De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 17 maart pagina 2

17 maart 1923 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 Maart. '23. No. 2386 DE KOOPMAN VAN VENETI EN DE KOOPMAN VAN ROTTERDAM Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan Shylock: Daar kan ik niet tegenop !" IIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIIIII HUI Illlllllllllllllllllllili Iltllllllllllllllllllllllll l DE INTERNATIONALE PUZZLE VERANTWOORDELIJKHEDEN, EN DE ENGEL SCHE HUISMOEDERS. De verantwoordelijkheden teekenen zich duidelijker en duidelijker af. Nog altijd blijft Ruhrobsessie in de gemoe deren spelen. Zij verdringt voor het oogenblik alle andere vraagstukken, althans voor den man in de straat, al zijn die andere vraagstuk ken niet minder gewichtig. Maar wat let men er nog op, of de Angoraregeering op een iet wat omslachtige wijze de heropening der onder handelingen heeft aanhangig gemaakt, en eene conferentie, misschien te Constantinopel, of te Smyrna op til is, die den vrede in het Nabije Oosten perfect maken zal? Wat voor aandacht . schenkt men aan de, toch zoo uiterst gewich tige, regelingen der grenzen ten Oosten van Polen, die door de Ambassadeursconferentie ter hand genomen is, aan de toedeeling van Memel aan Litauen, van het Wilnaprobleem, aan Oost-Galiciëen de Poolsch-Russische grens? Wie staat stil bij de voorbereidings maatregelen der Pan-Amerikaansche confe rentie, die te Santiago plaats vinden moet? In onze wereldstreek gaat alles schuil achter f JOS. LOOPUIT 10 Maart is overleden de heer Jos. Loopuit, een der meest bekende voormannen van de S. D. A. P. te Amsterdam. De overledene was voorzitter van de Amsterdamsch'e Raadsfractie der partij, lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland en sinds vele jaren lid van het Partijbestuur. Voor de buitenwereld was hij wel niet een der eerste leidende figuren, hij werd bijvoor beeld nooit tot Kamerlid gekozen, maar wie het innerlijke leven der socialistische beweging kent, weet dat de thans overledene eene in heel de partij gewaardeerde, en voor hare politieke ontwikkeling een zeer belangrijke figuur was. De waardeering kwam overigens VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS de emoties van den strijd aan de Ruhr; en men is zelfs te zeer geneigd te vergeten, dat die Ruhraffaire, hoe aangrijpend ook, slechts een incident is in een veel grooter vraagstuk, dat om de geheele uitvoering van het tractaat van VersaiHes gaat. Hiertoe toch breidt zich het probleem uit.'t Is al lang niet meer een kwestie van levering van steenkolen en hout. Ook niet meer en kwestie van betaling van eenige milliarden (!) marken. Ook niet meer die van een bezettings zone. ... Het gaat er om of het tractaat van Versailles een bindende regeling in de internationale wereld zal blijven, of een punt van eeuwig durend discussieeren en morrelen. Het is de verstrekkendste daad van de Dnitsche regeering geweest, toen zij tengevolge van de Ruhrbezettingen te kennen gaf, dat zij nu voorloopig met de tenuitvoerlegging van het vredes'tractaat niets meer te maken wilde hebben. Eigenmachtig werd verklaard: het tractaat bestaat voor onsnietmeer;wij be schouwen ons niet meer als gebonden". Daar is naar gehandeld ook. Niet alleen, dat elke voldoening van de schadevergoedingsschuld heeft opgehouden. Tal van andere verplichtin gen zijn stopgezet. Zelfs de Duitsche medewer king van de gemengde internationale scheidsgerechten is onderbroken. En wat vindt iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ui i iiiiiimiiiitiimiiiiiimiiiMiiiiiiiiiii heelemaal niet enkel uit de kringen der eigen partij. De collega's in den gemeenteraad, de Provinciale Staten of in de vele commissies waarvan hij voor en nadeel