Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3 Maart. '23. - No. 2384
RIJM-KRONYCK
DE VROUW ALS RECHTER
, Als de vrouw gehuwd is en kin
deren heeft, zal zij haar moederlijk ge
voel ook in de rechtbank kunnen doen
gelden. Zijn er ook geen tijden dat een
man geen zelfbeheersching heeft en dat
hij ziekteverlof moet nemen ?"
Mevr.Bakker-Nort in deTweedeKamer.
Wat het ambtscostuum als ad
vocaat aangaat, daarvan kan ik nooit
bezwaar ondervinden: trouwens de man
nelijke collegas komen herhaaldelijk met
lichte onderkleeding en bruine schoenen,
terwijl de vrouw meestal onder de toga
donkere onderkleeding draagt".
Mejuffrouw Frida Katz, idem.
Eerst kwam ons de getrouwde vrouw
van haar ervaring leeren:
De man en vader tiert maar raak,
verliest zijn zelfbeheersching vaak....
en is een boeman.. Voor zóó'n snaak
zal zij niet retireeren
Toen kwam de n-gehuwde vrouw
van haar ervaring leeren...:
Zij hekelt aan den advocaat
dat hij, met plechtig ambtsgewaad,
bedekt (redactie.. 'k bloos.. maar 't staat
er ) : lichte onderkleeren....
Een man die thuis zichzelf vergeet....
Wat moet zoo'n man als rechter ?
Een man met onderkleeding aan
zóó wuft.. zóó licht en zóó profaan....
En schoeisel né.. gewoon saffraan....
dien noem 'k niet slecht.... maar slecht-er.
Ja, slechter dan een jonge vrouw
in stemmig-zwarte kleeren,
en slechter dan een moeder die
in huiselijke harmonie
haar kind'ren leidt en groot-brengt.... Wie
durft hier te opponeeren ?
't Werd stil in 's lands vergaderzaal....
Er was een zeek're gêne....
Jan Duys verborg zijn kleurig vest,
en Kleerekoper deed zijn best
zich klein te maken., en de rest
dacht aan de laatste scène
D. Wijnkoop stak zijn schoenen weg,
en Duymaer tastte, bevend,
naar zijn wat al-te-helle das,
en Dresselhuys dacht, of zijn jas
niet min-of-meer opzichtig was.
Slechts Nolens zweeg wellevend.
De Vrouw toont, vóór zij rechter is,
hoe zij zich zal gedragen
om, streng, rechtvaardig, krachtig, wijs,
te leveren het schuldbewijs «*.
des zwakken wuften mans IK EISCH
..DE ZAAK MAAR TE VERDAGEN....
Voor den Ambtenaar van het O. M.:
MELIS STOKE
VRAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
V. S. B. te H. Op het Januariblad van een
kalender voor het jaar 1923 vind ik vermeld:
Guldengetal 4, Epakta 2, Zonnecirkel 28,
Zondagsletter H, Rom. Indictie 5. Kunt u mij
zeggen wat daarmede wordt bedoeld?
De opgaaf op uw kalender is, behalve voor
den zonnecirkel, foutief. Voor 1923 is het gul
dengetal 5; de epacta 13; de zondagsletter G
en de romeinsche indictie 6.
Bij de vaststelling der kerkelijke feestdagen
op het concilie van Nicaea (325 n. C.) werd
bepaald, dat het paaschfeest zou gevierd
worden den eersten Zondag na volle maan na
het begin der lente. Ten einde den datum van
dit feest te kunnen vaststellen, moest men
weten op welke data van het jaar het volle
maan is. Deze data zijn voor de verschil
lende jaren verschillend omdat een jaar niet
een geheel aantal omloopstijden der maan
bevat. Eerst na 19 jaren vallen dezelfde
phasen der maan weer op dezelfde data
Zulk een periode van 19 jaren noemt men
maancirkel. Men rekent den aanvang van
zulk een periode van het begin van een jaar
af, op welks eersten dag het nieuwe maan was.
Dit had o. a. plaats in het jaar vóór den aan
vang onzer jaartelling. Telt men derhalve bij
het jaartal l op en deelt men de uitkomst door
19, dan zal de rest der deeling aanwijzen welke
plaats het bedoelde jaartal in den maancirkel
inneemt. Dit getal noemt men het gulden
getal.
De ouderdom der maan op l Januari,
d. i. de tijd, die dan verloopen is sedert nieuwe
maan, noemt men de epacta van het jaar.
De zonnecirkel is een periode van 28 jaren,
zoodanig dat de jaren van een periode op
volgend met dezelfde dagen der week aan
vangen als de overeenkomstige jaren van
elke andere periode. Valt l Januari in zeker
jaar op Zondag, dan valt die datum het vol
gend jaar op Maandag en vervolgens tel
kens een dag verder in de week; na elk schrik
keljaar twee dagen verder. Eerst na 28 jaren
valt l Januari weder achtereenvolgens op
dezelfde dagen. Nu is men gewoon de zeve
dagen der week met de eerste letters van het
alfabet aan te duiden, waarbij dan l Januari
met de letter A aangegeven wordt, en de
volgende dagen met B, C, D, E, F en G. Een
dezer letters behoort dan bij den Zondag, en is
iiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiintiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Nederl. Munt
Hollmndm bomto 1O oont
-:- J. H DE BOIS
-:TT A AH.T.IÜM 68 KKOTSWEG
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
voor het bedoelde jaar de zondagsletter.
Daar 1923 aanving op Maandag, was dus de
eerste Zondag de 7e of letter O. De vermelding
op uw kalender van de letter H als zondags
letter is dus heelemaal fout; allén de 7 eerste
letters van het alfabet worden daarvoor ge
bruikt. Men heeft aangenomen om in een
schrikkeljaar twee Zondagsletters te gebrui
ken, n vóór en de volgende na 29 Februari.
Den eersten zonnecirkel rekent men van het
jaar 9 v. C. af; om nu te berekenen welk getal
van den zonnecirkel bij een bepaald jaar be
hoort, telt men bij het jaartal 9 op en deelt de
som door 28; dan zal de rest der deeling het
bedoelde getal aanwijzen, dat in de almanak
ken als zonnecirkel wordt opgegeven.
Onder de romeinsche keizers werd nogeen
tijdsverdeeling met periodes van 15 jaren
ingevoerd; te rekenen van het jaar 3 af. Het
getal dat de rangorde van zeker jaar in zulk
een periode aangeeft, noemt men de romein
sche indictie van het jaar. Dit getal is de rest,
die verkregen wordt door het jaartal,nadat
het met 3 verminderd is, te deelen door 15.
De dansers en de nacht
Lief, als de kelken van den nacht zijn
vol[geschonken
en uit den spiegel onzer hande' een loom
[gebaar
de matelooze eenzaamheid van hart's
spe[lonken
onder den eendren boog omhoog reikt tot
[elkaar....
Dan zal al wat verzwegen in ons was bezonken,
oprijzen als de nacht, zoo
ondoorgrondlijk[kla'ar,
tot maanlichte fonteinen, die gemeenzaam
[dronken
wat eenzaam in den dag ik vér van u bewaar.
O lief houdt moed! Wij zullen eenmaal
[zeker weten,
dat in den grooten hemel toch eenzelfde kring
de dolingen der sterren, u en mij omving,
totdat de dood zijn parabool heeft uitgemeten.
O, als ooit mijn verlatenheid u niet omsluit
houdt moed! Ik weet de nacht een weg,
[tot dezen doolhof uit.
HENRIK Sc HOLTE
iiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiniiiiiii itiiiiiin
12 oer*
12car*
CBUITENOIWOOH ) sigaar
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIItllllllllllltllll^linillllMHMIIIIIIIIIIItllMIIIIHIIIIIMIItllllllHIIIIIIMIIIlMI
iminiiiMi iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiim
PRIJSVRAAG: ONS WISPELTURIG KLIMAAT
Teekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen
Bovenstaande achttien teekeningen van onzen teekenaar B. van Vlijmen zijn geïnspireerd
door de wispelturigheid van ons klimaat. Wij zouden gaarne daarbij geestige bijschriften
van een der lezers publiceeren en verzoeken allen daaraan hunne aandacht te willen geven.
Men bedenke voor elk plaatje een passend bijschrift in proza of in rijm van ten hoogste
twee regels. De beoordeeling geschiedt door de redactie; onder de prijswinners worden
boekwerken verloot.
Inzendingen vóór Vrijdag a.s. te zenden aan het secretariaat van De Amsterdammer",
Keizersgracht 333, Amsterdam en op de inzending te vermelden: Bijschriftenprijsvraag.
Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.