Historisch Archief 1877-1940
14 April '23. No. 2390
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BIJKOM STIGHEDEN
LXVIII
AMITIÉAMOUREUSE PARIS. CAI.MANN-LEVY
DITEURS 3 RUE AUBER.
Een curieus boek, zonder auteursnaam in
1896 verschenen, met een opdracht aan Ma
dame Laure de Maupassant, en citaten uit
de l'amour" van Stendhal vóór iedere
nieuwe af deeling; een boek, waarin Massenet,
Maupassant, Halevy als huisvrienden wor
den genoemd, en dat het tot een twee-hon
derd-tweede editie heeft gebracht, zonder dat
ik het ooit had hooren noemen; dat me ver
rast, verrukt, verveeld, verbaasd en ten slotte
in onzekerheid achtergelaten heeft. Wat zijn
dit eigenlijk voor brieven? Is het après tout
toch een gecomponeerde roman"? of zijn
ze werkelijk geschreven door een man en een
vrouw, die ze oorspronkelijk alleen voor el
kaar bestemd hadden, en die pas, toen het
gevoel uitgeleefd en verleden geworden was,
tot de ontdekking kwamen, dat ze gaven
vraiment l'expression un peu trange, mais
curieuse en somme, des affinités latentes, des
contacts cérébraux que pourront avoir eus
deux personnages mondains du XlXe siècle".
Het gebrek aan vaste lijn, de langdradigheid
en de trage voortgang van het middelste ge
deelte zouden zeker de laatste veronderstel
ling wettigen, maar aan den anderen kant
merken we toch te dikwijls den opzet, om
ons van allerlei noodzakelijke" feiten op
de hoogte te brengen, om heelemaal aan de
onbevangenheid der correspondenten te
kunnen gelooven. Zoo vreezen we dus, dat
deze hartsuitstortingen, deze beschouwingen,
bespiegelingen, grappen, familieverhalen,
huwelijks-bedisselarijen, enz. literatuur" zijn,
opgesteld door iemand met weinig composi
tievermogen, die ons niet naar hoogtepunten
weet te leiden, die het minder belangrijke
niet weet samen te dringen; maar die alles
vertelt, wat haar op dat oogenblik invalt.
Waarom ik er dan toch over schrijven wil?
Omdat het boek vervuld is van de sfeer,
waarmee het voorbericht van Stendhal ons
dadelijk heeft omhuld: de sfeer van het hart,
van leed en vreugd om dingen-van-het-hart.
Je prie de ne pas ouvrir ce livre tout homme
qui n'a pas témalheureux pour des causes
imaginaires lranaeres d la vanité, et qu'il
aurait grande honte de voir divulguer dans les
salons". Want deze twee menschen, die door
een sentiment sans nom" aan elkaar zijn
gebonden, bestreven niets anders, dan dat
gevoel in al zijn diepte en al zijn volheid te
doorleven, en het zuiver te houden in zichzelf
en in de ander; dit geeft strijd, want, on
sent combien ce sentiment est difficile a
conserver, cötoyant ces deux abimes:
l'indifférence du coeur et l'amour, entre lesquels
il n'est qu'un ctroit passage".
Hij is de eerste, die den vrede van hun ver
houding in gevaar brengt door een
hartstochtelijken stormloop op het hart van zijn vrien
din, die zich zoetjes verweert: Aimez-moi
moins alajfois, vousm'aimerezplus longtemps"
Ze heeft een dochtertje, dat ze aanbidt, en
een'man. van wien ze al jaren gescheiden leeft,
en die haar dit bittere inzicht in het wezen
van een ongelukkig huwelijk heeft gegeven:
Le pire des maris n'est pas celui qui bat,
trompe, boit; c'est celui qui ne croit pas en
nous, qui nous dédaigne poliment, nous juge
inférieure a lui et nous fait souffrir dans
nos lans, dans toutes les choses bonnes,
fines et tendres que nous croyons devoir lui
offrir.
Oh! les morts vivants! ceux qui nous
méprisent parce qu' avant nous la foule des
vulgaires pensees, des vulgaires femmes,
ont teint pour jamais leur ame. Ceux que
leurs souvenirs déc.us hantent, les teints
de la vie que rien ne peut ni ranimer ni faire
croire h quelque chose de bon, de droit, de
beau! Ceux-la qui ne nous demandent ou ne
nous donnent rien, je les hais.
L'atrophie du corps n'est rien, l'atrophie
de r^me est tout; de méme que la possession
est peu de chose tandis que Ie désir est tout".
Maar al heeft die echtgenoot niets meer voor
haar gevoelsleven en ook niets meer in haar
dagelijksche leven te beteekenen, toch voelt
ze zich aan haar naam, aan haar dochtertje,
vooral aan haar recht-uit en nobel karakter
van honnête femme" verplicht de verhouding
met haar vriend zuiver geestelijk te houden,
en als hij bekent, dat hij in vuur en vlam voor
haar staat, verzoekt ze hem, elkaar niet weer
te zien, vóórdat hij van zijn passie genezen is
en echt een hart's vertrouwde voor haar kan
worden.
Waarschijnlijk is het voor een mondainen
Franschman niet zoo heel moeilijk zich van
een ongelukkigen hartstocht te cureeren;
er staan hem zooveel wegen open, om zijn
begeerten te voldoen, om zich lagere genoegens
te zoeken, dat hij allicht eerder met een gevoel
van niets dan eerbied en teederheid bij zijn
aanbedene terugkeeren kan, dan een ernstiger en
strenger aangelegde natuur zou vermogen, die
zijn neigingen niet in hoog" en laag" weet
te splitsen, maar alles aan de ne geven moet,
of alles tegelijk terugtrekken. Zooals zij hem
later klagelijk schrijft: Ah ! mon ami, l'esprit
n'est rien, Ie coeur seul est quelque chose. Ne
tuez pas Ie vötre a force de briser ses lans
par vos mièvres recherches de plus fines
sensations; laissez Ie sentiment sans raison,
impérieux, egoïste, vous envahir. On vit de plus
belles amours en unissant inissolublement ces
trois f orces: i esprit, Ie coeur, la matière, qu,
en leur faisant chanter leur air a tour de rlde".
Want nu hij genezen is, nu hij sterk tegen
over heer staat, begint haar gevoel zich uit te
breiden, ver buiten de grenzen van de bonne
camaraderie," die ze bedoelde, (l est des
minutes oi'i je me sens si bien vptre chose,
l'objet que vous yous tes choisi, qui vous
appartient! j'en ai des révoltes vis-a-vis de
moi-même.
Pardonnez ceque je vais dire: parfois il
me semble, vous me conquérez froidement, en
dépit de vous-même, comme pour une
reuanche, vous que j'ai autrefois bien
involontairement fait souffrir".
Zij heeft niet dezelfde mogelijkheden zich
te verstrooien, zich te genezen van haar
passie als hij; zij zet er al haar trots, haar
zelfrespect, haar moederliefde tegenover,
maar het baat niet; de vlam verteert alles,
wat ze tot nu toe heilig had gehouden; er
blijft niets in haar over, dan een waanzin van
verlangen; nu moet zij den vriend smeeken
haar beden toch te verhooren, omdat ze zóó niet
langer leven kan; en nu weigert hij. Hij heeft
te vél van haar innerlijk leven gezien, hij
kent te goed haar teedere en nobele ziel, om
niet te begrijpen, dat, als hij haar wensen be
vredigde, alles tusschen hen bedorven zou
zijn; hij voorvoelt, hoe ze zich zou schamen,
en ook, hoe hij haar zou teleurstellen, omdat
ze op dat oogenblik van hun vereeniging iets
verwacht, dat hij niet in staat is om te geven.
Zoo weeft de genegenheid tusschen deze
twee zielen haar draden van de een naar de
ander; ze raken verward; ze scheuren; ze
veroorzaken pijn en vertwijfeling; ze maken
oud en ziek, en toch, zooals zij later glim
lachend herdenkt: Voila I'amour: c'est une
aberration, c'est une chimère; mais, mais,
mais.... ce doit tre tout de même bon de
Je connattrc et c'est parfois un peu triste de
se dire: les lauriers sont coupes!"
ANNIE SALOMONS
lUlltlllllltltllllllllllllllllllllllllllllllll'lllllllllllltlllllllllllllllllllllllllll"
UIT JOOSJE'S LEVENSBOEK
DE LENTEMODE IN
CARICATUUR
Teekening voor de Amsterdammer" door
Maddy Vegtel
l
Niets beschermt Joosje veiliger dan haar
waterheldere vertrouwen. Haar onnoozelheid
is practischer dan de geraffineerdste sluwheid.
Haar weerloosheid is onweerstaanbaar. Haar
volgzaamheid verhindert alle mis-leiding. Haar
vertrouwen verheldert iedere kwade trouw.
Zij behandelt den Duivel alsof hij God-zelf
'was en zoo ontwapent ze hem volkomen. Ze
VBUCHTEITKOEKJES
VAN
SIPKES - HAARLEM
gijn voortreffelijk van kwaliteit
en aangenaam van smaak
SPAAR DE VOGELS
Jaren~achtereen heb ik mij er op beroemd,
dat mijn tuin de grootste dichtheid van vogel
bevolking had in heel Kennemerland, zoowel
wat veelheid van soorten als veelheid van
huishoudens betrof. Maar hoogmoed komt
voor den val. Juist nu mijn kleinzoon Hans
in zijn vierde jaar is en vatbaar wordt voor de
Nest van de Zanglijster
bekoring van de blauwe eitjes, is de tuin ont
volkt.
Ik had in de eerste plaats gerekend op het
heggemuschje, dat strijk en zet zijn nest bouw
de in de klimop en zoo laag, dat een kind ge
makkelijk de helderblauwe eieren kon zien
op het witte dons in het keurig nestje. Later
was het o zoo gemakkelijk, om te zien hoe de
mooie bruine blauwkopjes, die zooveel op
musschen lijken, den heelen dag af en aan vlo
gen om hun jongen te voeren. Ge begrijpt,
wat het zien van die dingen voor een kinder
leven kan beteekenen.
En dan de zanglijster, die zoo openbaar en
onbevreesd aan zijn nest werkte, dat hij daar
door alleen reeds eventueele belagers stemde
tot milder gevoel. Wanneer een kind te rechter
tijd eens in een zanglijsternest mag kijken,
naar die prachtig diep
blauwe eieren met de
weinige, maar sterk
sprekende stippels, dan
wordt hij daardoor stel
lig voor goed een heel
stuk beter. Maar nu
laat mijn zanglijster mij
in den steek, hoewel
sedert onze tuinman
ergens elders tot
chauffeur^is bevorderd, mijn
tuin er voor de vogels
niet slechter op behoorde
te worden, want ik doe
nu alles zelf.
Maar met den besten
wil van de wereld komt
men nog niet verder,
wanneer de natuur zelve
niet meewerkt. Zoolang
de regenval beneden
normaal blijft, worden
wij al armer en armer.
In het polderland kan
men zich nog een beetje
helpen met water in
te laten, als het niet te
brak is, maar op de
hoogere gronden kan men
niet anders doen dan
(foto Red Brothers) wachten en berusten. De
doet als Lao Tse, die voor de goeden goed
was en ook goed voor de niet-goeden, om hen
goed te maken. Die de oprechten geloofde
en die de niet-oprechten ook geloofde, om
hen oprecht te maken.
De eenvoud van het kind, de politiek van
den zuiver wijze, in practijk verschillen zij niets.
En dat de koelste real-politik" niet doel
matiger zijn kon, ervaart haar omgeving
dagelijks.
2
Ze is zoo zeker van Moeders goedheid, dat een
boos of streng gezicht bijna alleen verwonde
ring wekt. Toch is het niet aangenaam en als
ze er kans toe krijgt, trekt ze Moeders hoofd
naar zich toe en tracht haar de rimpels uit
het voorhoofd weg te strijken. Want daar
zetelt het.
3
We hebben haar geleerd, dat pluisjes en
kruimeltjes, snippers en schilletjes verwerpe
lijke dingen zijn, die hoogstens geduld kunnen
worden in den koperen bak, die op de oude
kist staat, maar dan ook zonder verwijl daar
heen gebracht moeten worden.
Nu delft ze onvermoeibaar naar kruimeltjes
in haar hoekje en ze brengt ons die, met een
stameltje, dat het viesss" is. Ze staat er op,
dat zelfs de minuscuulste zonde in den bak
wordt gedeponeerd en bedrijft ook deze nieuwe
zindelijkheid weer als een prettig spelletje.
Zoo put ze vreugde uit het gewoonste en
raakt daarmede aan den zeldzamen mensch,
die den innerlijken vrede weer mocht bereiken.
Kind en wijze verschillen misschien alleen
in bewustzijn.
4
Opvoeden is als een teekening maken. Dan
moet je heet gerust zijn en vast in je zelf,
anders mag je niet beginnen. Dan neem je het
groote, witte vel papier en spant het vlak en
strak op het bord en je wordt heel stil en
blank als het papier. Dat is het heerlijkst
oogenblik. Daarna komt het gevecht en de
nederlaag en het hoopvol weghinken, om je
op te knappen voor de revanche. Maar dat
zijn alles maar onvolkomen dingen.
Ook Joosje is nog bijna heelemaal blank en
we durven haast niet in haar te schrijven. Maar
zij zelve vraagt erom en dringender iederen dag.
Het is niet meer te ontwijken en we kunnen
niet meer doen dan trachten stil en vast te
blijven, want anders mogen we geen streep
je zetten Dan komt de rest wel vanzelf.
Alleen dat allerlei kroost van Jan en Jannetje
zal willen meeschrijven, met dikke vingers en
timmermanspotlood misschien en met wie weet
wat voor rommeligen kop, dat er achteloos en
onverschillig zal worden meegekrast en we
dit niet zullen kunnen weren, zie, dat is nog
niet wel te verkroppen.
Gelukkig is ze geen passief papier, maar een
actief wezentje en haar levende weerkracht
zal de kwade krassen weer wel weggroeien.
We kunnen misschien tóch wel vertrouwen.
Moeder onderscheidt twee manieren van
kijken, die met de oogjes en die met de handjes.
De onderzoekende Joosje moet meestal zeer
noodig op beide manieren kijken. Nu is de
eerste methode altijd geoorloofd, die
met-dehandjes echter is wel eens verboden. Dan
buigt ze zich heel diep over het verboden
voorwerp heen, hél diep, en kijkt en kijkt en
kijkt, tot de ooghaartjes, even, raken.
Als er iets heel ergs gebeurd is, maakt
Moeder geluiden, waaruit een ieder dadelijk
begrijpt, dat Joosje iets heel ergs heeft uit
gevoerd en er heerscht algemeene verslagen
heid.
^ Sinds eenigen tijd worden we op heel erge
zaken attent gemaakt door Joosje zelf, die
zwaar fronsend, met donkere oogen en streng
geheven wijsvingertje, geluiden maakt als
Moeder.
7
De modderplassen aan den grindweg zijn
vies en Joosje is vervuld van plichtmatigen
afschuw daarvoor. Boe ba, dat is maar
vies, hoor" zegt Moeder, met hardgrondigen
afkeer en boe ba" zegt Joosje, met keurig
dezelfde intonatie, in geluidnabootsing is
ze een meesteresje en samen met Vader geeft
ze de schaapskooi van Garrit" volkomen
natuurgetrouw weer. Meer dan dat wil het
echter maar niet worden en Moeder schijnt
hier dan ook bedenkelijk tegen de natuur in
te gaan; althans blijft het gehoorzaam opge
nomen lesje zonder eenige suggestie en niets
nog nijpt haar in 't gewetentje, als ze zich
onmiddellijk daarna overgeeft aan de weelde
rigste knoeierijen met denzelfden plas.
8
Joosje ontdekt bij nauwkeurige bestudee
ring van Moeders gelaat, eenige feilen en
verneemt, dat dit moedervlekjes zijn. Het feit
wordt overdacht en geregistreerd; ze zegt
het eenige malen na, doch schijnt het dan,
als zoovele andere geregistreerde zaken, weer
rustig te vergeten.
Maar een ochtend, spelend met Vaders
hand, ontdekt ze, onder zegevierend gejuich,
een vadervlekje".
J. C. VAN D O M B U R C,.
ETAMINE
VANAF FI. 0,50 PER METER.
ALLOVERNET
VANAF FJ. 0,60 PER METER.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
IlllllllllllllllllllI l
APRIL
Wanneer April, door zachte regenbuien,
de Maartsche lucht tot aan de wortels heeft
doen doordringen, en alle adertjes gevuld
met vochten, waarvan de kracht bloemen
verwekt; a!s Zephyr, evenzeer met zachten
adem, alom in bosch en hei, den teeren spruit
jes groeilust inblaast; als de jonge zon haar
loopbaan in den Ram volbracht heeft, en
zangerige vogeltjes den heelen nacht met open
oogen slapen, zoo prikkelt hen de lente in
hun hartjes; dan....
Ja, dan hunkerde," volgens Geoffrey
Chancer de I.ondensche bevolking om op
pelgrimstochten uit te trekken"; en onder
weg vermaakte men elkander met vertellingen,
waarvan hij verslag doet in zijn Canterbury
Tales.
De oude Chancer, ruim vijfhonderd jaar
geleden, was een optimist, toen hij de
Aprilmaand van haar lieflijkste zijde uitteekende.