uitmaakte, hieven in dit opzicht niet achter bij de partijgenooten, en de groote bladen die kond deden van zijn afsterven, begonnen alle hun mededeeling met betuigingen van leedwezen, in warmer toon dan de conventie gewoonlijk doet aan slaan. Dit betrof natuurlijk zijn werk in de open bare lichamen,waar zijn kennis, zijn toewijding, maar vooral ook zijn karakter en zijn geheele figuur vol goedheid en van een onkreukbare eerlijkheid, hem zulke gevoelens deed toe dragen. Voor wie hem evenwel zeer van nabij kenden was dit alles toch niet het meest typische, het meest eigene van zijn figuur. Dit zat ergens anders. Loopuit was in den meest volstrekten zin van het woord een intellectueel, en als zooda nig een eenige verschijning. Want hij was van afkomst en van opvoeding en verderen levens loop een arbeider. Uit een diamantbewerkersgezin afkomstig, op zeer jeugdigen leeftijd zijn vader door den dood verloren hebbend, kende hij in zijn kin derjaren de armoede van het groote gezin zonder eigenlijken kostwinner, en sprak het van zelf dat hij op 12-jarigen leeftijd fabriekwaarts ging, na op de thans nog bestaande, Joodsche bizondere school Talmud Thora een minimum van lager onderwijs te hebben ge noten". Een geval als een ander. Het zegt ons tot hiertoe niets bizonders. Maar het bizondere begint al heel spoedig. Loopn.t groeide op tot diamantbewerker in den zoogenaamden Kaapschen tijd". Tijd van grof geld verdienen en van de beroemde geldsmijterij der diamant bewerkers van die dagen. De jonge man verdiende op 17-, 18-jarigen leeftijd een loon dat het drie- of vierdubbele was van het toenmalige loon van een arbeider in andere vakken. Zijn kornuiten gooiden er mee, en hadden in 't toenmalige Ansterdam een slech ten naam vanwege hun ruwe uitspattingen. Loopuit deed er niet aan mee. Hij kocht boeken, ging naar den schouwburg, kende de musea en de bibliotheken, op de werkplaats binnenlands, op het gebied der militaire be palingen enzoovoorts, plaats? Het is ongetwijfeld een zware verantwoor delijkheid van de regeering van den heer Cuno, dezen weg te zijn ingeslagen; in plaats van, mét even krachtig protest tegen de bezettingsmaatregelen allicht, de bindende kracht van het tractaat niet te hebben aange tast. Nu immers is de vrees versterkt, diejaan de overzijde reeds heerschte, dat het Duitschland met de naleving van het tractaat nooit ernst is; dat het 't niet als wet erkent, maar als 'n lastpost, die men bij elke voorkomende gelegenheid ter zijde zal trachten te schuiven. Daartegen is Frankrijk wel verplicht, vol te houden. Het acht zich nu geroepen de kracht van het tractaat te versterken en door te zetten, ook omdat anders de afgrond van het politeke nihilisme Europa bedreigt. Daarom is het genoopt, in steeds krachtiger taal van sanctie's en van sécurité" te spreken, omdat vertrouwen in de Duitsche contractstrouw geheel plaats maakt voor vrees van de vol komen Duitsche willekeur en contractsver achting. De geheele wereld heeft bij de actie, van dien kant beschouwd, belang. Want men mag toch gerust zeggen dat de geheele wereld ge diend is met de handhaving van de kracht der pas gesloten tractaten, al is 't alleen als zoo hoog noodig beginsel van orde. De macht, die zich bij voortduring gerechtigd zou achten, op grond van welke hoogdravende elementen ook, steeds uitzonderingen op bepaalde con tractsplichten te verdedigen, van Bethmann Holweg af tot Cuno toe, is een negatieve, een afknagende macht, in onzen tijd. Meer nog dan de leiding van het tijdelijke verzet in het Ruhrgebied, is dit de zware verantwoorddelijkheid van den heer Cuno. In zijn jongste rede heeft hij die verant woordelijkheid willen dekken. Dit schijnt wel de diepste ondergrond van de overigens eenigszins