De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 17 maart pagina 10

17 maart 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WE E K BLAD Vu O R N E D E R LAND 17 Maart. '23. - No. 2386 RIJM-KRONYCK J.S.MEUWSEN, Hofl. DB BESTB HOBDBN HAA« IN HOLLAND TE GROOT BEHUISD. Wat de menschen ook al zeiden, Oome Qerrit moest en zou, naar het voorbeeld van de buren, óók grootscheepsch gaan avonturen in een reuzen-groot gebouw. Oome Gerrit had zijn zaken Op een grootschen voet gebracht. Alles wat men mocht begeeren, Oome zou het u fourneeren.... Oome Gerrit had de macht.... Met een dure propaganda lokte hij de menschen aan. Eerst liet oom de waren venten in barakken en in tenten, maar dat vond hij niets-gedaan". Het zou gróótscher moeten worden en, wie had het ooit geloofd? daar verrees, in 't hart der natie een titanen-combinatie Met Oom Gerrit aan het hoofd. Door een vlucht van grootsche zalen leidde hij publiek en klant en, hoewel het enkelen dachten, zei er gén; in al die pracht en praal woont oom boven zijn stand...." .... En, daar zit nou Oome Gerrit.... in zijn hol en leeg gebouw, met zijn reuzen-meubileering, en zijn grootschheid.... Maar de nering wordt er onheilspellend flauw.... Maar, Oom Gerrit wil niet klagen.... Hij is nog vél mér van plan.... Kijk maar naar de pracht-projecten van Oom Gerrits architecten.... 't wordt nóg mooier hoor ! ! En da»? *) MELIS STOKE *) In verdere voorspellingen durft de dichter zich nauwelijks te wagen.... want hijjjieeft de cijfers gelezen van de Jaarbeurs te Utrecht.... En die zingen een somber lied EEN SLACHTOFFER VAN EEREN GOUDDORST. Uit een serie ,,Hollandsere Binnenhuisjes". ,,.... En dit had Oom Otto triomfante lijk gezegd, terwijl hij Mijnheer en Mevrouw Barends eert open etui vóór-hield, dit is nu het kruis van verdienste mét de zwaarden van den kronkelenden draak van Equador!" ,,'k Wil 'm hèbbeè!" dreinsde Jantje uit z'n hoek. Maar niemand lette op hem. Oom liet het ridderkruis flonkeren; hij be woog het doosje zachtjes heen en weer onder de neuzen van zijn neef en behuwdnicht. Och.... óóm !" prezen beiden. Ja-ja.... hm!" zei oom zelfvoldaan; hij klapte het doosje dicht en liet het in z'n achterzak glijden. Prachtig, hè, Karel?" deed Mevrouw Barends opgetogen tegen haar man, den vermoedelijken erfgenaam van oom Otto. Nou.... Tut-Tut!" verklaarde deze eer biedig en mét de zwaarden nog wél!" Mèt-de-zwèrd ! is veur of'ciere !" lichtte oom Otto, stram, toe; hij had een missie ver vuld ter gelegenheid van de 50-jarig bestaansfeesten van de republiek, en had daarvan eene indigestie, het genoemde versiersel en een on evenredige hoeveelheid tropische ervaringvoor-societeitsgesprekken mee naar huis ge bracht. ,,'k Wil 'm hèbbeè" dreinsde het kind nog altijd; hij had iets zien schitteren. Dat verwende drein-kind" voer de heer Barends in gelegenheids-verontwaardiging uit. Clara bederft hem in den grond laatst nog, toen we wandelden.... die geschiedenis met die stoom-dorsch-machine die dat dreinskind hebben wou " Nou ja...." suste mevrouw. Stóóm-dorsch-mèchine?" verbaasde zich de Generaal-Majoor b. d. 't Was immers niets een kindermalligheidje !" pleitte mevrouw. Hij heeft een dag lang geblèrd!" klaagde de heer Barends, en tot zijn vrouw: Is het soms niet waar dat hij een dag lang heeft loopen zaniken om dat ding?" Jantje voerde ongewenscht bewijsmateriaal aan, door, stampvoetend, zijn eisch te her halen: ,,'k Wil de draak.... 'k wil de draak van oom !" Het dichtklappen van het doosje had zijn ergernis opgewekt. Als je nou niet stil bent!...." dreigde zijn vader....: 't is weer nét-zoo als toen.. Bedorven kind! Bah !" Maar oom schudde glimlachend het hoofd, en haalde andermaal het ridderkruis te voor schijn. ,,'k Zie geen-éns 'n draak!" zei het kind teleurgesteld.... tjasses.... niks as zoo'n kruisje". Ten tweeden male, maar nu driftiger, klapte de etui dicht. Oom zweeg, ontstemd. De heer en mevrouw Barends gevoelden dat hun kind oom Otto gegriefd had, en beiden vielen thans heftig tegen hem uit. Vlegel!" toornde zijn vader. Eigenwijs ventje !" smaalde zijne moeder. Laat hem maar!" stelde oom,grootmoedig, voor. 