Historisch Archief 1877-1940
31 Maart. 23. - No. 2388
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
EIERENTIKKEN OP DE PAASGHWEI AAN DE RUHR
Teekening voor De Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
iiMiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiititiiiimtiiiiiiiiinm
TAALVERWOESTING
MAAR WOORDEN?
,,Schoft!" riep in de Tweede Kanier
Opgewonden Jan ter Laan,
Tot het waarde lid van Rappard,
Dat iets stoutigs had gedaan.
Guitig vroeg hij rooden Janbaas.
Om toch ridderlijk te zijn....
Om toch ook eens mee te leven
In den gracieusen schijn,
Om toch ook eens toe tégeven
Als er foutjes zijn begaan.
Jan heeft Schoft" teruggenomen
En het standje was gedaan.
Deze makke incidentjes",
Komen nog al dikwijls voor:
Jan begint en Piet geeft antwoord
En de Kamertijd gaat door.
Ach, dat Schoft" is maar 'n woordje
Dat niet ernstig is bedoeld.
Maar van Rappard, hoe beleefd ook,
Heeft 't even fel gevoeld.
Een duel zal 't niet worden,
Daarvoor zijn we hier te wijs,
Even verontschuldigingen....
't Gaat hier niet als in Parijs.
Gut, het zijn maar losse woorden,
't Is wat Tweede Kamer-stijl
En de toon van de gesprekken,
Is maar op wat lager peil.
Als van Rappard Schoft" moet heeten
Trekt geen man dat zich meer aan,
Kom, dan' zijn we allen schoften,
U en ik en Jan ter Laan.
J. H. S i' E E N FI o r F
iiimiiiimiiiii iiiiiiiiiiiniiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIE*
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
TILBUBG LEEUWARDEN,
OISTERWIJH DENHOTJT,
LOCHEM en BORCÜLO.
Agentschappen in Indië:
BATAVIA, SOERABAYA,
8EMARAN6, BANDOENG, M E DAN er
WELTEVREDEN
1. De verdraaiing van persoonsnamen
tot bijv. naamwoorden.
Thans valt het op te merken, dat de
taalsloopers zich bijzonder toeleggen op het
verhakkelen van persoonsnamen tot adjectieven.
Ik wil volstrekt niet beweren, dat men nooit
een adjectief mag vormen van een persoons
naam. Dit mag zeker, mits men slechts het
adjectief in zijn ware functie laat, d. i. wan
neer men er een eigenschap, hoedanigheid of
soort mee wil aanduiden en men maar niet
een adjectief botweg in de plaats plakt van den
tweeden naamval of een voorzetselbepaling.
Vanouds spreken wij van een homerisch
gelach en schrijven wij dit" terecht met een
kleine letter, want wij bedoelen er niet mede
het lachen van Homerus, maar een schaterend
onbedaarlijk gelach zooals waarin Homerus
de goden liet uitbarsten. (Ilias I 590 600)
Insgelijks is in platonische liefde platonisch
een zuiver adjectief, waarbij aan den wijsgeer
Plato heel niet meer gedacht wordt.
Wanneer men op zijn Bilderdijksch tekeer
gaat of in Bollandschen trant college geeft,
laat men hierbij de gedachte aan Bilderdijk en
Bolland wel niet varen, maar staat toch veel
dichter op den voorgrond de gedachte aan de
bepaalde manier van schrijven of les
geven, door die personen eens gevolgd, en komt
mitsdien de hoedanigheid veel duidelijker
uit dan de persoon. Uit dezelfde over
weging kan men vrede hebben met bena
mingen als : Brownsche beweging, Basedowsche
ziekte, ofschoon ze leelijk klinken en hoewel
ook het goede Nederlandsch, getuige theorema
van Pythagoras, wetten van Keppler, e. m.
in zulke gevallen den persoonsnaam onge
rept blijkt te verkiezen. Men kan ook den
naam voorzien van een sterk sprekenden
adjectiefuitgang, op het voetspoor der klas
sieke talen, bijv. Juliaansche ( en niet
Julische) kalender, Gregoriaansche (en niet
Gregorische) tijdrekening, Mosaïsche (en niet
Mosische) wet, Erasmiaansch (en niet
Erasmisch) gymnasium. Thomistische (en niet
Thomische) kerkleer.