onverklaarbare speech, die eer de stem ming vóór Duitschland toch niet beter heeft kunnen maken. Andere motieven hebben zeker medegewerkt: de leidende kringen om den Rijkskanselier hebben ook weer gedacht n op het buitenland verteederend te werken, n binnenlands de gemoederen warm te houden. Dit laatste is misschien gelukt. Het eerste niet. De wereld wordt niet geroerd door eene argumentatie die zij n wat die rechtskwestie n wat de feiten betreft, bovenmatig nzijdig weet. Zij weigert Duitschland aan te zien, noch als het opofferende slachtoffer, noch als den kampioen voor het recht. Er is iets aandoenlijks in, ''".t men te Berlijn nog weer in het oude recept der Rijksdagredevoering" met wondervol en scène gezette parlementaire demonstratie's er op volgend blijft gelooven. Het geeft niets, en kan later de moeilijkheden slechts vergrooten. Eene houding van protest aan den Duitschen kant tegenover de geheele Fransche actie zou niemand hebben bevreemd. Maar de felle en ongerechtvaardigd hoogharti ge houding, waarvoor de heer Cuno verant woordelijk is, waarborgt eerder wansucces. Deze verantwoordelijkheid van eerst op de uitvoering van het tractaat te chicaneeren, dan het een tijdje voor dood te verklaren, rust op de leiders van de Duitsche zaak. De heer Poincaréheeft zijnerzijds deze week nog eens de houding bevestigd, waarvoor ten aanzien van de historie zijn verantwoor delijkheid en die van Frankrijk een groote zal zijn. De pogingen om het Fransche gou vernement voor te stellen als saboteerend eerlijke Duitsche pogingen om de schadever goedingsplicht te voldoen, lijken volkomen ongegrond. Hoezeer men met het juist veriiiimitii-miiiiii i werd hij gehoond om zijn afzijdigheid van de vermaken der anderen. Instinctmatige af keer van al wat verlaagt en neerdrukt hield hem op de been tegen de verleiding als tegen den spot. Eigenaardig en belangrijk is dat hetzelfde gevoel, dat men ingeboren goeden smaak zon kunnen noemen, hem weerhield praktisch deel te nemen aan de socialistische beweging van de tachtiger jaren. Het was hem te ruw, het stootte hem af. Maar bestudeeren deed hij de beweging des te meer. Hij had zich den vrijen tijd ten nutte gemaakt, leerde voldoende van vreemde talen om wat in 't Duitsch of in 't Fransch verscheen, zich aan te schaffen en te doorworstelen, en toen in 't eerste begin der negentiger jaren de sociaaldemokratie in haar modernen vorm haar intrede deed en in Van der Goes vooral haar voorvechter vond, vond zij in Loopuit een kant en klaar onderlegd, theoretisch geschoold aanhanger. Eerst in den tijd dat Van der Goes, Henri Polak, Troelstra, v. Kol en anderen in den Soc. dein. Bond de vaan der rebellie verhieven tegen Domela Nieuwenhuis die zich op anarchisti sche banen begaf, trad Loopuit tot dien Bond toe, om hem evenwel bij de oprichting der S. D. A. P. weer te verlaten. Maar nu was hij dan ook thuis. Hij behoorde tot de oprichters der Sociaaldemokratische Vereeniging, de voorloopster der Afdeeling Amsterdam van de S. A. D. P. en van de eerste dagen der S. D. A.JP. af heeft hij in haar voorste gelederen gestaan. We hebben hier dus te doen met een geheel anderen ontwikkelingsgang dan bijschieralle anderen die uit de arbeidersklasse tot het socialisme kwamen en in de beweging tot een zekere hoogte wisten op te klimmen. De gewo ne gang van zaken is: door den een of anderen invloed zich aansluiten, dan door de beweging zelf voortgestuwd de noodige ontwikkeling al doende zich veroveren. Bij Loopuit was het socialist-wordingsproces hetzelfde als bij de meeste intellectueele aanhangers: eerst de theorie en pas daarna de aansluiiting en de praktijk. Hij is ook niet dadelijk als socialist in het politieke leven gekomen, een korten tijd was hij