Historisch Archief 1877-1940
14 April '23. - No. 2390
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS
Meubileering-Mi].
AMSTERDAM
COMPLETE
Mevr. G. v. d.
Corsetière
MEUBILEERING Keizersgracht 772 te A'dam.
BETIMMERINGEN
- I6l. 4541 N. |n den H>ag eiken Vrijdag Hotel Central
Lunch \ 2,50 - Diner \
S.Salons voor aparte Familie-Diners
Fr.
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON N. 6812
HEMDEN
HAAR MAA7
Iporl
wASpoórjf ..Culemborg
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 10.?per Jaai
Voor Manchester Kleeding
STAAT BEKEND
Het Vakkleeding Magazijn
G. B. A. HENSEN
Paarlaarsteeg l, Haarlem
WHITE
is
DE
VRACHTWAGEN
Eenig Importeur: N.V. Gebrs. NEFKENS' Automobiel M|j.
AMSTERDAM UTRECHT
aam 15
w
De IN
U
L/e zeKere Overtuiging dat
l de fabrikant al? onze
ziclj olyVend Verantwoord
^
lijk boelen toor het hootfe peil
onzer instrumenten, moet den muziekliefhebber
bij aankoop een tfe\toel Van rust en \feldoemng
«gen. 5 *
^De beste vOaorbor^ biedt U de naam
onzer bekende 3fandaardmerken,weiarVan
een fraaie collectie Pi ft n 05 - Vleudel^
Player - Piano'5 te^en gematigde prnzen in
onze magazijnen 15 óeexpojeerd.
De aanwezigheid Van eeniée occajton^ onzer
5töndaardmerken tetfen gereduceerde
prijzen verdient zeKer de aandacht.
Indien tfewenscbt.kan dejinanciè'ele kj^tie
op de mee5f tegemoetkpmende wiize \?oor
U ereéeld worden.
In ruil (e nemen m5trumenten worden tetfen
de hootfjtmo^eliike waarde o\?er0enomécn.
UTRECHT AMSTERDAM HILVERSUM
CHOORSTRAAT
HEIUGEWEG
LANGESTRAAT
VAN RIJN'S
MOSTERD
MOSTERDPOEDER
JU N
IMPORTEURS:
4 cyl. 70 120 en 6 cy'.
65 X100 (type 2 L.)
Origineel
i\<- -rf Engelse
^\. ^Sportkostuums
Zuiver wollen
Tweed, m.
opaestikie zak
ken en lederen
knopen, uitv.
volgens mod.
Ons Reklame
SportKosluum
Engtlse
jioilsn Tweed
75
Gatbicord
Su i ts
beige en grijs,
zeer sol i de
Otnekonjekr.e
munt uu door
prima coupe
en afwci kin%
VOORJAARS
AANBIEDING
StroHo ede n
GERZON
mm AMSTERDAM ??
Hotel BIRKHOVEN"
bij AMERSFOORT
- ZEItTIDS
Torpedo, 10/(5 PK.,4 zitpl.f
4200.Conduite Inférieure Jdem
5500.J. LEONARD LANG, AMSTERDAM.
eigenlijk zijn licht opsteken bij die apologeten?
Hebben dan in de vorige eeuw al onze acade
mische Aufklarungsmannen te vergeefs ge
werkt?
Het antwoord op deze vraag kan kort en
bondig zijn: Hun boeken werden tot dusver,
behalve dan door vaklieden, nauwelijks aange
raakt. Zeker niet verwerkt voor het publiek,
dat thans storm loopt naar de apologetische
conférentiën. Ware het anders, al de apolo
geten ook de besten, ook de opponeerende
niet-Roomschen vonden zich reeds lang
het werk uit de handen genomen. En, ook dit
moge gezegd worden: veel beter, n.l.
veelzijdiger en onbevangener, is hun werk bereids
gedaan, voor zooveel het slechts gaat om de
geesten van vooroordeelen te zuiveren. Doch
schreef niet wijlen prof. mr. W. van der Vlugt
in 1898: En het (n.l. A. Pierson's) boek
bleef tot vóór weinige jaren ongelezen, onge
kend, wellicht omdat de auteur met zijne
fijne onpartijdigheid, zijn afschuw van plat
getreden paden, den Roomschen te veel
Protestant was en den on-Roomschen te
weinig".
Dit gold tot vóór weinige jarenjvan al dit
soort van werk en zoo is het niet verwonder
lijk, dat men in het eerste kwart der 20ste
eeuw naar de roomschc kerken en
gehoorzalen moet om - Amerika opnieuw te ont
dekken. Onbevangen geesten schijnt het nood
lot beschoren van altijd te vroeg te komen
voor een menigte. Lu'ther bijv/meende te
goeder trouw de eerste te zijn, die de grove
misbruiken inzake den aflaat'flink aantastte,
terwijl onze Groningsche VV'essel ansvoirt
het bijna een eeuw vroeger had gedaan, en
wel zóó afdoende als de" Reformator het
bezwaarlijk beter vermocht. Maar de 15e eeuw
scheen nog niet rijp voor zulk optreden.
Voor een vruchtbare behandeling van
religieuse aagelegenheden, speciaal van geloofs
zaken, blijkt nu de tijd gekomen. De roomsche
priesters hebben er meer succes mee dan welke
andere ijveraars ook. Zij ploegen en zaaien in
maagdelijken - in langen tijd verwaarloos
den bodem. Ze doen het goed voorbereid,
met, in 't algemeen genomen, strenge selectie
van werkkrachten. Niet iedereen kan apolo
getisch spreken en schrijven. Een woorden
keuze en stofverdeeling, die het doen onder
dociele geloovigen, mag den
nog-niet-geloovigen niet zoo maar rauwelijks voorgehouden
worden. Zelfs dan nog niet, al zou er inderdaad
niets anders mee worden beoogd dan een beter
doen begrijpen zonder meer. Er zijn reeds
opmerkelijke uitingen van bekeerfingen van
groote maatschaplijke beteekenis, die doen
begrijpen, hoe pijnlijke teleurstelling de prak
tijk hun heeft gebracht. Het hoofdorgaan van
de roüinsche pers sprak over zulken als over
lastige schoonzoons," wijl zij hun ergernis
meer dan eens openlijk uitspraken - -
uitklaagden.
De beweging vervloeit trouwens
zienderoogen. Ze bleek oorspronkelijk meer bijzonder
for the upper tens. Nu doet een zeer hetero
gene menigte mee en wordt ze meer banaal.
De apologetische mode is spoedig haar
confectietijdperk ingetreden. Wel wordt het arti
kel nog in waarde gehouden, doch door min
der geleerde, daardoor ook minder kieskeurige
hulpkrachten vervalt het non quantitas sed
qualitas". Zelfs speelt het leekenanostolaat
reeds een beduidenden ro! al zijn 't dan
niet altijd de eersten de besten, gelijk bijv. een
dr. erard Brom.
Wij staan hier in elk geval voor een merk
waardig ontwikkelingsproces, dat menigeen
angstig doet vragen of Nederland het tijdperk
eener vcrroomsching is ingetreden.
Wie zal het vermogen te zeggen?
Als geruststelling kan hier dienen, dat de
geschiedenis altijd slechts schijnbaar terug
treedt op haar weg. Een afgesloten tijdperk
hernieuwt zich niet. En een al te ijverig stre
ven aan roomsche zijde zal waarschijnlijk op
den duur in zijn tegendeel ontaarden. Huma
nisme n Protestantisme hebben ditzelfde
ondervonden, mogelijk is thans weer de beurt
aan het Katholicisme, om mede te werken tot
uitkomsten, verre liggend buiten zijn be
doeling. C. V A N DER P O L
tllllllllllllllllllllllllllllinilllllHIIIMIIIIIIIllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIilHIIIIIIIIIIII
DE VERMOORDE ONSCHULD
Mit der französischen Gefahr wollen wir
nach Jahrhunderten französischer
Bedrohung und nach einem von 1815 bis 1870 und
von 1870 bis 1915 wahrenden
Revanchegeschrei, ein für allemal auf raumen.. ?..
Revanchelustig wird Frankreich auch nach der
furchtbaren Lehredieses missglückten
Rachekrieges bleiben, soferu es die Kraft beha'lt.
Wir mussen dieses Land um unseres eigenen
Daseins willen politisch und wirtschaftlicli
,,rücksichtlos schwachen.... Einen Teil der
nordfranzösischen Kanalküste mussen wir
möglichst erobern um England gegenüher
strategisch gesicherter zti sein.... Zur
Vermeidung elsass-lothringischer Zustande
sind die machtgebenclen Unternehmungcn nntcr
,,öebcrnahme und Entschadignng der
Vorbesitzer 'durch Frankreich in deutsche Ha'nde
berzuführen. Dem von uns bernommenen
Teil der Bevölkerung ist durchaus kein
Einfluss im Reiche einzwaunien....
Belgien.... ? mussen wir
politisch-militarisch fest in der Hand halten.... es ist
den Bewohnern durchaus kein polHisclier
Einfluss im Reiche einzuriiumen....
Kamen wir in die Lage, England eine
Kriegsentschadigung aufzuerlegen,
keinOeldbetrag konnte hoch genug sein...."!)
Het bovenstaande is te vinden in een
Petition" die den 20en Juni 1915 aan den
Rijkskanselier werd overhandigd, onderteekend
door 1341 persone'n, w.o. 352 professoren,
158 onderwijzers en geestelijken, 145 hoogere
beambten, burgemeesters en gemeenteraads
leden, 148 rechters en advocaten, 40 volks
vertegenwoordigers, 18 gepensioneerde
generalen en admiralen, 182 kooplieden en
industrieelen, 252 artisten, schrijvers enz. Een der
industrieelen was Dr. E. Kirdorf,
Gcneraldirektor des Gelsenkirchener Bergwerks A. G.
mei wiens onderneming thans dreigt te geschieden
wat hij wenschte met Fransche ondernemingen
te doen.
Een maand vroeger was eene andere
Petition" aan den Rijkskanselier aangeboden door
den Bund der Landwirte, den Deutscher
1) Cursiveeringen zijn van ons.
Baucrnbund, Westfalischer Bauerverein.
Centralverband deutscher Industriellen, Bund
der Industriellen. Reichsdeutscher
Mittelstandsverband, waarin o.;i. gezegd wordt:
Belgien muss der deutschen
Reichsgesetzgebung unterstellt werden so dass
die Bewohner keinen Einfluss auf die
politischen Oeschicke des Deutschen Reiches
er,, langen.
Was Frankreich hetrifft der Besitz
des an Belgien grenzenden Küstengebietes
..bis etwa zur Sommc.... muss als eine
Lebensfrage für misere künftige Seegeltung
..betrachtet werden. Das hierbei mit zu
erwer,.bende Hinterland muss so heinessen werden,
dass n'irlscliaftliclt und strategisch.... die
volle Ausnütz.ung der Kanalhafen gesichert
ist. Jeder weitere französische Landerwerb
,,hat, ahgcsehen von der m>i\vendigen
Anglie,,dernng der hrzgebicte van Kriev,
ausschliesslich nach ir.ilitarstrategischen Erwagtmecn
zu geschehcn.. .. Mit dein Erwerb der
Ma'as,,linie. . . . wiire. . . auch der Besitz der
Kohlengebiete des Departcments du Nord und
des Pas-de-Calais gegeben....
vorausgesetzt dass die in d.iesem (iebiete vorliandenen
.,wirl*chaitlichcn MacMmitte!. . . . derart in
deutsche Hand berführt werden dass
,,Fran!:reich deren Eigenti'uner cntschddiyt. . . .
Na betoogd te hebben dat de aan Frankrijk
behoorende mijnen, waar het voor de
staalfabricage zoo moeilijk misbare minette te
vinden is, door Duitschland moeten behouden
worden, zegt het adres:
Die Sicherstellung des Deutschen Reiches
in einem zukünftigen Kriege erfordert
den Besitz des
gesaniinten^Mincttevorkommens, einschliesslich Longwy und Verdun."
Dr. Muehlon, vroeger een "der directeuren
bij Krupp, heeft destijds het een en ander ver
klapt omtrent hetgeen behandeld werd op een
vergadering in de eerste dagen van September
1914 gehouden, dus nog vóór den slag aan de
Marne, en waarbij de Stinnes-, Kirdorf- en
Thijssenconcerns vertegenwoordigd waren.
Men besprak daar als vredesvoorwaarden o.a.
de annexatie van België, onteigening van de
geheele groot-industrie aldaar en 'van de
Fransche ertsgebieden op Frankriik's kosten,
alsmede een oorlogsschatting van 50 milliard
francs.
In vergelijking met al deze hardheden is het
tractaat van Versailles een betrekkelijk zacht
zinnig document. Toch hebben de Duitschers,
zoodra hun duidelijk werd dat hun plan
mislukt was, niet opgehouden zich als de ver
moorde onschuld voor te doen. Dat begon
reeds met den wapenstilstand. Duitschland
zou van honger omkomen tenzij enz. Vervol
gens werd met Bolsjewisme gedreigd, en wan
neer Duitschland Bolsjewistisch, werd. dan
was liet met Europa gedaan. Europa stond
reeds aan den rand van den afgrond. Daar
staat Europa nu reeds vijf jaren, maar na de
inzinking van 1921- -1922 'begint de handel
alweer te herleven.
Toen de heeren in 1914 en 1915 aan Frank
rijk 50 milliard oorlogsschatting wilden op
leggen, had Frankrijk, dat den oorlog niet
was begonnen, geen Duitsch gebied bezet
of te gronde gericht. Maar nu de Duitsche
legers de rijkste streken van Frankrijk voor
jaren vernietigd hebben, roept Duitschland
moord en brand, omdat het moeite zal kosten,
de uit concurrentie-nijd aangerichte schade te
betalen.
Nu Frankrijk, beu van conferenties die
niets opleveren, het Roergebied heeft bezet,
begint opnieuw hetzelfde gejammer dat wij
na den wapenstilstand en na den vrede van
Versailles hebben vernomen. Er wordt weer
gedreigd met hongersnood en Bolsjewisme.
en tot groote verbazing en verontwaardiging
van velen trekt Frankrijk zich daar niets van
aan. Men weet te Parijs nu wat Frankrijk's lot
zou zijn indien Duitschland een volgenden
oorlog won. De verzoekschriften waaruit wij
geciteerd hebben laten geen zweem van twijfel
over, en Frankrijk is gewaarschuwd. Daarom
hebben de protesten tegen de bezetting, die
thans in Duitschland niet van de lucht zijn,
en die door de telegraaf over de gansene wereld
verbreid worden iets potsierlijks.
De vraag of Frankrijk verstandig heeft
gedaan, tot de bezetting over te gaan. willen
wij niet beantwoorden. Dat z;il de toekomst
doen. Intusschen dient de ontwikkeling der
dingen na den wapenstilstand beoordeeld te
worden, niet zoozeer in het licht van hetgeen
de Entente in November 1918 deed, dan wel
in het licht van hetgeen zij naliet. De hoofd
zaak, namelijk de bezetting van Duitschland,
waarmede het vraagstuk der schadevergoeding
zeker reeds lang opgelost zou zijn, liet men
achterwege. Waarom dat niet geschiedde, kan
grootendcels onbesproken blijven, het is nu
eenmaal een historisch feit. Men legde aan
Duitschland, dat men verkeerdelijk al zijne
koloniën ontnam, harde voorwaarden op,
zonder zich te verzekeren van het ecnige mid
del om die voorwaarden, ook maar voor een
overwegend deel, vervuld te krijgen. Zoo laad
de de Entente op zich het verwijt, zeer harde
eischen te stellen, terwijl zij die niet eens kon
afdwingen en dat zeer goed wist.
De boven geciteerde Duitsche eischen uit de
dagen toen men zich in Duitschland nog ver
beeldde, den oorlog te zullen winnen, zijn
daarom zoo belangwekkend, omdat er uit
blijkt dat die mogendheid, welke de in de peti
ties genoemde hulpbronnen aan kolen en
ijzer controleert, op het Europeesche vaste
land de hegemonie kan uitoefenen. Dat was
Duitschland's doel, en het is thans Frankrijk's
doel. Zoolang men in Europa er niet in slaagt,
de Vereenigde Staten van Europa te stichten,
zijn Duitschland en Frankrijk wel verplicht
gegeven hun duizend-jarigen strijd om de
hegemonie te pogen, de hamer te zijn en
den tegenstander tot aambeeld te maken.
Het is onder deze omstandigheden verkeerd,
zulks aan Frankrijk te verwijten, vooral om
dat Amerika de onvergeeflijke fout heeft
geniaakt, het garantieverdrag niet te
ratificeeren. In laatste instantie berust daar het
buitenlandsche beleid bij een college, den
Senaat, hetwelk daartoe de competentie mist.
De Senaat heeft niet begrepen dat hij Frank
rijk dwong, zelf een garantie te nemen en dat
dit ten gevolge moest hebben de vervanging
van een oppermachtig Duitschland door een
oppermachtig Frankrijk in Europa. Dit laatste
is in strijd met. Engeland's belangen daardoor
tevens met dat van Amerika, want de beide
Angelsaksische rijken hebben elkander noodig:
Amerika, wegens Japan, moet Engeland aan
zich binden, en Engeland, wegens Frankrijk,
heeft den Amerikaanschen steun in den rug
noodig. Tezamen beheerschen zij economisch
de wereld. Van de wereldproductie en het
wereldbezit komen de volgende percentages
op de V. S. en het Britsclie rijk: Katoen 71,
suiker 53, tarwe 50, petroleum 66, goud 80,
zilver 50, koper 66, kolen 75, ijzer 55, wol 50,
spoorwegen 60, scheepsruimte 60. \\-egens de
steeds toenemende exploitatie van tot nog
toe niet bewerkte hulpbronnen, worden deze
percentages steeds grooter.
Naar de laatste berichten te oordeelen,
zou Loucheur's bezoek aan Engeland, hoewel
daarna Poincaréopnieuw heeft verk^ard,
de bezetting aan de Roer te zullen volhouden,
toch niet geheel zonder beteekenis zijn. Indien
het bezoek mocht wijzen op een neiging in
Frankrijk tot nauwere aansluiting bij Enge
land en de V.S., zou men zich daarover
ten zeerste moeten verheugen. De vraag is,
of deze beide mogendheden die aansluiting
zullen bevorderen op een manier die aan
Frankrijk's prestige geen afbreuk doet. In
tusschen is de wijze waarop het tractaat
van Washington door het Fransche parlement
is ontvangen, en is het voorbehoud dat men
van plan is bij de aanneming daarvan te
maken, niet zeer bemoedigend. Frankrijk zal
vermoedelijk blijven staan op zijn eischen
betreffende een controle op de Duitsche
Rijnprovincies en op positieve omschrijving
van de eventueel door Engeland te verleenen
militaire hulp ingeval Duitsche agressie, daar
bij over het hoofd ziende dat aanvallen uit de
lucht daarmede toch niet te voorkomen zijn.
Vermoedelijk zal men te Parijs tevergeefs op
de genoemde positieve omschrijving blijven
aandringen, en derhalve niet verder komen.
Bij de steeds verbeterende techniek der
luchtvaart kan geen enkele staat zich door
het scheppen van buffer-provincies of door
welke grensversterking ook, afdoende bevei
ligen. Daarom wordt Frankrijk's positie,
wegens zijn gering aantal inwoners tegenover
Duitschland, steeds gevaarlijker naarmate de
techniek voortgang maakt. Het is derhalve
voor Frankrijk meer dan ooit noodzakelijk
zijne veiligheid te zoeken op internationaal
gebied. Dat het daarbij op den steun van de
beide Angelsaksische rijken zal kunnen re
kenen, daaraan valt in het licht van hetgeen
vooral in Engeland aldoor aangaande de
noodzakelijkheid van een krachtigen Volken
bond wordt gezegd, moeilijk te twijfelen.
irApril 1923.
H. D U N L O P