Daarentegen: als de gedachte aan den per
soon nog volkomen gaaf en levendig is, druischt
het vlakweg tegen ons taaleigen in, den naam
van dien persoon tot een adjectief te verhas
pelen. Het Duitsch, ook het goede Duitsch,
laat dit wel en zeer gereedelijk toe, waaruit
men weer eens het groote innerlijk verschil
tusschen beide talen kan ontdekken. Het is
gruwelijk onnatuurlijk en ongerijmd, onze
taal, zooals men thans ziet gebeuren, te willen
opschepen met Rembrandtsche schilderstuk
ken, Kant'sche wijsbegeerte, Sokratische lee
ringen en Johannische Evangeliën.
Heeft K l o o s ons niet de A e s c h
ulysche" tragedie willen opdringen?
En lalt men al niet van Einsteinsche
theorie?
Om duidelijk gewaar te worden, hoe brutaal
het hier gewraakte misbruik is ingedrongen,
heeft men slechts de feuilletons te doorloopen,
die Mr. van Rosse m dezer dagen in de Tele
graaf publiceerde. De brieven van Clara
Wieck verslonst hij tot C l a r a-W i e c
ksche brieven". Dan brabbelt hij van
,, de geschiedenis van deze S c h u m a n
nsche liefdes-romance". Het leven
van den mensen Schumann verkracht Mr.
v. Rosscm tot het S c h u m a n n s c h e
m e n s c h e n-1 e v e n".
Hij moest zich schamen.
fWordt vervolgd)
D r. C H. F. H A j E
t immuun iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiMiiiimmiii
DUITSCHE BANKBILJETTEN
Er wordt beweerd, dat bijna iedere Ameri
kaan markenbezitter is en een feit is het, dat
de Duitsche dienstmeisjes in Berlijn hunne
spaargelden gaarne beleggen in Amerikaansche
dollars en verder is het van algemeene
bekendheid, dat vóór de Roerbezetting de
aandacht van den Duitscher was geconcen
treerd op de koers van dollar, pond en gulden.
En aangezien de mark zij het dan ook
met tijdelijke ups and downs steeds een
dalende lijn is blijven volgen, was
Duitschland genoodzaakt voortdurend meer papie
ren geld in omloop te brengen, zoodat de
wereld als 't ware overstroomd is met billetten
van 100, 500, 1000, 5000 en 10000 mark.
Men vindt ze in allerlei kleuren en formaten.
Billetten kleiner dan 50 mark zijn 't aankijken
niet meer waard. Zelfs kinderen schenken
daaraan geen aandacht meer.
Thans heeft men zich genoodzaakt gezien
ook billetten van 5000(1 en 100000 mark
aan te maken en als men nagaat, dat in
drieen dertig Duitsche drukkerijen de drukper
sen draaien voor den aanmaak van
bankbilletten, dan kan men begrijpen welk een kapi
taal aan marken binnen niet te langen tijd in
omloop zal zijn. Zelfs Broekhuys zou van
zulke cijfers duizelen.
de
En de note gaie of moet men het ,
note friste" noemen??ontbreekt, zelfs bij
deze ellende niet. De billetten van 10000 mark
Hederl. Munt
Hatlmndm bomto W oont
iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiinmt Miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiittni
CHARIVARIA
zijn er de oorzaak van, n.l. de nuinnenkop,
die op deze banknoten voorkomt. Het is de
voorstelling van den Duitschen arbeider en het
volk was er verrukt over, dat den Duitschen
werker zulk een voorname plaats werd waar
dig gekeurd.