lid van de radikale kiesvereeniging Amsterdam" en van de Vereeniging De Unie". Maar dat kon niet beklijven, want de schenen geelboek moge manoeuvreeren, dat zit er heusch niet in. Maar iets waarvoor de wereld Frankrijk nadere verantwoording zal vragen, is de nu nog eens aangedikte verklaring van Poincaré, dat hij van géne zijde tusschenkomt of bemid deling wil aanvaarden. Een dusdanige algemeene afwijzing is onpolitiek, niet te verde digen en onvruchtbaar. Zij is natuurlijk ge boren uit de vrees, dat interventie slechts weer een middel zou zijn om voordeel te schuiven naarden Duitschen kant. Het Duitsche speculeeren daarop heeft 't wantrouwen nog ver meerderd. Maar er is toch ook eene bemidde ling denkbaar,en zelfs praktisch de meest denk bare, welke er niet op berekend of toe geëigend zou zijn, Frankrijk tegenover Duitschland te benadeelen. Men schat van den Franschen kant de stemming in landen als Engeland, Amerika, en zelfs de vroegere neutralen, verkeerd. Die gevoelen er alles voor dat de schuldenregeling met volle inachtneming van Frankrijk's rech ten plaats vindt, dat Frankrijk de noodige internationale waarborgen krijgt en Duitsche chicanes worden uitgesloten. Zij begrijpen ook zeer goed dat Duitschland zulke voorstellen ten slotte niet zou kunnen afwijzen, en dat het zelfs bij onderhandelingen waar 't op voet van gelijkheid toegelaten werd, nog niet de posi tie zou innemen als van de Angora-turken te Lausanne. Daarom is de absolute afwijzing van elke mogelijke derden tusschenkomst ook weinig sympathiek en weinig verklaarbaar. En men ziet reeds wat de gevolgen ervan zijn. De ge volgen zijn, dat niemand van buitenaf zich ernstig druk maakt over het vormen van positieve plannen tot oplossing. Niemand ziet eenigen praktischen uitweg, om in die richting te streven. Toch zullen de deugdelijke plannen in dezen beter van internationale zijde kun nen worden opgezet, dan van den kant der direct betrokkenen. De voordeden van be middeling zijn nu eenmaal niet voor niets in de historie der politiek bekend. Zoo krijgen de half-moedigen in de regeerin gen der andere landen gemakkelijk spel, en zeggen zij elkander na: Frankrijk wil toch niet". Waaraan dan evenwel de wereldgeschie denis zal toevoegen, dat daarom die halfmoe digen nog niet gelijk hebben zich stil te hou den, indien zij overigens beschikken over de elementen om iets ernstigs te ondernemen ! En die verantwoordelijkheid treft wel in hooge mate het Britsche Gouvernement, treft in de eerste plaats den eersten minister. Naast Cuno en Poincaréteekent zich de verantwoordelijkheid van Bonar Law. In de laatste dagen is weer de figuur van Canning opgeroepen, die er in geslaagd was in zijn tijd Engeland de plaats te doen her nemen van Aeolus tusschen de winden uit den verschillenden kant, nadat het geheel was geraakt in een toestand betiteld als The great Baby," en waarin de Britsche invloed in wereldzaken tot niets was getaand, tengevolge van een politiek van aarzelen en van niets doen". Het was toen Canning, die Engeland weder deed zijn de verdediger der traktaten en de strijder tegen schennis ervan; het verzamelwoord van alles wat redelijk denkt in de wereld; de vertrouwde macht van alles wat rust en vrede zoekt". Op het oogenblik is het weer verre daarvan. Terwijl niemand betwijfelt, dat wanneer Enge land voorging, eene actie mogelijk zou zijn tot regeling der moeilijkheden die nu tot uiter sten en tot verwarring overslaan; terwijl nie mand ook meenen kan, dat inderdaad de ver houdingen met Frankrijk zouden behoeven te lijden indien Engeland zich durfde maken tot woordvoerder van plannen als waarvan wij een vorige maal spraken; terwijl ieder gevoelt hoe de verlossende daad zou worden verricht, indien Downingstreet dit initiatief nam, hult men zich daar in passiviteit, en maakt het den Franschen zelf ook nog slechts moeilijk en bedenkelijk. Of kan men voorbij zien, dat het voortdurende aarzelende toege ven, dat nu wordt in praktijk gebracht, en wat laatstelijk weer met de spoorwegen om Keulen is uitgekomen voordeelig kan werken op de Fransche mentaliteit? Het is zeker onbillijk, Frankrijk veroveringsplannen in de Ruhr in de schoenen te schuiven. De Duitsche insinuaties op dat punt zijn dwaas en erger lijk. Maar even zeker is, dat ieder nu eenmaal tegenwichten behoeft in de wereld, en anders in 't gevaar komt van eenmaal door te slaan. De absoluut vrije hand die Engeland op 't oogenblik aan Frankrijk laat, is zeker ge schikt Frankrijk in ongewenschte richting te prikkelen, en de toespelingen op verande ring van het tractaat van Versailles zijn zeker niet geruststellend. Het is de groote verantwoordelijkheid van Bonar Law, in dit alles niets te doen van wat de historische taak van Engeland zou zijn. Deze les is den staatsman in de laatste da gen duchtig voorgehouden door iemand die er zich volstrekt niet van bewust is: door de Engelsche huismoeder! Drie leden van het kabinet Bonar Law zijn in den laatsten tijd bij tusschentijdsche ver kiezingen gevallen, tegen de verwachting in. Het is een eigenaardig feit, dat dit resultaat moet worden toegeschreven aan de stemmen der vrouwen, vooral de arbeidersvrouwen. En dit wel omdat zij, misschien ongegrond, vreezen dat Bonar Law's woningpolitiek de huishuren omhoog zal doen gaan ! Het weekboekje behcerschte ditmaal het stembiljet, en zal het misschien voorloopig blijven doen. Hoe vér is dit alles van de Ruhr. Maar toch zou het niet kunnen plaats vinden, indien Law groote buitenlandsche politiek wist te voeren, en de regeering door hare populariteit ver dedigd werd. En toch zal het ook wel kunnen leiden tot dusdanige verzwakking, dat de partij der unionisten het niet houden kan, al ware het wegens gebrek aan superiorfteit. Een regeeringsverandering in Londen zou zwaar van gevolgen zijn. Labour is daar stel lig ook niet anti-Fransch, maar zou waar schijnlijk een sterkere internationale bemiddelingspolitiek moeten aanvatten. Of die partij daartoe de mannen met verren blik, en scheppenden geest, en imaginatie bezit? Of dat zij eenen outsider als Robert Cecil zijn kans geven zou? En zou aldus de Engelsche huismoeder, schier onbewust, haar weekhuur berekenend, de verantwoordelijkheden op het wereldtooneel aan het bepalen zijn? BRANDARIS TENTO ONSTELLINGEN KUNSTHANDEL ESHER SURREY, LANGE VOORHOUT 58, DEN HAAG. Werken van Valentijn Edgar van Uytvanck (tot 28 Maart). SOCITEITSGEBOUW, GROOTE HOUTSTRAAT l, HAARLEM. Noorsche schilderijen en pastelteekeningen van H. van Steenwijk. STEDELIJK MUSEUM, AMSTERDAM. Engelsche Kunstnijverheid. GALERIE D'ART FRANC.AIS, 792 PRINSEN GRACHT, AMSTERDAM. Schilderijen van Jan van Herwijnen (tot 28 Maart). INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT, SINGEL 364, AMSTERDAM. Het geïllustreerde boek tot 1900. * UTENBU1B i FDLMEI | Den Haag ?:- Hyijgenspark 22. SPBC IALITE IT: Verhuizingen onder Garantie Bergplaatsen nor Inboedel* socialist zat er in en moest zich vroeg of laat openbaren. In de S. D. A. P. gaf zijn kennis, zijn theoretische scholing, zijn belezenheid die hem een oordeel deed hebben over den stand van zaken in andere landen, hem terstond een zekere positie. Kort na de oprichting werd hij al lid van het Partijbestuur, 't welke hij, met een paar onderbrekingen, bleef tot aan zijn dood. Hij behoorde ook tot de leiders van de eerste groote Diamantbewerkerstaking in 1894 en tot de oprichters van den A. N. D. B. maar door een ziekteperiode bestuurslid afgeraakt, trok de vakbeweg/'ng hem