'k Zou 't niet-eens wille....! zoo'n din getje van niks.... 't Is geen-eens 'n draak !" hoonde Jantje, half-huilend. Toen werd hij bestraft en de kamer uit. gezet. Nadat de deur gesloten was, vertelde oom Otto het verhaal van zijn reis naar Eiquador. E'norme festiviteiten al'raard gst ont vangen. ... fee'riekeomgeving.... alles l a!" Zijn stemming was een beetje geforceerd. Gaarne had hij Jantje, ademloos luisterend op zijn knie gezeten, onder zijn gehoor geteld. Als een hinderlijke dwang hing de geest van het kind om hen heen, en het was al te duidelijk dat zijne ouders hun best deden om den ongelukkiger! indruk te herstellen. Jantje zat in de keuken. Hij genoot daar een zekere achting en veel belangstelling. Hij had zoo'n draak-van-niks in een doos je !" snoefde hij ,,'k zou 'm niet eens willen hebben.... phoe!" Een draak.... had ie 'n draak !" gierden de meiden.... hoor nou zóó'n eigenwijs kind! z'n oome heeft een draak.... een draak in een doossie !" Het werd een groot tumult, Jantje genoot van zijn succes. Maar opeens ging de deur open. Wat is dat hier voor een herrie.... en wat doet hij hier nu weer?" riep de heer Barends, wit van woede. Het geluid was tot de zitkamer doorgedron gen, en zelfs enkele verstaanbare klanken. Onder de ontstelde blikken van het personeel werd Jantje weggesleurd uit de keuken. Hij maakte daarbij zulk klagelijk misbaar, dat oom Otto in de gang getreden kwam; op het gezicht van een getuige, verdubbelde het kind zijn geschreeuw. Hij zat weer bij de meiden !" verklaarde, hijgend van ijver, de vader. Zóó bij de meiden !" herhaalde, onze ker, en met een belangstellenden blik, de generaal-majoor b. d. Hij houdt ze maar van hun werk", lichtte Barends luider toe. Oom Otto schudde het hoofd. Kom eens hier Jantje !" zeide hij. Het kind zweeg, en kwam, achterdochtig, naderbij. Als je zoo voort gaat dreigde oom goed moedig wat moet er dan van je worden?' Ka-me-nië-schelen !" En als je je ouders verdriet doet?" ,,'k Heb toch niks gedaan !" Jawel.... jawel...." weifelde oom. n toen, met een onverwacht gebaar, haalde hij het doosje weer uit z'n zak, en, met iets van schuldbesef, zeide hij gul: Daar, bekijk hem nog maar eens !" De middag verliep verder rustig, en Jantje bleef onzichtbaar. Maar om halt' zes werd er gebeld. Er stond een veldwachter voor de deur, en, naast hem, Jantje, wiens neus bloedde, wiens kleeren bevuild en gescheurd waren, en zonder hoed. Het werd, in de gang, een heel verhoor. Uw zoontje verklaarde de veldwachter -- was het middelpunt van een troep vechten de kwajongens. Ze lagen compleet door de modder te rollen. En hier hebt n hem !" ,,Ze wou'e.... ze wou'e...." hijgde het kind. Maar de veldwachter haalde een beschadigd en verbogen voorwerp uit de zak van zijn tuniek. 't Schijnt zei hij dat het ging om dit dingsigheidje.... dat hadden ze hem afgenome, en daar liep die slungel van een Kees Bakker mee op z'u borst...." 't Was de draak van Equador, bemodderd, vuil.... een onherkenbaar lor. Er was een groote stilte. ,,'k Was d'r mee gaan loope huilde Jantje 'k liep d'r mee om de jongens. . . . ik.... ik...." De heer Barends hief zijn hand op, maar oom Otto weerhield hem. 