Historisch Archief 1877-1940
l
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
28 April '23. No. 2392
13"-Athena, de Godin der Wijsheid
DE EUMENIDEN
Oiilangs vond in het openlucht-theater
van Mevr. Kath. Tingley te Point-Lorna,
Californië, aan het Theosophisch Hoofdkwartier
eene opvoering plaats van het Orieksche
treurspel de Eumeniden van Aeschylus,
waarvan wij hier enkele tooneelen in beeld
brengen.
De korte inhoud van dit treurspel moge hier
volgen.
Agamemnon, met roem beladen van het be
leg van Troje teruggekeerd, wordt bij zijne
thuiskomst door zijne vrouw Clytaemnestra
verraderlijk vermoord. Orestes, daartoe door
den god Apollo aangedreven, doodt zijne
moeder en nu wordt hij door de wraakgodin
nen of Furiën, belast met het straffen
van moedermoord, vervolgd. Orestes zoekt
hulp bij Apollo, die hem naar Athena verwijst.
Zoo komt de geplaagde, steeds achtervolgd
door de vreeselijke wezens, te Athene en
roept de Godin om hulp aan. Pallas verschijnt
en er wordt besloten de zaak te brengen
voor het gerechtshof van den Areopagus,
bestaande uit twaalf der oudste
Atheensche burgers. Na wederzijdsch bepleiten wordt
tot stemming overgegaan; de Godin werpt
als dertiende haar stem ten gunste van Orestes
in "de urn en het blijkt, dat deze ne stem
den ongelukkigen Orestes heeft gered. Nu
dreigen de Furiën het land met verwoesting,
maar het gelukt der Godin hare woede te
bezweren en ze over te halen voortaan als
goede schikgodinnen, Eumeniden, ten gunste
van.land en volk werkzaam te zijn.
In de Eumeniden geeft
Aeschylus^deltragedie van elke menschenziel en den^strijd,
die in ieder menschenhart gevoerd moet
worden. Het is eene diepe studie van de twee
voudige menschelijke natuur, van haar
potentialiteiten en van de ons steeds omringende
invloeden, die op de gedachten, goede en
slechte, van elke menschenziel antwoord
geven. Aan den eenen kant zijn er de bescher
mende, heilzame, geestelijke vermogens, de
krachten der Godheid zelve, door Apollo,
den Zonnegod endoor A hena, Godin der Wijs
heid voorgesteld, en aan den anderen, de uit de
donkere zijde der Natuur geboren krachten,
met hun tegenhangers in den mensch, demo
nisch, onheilstichtend, wraakgierig, door de
Furiën verpersoonlijkt.
Dit zijn de uitersten, de eindpunten der
tweevoudige menschennatuur, terwijl
daartusschen, als 't ware ,op den middelweg,
al de strijdige graden van goed en kwaad zijn,
die wij in verschillende
sterkte inonsdagelijksch
leven terugvinden.
Absurd, weerzinwek
kend, ondenkbaar, indien
letterlijk opgevat, is het
treurspel vol geestelijke
en zelfs wetenschappe
lijke beteekenis, indien
symbolisch genomen. De
daad van Orestes, het
dooden van zijn moeder
niet zijn menschelijke
moeder, als menschelijk
wezen de daad, die elke
menschenziel wacht, n.l.
de
overwinningdermaterieele lagere natuur en
het dooden van al wat
in de lagere menschen
natuur slecht en onedel
is, is zuivere symboliek,
die men wellicht terug
vindt in de woorden van
Jezus: Indien iemand
tot mij komt, en niet
haat zijnen vader en
zijne moeder,.. .. hij kan
mijn discipel niet zij'n".iOrestes wordt achter
volgd door de Furiën, symbolen van kwellende
gedachten van twijfel en'vrees. Hij heeft zich
van de heerschappij der stof ontslagen,
zonder nog een vasten grondslag van geestelijk
bewustzijn te hebben verkregen. Evenals
Columbus heeft hij de oude wereldjverlaten
hij dobbert op de wilde baren en het scheeps
volk, door vrees en twijfel bevangen, wodrt
op roerig. Zoo ook verzetten de lagere krachten,
die Orestes door het dooden van zijn moeder
uit hun slaap heeft wakker geschud, zich
tegen zijn gezag. De worsteling, waarin hij de
eerste overwinning op de materieele natuur
heeft behaald, wordt van het gebied der
grove stof naar dat van den geest overge
bracht. Slechts als smeekeling voor Athena's
altaar en door een aanvaarding van de leiding
der Goddelijke Wijsheid kan hij zich van hunne
achtervolging ontslaan. Dit wijst er op, dat,
evenals Orestes eiken mensch voorstelt, er ook
voor ieder mensch hoop is, daar de Goddelijke
Wijsheid haar licht in het hart van elk
menschenkind doet neerdalen.
Athena roept de twaalf rechters samen. Deze
stellen het menschelijke verstand voor en de
verdeeldheid van de stemmen der rechters
geeft veel te leeren. Dit beteekent, dat het
menschelijk verstand voor hem, die de waar
heid zoekt, slechts een hulpmiddel is, dat hem
in staat stelt, beide kanten van een vraag
stuk te overwegen, zonder daarom nog de
eindbeslissing te kunnnen geven. Het kan hem
soms in de goede, en dan weer in verkeerde
richting leiden. De eigenlijke beslissing kan
slechts van het door Goddelijke Wijsheid ver
lichte oordeel komen, m.a.w. Athena moet
de beslissende stem uitbrengen.
Het slottooneel echter bevat de diepste
lessen van dit mysterie-drama, n.l. de trans
formatie van de Erinyen, de Furiën, in de
weldadige Eumeniden, waaraan het drama zijn
naam ontleent. Dit is de overwinning en om
zetting van de booze, wraakzuchtige en kwel
lende vermogens der lagere natuur, de doch
ters van den donkeren nacht, in de weldadige,
zegen aanbrengende invloeden, de goede feeën,
beschermengelen, die dan niet langer een
vloek, doch een zegen voor Athena's stad, de
woonplaats der ziel zijn.
Deze^verandering komt enkel door de kracht
en overreding van Athena, niet op haar bevel
tot stand, want zelf-evolutie is het gevolg
Orestes, zijn moeder vermoord hebbende, wordt vervolgd door de Erinnyen of
Wraakgodinnen, tot zelfs aan den Tempel van Athena, waarheen hij als
smeekeling is gevloden
De Furiën of Wraakgodimun, dit Orestes vervolgen
De transformatie der Erinnyen of Furiën in de Eumeniden of; Godinnen van het
geluk, door Athena, de Godin der wijsheid, bewerkt. Op den achtergrond dejg
toortsdragers, de volgelingen van Athena.
van vrijwillige medewerking, niet van brute
kracht.
Nu iets omtrent de opvoering zelve. Austin
Adams, een bekend tooneelcriticus uit de
Vereenigde Staten schreef o.m.:,,Het was niet
louter eene schitterende vertooning, noch een
tooneelvoorstelling zonder meer, noch een in
de puntjes verzorgd drama, hoewel het dit
alles in zich vereenigde, doch het was een
overweldigende geestelijke gebeurtenis
onder de sterren ! Zoo machtig was de
betoovering, zoo subtiel de invloed, die er van uit
ging, dat wij ons gedurende deze twee on
sterfelijke uren niet langer in Amerika waan
den, in de 20e eeuw, doch in Griekenland,
onderde t7i ach t van zijn grootsten dramaturg,
van aangezicht tot aangezicht met de hoogste
en hemelsche krachten van goed en kwaad,
strijdende om een menschelijke ziel.
Het is waarlijk niet mogelijk deze
meesleepende bekoring ook slechts bij benadering
onder woorden te brengen de voortreffe
lijke kleurschakeeringen, de geheimzinnige
muziek, de onvergetelijke tableaux, de mys
tieke lichteffecten, het zachte gemurmel van
de zee, uit de diepten opklinkende, de kalme
waardigheid der glanzend witte tempels, op
rijzende uit de schemering, dit alles bracht
ons in verrukking, doch meer nog dan.dit.
de aangrijpende, gestadige ontvouwing van
de hooge geestelijke beteekenis van het spel
zelve. Mijn geheugen inoet hier de adjectieven
die zich gewoonlijk aan ons opdringen bij het
schrijven eener critiek, als jammerlijk on
volkomen verwerpen. Het was meer dan
IIIIIflIllffJIIIflIIIIIIUIIIIfflIlllfflIliriHlllffUllflIfflIflflIlflflKflIlllllllIffff
JAC. URLUS
HAVANA l» Ct. SIGAAR bij
HAU!NUCo.,leÉrandtpl.Umstelstr,
groote schoonheid. Ja, het was schoon en
schitterend en wondervol en grootsch en
uitermate ongewoon, maar het was nog meer
dan dit alles. Het bracht ons in eene stemming
boven het alledaagsche en ontvouwde in
majestueuzen eenvoud en overtuigende dui
delijkheid de ^ eeuwige
dingen. Het was eene
godsdienstige handeling;
het groote^gehoor, dat
de diepste stilte be
waarde, geraakte in aan
bidding voor het?goede"
en het schoone", omdat
het het ware" was.
Alles was volmaakt,
de kostuums, de licht
effecten, de schitterende
kleurenmengeling, de
regeling, kortom alles.
Katherine Tingley is
een groot dramatisch
leidster en de studenten
der universiteit zijn
onder hare voorlichting
buitengewoon begaafde
acteurs.
Als man van het
tooneel weet ik, dat
zulk eene opvoering
alleen gegeven kan
worden na oneindig veel
moeite en dan nog alleen
door hen, die gedreven
door liefde voor de goddelijke schoonheid,
tot het hart der kunst zijn doorgedrongen."
Aan de opvoering, die uitging van de door
Mevr. Kath. Tingley gestichte School voor
de herleving van de verloren Mysteriën der
Oudheid," namen ongeveer 200 personen deel,
allen leerlingen te Point Lorna. Tot in de
kleinste bijzonderheden werd alles
onderjtoezicht van Mevr. Tingley geregeld n ingestu
deerd, terwijl het plan bestaat, voortaan ieder
jaar drie dergelijke treurspelen op te voeren.
De Eumeniden" vindt zijn toepassing
op de wereld als geheel. De collectieve ziel
Hotel Duin en Daal" «ffiT
Centraal verwarmd. Vatte wmhtafels, koud- en warm watir
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lllllllllmlIlllllllltlMIIIMIIIMIIHII
der menschheid, niet alleen in Europa in de
door den oorlog ontredderde landen, doch
ook in de Vereenigde Staten, ja over de
geheele_wereldMwordt door de achtervolgende
Erinyen^ de Furiën^van zelfzucht, haat.
kommer, ruwheid erT zedelijke ontaarding
gekweld. De wanstaltige gedaanten van
ontbering en^nood waren door bijna elke
groote stad. Oorlog en de vernietiging der
beschaving dreigen opnieuw. Nimmer tevoren
is de ziel der menschheid als geheel of de
individueele menschenziel zoo gekweld en
in verwarring gebracht. Wat is er op het hui
dig oogenblik dan noodiger dan de les van de
Eumeniden, dat de Stralende Goden niet ver
weg zijn, dat Apollo nog raad kan geven en
Athena kan redden? Wij behoeven slechts de
tegenwoordigheid der Goddelijke wijsheid te
erkennen, die in het hart van iederen mensch
sluimert. En deze Goddelijke Wijsheid is op
nieuw aan de wereld verkondigd onder haar
ouden Griekschen naam van ,,Theosophie".
Zij is de boodschap van Athena zelf en de
balsem voor het lijden der wereld. De mensche
lijke ziel kan zoowel collectief als individueel
nog Athena's altaar zoeken en niet vruchteloos.
De twaalf rechters, de menschelijke rede en de
staatkunde van alle regeeringen en diplomaten
ter wereld hebben gefaald. Aan Athena be
hoort het recht om de beslissende stem uit te
brengen en al wat noodig is, komt hierop neer,
dat zij, die het lot der volkeren in handen
hebben de leidende regeeringspersonen
tot de erkenning komen, dat er iets hoogers
dan de menschelijke rede is, en dat zij als
smeekelingen naar Athena's altaar gaan om
die hulp te vragen, die slechts van Athena,
Goddelijke Wijsheid, kan komen.;
J. H. GOUD
ftlltlflIIIHIMIIIIIMIIIMIIIIill
Illllllltlllllltlllllllllllllllllllltllllll
Slottooneel uit Katherine Tingley's voorstelling varf*?De Eumeniden'1
1IIIIIIIIIIIIIIW
HET WERK VAN WILLEM
WITSEN
k lllllllllliliiiillilll
Een schilder; een muzikale; een vriend van
Kloos, en van de Nieuwe-Gidsers; een patri
ciër, een Amsterdammer. Een schilder van
Amsterdam, van Londen, van Dordrecht,
van 'Ede; een etser van stadsgezicht en van
figuur; van interieur, van Wijk bij Duurstede;
van sommige dieren; een teekenaar en schilder
van portretten, van naakten en van bloemen;
bovenal voor de meesten, een schilder van
Amsterdam. Witsen was een ander schilder
van zijn stad dan Breitner dat werd. Witsen
was een leerling van Allebé, een schilder van
andere factuur dan Breitner dat is, en van
ander inzicht. Hij zag, en vond Amsterdam
niet de stad, die leeft, zwoegt, zich uitbreidt,
breekt, zich vernieuwt, die op den zwaren
modernen polsslag en gedreven door dien pols
slag drang en bloed doet voelen als ware de
stad een groot, zich telkens anders groepeerend
complex van lichamen; voor Witsen was Am
sterdam, hoewel niet dood, toch de stad der
herinnering, die zich spiegelt in een stille
gracht, en waar de oude pakhuizen meer
voorf
jjniuiupul
's Gravenhage
Af d. Boxengarage
Beste staHing hier ter stede
bij gegane glorie zijn dan werkdadig streven.
De melancholie, die van zelve zulk inzicht
moet meebrengen, werd bij Witsen gevonden
in de kleur en in de gesloten factuur der
AHebeëers. Hij was, nooit uitbundig, altijd be
schaafd. Hij was bovenal iemand van be
schaving in zijn stadsgezicht; evengoed in dat
van Londen (waar hij '89?'00 was) als ook in
dat van Dordrecht, een andere stad, die zich
grooter glorie herinnert. Hij was zoozeer ten
eerste iemand van beschaving, dat hoewel
een schilder, de tekortkomingen van dezen
schilder daaruit konden worden verklaard.
Hij miste de spanning van hem, die door een
immer-wellenden, natuurlijken hartstocht
wordt aangezet; hij kon daardoor falen in
naakten en bloemen, die teederheid of
forschheid van visie vereischen; dat was 't verschil
bijv. met Breitner. Zelf heeft hij dat, bewust
of onbewust, erkend want waarom anders
ging hij naar Wijk bij Duurstede, dan om de
slap-geworden aandacht weer te versterken,
en te verstraffen? Waarom ging hij anders
naar deze plaats? Het gevoel is te begrijpen,
maar de daad, die daarvan het gevolg was,
heeft mij steeds verkeerd geschenen. Witsen
had een andere plaats moeten kiezen van
grooter allure en van tragischer stand. Praag
of een dergelijke stad, scheen mij steeds, en
nog, verkieslijker. Dat is niet gebeurd echter,
en Witsen vertoonde in de laatste jaren een
matheid en een hardheid in de kleur, die niet
verkwikkelijk was; zijn naakten waren kleur
loos en hard; zijn portretten dood, hoewel
kundig; de achtergrond van zijn bloemen
steeds een teleurstelling in zijn haast
photographische kilte. Daardoor zal hij niet ge
waardeerd worden maar door wat hij
m?.:'.kU van zijn drie steden, en van Ed«,
iiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiimiHiiiiiMiiiii
IIIIIIII1UIIIIIIIIIIH1II1IIIIIIIII111
waar in het landschap soms een invloed van
Tholen, den vriend, was te erkennen, die zich
openbaarde door leniger aanduiding der
vormen.
Maar was hij ten eerste bekend als schilder
van stadsgezicht en als etser daarvan, en
heeft hij in beide ook het gevaar doen zien
van een schilderkunst, die te gemakkelijk
steunde op photographieën, Witsen heeft nog
andere dingen gemaakt, die onbekender zijn
gebleven. Hij heeft kleine portretten geschil
derd en geteekend van studiegenooten en van
verwanten, die ten eenenmale dat doode en
harde der latere beeltenissen missen; die als
schildering eer week van werkwijze, en al?
teekening eer zeer beslist in de lijn, mij inder
tijd troffen, toen ik ze bij een bevriende zag.
Hij heeft een uitmuntend portret van Kloos
gemaakt, dat doet erkennen hoe groot de dich
ter den schilder voor de oogen stond. Zulke
verrassingen, of afwijkingen van het
typeWitsen vindt ge ook in de etsen. Ook daar
was dikwijls een zekere verstarring op te mer
ken van de persoonlijkheid, maar ook daar
zijn levender dingen op te diepen, die niet
tot het gangbare beeld behooren. Hierop en
op de beste stadsgezichten zal de herinnering
van Witsen blijven bloeien. Hij is een der
eerste, meer bekendere Allebeeërs, die sterft
en vóór den leermeester zelfs
Als mensch leek hij mij iemand van in
getogen heftigheid te midden der menigte,
maar vóór wie hij waardeerde een getrouw
vriend; voor zijn studiegenooten en mede
schilders (hij was iemand uit een sterke be
weging) en voor sommige letterkundigen was
hij niet de patriciër, maar een gestaag kame
raad vol zekerheid en soms vol eerbied.
, PLASSCHAERT
NIEUWE VERZEN
Nederl. Munt
ffoffantf* bette 1O oent mlgmaf
5. EDWARD B. KOSTER, Ver van 't «ewoel.
's-Gravenhage 1922. N.V. El. drukkerij
Luctor et emergo".
Dr. Edward B. Koster leidt zijn nieuwen
verzenbundel Ver van 't gewoel" in met het
volgende citaat van Mörike:
Zwar mag die Muse mit der Weisheit streiten,
Wer Mutter und wer Tochter sei von beiden..
DochhatdiesPaarmein leichtes Liedgesegnet?
Verstatte denn, dass nach des Tags
Beschwerden
Ein flücht'ger Hauch aus jenen Wundergarten
Melodisch, kaum vernommen, dir begegnet!
De dichter zegt ook ergens in een noot onder
aan de bladzijde, dat Eduard Mörike prachtige
verzen geschreven heeft. Ik wil dat niet ont
kennen, maar het bovenstaande motto lijkt
mij daar toch geen bewijs van. Daarvoor doet
het te muf-rhetorisch aan.
De verzen van Dr. Koster zijn beter, veel
beter. De dichter van Niobe gaat voort, zijn
rijp talent rustig uit te schrijven, en dit boekje
geeft daar weer mooie voorbeelden van. Eigen
aardig is, dat zoovele malen een uiterlijke
aanleiding den auteur tot dichten zette. Dat
onderscheidt hem van de meeste zijner
tijdgenooten. Het objectieve zien, het verhalende,
is bij ons in totale onwaarde, en hoewel men
sedert de mislukkingen van Gorter en Van
Deyssel, de experimenten van de negentiger
jaren, de illuzie heeft opgegeven, ooit de in
drukken van buiten in de poëzie te kunnen
weg houden, het uiterlijk-waargenomene is
bij onze lyrici toch zelden meer dan een klein
aanloopje tot het uitschrijven van een
zielsgesteldheid. Dat is het eigenlijk-belangrijke,
niet de verhouding tusschen den uiterlijken
en den innerlijken mensch. En het bepalen
van deze verhouding lijkt mij in het werk van
Dr. Koster juist dat, waar het op aankomt,
ook, al is het hém-zelf daar niet opzettelijk
om te doen. Trouwens, welke dichter kiest
opzettelijk onderwerp en uitwerking van zijn
verzen?
Bijzonder mooi is het kleine versje: Laat
ste schilderij van Jozef Israels".
Een aantal vertalingen, waaronder vooral
die naar Bakkhulides en Jens Peter Jacobsen
de aandacht verdienen, besluiten den bundel.
HERMAN MIDDENDORP