blijkbaar niet sterk genoeg aan om hem een leidersplaats te doen ambieeren. In den hevigen inwendigen partijstrijd die van 1904 tot 1909 in de S. D. A. P. werd ge voerd en waarin de scheiding liep tusschen de orthodoxe Marxisten en de z.g. revisionisten of reformisten, stond Loopuit aan de zijde van Van der Goes, Gorter, Mevr. Roland Holst, te genover Troelstra-Schaper-Vliegen. Voor zoo ver deze strijd er een was van de boeken tegen over het praktische leven, stond Loopuit waar hij zich steeds 't meeste thuis voelde: bij de boeken. Maar in de latere jaren, vooral in den oor logstijd, heeft hij de orthodoxie den rug toe gekeerd en behoorde hij tot wat men noemt: de rechterzijde der partij. Evenals vroeger van het anarchisme had hij nu van het Bolsje wisme een waren afkeer en menig scherp arti kel, meestal ook van theoretischen opzet, is tegen het Russische avontuur en vooral tegen pogingen om het in West-Europa over te brengen, uit zijn pen gevloeid. En altijd weer bleek daarbij zijn groote, bijna onbegrijpe lijke belezenheid. Ik ken geen mensch die zóó volledig las schier alles wat op sociaal-poli tiek terrein in 't Hollandsen of Duitsch ver scheen en bovendien de pers van den dag zóó intensief volgde. Misschien ligt het aan zijn eenigszins over dreven zucht om alles te lezen, in vergelijking met wat hij tot zich nam, was hetgeen hij-zelf produceerde, gering. We zeiden wel eens: hij laadt te veel en lost te weinig. Want deze werker en denker leed aan een euvel dat aan zijn prestaties grooten afbreuk deed: hij uitte zich eenigszins gebrekkig. Als spreker voor volksvergaderingen was hij niet gezocht, waarschijnlijk wijl zijn gave om te populariseeren niet groot genoeg was. Voor de cursus vergadering, waar de elite komt die in staat, of althans bereid, is het gebodene ook in minder populairen vorm tot zich te nemen, was hij zeer gezocht. Zoo ook zijn artikelen. Ze zijn talrijk, in kranten en in tijdschriften en er zijn studies van beteekenis bij. Vooral waar zijn groote historische kennis zich uitte. Maar een journalist voor de massa, die op eenvoudige, pakkende wijze en voor ieder verstaanbaar, de dingen weet te belichten, dat was hij niet. Vandaar dat hij nooit anders dan voorbijgaand op den redacteurstoel is gaan zitten. In den Amsterdamschen Raad hield hij echter vaak redevoeringen die, wat vorm en inhoud betreft, tot het 'beste behooren wat in de Raadszaal ooit te genieten valt. Hij kon scherp zijn zonder hatelijk te worden en geestig zonder platheid. Niet zelden is een voordracht onder zijn kritiek bezweken en nog minder zelden wist hij tegen de kritiek van tegenstanders hechte dammen op te werpen, wanneer het zaken betrof die zijn sympathie en steun mochten erlangen. Bij voorkeur sprak hij over zaken van kunst en van onderwijs. Maar wie zijn groote feitenkennis en alzijdige belezenheid in aanmerking neemt, kan na gaan, welke beteekenis dezen man had in de raadkamer, in het Partijbestuur. Uiteraard zijn hierover geen feiten mede te deelen, maar het ligt zoo voor de hand dat hij daar een be langrijk aandeel in de belangrijkste diskussies en in de gewichtigste beslissingen had. Sinds een paar jaar reeds was hij intusschen de oude niet meer. Hij verouderde sterk. Leek dikwijls geagiteerd en overspannen. In Novem ber kwam hij nog, ernstig ziek, naar den Raad en hield een uitstekende rede over de begroo ting. Maar hij zag er zóó uit dat we hem krdchtig aanspoorden heen te gaan en rust te ne men. Helaas, de rust is al te afdoende. Hij is op 58-jarigen leeftijd voor goed heen gegaan. De S. D. A. P. mist een belangrijke krachten het openbare leven der hoofdstad een belang wekkende figuur. W. H. V i. i r c r: N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl