Historisch Archief 1877-1940
W * *" ?»*--' l ?
24 Maart. '23. - No. 2387
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND
JsEnn
HAART
uw-vonma
UVbESTELLing
HUIS
. m
ffRMNSWAAY
QDlf
FRIESCHED DIV H E EREN BA Al
20 CTS. PER MALrCNS PAKJE
DB AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 10.?per ]aa>
INSTITUUT OVERTOOM
Amsterdam Rotterdam
Overtoom 57 en 93a Kruisstraat 40
Typen-Steno-Talen-Boekhouden
De Naam 15
Uw
T/e zekere Overtuiging
firma zich olyVend Verantwoorde
lijk >toelen Voor het hoctfe peil
onzer instrumenten, moet den muziekliefhebber
bij aankoop een óeVoel Van rust en Voldoening
*J ó O
peVen.
*x)e oe5te v?aarbord bieat U de nwm
onzer bekende 3tAn<ward"ierke
een fraaie collectie Piano5 ? Vleudel^
Player-Piano'5 te^en ^emafi^de prijj
zen n
onze magazijnen 15
De aanwezigheid v'an eeniée occ&yon) onzer
5t&ndaardmerken tetfen Gereduceerde
rijzen verdient zeiker de aandacht.
ndien ^ewenscbt.Ran de jWnciëele
op de mee5t tegemoetKpmende wijze
U dereéeld worden.
In ruil (e nemen m5trumenten worden te^en
de hootfstmotfeliike waarde oVeroenomi
O v *>
p
I
UTRECHT AMSTERDAM HILVERSUM
CHOORSTRAAT
HEIUGEWEG
LANGESTRAAT
den Boekh. en na
postw. bij RIËNTS
BALT, Den Haag,
Daguerrestraat 28.
UITBREIDING
VAM ONZE
HERENMODEMAGAZIJNEN
REKUMEAANB9EDING
SPORTKOSTUUMS
Zuiver wollen Tweed,
opgestikte zakken en
lederen knopen, uit
voering volgens mot!.
Dito 2e kwaliteit
en eenvoudiger
uitvoering.
Dito Whip Cord,
beige en grijs, zeer
solide.
met
3975
2675
6750
Onze konfektie munt uit
door prima coupe en afwerking
De afdeeling Herenkonfektie
is verplaatst naar de
geheel verbouwde 2e etage
en is bereikbaar met de lift.
U.
Vraagt onze
S. A. GOLLARS
Prima Boorden, n i e u w s t e
Amerikaansche modellen,prima
pasvorm; na het wasschen
blijven coupe en maat ^1 t et.
onveranderd. Per f J
i dozijn 3.60, per stuk Ws^
Op de Ie tage Onze nieuwe afdelingen
SCHOENEN, HOEDEN en ONDERGOEDEtfEN
GERZON
AMSTERDAM
DEGELIJKE OPLEIDING, mond. en schrift.
aan bovenstaand adres
jTorpedo, 10/i5 P K., 4 zitpl. f 4200.
Conduite Inférieure, idem
5500.J. LEONARD LANG, AMSTERDAM.
IIIIIIIUIIHIII
ASTRONOMlSfflEIMGMENTEN
4. HET
BEWONDERING-WEKKEND UITSPANSEL; DE KLAS
SIEKE STERRENBEELDEN
door AËROBATES.
Wanneer men in een stad woont is het bijna
niet mogelijk van de schoonheid van den met
sterren bezaaiden hemel behoorlijk te genieten;
zelfs al vermijdt men den hinder van lantaarns
en gebouwen, dan nog moet men door een
dampkring heen kijken die zooveel verstrooid
licht bevat, dat het nog een wonder mag
heeten dat men berhaupt" iets ziet. Het
is dan ook voor vele stadsbewoners als een
openbaring wanneer zij voor 't eerst met aan
dacht naar het uitspansel kijken buiten eiken
storenden invloed van maan- of kunstlicht.
Vooral de Melkweg, de bekende grillige
lichtband die het hemelgewelf in twee gelijke deelen
schijnt te breken, teekent zich dan in groote
pracht tegen den donkeren achtergrond af.
Wie door dagelijksche aanschouwing bekend is
met den stads-hemel, heeft vaak moeite zich
aan den plattelands- of zee-hemel (de lezer
vergeve mij deze weinig fraaie termen) te
oricnteeren; vooral op zee is, als men iets zui
delijker komt en de heldere melkweg-wolk in
den" Schutter hooger boven de kim verrijst,
het aandachtig bekijken van den hemel een
verheven kunstgenieting waaraan helaas te
weinigen zich overgeven, niet omdat zij er
ongevoelig voor zijn, maar omdat het op een
mailboot al even moeilijk is als in een stad,
een rustige plek te vinden waar geen kunst
licht stoort.
Wanneer de aarde geen dampkring had,
zouden wij den sterrenhemel (vooropgesteld
dat wij andere middelen bezaten om ons in
leven te houden) voortdurend kunnen be
wonderen, zelfs al zou de zon hoog boven den
horizon staan. Want deze zichtbaarheid hangt
uitsluitend af van het contrast tusschen het
licht der sterren en dat van den achtergrond
waartegen zij bekeken moeten worden. Die
achtergrond, nu, is overdag niet helder door
direct-, maar door zoogenaamd verstrooid
zonlicht, licht dat door dampkringsdeeltjes
wordt opgevangen en verder gedragen. Schuift
er een enkele wolk voor de zon, dan blijft de
hemel op eenigen afstand daarvan even licht;
ja zelfs wanneer de geheele hemel met wolken
bedekt is, blijft er toch nog een behoorlijke
dag-verlichting over. De achtergrond geeft
veel meer licht dan de meeste heldere sterren,
zoodat wij deze niet kunnen zien; een uitzon
dering moet gemaakt worden voor de planeet
Venus, die ten tijde van hare grootste helder
heid en wanneer men precies weet in welke
richting men ze zoeken moet, herhaaldelijk
met het bloote oog te zien is. Zij is in die
omstandigheden 5 tot 6 maal helderder dan
Sirius, de helderste ster van den hemel.
Wanneer de zon zich op zekeren afstand
beneden het horizonvlak bevindt, meer tech
nisch gezegd: wanneer de avond-schemering
eindigt (of de ochtend-schemering aanbreekt)
dan is het licht van den achtergrond voldoende
verzwakt om ook de heldere sterren zicht
baar te maken. Op tweeërlei wijze kan men
dit op een vroeger oogenblik bereiken. Voor
eerst kan men de ster instellen in een kijker
liefst met een zoo sterk mogelijke vergrooting;
de ster wordt dan vele malen helderder, omdat
de kijkerlens meer lichtstralen kan opvangen
en tot een beeld samenvoegen dan ons oog,
en de achtergrond wordt minder helder omdat
wij door beperking van het gezichtsveld de
overdaad van verstrooid licht hebben buiten
gesloten, een beperking die bij het gebruik
van sterkere vergrootingen toeneemt. Zoo is
het mogelijk om zelfs betrekkelijk zwakke
sterren overdag zonder moeite waar te
nemen. In hoe sterke mate hierbij de uitslui
ting van diffuus licht een rol speelt, moge
blijken uit het feit, dat men overdag wel eens
heldere sterren heeft gezien van den bodem
van een diepe mijnschacht, of door een langen
fabrijks-schoorsteen. 1)
De tweede manier om sterren overdag te
zien is zich te verheffen boven de dichte lagen
van den dampkring waar de licht-verstrooiing
het sterkst is; reeds op 1500 tot 2000 M.
hoogte blijkt dan de achtergrond van den
hemel minder wit te zijn en op hooge bergen
is de hemel donkerblauw, op zwart af, waar
tegen de helderste sterren zich midden op den
dag gemakkelijk afteekenen. Wat zou men
ervaren wanneer men zich kon verheffen
tot aan de grens van onzen dampkring of wel
wanneer men zich aan het aardoppervlak be
vond zonder dat zich daarboven een lucht-zee
zou welven? Dan zou alleen het directe
en het door het aardoppervlak zelf terugge
kaatste .licht van de zon ons oog treffen; al
het verstrooide licht zou verdwenen zijn. Er
zou geen schemering zijn en wanneer dus des
avonds de bovenrand van de zon onder den
horizon verdwijnen ging, zou de duisternis
volkomen zijn, zooals wij in een gesloten
kamer bij het uitdraaien van de lamp ineens
in het donker staan. Het zou bovendien vol
komen nacht zijn in al onze vertrekken waar
van de ramen niet naar de zonzijde gekeerd
waren; alle schaduwen zouden volkomen van
licht verstoken zijn en alle voorwerpen zouden
zich afteekenen in harde grenslijnen tusschen
de verlichte en niet verlichte gedeelten, een
grillige wit-zwart teekening, waarvan wij de
ware omlijsting niet meer zouden kunnen be
vroeden. i)e hemel zou er inktzwart uitzien,
en tegen dezen somberen achtergrond zouden
de zon, de maan, de planeten en de sterren ons
eendrachtig tegenschijnen. Welk een pracht
zou dan het uitspansel vertoonen! duizenden
sterren welker licht thans door onzen damp
kring wordt opgeslorpt zouden zich bij de nu
zichtbare voegen en de zonnevlammen en de
zonnekrans zouden ons hunne geheimen
dagelijks kunnen openbaren.
