gesteld voert
met verschillende gedierten des velds, met
beer en das, met schaap en vos, en ook en
vooral ! met de slang, die zich bitter be
klaagt, dat zij, gewijd aan Aescu'apius degrota
medicijnmeester, door de Christenen vereen
zelvigd is met het beginsel des kwaads.
W i L L E M v A N DOORN
Typ. Amst, Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, H arm s & Co.