Waarom zouden wij hem in dat optimisme
niet volgen en ons verblijden in de
Aprilvreugde, die ons te wachten staat? Intusschen
weten wij allen, hoe het daarmee, in ons kli
maat gesteld is.
April doet wat hij wil," zegt het spreek
woord ; en zijn wil is aan heel wat slingeringen
onderhevig. In taal en traditie is April eigen
lijk een vertegenwoordiger van veranderlijk
heid. Vandaag zus, morgen zóó. Men denkt
en heeft alle reden om te denken dat de
wereld mooi op weg is naar den zomer; en ziet,
dan komt er plotseling een sneeuwstormpje
als in Januari. Omgekeerd is, na een paar uur,
die sneeuw weer ontdooid en koestert u de
zonneschijn zoo kostelijk als gij het maar
kondt wenschen. Er valt op April niet te
rekenen; dat is het lastigste van hem. Evenals
van menschen, die datzelfde karakter hebben.
Hun luimen, hun inconsequenties, hun gril
ligheid maken hen zoo moeilijk in den om
gang.
Zeker, ik zal de laatste zijn om dit te ont
kennen en om het op te nemen voor
menschelijke luimen. Het is heel onaangenaam als
iemand een afspraak maakt en die niet houdt,
op den nen dag heel vriendelijk jegens u is
en den volgenden doet of hij u niet ziet. Doch
aan den anderen kant leven er menschen,
zóó vastgeroest in hunne tradities dat
zij er.... ik had bijna gezegd met geen
stok uit te slaan zijn," als ik niet wist dat
voor zoo'n doel een stok juist het minst doel
matige werktuig is. Als bij hen af en toe de
Aprillucht eens doorbrak, te goeder uur duf
heid en sleur in frischheid verkeerend, op
een eigen onverwachte, maar verkwikkelijke
manier....
In zulke gevallen zou men, in symbolischen
zin, kunnen juichen: Leve April's wonder
doende onstandvastigheid !"
GEERTRUIDA CARELSEN
iiiiiiiiimiiimiiiiiiitiiiiiiuiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiHiiiniitfiimiiiiimiiiMimii
Witte Roos
Een witte roos stond in een vaas,
Van teer-blauw porcelein,
En om de roos een wondre waas,
Van blanke zonneschijn.
De witte roos was als 'n ziel,
in reine rust verloren,
Voor wie er geen mysterie viel,
In 's levens vreemd geboren.
Die roos was nj' als 'n lichte droom.
Een plots'ling openbaren,
Van dingen vreemd en heel gewoon,
Maar toch niet te verklaren.
Die roos was m' als een vrome non,
Devootlijk neergebogen,
Die 's levens rust door bidden wo;i,
En 's Hemels mededoogen.
Die witte roos met gouden waas,
En al die teere blaren,
Die stille kleur in blauwe vaas,
Zal 'k eeuwiglijk bewaren !
Gron.
J u u i u s H. M.
iiiiiiiiiiiiimiililliiiiiiillilmmiifiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiitiiiiiliiiiiiiiiiiiii
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DB RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TB ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DB AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
iiiiiiMiiiimiimiiniii
iimiiiiiiiiiiimiMB
Nest van het Heggemuschje
(foto Red Brothers)
bovenste laag van-den grond wordt gaandeweg
levenloos. Vroeger had ik in mijn tuin altijd
kiemplantjes van allerlei soort; iepen en linden,
anemoontjes, helmbloem, salomonszegel, kort
om alles wat ge maar wilt. Nu houden alleen
de taaie onkruiden het uit en alleen die, die
speciaal ingericht zijn op het snel vasthouden
van dauw of regen. Zwammen en bacteriën
verdwijnen, wormen, insecten, slakken, alles
wordt schaarsch. Voor verreweg de meeste
vogels is het van belang, dat het bovenlaagje
van den grond rijk is aan plantaardig en dier
lijk leven en dat schiet nu al sinds een paar
jaar deerlijk te kort. Zoo komt het, dat onze
vogelwereld schrikbarend achteruit gaat.
Indien ge hier meer van wilt weten, laat u dan
door den Plantenziektenkundigen Dienst te
Wageningen voor zeven stuivers toezenden
No. 30 van zijn Verslagen en Mededeelingen.
Het boekje heet Vogelcultuur en Vogelstudie
in 1922 en geeft u een goed denkbeeld van
het werk van den heer G. Wolda, ornitholoog
bij dien dienst. Hij tracht een onderzoek te
organiseeren over de vogels van heel Neder
land. Aanvankelijk bepaalt zich dat tot enkele
soorten, omdat eerst nog de waarnemers ge
schoold moeten worden en het blijkt niet ge
makkelijk, orn een flink aantal trouwe mede
werkers te verkrijgen. De zaak is
pas in haar begin, maar Wolda is
toch al wel zoo ver, dat wij zijn
verslagen altijd met graagte ter
hand nemen. Voor den gewonen
lezer van gemengdnieuws" geeft
hij zeer leesbare en interessante
mededeelingen, terwijl, wie het
dieper zoekt, zich verlustigen kan
aan grafieken en mathematisch
betoog. En dat welhaast
strijdvragen worden opgeworpen, is
natuurlijk heelemaal niet te
vermijden en ook niet gewenscht.
Welnu, in dit boekje kunt ge
lezen, hoe de vogels in den zomer
van 1922 gebrek hebben geleden.
Velen waren niet in staat hun
jongen groot te brengen en
lukte het al eens, dan hadden
ze toch geen zin om een tweede
broedsel te beginnen.
Winterkoninkjes zoeken hun voedsel wel 't meest
op den grond evenals de heggemuschjes. Nu
nestelden in 1921 op Oranje Naussauoord
9 winterkoningen, in 1922 slechts drie.
Goudvinken en Fluiters verdwenen geheel en dat
zijn nog al vogels, die ook hun voedsel
uit de boomen halen. Op Bilthoven huisden
in 1922 eenenzestig koolmeezenhuishoudens
tegen 114 in 1919. Merkwaardig is het
intusschen, dat het aantal der broedende
roodstaartjes daar vooruitging evenals op
Hoenderloo. Dat is weer een heel ander verschijnsel,
het roodstaartje evenals een paar andere
vogelsoorten verkeert in een staat van voor
uitgang, waarvan we de eigenlijke oorzaak
niet kennen. Wij mogen veilig aannemen,
dat zonder de droogte die vooruitgang nog
wel veel aanzienlijker zou geweest zijn.
Wolda vertelt nog, hoe hij in de buurt van
Bennekom met vijf man vruchteloos er op
uit geweest is, om kikkers te zoeken voor een
gewonden ooievaar en hoe in de streek tus
schen Wageningen en Veenendaal, waar
het in den regel wemelt van moerasvogels,
reeds heel in het begin van Juni geen oude
Grutto's, Kieviten of Kemphaantjes waren te
zien. Hij maakt daar uit de gevolgtrekking,
dat de jongen, die in de laatste week van Mei
uit den dop waren gekomen, slechts enkele
dagen hebben geleefd en van gebrek zijn ge
storven. Ook vreest hij dat het met de kleine
weidevogels, zooals graspieper, leeuwerik,
kwikstaart, al niet veel beter zal zijn
gegaan.
Wat hij van de ijsvogels vertelt treft mij als
bijzonder tragisch: Volgens meerdere malen
ingewonnen berichten kwam de Ijsvogel dit
jaar ook aan de vischvijvers in zoo geringe
mate voor, dat althans op de kweekerij van de
Heidemaatschappij niet tot wegvangen be
hoefde te worden overgegaan."
DeheerPennekamp had zijn personeel verboden er een te
dooden, alvorens hij daartoe de opdracht gaf
en nu werden de vogels ongemoeid gelaten.
Waren er meer waarnemers, dan hadden we
zeker nog meer treurigs te vermelden. De voor
uitzichten yoor dit jaar waren minder somber,
tenminste ik kan groote verbetering in den
plantengroei constateeren. Doch de laatste
weken zijn weer veel te droog en ik krijg alweer
schaarschte van kiemplantjes met al den
aankleve van dien.
De vogelwereld maakt op het oogenblik een
zeer ernstige crisis door en kleinigheden
kunnen den doorslag geven. Laat ons ons dus
vooral onthouden van alles wat den dieren
schaden kan. En open vooral de oogen der
kinderen, opdat die opgroeien als vrienden
der vogels.
JAC. P. T H i J s s E
?«iiiMiiiiltitiiiiiiiiiiiiuiliiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiHimmiMiiiiiiiii'
I MOERHEIM" l
| DEDEMSVAART [
I LEGT I
l BORDERS l
I AAN I
i Condities op aanvraag. =
MIIIHIIIIIMIIII l III11MIHIIII11I lllllllllllllllllll l Illll l UMI Illlllltl l IIIIIIIIIIII