Maar.... waartoe deze ijdele droomcn?
Laten wij tevreden zijn met onzen dampkring
en met het nachtelijk schouwspel, zooals wij
het door deze lucht-zee heen mogen aanschou
wen. Wij kunnen er zeker van zijn dat zoolang
de mensch er is, hij zijn blik vol bewondering
naar den sterrenhemel gericht heeft en dat,
naarmate zijn geest zich meer scherpen ging
in de leerschool der natuur, verwondering,
bewondering, ontzag, verlangen naar dieper
inzicht zich van hem hebben meester ge
maakt. Is het te gewaagd te beweren dat alle
primitieve godsdienstige gevoelens verband
hielden, ja misschien ontstaan zijn uit het
ontzagwekkende schouwspel van den sterren
hemel? Tot in de verste oudheid vindt men
aanwijzingen daarvoor in de mythen en sagen
van alle volken. Nu eens ontmoet men de
sterren als kinderen van de zon en de maan
aangebeden als hemelsche wachters over de
menschheid, dan weer vindt men ze vermeld
als eeuwige getuigen van groote mannen of
groote daden. Zijn de 48 klassieke sterren
beelden, 2), die Hipparchus ons in de 2e
eeuw v. Chr. heeft nagelaten, maar waarvan
het ontstaan noch de beteekenis ons ooit
duidelijk is geworden, eveneens bedoeld als
blijvende herinnering aan een belangrijk
wereld-gebeuren of aan een reeks van gebeur
tenissen, een stuk wereldgeschiedenis, voor
eeuwig vastgelegd aan het uitspansel?
Zietdaar een vraag die vele pennen in beweging
heeft gebracht, maar waarop het antwoord wel
altijd verborgen zal blijven. De litteratuur
over dit onderwerp is zeer uitgebreid; ge
schiedkundigen, oudheidkundigen en sterren
kundigen hebben er met gelijke belangstelling
tegenover gestaan, maar er blijkt geen terra
firma te betreden.
Wat ons de wijzen als waarheid verkonden,
Straks komt een wijzer die 't weg rcdeneeert"
heeft de Genestet ons voorgehouden; hij
zou deze regels hebben kunnen neerschrijven
na het doorwerken van de litteratuur over de
oudste sterrenkunde. Laat ik daarom slechts
enkele der gemaakte onderstellingen naar
voren brengen. 1. Aan de klassieke beelden
zijn niet zoo maar te hooi en te gras namen
gegeven; men is daarbij stelselmatig te werk
gegaan. Want het kan geen toeval zijn dat er
(telkens dicht bij elkaar) twee honden, twee
iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiililillllll niiiiiiiiii
SPAAHSOH, EMGELSOH,
F H A MS O H, DUITS OH eto.
Berlitz-School
Heerongraoht 451 H. 3286
Pract. Ondervijs door bnitenl, Leeraren
beren, twee visschen en twee slangen-bedwin
gende reuzen (Hercules en Ophiuchus) op
treden en evenmin kan het toeval zijn dat de
in de zee levende dieren als Dolfijn, Walvisch,
Visschen, Zuidervisch en Steenbok (eigenlijk
een mythologische bok met visch-staart) te
zamen met den Waterman een aaneenge
sloten groep vormen. Dergelijke
stelselmatigheden komen meer voor. 2. De klassieke beel
den bedekken niet den geheelen hemelbol;
een groot, vrijwel cirkelvormig gebied van het
Zuidelijk halfrond is onbenoemd gebleven en
pas vele eeuwen later zijn de sterren die zich
daar bevinden tot beelden samengevoegd;
de oorzaak van het ledig" zijn van deze pbk
moet gezocht worden in het feit dat ze voor
het volk dat de sterren tot beelden samen
voegde onzichtbaar was. Neemt men aan dat
de Zuidpool van den hemel zich toen in het
middelpunt van de bewuste plek bevond,3)
dan kan men gemakkelijk berekenen hoe lang
het geleden is dat deze omstandigheid zich
heeft voorgedaan. De uitkomst van de eerste
overweging is dat het land tusschen 36°en 42
Noorderbreedte moet gelegen zijn geweest en
dus noch Egypte noch Babyloniëkan zijn;
de tweede overweging leidt tot ongeveer 2800
v. Chr. als een tijdstip waarop de beelden ont
staan kunnen zijn. Maar deze door een
Engelschen astronoom geuite meening kan niet juist
zijn. Vooral de laatste 20 jaar is onze kennis
van het peil waarop, ongeveer 3000 v. Chr.,
de beoefening der sterrenkunde in Babyioni
stond, aanzienlijk vermeerderd. Wij weten
dat dit een zeer hoog peil was; de
babylonische priesters-sterrenkundigen kenden den
hemel-aequator als vasten cirkel, ten opzichte
waarvan zij de plaatsen der heldere sterren
konden geven, en zij verrichtten de daartoe
noodige metingen met een graad van nauwkeu
righeid die later de rieken in Alexandri
niet hebben kunnen bereiken. Ongeveer 3000
v. Chr. was er dus een bloeitijdperk der Ster
renkunde en de indeeling der sterren in Sterren
beelden (onze Dierenriem is, op kleinigheden
na, die der Babyloniërs) bestond toen natuur
lijk al lang. Dit blijkt ook hieruit dat er astro
logische teksten van ongev. 4500 v. Chr. ge
vonden zijn; toen deed men dus aan
sterrewichelarij en had daartoe zoo al niet alle, dan
toch zeker de Dierenriem-beelden ingedeeld.
Of dit echter oorspronkelijk werk was of
overgenomen van andere volken, wie zal het
zeggen? Menigmaal is de mcening geuit dat
de bakermat der klassieke beelden in China
ligt, maar zij is al even weinig gedocumenteerd
als menige andere. Integendeel, in een zeer be
langwekkende studie van E. F. Weidner (Ie
deel van zijn Handbuch der Babylonischcn
Astronomie") komt deze tot de slotsom dat
de Astrologie van Babel eenerzijds naar de
Grieken en de Romeinen, anderzijds naar
Voor-lndiëen China is uitgestraald.Weidner
houdt het er voor dat de Dierenriem (en dus
waarschijnlijk ook de andere beelden) in
Babyloniëontstaan zijn ongeveer 5000
jaarvoor den aanvang van onze jaartelling.
IIIIIIIIIIIIMIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHltlllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Een andere vraag is deze: hebben de Baby
loniërs 5000 jaar geleden de Sterrenbeelden
precies in dezelfde gedaante gezien als wij?
Wanneer ik deze vraag 2 eeuwen geleden ge
steld had, zou het antwoord stellig bevestigend
hebben geluid, immers hoewel de benaming
van vaste sterren werd ingevoerd om ze te
onderscheiden van de niet vaste, de
dwaalsterren (planeten) er werd toch niet aan
getwijfeld dat deze heniellichten vaste plaat
sen aan den hemel innamen. Eerst iu 1718
werd, althans voor twee sterren (Arcturns eu
Sirius) door den Engelschen sterrenkundige
Halley, een eigen beweging" vastgesteld;
thans weten wij dat alle sterren zich door lu'(
Heelal bewegen met snelheden die van eenige
tientallen tot eenige honderdtallen K.M. per
sec. bedragen. Hierdoor verplaatsen zieh de
helderste sterren gemiddeld ongeveerü' 25 aan
den hemel, dus in 5000 jaar ongeveer l 3 graad,
dat is 2/3 van de middellijn der maanschijt.
Voor Arctiinis en Sirius wordt dit bedrag resp.
8 en 5 malen grooter; toch is het niet groot
genoeg om te beweren dat toen de gedaante
der beelden in algemeene trekken anders was
dan nu. Opvallend anders was de sterren
hemel die zich welfde boven de hoofden der
aardbewoners van 30.000 jaar geleden, maar
niet die der Babylonische priesters.
1) Dr. W. van der Eist heeft in de Ie aflev.
van den loopenden jaargang van ,,Hemel en
Dampkring" hierover belangwekkende
mededeelingen gedaan.
2) Het aantal bedraagt nu 86.
3) Door een verschijnsel dat men preccssic
noemt en dat veroorzaakt wordt door de onder
linge aantrekking der leden van liet zonnestel
sel, kan de aardas geen vasten stand in de
wereldruimte hebben en de polen der hemel-as
(verlengde aardas) dus geen vaste plaats ten
opzichte van de sterren.
Rheumatiek
Blijft ,iet lijden Sloan's
Lininient zal Uw )iijn onmiddel
lijk tot bedaren brjngen, zonder
inwrijx'en. Houdt het in
jjereedheid voor Rheumatische pijnen,
Verstuikingeu, Kneuzingen,
Neuralgie en alle zenuw
pijnen.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers
en Drogisten- Prijs, f. i.