't Is goed, man, hier!" zeide hij en duwde den veldwachter een gulden in de hand. En toen de deur gesloten was, niet voor beeldige kalmte: Zulke, hm .... internationale quaesties... behandelt men beter binnenshuis...." Oom's vergiffenis was een waardig voor beeld van zelfverloochening. Men mag niet eischen van een kind, hm, dat hij een rvolle onderscheiding de juiste waarde zal weten toe te kennen, 't Is mijn eigen schuld geweest. Ik had het niet mogen. . niet moeten doen.... Laten we allen hopen dat de zaak geen verdere gevolgen moge hebben...." Dien avond, op hun slaapkamer, verheugden de heer en mevrouw Barends zich over den werkelijk nog gunstigen afloop van het avon tuur. En, in zijn bedje, snikte Jantje nu en dau iu zijn slaap en woelde onrustig. Aan het voeten-eind van zijn bed zat een vreemde, dikke engel, glinsterend van boven tot onder, met een hoed op waaraan, van alle zijden, kruisen en medailles rinkelden. De engel keek hem aan met een streng, be angstigend gezicht, en zij hield een zvveepie in de hand. S* Jantje voelde nog zijn pijnlijke plekken op armen en beenen, en hij keek angstig naar het zweep je. UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE -:- J. H DE BOIS HAABLEM 68 KRUISWEG MEDEDEELINGEN VAN HET PSYCHOLOGISCH HUISVESTINGSCOMITE Waar is dat zweepje voor?" vroeg hij eindelijk. Toen lachte de engel schor en ge heimzinnig, en zeide: Daar drijf ik de menschen mee op, totdat ze hollen en springen en duikelen.... 't is om je dood te lachen als je 't ziet. Dat is nou de zweep van de ijdelheid". Ze liet de zweep lustig knallen.... en daar zag Jantje een massa menschen, waar onder ook zijn oom Otto en zijn ouders, net als dieren in een circus rondspringen, door met lintjes en verguldsel versierde hoepels. l lij werd wakker door zijn eigen opgewonden geschreeuw. De engel was weg. Neen, au-au. wat had hij nog een pijn.... zeker een striem mee gekregen.... 'Boven, in de logeerkamer, snorkte de ridder van de kronkelende draak, en de lieer en mevrouw Barends waren ook ingeslapen, na hun fluisterend gevoerd nachtgesprek over den toestand van oom's gezond heid en die van zijn kapitaal, als dieven en moordenaars, onder hun eigen gastvrij dak... Zijn blauwe plekken wrijvende, sliep Jantje in. 't Was weer een dag vol vreemde ervaringen geweest. MELIS S T OK Hotel Ouin en Daal" BLSÏ?LEN Centraal verwarmd. Vaste waschtafels, koud- en warm watir Een notaris te Zalt-Bommel meldt ons dat de redactie van het Groene weekblad geves tigd is aan de Keizersgracht te Amsterdam. Dit is juist. Onze vensters zien uit op die van het Volk. Water scheidt ons. De teekenaar Jordaan vaart heen en weer tusschen de Notenkraker en ons blad. Ziehier de situatie. Onze Rotterdamsche correspondent seint: Door onze afdeeling is een aanvang ge maakt met de werkzaamheden. Voorloopig zijn de volgende indeelingen vastgesteld: 'Gescheiden echtgenooten worden zooveel mogelijk gevestigd in de Keerweerlaan. Het oudemannenhuis wordt overgebracht naar de Halvemaansteeg. Een bekend bankiershuis zal verzocht worden zijn bureaux over te brengen naar de Lange Poten. Wisselbureaux voor Marken worden gecon centreerd in de Schommelstraat alhier, en de rijksontvanger verhuist op ons verzoek naar de Dok-straat. * Onze correspondent zelf heeft zich met zijn jonge vrouw in de Lusthofstraat gevestigd. Een Haagsche correspondent vestigt onzen aandacht op de in zijn gemeente voorkomende straat Apendans". Hij vreest voor overbe volking in dat Haagsche stadsdeel. Hij zelf woont in de Oog-in-het-zeilstraat. Treffend is in zijne opmerking: men heeft de Kanaal straat herdoopt in Dr. Kuyper (onzaliger nagedachtenis)-straat. Een Thorbecke-straat,kade,-gracht,-laan,-plein is er echter nog niet. MELIS STOKE Secretaris. iiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiilltiiiiiiiiiiii iiiimiiiiiiiiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitit.iiiii iiiiiiiin iiMiMiiiiiiiiiii'iii nu Aa'ron liet Levi los, deed nu haastig de deur open orn hen uit te laten. Blijf gesond, Levi, gesegende handel, David". Maar de twee gingen niet. Is leege rusma-doosies, 'n pruikie en 'n pruikebol soms handel foor een nette jodeman?" vroeg Levi. Vijf gulden om los te wese," zei Aaron. Toen sloegen de anderen toe. Bij Isaac met zijn speelgoedzaakje en annexe affaire in scheepsbenoodigdheden ging het vlotter. Isaac was bang, bang voorde bedreigingen van den Farao tegen de Israëlieten en zijn al lergrootste angst was, dat hij zou moeten vluchten uit Egypte, voor hij zijn boel geheel had te gelde gemaakt. David en Levi slenterden tegen elkaar op dringend en dan weer van elkaar deinend als op een ledige sjabbeswandeling, langs zijn zaak, deden als toevallige voorbijgangers; ze kenden zijn angst, maakten terloops een praatje, bij hem in de deurpost, keken somber en spraken geheimzinnig bedrukt. Slechte tijden, Isaac...." zei Levi en zijn mondhoeken zakten angstwekkend. Tijden van benauwdigheid.... Oh mein !" Ltfe we nog?.... Lefe we al nie meer?" vroeg David met een huilstem. Is 't er dan nieuws?"vroeg Isaa'c verschrikt. Ach.... se prate soo feel...." zei Levi. Maar mijn is geseid en ik wil het geloofe, dat de Farao alle mannen fan ons volk de tong sel afsnijen...." Got.... de gerechte!" kreet Isaac. Wafoor wil die man dat doen late... . me tong.... me tong !" Levi haalde zijn schouders op, maar David wist het. Hij seit, datte jodemannen efen goed prate kenne mit d'r handen...." Prate mit je hande !...." kreet Isaac.. prate mit je hande!.... En proeven dan?.. " Nu haalde David zijn schouders op, maar Levi antwoordde somber gelaten: As je de sjabbessoep nie meer proeve kan, mot je se maar ruike...." Komt er in en koop me los.. !" smeekte Isaac haastig. Ach.... 'wie sou d'r nog handelen in Egypte!" zei Levi. Maar hij en David gingen toch maar bin nen; ze bekeken en betastten de boel, aller lei snuisterijen van kralen en valsche steenen, luim min lillllllllllllllllllll Bij 't licht van een walmenden fakkel, sjouwden ze alles naar binnen. scheepjes en spellen en in de shipchandlers affaire : touw en roeiriemen en scheepsprovisie, doozen confituren en pekelvleesch en ge droogde vijgen.... Skeepies".. zei David, minachtend aan een zeiltje trekkend al dat kinderegoed... . niks foor ons.... en hier, die soetigheid en dat vleesch", vervolgde hij, zijn vinger ste kend in de confituur en die aflikkend, waarna hij met zijn lange nagels ging pulken aan het vleesch alles treife...." en dan verbaasd : Aggenebbes.... wat is dat foor een ferschrikking.... een jakhalsie op stelten...." Ze bekeken het ding. Is nog van een honden- en apentent van de kerremis...." zei Aa'ron 't sting er boofe op.... soo'n reclamebeessie.... je ken 't sette op 'n tuinhuissie.... of hoof e op 'n filla.. .. je sou sweere dattie leeft.... bij me gesond !" Nah.... 'n dooie jakhals is nog beter dan een leefende...." zei Levi verachtelijk, iterwijl hij rondkijkend snel taxeerde. Honderd gulden foor alles .."zei Isaa'c, hem angstig gadeslaande. David en Levi lachten. Hij seit wat...." grinnikte de eerste. Negentig gulden. ..." riep Isaac schor en dan een doosje aandragend en hier.... hier ....een prach fan een waaier van echte struisfecre foor lou.... heb ik duur motte koope fan een freemde schipper...." Levi bekeek het ding, bevoelde het. Echte struist'eere fan 'n soepkippie...." smaalde hij, en het ding onverschillig terug gevend sprak hij tot David : Geen handel foor ons David." Niks. ..." bevestigde deze en dan op een toon van verveling Ach.... alle handel is gekkight'id. . . . hoe sal je 't kuijtrake sonder tong.... gesondheid Aaron, 'k mot gaan eten. . " Vijf en zeventig gulden!".... kreet Aaron en 'k ferlies d'r honderd an !" Ach... .sappe! nie langer...." zei Levi ongeduldig, terwijl hij heenging. Ik geef twintig met dat soepkippieding foor lou. ... en geeneens graag." Vijf en twintig...." zei Isaa'c, die bleek werd, heesch. Toen waren ze accoord. David en Levi ramschten verder: ze koch ten oude kleeren op en handschoenen met incourante nummers onder de zes, de houten dieren van een geliquideerden draaimolen, ver legen talagegoed, verkleurd en halt verbrand door de felle Egyptische zon, galanteriewaar, gebarsten vazen; kasten en buffetten van pron kerige geloofsgenooten, belegd met achttien karaats bladgoud," zooals de eigenaars zeiden, terwijl David hei schold voor je reinste doe blee en koperblik." Toen de zon wegzonk in de woestijn waren ze beiden doodmoe en hadden geen spie meer over, maar ze gnuifden van stille handels vreugde, slobberden gulzig van de ragout van schapevleesch met knoflook en in de olijfolie gebakken kaïisehere koeken, die Levi's vrouw Rebekka had bereid en dronken zich stiekum een blijden roes aan treife Palmwijn. Maar drie dagen later was de angst van Izaa'c ook overgeslagen op David en Levi. Levi ! Levi ! " huilde David, we motte fort.... de Heilige man Mozes en se broer achteran.... maar de handel.... de kostelijke handel.... al ons fijne dure goed.... geramscht voor een krats....dat motte we achterlaten. We bennen gerinneweerd. . !" Got de gerechte ! Dat nooit nie!" riep Levi schor, achter me huis staan karren. . ..Siinon verhuurt ezels.... en als-ie se nie geeft, dan trekke we seit'. . . . Saartje sal hel pen en Rebekka en Samniie en Bram.... !" [tien avond in 't heldere maanlicht ver huisden ze zenuwachtig en haastig den rommel van Levi's pakhuis naar een spelonk in de rotsen bij Loeksor. Simon had z'n ezels al verkocht; Levi trok een kar, waar Samniie en Rebekka achter duwden en David trok de andere met hulp van Saartje en Bram. In den spelonk, bij 't licht van een walmen den fakkel, sjouwden ze alles naar binnen. Samniie. . . . pas op. . . .kwaje jongen. ... je zal stukke make !" schreeuwde Levi, toen liet kereltje in te grooten ijver wat doozen liet vallen. Saartje.... nee.... set die prui kebol daar neer.... soo" en hij kwakte zelf een arnivol roeiriemen op den grond. David kwam hijgend af met zijn armen vol scheepjesgedoe, Saartje bracht den jakhals en snapte Bram, die van de confituur snoepte. Blijf er of. ... 't is treife !" Ze werkten zich tezamen in 't zweet met de kasten en schrijnen en draaimolenbeesten, maar alles kwam 'er in. En de karren?" vroeg David. Kennen ook binnen", zei Levi. De mijne sakte al soo wat in mekaar van rottigheid", merkte David op. Een hall' uur later liepen ze terug naar huis. ,,'k Ben me haarband kwijt", klaagde Rebekka. ,,Die sal in 't hol legge," dacht David. We gane d'r n ie foor weerom", jaagde Levi zenuwachtig. Hij sal gefalle sijn. toe n uws hoof stoote, Moe. ..." zei Samniie. In de/i droogen geul van de Roode Zee haastten David en Levi zich weinig dagen later naar 't beloofde land. Ze vluchtten uit Egypte met alle geloofsfjcnooten: ze troffen er Isaa'c, den speelgoedinan, Aaron, den barbier, Eleazar, den meu belenman en die drie en nog anderen met de buidels vol geld keken en lachten wat slimmig en spottend naar het tweetal. Hebbic de pruikebol nog verhandeld,Levi?" vroeg Aa'ron met een knipoogje naar Isaa'c. ,,En me jakhalsie", spotte die, nu weer met allemanspraat, en me waaier van 'n soepkippie?" ,,En me kasten met doeblee?" informeerde Eleazar valschig. David en Levi vertrokken geen spier. De handel sit feilig", zei Levi eindelijk droogjes, je kanne 't nie meer terugkoope foor tien rooie ruggies...." Want soo gauw azzewe terug zijn in Egypte...." begon David. Maar David en Levi kwamen nimmer terug in Egypte en nimmer in Loeksor. De jaren vergingen en de eeuwen vergingen en de zon brandde nog vele duizenden zomers boven het land der Farao's.... Tot eens op een schoonen dag in het jaar negentien honderd twee en twintig een for tuinlijke zoon van Albion's stranden.... 12 cent 12 cent Sumotro CBUITENOKWOON) sigacr Typ. Amst Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl