Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
14 April '23. No. 2390
WAGNER'S PARSIFAL BIJ DÉNATIONALE OPERA
(ttekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen)
OURNEMANZ (Helvoirt Pel)
TOONEEL TE BERLIJN
Ik heb me onlangs, bij eene, na herstudie,
eerste opvoering van Wilhelm Teil in Jessner's
Schauspielhaus, afgevraagd, of wij in Holland
ook n werk bezitten, zooals de Duitschers
er mér dan een hebben, een werk, in dien zin
onvergankelijk te noemen, dat het een immer
smeulend vuur. in zich bergt, bereid, wan
neer het oogenblikjdaar is, in lichterlaaie uit
te slaan, vonken te schieten en te wekken;
dichterstaai, die als een magnetische stroom
door een heel volk vaart en gloeiende gevoelens
wakker roept van liefde en haat ?
i Naast den Prins von Homburg zal ook nu
Wilhelm Teil de indrukwekkende prediker
zijn in duitsche landen, zooals hij dat in 1806,
in 1810 en 1848 was, te Berlijn zelfs in het
zelfde eerwaardige, schoon-intieme, zij 't ook
gemoderniseerde gebouw van Schinkel, dat
onlangs een historischen Teil-avond beleefde,
als niet velen die hem bijwoonden zullen
kunnen vergeten.
Bij de mooie opvoering, waarin Jessner's
phantaisie zich in de ensemble-scènes weer
pakkend openbaarde, en vooral op nieuw
Fritz Kortner opviel, als
hysterisch-boosaardige Gessier, verraste de Intendant ons
met het feit dat hij werkelijk afstand had ge
daan van zijn onafscheidelijke trap wat de
ensceneering inderdaad ten goede kwam, ook
al hadden de landschapsbeelden minder
sober en nog menigvuldiger kunnen zijn:
wij weten immers, hoeveel waarde en gewicht
Schiller daaraan hechtte; kan er dan niet
te dien opzichte naar een grootere piëteit
gestreefd worden? We maken hier schijnbaar
nog altijd een zekere regiecrisis door. Men
wenschte met de akademische, de natura
listische, de impressionistische speelwijze te
breken, en vervalt steeds weer in nieuwe
eenzijdigheden ! Heden neemt de mode het op
voor eene topneelvereenvoudiging, die op
sterke verarming gaat lijken, alles tot een
KLINGSOR (Paul Pul)
AMFORTAS (Corn. Brondgeest)
KUNDRY (Órethe Santhagens)
PARSIFAL (Chris de Vos)
Illllllllllllllllllllllllllllllllll
IIIIIIHIIIHIIIIIIIIIII!
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiitihi
neutraal oogpunt terugvoert, en m.i. alle
illusies doodt, zonder de phantaisie, die","nu
eenmaal op de zinnen appelleert, te,verle
vendigen.
Zou men niet eindelijk eens tot
de~zoo~eenvpudige oplossing kunnen komen, elk werk
uit zijn eigen individueelen stijl te gaan
herscheppen? Dan zouden we'ook niet een,
in vele opzichten voortreffelijke, maar in
andere opzichten uiterst nuchtere
Wintermarchen"-opvoering hebben beleefd, als hier
op Friedr. Kaysler's Volksbühne. Het Win
tersprookje" vereischt kleur, onbewimpelde
sprookjesstemming en bonten glans; ouderen
kennen die nog van den tijd der Meiningers,
doch ook Reinhardt bood ons eens eene in
landschap en beweging kostelijke, oog en zin
betooverende pastorale.
Maar, om op Wilhelm Teil terug te ko
men, of liever op de verdwenen trap van
Jessner, Heinz Herald had eigenlijk wel
gelijk, toen hij in eene korte Glosse" consta
teerde, dat die beruchte, en schier door nie
mand, ook niet door Jessner's vurigste bewon
deraars verdedigde trapinrichting, eigenlijk
in 't geheel niet den naam van Jessner's
trap" verdient. Een trap toch is de ver
binding tusschen twee verdiepingen, en
deze trap" was een complex van treden, die
verschillende verhoogingen met elkaar ver
bonden, zopals men dat al van den ouden tijd,
van het Grieksche theater, van
hetMysterienspel, van het Shakespearetooneel kende,
en later van Hellerau en Reinhardt.... Zulk
een complex van verhoogingen door groepen
van treden, verdeelt het tooneel in verschil
lende hoogten en vlakten en kan van groot nut
zijn bij groepeeringen; het bewerkt distanties
en indeelingen, die anders niet aan te duiden
zouden zijn en kan, tezamen met de decoratie,
het rhytmische in de ruimte sterkere beteekenis
geven, en den gang der handeling, die zich op
die ruimte afspeelt, meer stuwing verleenen.
Het zou dus al heel oppervlakkig zijn, het
princiep, tegelijk met Jessner's extreme aan
wending ervan te yeroordeelen; de sterk een
zijdige nadruk, dien Jessner aan zijn stelsel
verleende, bleek alweer uit den booze.
; Nu met een grooten boycotbezem alle
Fransche stukken van de Duitsche planken zijn
weggeveegd, blijft, wanneer men internatio
naal werk wil brengen, Rusland nog altijd
troef. Zoo.brengt de Tribune eene interessante
opvoering van Leonid Andrejef's drama:
Der Gedanke"; interessant uit letterkundig
oogpunt, maar wellicht in nog hoogere mate
om de vertolking der hoofdrol door Paul
Wegener, dien we een tijd lang op de planken
misten o film ! en die op nieuw verraste
door zijne groote, virtuose, maar ook
diepmenschelijke kunst. Een beter vertolker voor
deze, echt met Russisch instinct voor het
detailleeren van de innerlijkste zieleroerselen
geschreven, figuur, zal dan ook moeielijk
gevonden kunnen worden. Andrejef schijnt
literarisch verschillende phases te hebben
doorgemaakt. Eerst aanhanger van Gorki,
werd hij later een vurig apostel van Tolstoi,
om daarna klaarblijkelijk sterk onder den
invloed te geraken van Tschechof, doch voor
namelijk van Dostojewski. Ook de hoofdfi
guur in zijn Gedanke" herinnert in zekeren
zin aan Raskolnikof. Ook hier kiemt, bij den
klaarblijkelijk door te sterke intellectueele
inspanning reeds innerlijk onevenwichtig
geworden, geleerde en natuurvorscher, Dr.
Kershenzef, de vraag op, of een intellectueel
hoogstaand mensch een anderen maatstaf der
moraal voor zich kan verlangen, en het
souvereine recht, zoo hij dit wenschelijk acht,
een ander mensch te dooden. De overspannen
Raskolnikof geeft zich lucht door eene oude
woekeraarster van het leven te berooven. Bij
Andrejef's geleerde komt, wat dramatisch zeer
noodig is, nog een ander, bij uitstek menschelijk,
motief bij het meer philosofische: de ijverzucht
op den beroemden schrijver, die de vrouw
trouwde, welke Kershenzef liefhad. Jaren
gingen er reeds overheen, doch de jaloezie
bleef knagen. In een gesimuleerden aanval
van waanzin doodt hij dan ook werkelijk den
rivaal. Hij komt in een krankzinnigengesticht,
wordt oogenschijnlijk weer gezond, doch de
innerlijk folterende twijfel laat| hem geen
rust meer. Want hij voelt met groeiende ont
zetting, hoe de grenzen tusschen den langzaam
doorbrekenden echten waanzin en die van
den gesimuleerden inén gaan vloeien, zich
niet meer laten scheiden. Hij, de geleerde,
tuurt zich blind op een duister innerlijk pro
bleem, dat hij voor zich zelf niet meer kan
oplossen; hij voelt dat de gedachte aan een,
voor zijn peilend weten onoverschrijdbare
grens tot idee fixe verstart, die hem niet
meer zal loslaten. De tafereelen na den moord
zijn dan ook in hoofdzaak een reeks symp
tomen van dit ziekteproces in al zijne huive
ringwekkende uitingen, waarbij de rade
loosheid der behandelende zenuwdoktoren
meteen even met striemende satire gegeeseld
wordt.Kershenzef heeft eene laatste ontmoeting
met de vrouw die hij liefhad; hij smeekt haar,
hem niet voor waanzinnig te houden en zij
vergeeft hem zijn misdaad. Maar na haar
heengaan verliest hij zijn laatste houvast. Het
volslagen verval kondigt zich aan in de gees
telijke stompzinnigheid, die reeds uit den naar
binnen gekeerden, onnoozel wordenden blik
spreekt.... Het geheele gegeven is eigenlijk
een tragisch ziektebeeld, met pijnlijk zuiver
waargenomen verschijnselen, veel meer dan
een dramatisch levensbeeld. Het stuk zou
wellicht op zich zelf eigenlijk ternauwernood
genietbaar zijn, indien het niet zoo supérieur
gespeeld werd. Wegener gaf ons van de hoofd
figuur eene merkwaardige studie, die tot de
allereerste prestaties van geniaal-intuïtieve
tooneelspelkunst gerekend kan worden. Aan
grijpend, hoe zich bij hem het ziektebeeld ge-,
staag ontwikkelt, hoe alle vezels blootgelegd
worden van deze krachtige natuur, waaraan
de worm van geestesverval reeds lang knaagt;
hoe hij, trots alle detailleeren, het heele
karakter toch vast in de hand houdt, en het
demonisch-noodlottige in de atmosfeer en in
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii itiHiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinif
DE HAOHESPELERS. De Gebroeders
Karamazow, naar Dostojewski,
tooneelbewerking van Jac. Copeau en Jean
Croué.
Het merkwaardigste vind ik, dat de leider
van den Vieux-Colombier in dit compromis de
hand heeft gehad. Uit een oogpunt van be
drijf" is er natuurlijk niets tegen te zeggen
dat men beroemde romans dramatizeert of
verfilmt, de meeste menschen worden door
de plastiek van andermans verbeelding ge
makkelijker geboeid dan door de scheppende
kracht van hun eigen voorstellingsvermogen,
en zoo mocht men verwachten dat velen de
wereldburgers Karamazowwel eens inlevenden
lijve zouden willen zien. Maar dat een
tooneelpuritein als Copeau, wiens beginselen zwaar
gaan van alles wat op een, van theatrale smet
ten bevrijd podium als contrabande moet
worden geweerd, nu juist tot deze goocheltoeren
met Dostojewski's meesterwerk het initiatief
zou nemen, had ik van mijn leven niet ver
wacht. Une pièce bien faite," heeft hij er van
willen maken Stanislawsky's
MoskauerKünstler-Theater", dat ook de Gebroeders
Karamazow" op zijn repertoire heeft, laat het
tenminste bij fragmenten," zonder dat dra
matische aandrift trachtte uit dit epos der
heilige bandeloosheid en hooge
tegenstrijdig" heid, aan de oppervlakte een redelijk drama te
snijden en bij te pleisteren. Men gaf daar,
terwijl iemand terzijde van het tooneel ge
zeten, telkens den verbindenden tekst in
beknopten vorm voorlas, niet meer dan de
illustratie van enkele, meest karakteristieke
ontmoetingen en gesprekken, onsamenhan
gend^ slechts verbonden door de atmosfeer
van den roman, gelijk die ons heugt, en door
deze Russen van huis uit op het tooneel werd
gebracht. Eenigermate bevredigend, in ver
houding tot het werk, zou ik ook deze voor
dracht" niet gaarne noemen, men kan alleen
zeggen dat ze ten opzichte van den schrijver
waarschijnlijk de eerbiedigste mag heeten.
Stellen wij de dramatizeering der Fransche
bewerkers daarnaast, dan moeten wij ons van
den oorspronkelijken roman vrijwel losmaken,
want het is niet mogelijk uit de hier geboden,
vlak uitgesponnen en vlak uitbarstende con
flicten gewaar te worden op welk een vulkaan
deze wereld werd gebouwd, zichzelf optrok uit
aarde, vuur en sintels. Om met zulk een, uit
een oogpunt van techniek niet gering te
schatten, dramatizeering voor het minst te
arbeiden naar den geest van het werk, zou
men bij Shakespeare en in de moderne
tooneellitteratuur voorbeelden voor den vorm kunnen
vinden, die beter kans bieden dan de Fransche
coupe. Hauptmann's Ratten" Gorki's
Nacht-asyl", Büchner's Danton's dood",
Strindberg's Nach Damascus", allemaal
drama's, waaraan de dramatische hoofdader
ontbreekt, doch waarin de personen, elk op
zich zelf, een zoo fel bewogen zenuw- en
zieleleven leiden, dat van al deze menschen, als uit
tal van geheime centra, de dramatiek als
electriciteit uitstroomt en de diepste gedachten
onafgebroken slag leveren, ook zonder: scène
afaire". Alleen deze ongevormde,ongebreidelde
leefkracht, dit denken en getuigen en be
lijden en handelen onder hoogdruk van
levenswarmte, en in versneld tempo, kan op het
tooneel een sfeer wekken, min of meer qui
valent aan die waarin Dostojewski dit beest
van een familieroman schiep.
Copeau en Crouégingen passen en meten,
om deze verpletterende stof te fatsoeneeren
naar de regelen der kunst, zij maakten de
visionaire gebeurtenissen tot concreet en vast
bedrijf, en het resultaat was: een koud
en schraal drama. Als ik mij bepaal tot den
feitelijken inhoud, komt mij deze adoptatie
in haar soort zelfs niet handig voor, waar
zoowel de onderste hoekstreen het bezoek
van Catharina Iwanowna aan Dmitri Kara
mazow, als de apotheose der Gerechtzitting,"
ontbreekt. De Vrouw, die zich voor den Man
in het stof buigt...., om zijn genade"
levenslang als een brandmerk om te dragen,
dit tooneel schraagt, en beheerscht het geheele
werk, het verliest terloops medegedeeld
zijn ingrijpende kracht. En welk een tooneel"
is, van tooneel gesproken, het proces, waar zij
allen te zamen, de drie Karamazow's en de
twee vrouwen, Catharina, de dame," en
Groesjenka, de deerne, in machtelooze liefde
voor elkaar, God terugvinden; waar Mitia
zonder feitelijk schuldbewijs, maar schuldig
toch aan zinneloos sensualisme, veroordeeld
wordt, en Iwan, kampioen voor het devies:
alles is geoorloofd", onder den last der
moreele medeplichtigheid, die de beide broeders
tot vadermoordenaars maakt, zich voor den
hoogsten Rechter aangeeft. Deze conclusies
werden in andere tafereelen verwerkt en het
innerlijk en uiterlijk wereldschokkend proces
bleef achter de coulissen. Gehandhaafd was
het groote tooneel van liefde en liederlijk
heid in de herberg te Mokroie, maar hier
schoot Stellwagen's regie ook zeer te kort, en
van een delirium had het niets.
De tooneelaanwijzingen liggen op elke blad
zijde van den romam voor het grijpen. Om aan
de groote figuren de drie broeders Kara
mazow vertegenwoordigen gedrieën (Dmitri:
het hart, Iwan: het verstand, Aliocha:het
geloof) den completen mensch in alle eeuwig
heid echter het tooneelleven te schenken
moet men over beeldende kunstenaars be
schikken, die, van dien roman doortrokken,
uit hun eigen aard en wezen vullen wat
schetsmatig werd aangegeven; veredelen
en verfijnen wat in de mise en scène,
van den anderen kant, altijd iets moet
worden aangezet. Beschikt een gezelschap
slechts over spelers, die nauwelijks tot de
knieën van deze droomgestalten reiken,
dan kan de toeschouwer geboeid worden,
als door alle acrobatische verrichtingen,
en erkennen dat het een vuurproef is, zich
in deze rollen ook maar op de been te
houden. Twee van de Haghespelers hebben
dit gekund, en meer dan dat: Verkade,
in de episodische rol van den ouden Feodore
Karamazow, en Joh. de Meester, in het laatste
bedrijf, als Iwan. Van de overigen was nog
Eugène Gilhuys, als de knechteziel
Smerdiakow", schoon te veel marqué, te weinig schim,
belangwekkend. Verkade's Feodore" een
gestalte, die men zich op kothurnen denkt ?
is de beste vertolking die ik van hem ken;
om hem, den vuilik met zijn zuiveren geest,"
stond huiveringwekkend de atmosfeer van
den roman, door hem kreeg ook de hooge,
holle kamer in het patriciërshuis der
Karamazows een eigen, spookachtig leven, en treffend
was de menschelijke angst, als van een kind
dat in het donker God vreest, in den
goddeloozen cynicus. Van dezen verdierlijkten
aristocraat was Iwan de aristocratische zoon,
degene van de drie welke hem het meest ge
lijkt". Joh. de Meester stond hier voor een
opgave, die hij onmogelijk kon uitvoeren; van
welk een gehalte is dit hartstochtelijk intel
lectualisme! Maar in het derde, allerzwaarste,
bedrijf heeft hij zich in deze rol toch door
slaand onderscheiden; het was knap en be
zield dit spel, het bleef, bij volle overgave,
aesthetisch-beheerscht. Teleur stelde mij daar
naast het talent van Van Dalsum, in de even
zware, maar hoe dankbare! rol van Dmitri.
Een broeder van Tolstoï's Fedja", en van
alle arme illusionisten in de litteratuur. Het
mag mede aan de constructie van de rol
liggen, mij heeft deze, ook te weinig aristo
cratische Karamazow geen oogenblik ontroerd.
Vertoon van hevigheid, zonder warmte van
hartstocht, pathos Bewijzen wij dezen
tooneelspeler, die bij zijn debuut zooveel be
loofde en in de laatste jaren op dwaalwegen
is geraakt, een dienst wanneer we het anders
noemen? Een zuivere, maar weinig geïn
spireerde Aliocha" was Kommer Klein.
Welk een gloed moet er van dien
eenvoudiglieven jongen uitstralen, daar waar hij, ge
hoorzamend aan een hoogere macht, zijn broe
der Iwan's zielerustnaïevelijk meent te redden
met de suggestieve ontkenning: jij bent de
moordenaar niet".
De vrouwen... De rol van Agrafena
Alexandrowna (Groesjenka), de onweerstaanbare,
heilige en duivelin, is de rol van la
Germanowa," de Russische Duse, die ook uiterlijk op
haar gelijkt, en die een stem heeft als een duif.
Alleen al dat geheimzinnig en onheilspellend
lachen, kirren, diep in haar keel, de rapheid,
waarmee dat ranke lichaam als het ware het
leven van alle kanten besprong, die doodelijk
ontstelde oogen, toen ze, achterover op het
bed, vóór Dmitri, die over haar gebogen lag
de politie de alkoof zag binnentreden En
hoe aangrijpend was van deze vrouw de omkeer,
van hétaire tot Madonna Het kan niet
warm, niet menschelijk genoeg gezegd worden:
Agrafena Alexandrowna, geloof in mij
als in God, ik heb mijn -vaders bloed niet
vergoten." En haar antwoord:
God zij gedankt".
Sarah Heyblom heeft onlangs in De ver
traagde film" verdienstelijk een apachenliefje
vertolkt; de aspiraties van een Groesjenka lig
gen op een ander plan.
De fiere, zoo diep in zichzelve lijdende Catha
rina, meineedig jegens haar gefolterd hart,
hetzij dit klopt voor Dmitri, hetzij voor Iwan,
de psychologie van dit echt Russisch gevoelde
stuk wist te concentreeren. Een ernstige
denkerskop, eene persoonlijkheid van vol
komen zelfbeheersching en ijzige rust; dan
later de hulpelooze, wanhopige gebrokenheid
van een, die zich zelf verliest. Geen karakter
ontwikkeling, die vraagt het stuk niet,
doch eene ziekte-ontwikkeling in ijzingwek
kend grandiose uitbeelding. Naast de elemen
taire uitbarstingen van woede en foltering,
weet deze kunstenaar te zwijgen, met een zoo
vreeselijk drukkend zwijgen, dat ook wij,
meêgefolterd, den adem inhouden....
De geheele voorstelling, onder leiding van
Emil Geyer, gaf overigens zeer knap spel te
zien. Ik noem nog Kurt Goetz, den beroemden
schrijver brillant en toch ingetogen typeerend;
Maria Fein als stil lijdende vrouw; Köthe
Haack als engelreine, suggestieve verpleegster.
CORNELIE VAN OOSTERZEE
IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMIMHIIIIIItlMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIfl
Langs stille paden
Voor Feria.
De rust van d%vond is nog ongestoord..
Het felle daglicht is al weggegleden,
Alleen de dreun van mijn vergeten schreden,
Plant zich in 't donker van den bodem voort.
Alleen een enkele verdwaalde ster:
De wind hijgt door de koppen van de boomen;
Nu is de avond over 't pad gekomen
De stad met haar rumoerigheid ligt vér.
Mijn denken blijft in stille rust bewaard
Waarin twee tintelende zonne-oogen
En de herinnering aan zacht geluid
Twee helsche oogen hebben m' aangestaard:
De lompe auto kent geen mededoogen;
Een hard getoeter blaast mijn droomen uit!
M. POPPELHOUWER
iimimuiiimHiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiHiiiiiii
wijl ze in die beiden, onafscheidelijk, n
Karamazow bemint, n droombeeld dat
hoofd en hart vereenigt, welk een nervositeit,
welk een verscheurdheid, met daarachter
alle kwellingen van smaad en jaloezie, en
daarvóór het masker der grande dame....
werd door Louise Kooiman in alle
gemoedskalmte gespeeld. Maar ja, waar zijn de
tooneelspeelsters voor deze rollen? Een van de
treffendste eigenaardigheden van het spel
der Russen, waarvan men in een
Hollandsche yertooning wel iets zou kunnen overne
men, is de uitbundige hartelijkheid, de vleiende
aanhaligheid tusschen vrienden en verwanten,
tusschen mensch en mensch. Zoo is bijv. in
het tooneel tusschen deze beide vrouwen van
beteekenis, dat Catharina de hand kust van
een Groesjenka, niet bij wijze van neerbuigende
goedheid, maar uit illusie", in een spontane
opwelling van zusterlijke saamhoorigheid, van
liefde voor een medemensch. Het intensief
leven, dat deze messchen leiden, maakt hun
liefde tot verteedering, verheft hun haat,
geeft aan al hun gezamenlijk lijden en strijden
de hoogere waarachtigheid, die voor ons in
de Russische litteratuur van zoo groote be
koring is.
Men kan zich aan de Karamazow's"
aan het stuk is niets verbeurd daarin oefe
nen; het Russische zal nog wel eenigen tijd in
de mode blijven op het tooneel.
TOP NAEFF
Keelpijn,
schorheid, pijnen op de borst doen
TJ lijden. Sloan's Liniment is de
eenigste remedie die U onmiddel
lijke verlichting brengt. Voor
alle pijnen. Houdt Sloan's steeds
voor gebruik gereed. Dringt door
zonder inwrijven.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers en
Drogisten. Prijs f. 1.
SLOANS
Liniment