Doch o schrik, daar heeft men kortgeleden
ontdekt, dat zich aan den hals van dien ar
beider een bloedzuiger in menschengedaante
bevindt, die het Duitsche volk in zijn bestaan
bedreigt.
Vergelijk deze af
beelding met boven
staande. Draai de
eerste afbeelding een
kwart slag; aan den
hals ziet ge dan den
bloedzuiger. De neus
punt van den vampyr
bevindt zich onder
het oor.
Sommigen zeggen, dat deze bloedzuiger het
Kapitaal voorstelt, doch anderen beweren, dat
met hem de Entente wordt bedoeld.
Intusschen is het fixirbild" te duidelijk,
dan dat dit een speling van het toeval
zoude zijn. JAN VAN 'T STICHT
MIIIMIII IIIIIIIIIIIH iitmimtiiiiiiir-ui maai mum
LEEKENSP1EGEL
EIERENTIKKEN,
EIERENZOEKEN EN EIERENDANS
G. v. S. te A. Waarom spelen eieren zulk een
belangrijke rol bij de viering van het paaschfeest?
Het paaschei" is over nagenoeg de geheele
wereld zoo onafscheidelijk van dit feest als de
kerstboom van Kerstmis. Eieren golden te
allen tijde als symbool van vruchtbaarheid.
Reeds onder de heidenen was het gewoonte
eieren te offeren aan de priesters van Ostara,
de godin van de lente en van den dageraad;
het ei speelt bij de paaschviering der christenen
in alle landen een hoofdrol. Het feestelijk
gebruik ligt niet alleen in het eten de-r
paascheieren, maar ook in het spelen daarmede. Zoo
is in de zuidelijke provincies van ons land nog
in zwang het z.g. eierentikken of eierenkippen.
Op sommige dorpen geschiedt het zelfs niet
alleen in de huizen maar ook op straat, op de
paaschwei.
Het eierentikken bestaat daarin, dat de
een met de punt van een hard gekookt ei
tikt op dat van den ander, die zorg heeft te
dragen, dat hij het zoodanig in de hand om
klemd houdt, dat het zooveel mogelijk weer
stand biedt, want wiens ei gedeukt wordt, die
heeft verloren.
In Duitschland heerscht nog de gewoonte
om de eieren, die door 't koken in het aftreksel
van sommige vruchten of houtsoorten fraai
gekleurd zijn, tusschen de struiken in den tuin
te verstoppen en dan met de kinderen aan
't zoeken te gaan.
Allerlei eierspelen waren vroeger in ge
bruik, waaronder de geblinddoekte eierdans,
welke bestond in het dansen tusschen een
aantal in een ster gelegde eieren.
£>eutfchlcmb, Seutfchfcmb uebet 2ltte§!
Wij ontnemen (bedoeld is het tegen
overgestelde : ontleenen C/mr.) aan
Charivarius' vers den kop en de staart."
(U. D.)_
Mogelijk, dat men 't na eenigen
tijd omdoopt." (Hbl.)
U bespaart onbedingd 30 pCt."
(Adv. Tel.)
De godsdienstoefeningen zullen ver
schoven worden tot Vrijdag".
(Adv. .Hbl.)
Alsdan
De grijze staatsman is er zich van
bewust, dat de onstuimige toovenaar
even moeilijk kan zijn als volgeling
dan als leider." (N. v. d. D.)
Niets is zoo enerveerend voor den
slaper dan deze soort van geluiden."
(H. D.)
Zij zullen ze niet zoozeer ophitsen
tot een gevaarlijke worsteling dan wel
tot krachtiger lijdelijk verzet."
(N. v. d. D.)
UU de hoogeschool der journalistiek
Voor een halve eeuw geleden."
(O. H. C.)
Voor eenige jaren terug." (O. de H.)
Het blad bevat een telegram, dat de
moeite loont hier op te nemen." (U. D.)
De.... e-mode
Deze interpretatie is een zoo on
bekende " (Hbl.)
Op deze wijze met de politie in aan
raking te komen is werkelijk een zeer
aangename." (O. H. C.)
Reeds de titel is een gelukkige."
(Stand).
De langste dag
Hier ter stede is een commissie
gevormd, die zich voorstelt den
80jarigen geboortedag van onze bekende
schrijfster en journaliste Geertruida
Carelsen 10 April 1923 feestelijk te
vieren." (O. H. C.)
De zanger V. is verdacht van op
lichting in Rotterdam aangehouden.
Ook daar ter stede moet hij een viool
hebben opgelicht." (Vad.)
Waarschijnlijk wel, ja, als 't zijn plan was
het instrument weg te nemen.
B. te Stompwijk, beklaagd van het
besturen van een paard in beschonken
toestand." (Haagsche Ct.)
|£ B. zal zelf ook ^el niet heelemaal zuiver
geweest zijn.
CORRESPONDENTIE.
J. te S. Ik las met genoegen uw Rijm op
de Latijnsche Rede, geschreven naar het
systeem van de maatlooze regels. Uw voor
beeld was hier zeker (want ook hij paste dat
systeem soms toe) de Schoolmeester?
Antw. Neen, Walt Whitman.
minimum mini
n iiiiimiiiiiiiimmiimniiitiiiii
BERICHTEN
TOET-ANK-AMEN. De fransche roman
schrijver Théophile Gaiirier heeft in een zijner
romans -- waarvan in 1858 de eerste druk
verscheen - alle gebeurtenissen, die zich thans
bij de ontdekking van het graf van Koning
Toet-ank-Amen afspelen, op merkwaardige
wijze, met zienersblik tot in onderdeden juist,
vooruit beschreven.
Door een groot toeval laat de schrijver
eveneens een engelsch edelman een nog onaan
geroerd koningsgraf ontdekken in de buurt
van Loeksor, en de verschillende gebeurte
nissen bij de opening van dit praalgraf ge
lijken geheel op die welke hebben plaats ge
vonden om in het graf van Toet-ank-Amen
door te dringen. Daarbij wordt tot in de klein
ste bijzonderheden eene beschrijving gegeven
van dat koningsgraf, welke beschrijving
vooral in onze dagen belangstelling zal wek
ken, autier laat in zijn roman, welke tot
titel draagt : Le roman de la momie, bij
den door zijn Engelschman ontdekte mummie
een hieroglyphenschrift vinden, waarin de
liefdesavonturen van een der grootste onder
de Pharao's worden beschreven en die van
Tahofer, een schoone egyptische vrouw. Mozes
en Aa'ron treden in het geschrift handelend op.
In een geweldige scène verzwelgt deRoode Zee,
waardoor de Joden vluchtten, den Pharao
en zijn leger, en Tahof<y komt aan het bewind
als de eenige vrouw die ooit den troon der
egyptische koningen besteeg.
( Passing Show)
IIIMIIIIMIIIBIIIIIMIItllllllll
(London pinion)
muil" minimum Miiiiiimiiiiiimiu
miiiiimiimmmiiiimiiiMllliiiiiti lliiltlll
(London Opinion)
(Sydney Bulletin)
(London Mail)
Waarom bent u toch zoo sterk voor een
lang engagement, Papa?"
Omdat dat het huwelijk verkort, jongen."
Nee maar zeg! Ze hebben de vleugels
van mijn vlinderkostuum er niet bijgedaan!"
Wat zou dat? Ga dan als rups/'
Laat jij dronken menschen toe?"
Welzeker dame, gaat u maar stiekum
zitten - niemand zal 't merken."
Hoe vin jij Jansen?"
Och e wel 'n ge
schikte vent, maar e
ik.... e...."
Ik ben 't volkomen met
je eens. Mij wou die ook niks
Ie ene n."
Je veegt toch ook onder het bed, Mina?"
Beslis, mevrouw. Daar veeg ik alles onder."