De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 12 mei pagina 10

12 mei 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Mei '23. - No. 2394 DEDAG" DES OORDEELS..! Nederland wacht met kloppend hart en in gespannen verwachting op De Dag." Heemskerk heeft in gezelschap van Barendsz gedurende een langen poolnacht uitgezien naar de verlossing die eindelijk De Dag zou brengen. Eeuwen later wacht een tweede Heems kerk. Hij wacht op De Dag, en wij wachten met hem. Het verschijnsel kondigde zich reeds aan stonds sensationeel aan, met eene democra tische advertentie met kapitalistische voor spiegelingen. Een rossig-gouden Dageraad! In een tweede advertentie werden drie hooge geldprijzen uitgeloofd voor 3 koppen voor De Dag. Gén verschijning van bovenmenschelijke afmetingen heeft men zich ooit kunnen droomen met minder dan minstens twee koppen. De Dag krijgt er drie, eischt er althans drie. in een simpel-dagblad-bericht werd voorts nog vermeld wie de menschelijke kopstukken waren, die tot het formeeren dezer onderne ming de koppen bijeen hadden gestoken. Wij telden er twee: n met een rooden baard en n vleezige, ronde. Een duo overigens van buitengewone gaven. Indien het mij gegeven ware mede te dingen naar den prijs voor drie ontwerp-koppen, dan had ik mijn plan reeds klaar. Thans laat ik het over aan de collega's van de teekenpen: Kop I: De roode baard. - Satire! Kop II: Het vleezig hoofd Menschenkennis! Kop l II : Het kalf ^ Nuchtere bereke ning. En ik meen, dat in dit trio een beginsel verklaring ligt, die gevoegelijk aan het hoofd van De Dag zou kunnen staan. Zoo rose als deze dageraad was de intrede, nu jaren geleden, van de laatste sensationeele verschijning op pers-gebied, die ons land gekend heeft. En ook in andere opzichten vertoont zij er overeenkomst mede: een zekere scepse ten aanzien van het publiek, dat vooral niet zoo geleerd en serieus is als het in intiemen kring gaarne voorgeeft. Goede hemel! Dacht u dat de menschen voor hun pleizier, zware, gedocumenteerde dagbladen lazen? Heelemaal niet hoor! Het is n van de penitenties, die men zich ter wille van zijn reputatie oplegt. In deze tijden van verslapping en nood, verliezen de men schen een beetje de stroeve angst voor hun serieus aanzien, die immer de weelde van den Hollander was in tijden van voorspoed. Lichtzinnig kan men deze eigenschap althans niet noemen, maar nationaal is zij. De pers nu heeft dit verschijnsel onder vonden, en zij heeft begrepen dat zij om te bestaan iets moest laten varen van hare doodelijk-ernstige allures. Plechtige oude dagbladen doen nu mee aan de beweging van verruiming en lichtzinnig heid. Zij doen denken aan stijve oiide-jongejuffrouwen, die zich moeite geven om vroolijke en bekoorlijke allures te simuleeren. Zij tooien zich met foto's en aantrekkelijke ondertitels die er uitzien als quasi-luchthartige strikjes en linten in het stroeve grauw hunner immer compact gedrukte pagina's. Zij schamen zich niet meer om grapjes en doorzichtige ironietjes te geven, de-welke aandoen als preutsche pret-gilletjes en ge forceerde oolijkheidjes. Ja.... ja... .we doen allemaal mee.... allemaal.... omdat de wereld lachen wil naarmate het meer en meer onmogelijk wordt om gewichtig en zelfvoldaan te blijven kuchen en doceeren. En juist in die stemming, nu het gezel schap zoo ver is, dat ze allemaal mee-doen aan de nieuwe mode, behalve de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die juist door zijn ouderwetsche deftigheid, op origineele wijze afsteekt van de overigen, en daaraan eene reputatie van degelijkheid en originalitc't ontleent, nu ze allemaal grappen maken en lintjes en strikken in het verjeugdigd kapsel dragen, nu komt dat nieuwe geval /.ijn entree maken. Twee excentrieke grappenmakers en grollenverkoopers stappen binnen. Zij worden met een enkel kort woordje begroet. Hoe zal de ontvangst verder zijn? Het is alsof het heelt- gezelschap, dat reeds zoo aardig op den weg der populariteit was, en zoo flink aangepast aan de behoeften van het veeleischend publiek, siddert. Hier zijn namelijk twee beroeps-clowns, wie kan daar tegenop ! Welke oude-jonge-juffrouw met een geheel leven van ernst en degelijkheid en ph'chtsbesef, die zich moeite geeft om te behagen met gebaartjes en gilletjes en grapjes die haar au-fond toch maar afgaan als comedie-spel, houdt het uit tegen twee zwierige komiekelingen? Wanneer ze maar even hun mond open doen, dan brult en giert de massa al van genoegen. Als de dikke maar zegt:.... Excellentie.... Ik...." dan kraait iedereen al van de pret, en het regent tientjes op z'ri tapijtje. Goeie help ! Daar is niet meer tegen te concurreeren. Als zoo'n oude juffrouw ook al met alle moeite van de wereld op haar hoofd gaat staan, dan geeft ze een succes dat voor 50 pCt. verbazing, voor 40 pCt. hoongelach en vooi lOpCt. ergernis is. Maar als die twee maar een Henry Clay op steken dan is iedereen al slap van het lachen. Dat is de stemming waarin deze dageraad zich aankondigt. Men zal elkaar het eerste n>immer van het democratisch-kapitaalkrachtig dagblad uit de handen scheuren. Men zal bulderen van genoegen bij het lezen van de politieke hoofdartikelen, gieren bij de telegrammen, snikken van den lach bij het lezen der rechtbankverslagen, en uit geput van humor neerzinken met het beurs overzicht. Sommige menschen zullen hun zakdoeken nat huilen van pret bij de lectuur van de kunstrubriek en het weerbericht. En kreten als: ,,.... Nu.... zeg.... die Broekie-toch ! .... Hou-op.... hou-op .... o.. die malle rooie.... !" zullen rondom alle kiosken daveren. Het zijn toch twee zulke innige-mallegrappemnakers ! Geen dagblad-directeur heeft ooit zulk een entree gemaakt, als deze met z'n 50 pCt. salaris-verhooging-bij voorbaat. Geen hoofdredacteur heeft ooit zulk een bij voorbaat tot vreugde gestemd publiek getroffen. Ik heb ernstige schrijvers, journalisten die, zoo-maar-eens-eventies,de lersche grondwet en de Ruhr-bezetting a faire namen, over dit nieuwe dagblad hooren spreken. Ze vonden het reeds bij voorbaat een ver schrikkelijk geval, en schudden het hoofd, alsof reeds bij voorbaat alle Nederlanders gedwongen waren abonnés te worden op De Dag. Heeft de directeur Broekhuis ons allen gedwongen premie-obligaties te koopen? Neen immers ! Ik houd geen pleidooi voor hem; maar ik wil toegeven dat hij ons kent .... en van onze zwakste zijde. Hij weet precies hoe en waar hij ons kietelen moet, opdat wij onbedaarlijk lachen en als slappe was worden in zijn satanische-macht. En nu gaat de roode baard nog mede kiete len. Het zal onhoudbaar worden. Deze beide mannen kennen een ontzettend geheim: ze weten wat wij voor geen geld ter wereld verklappen zouden.... wat wij nooit of te nimmer in gezelschap zouden durven verklaren: dat wij dolgraag lachen en geld hebben dat wij honderdmaal liever zitten te gieren van het lachen in een weelderig land huis dan geweldig ernstige brieven schrijven of geleerde boeken.... dat wij, diep in ons zelf, allen, een beetje materialistisch zijn en fel op doodgewone pret en lekker eten. En met die wetenschap is het blad De Dag, kapitalistisch en democratisch, ter wereld gebracht. Toen de Fransche parfum-fabrikant Coty de Hgaro kocht, schreeuwde Frankrijk moord en brand. Hij zal senateur worden ! Zooals Menier, van de chocolade, senateur geworden is. Mijnheer Coty kocht de Figaro met het kapitaal verzameld door zijn wetenschap, dat de menschelijke reukorganen geprikkeld willen worden. Mijnheer Menier wist iets dergelijks van de smaakzintuigen .... en hij werd Senateur. Broekhuis wist óók iets. . . . gunst,. . . . iets heel gewoons, dat we allemaal weten, al bekennen we het ook niet graag. En nu heeft hij óók z'n krant. Mijnheer Coty eischt met zijn krant dr ministerieel^ verantwoordelijkheid. Men weet waar men aan toe is. Wat zal mijnheer Broek huis doen? Ik houd mijn hart vast. Ik ben er van overtuigd dat hij den roodbaard heeft aangesteld alleen en uitsluitend om ons te kriebelen. c De rood-baard moet ons zoo verschrikkelijk '? kriebelen, dat we huilen en gillen van pleizier, \ dat we slap en ademloos achter-over liggen, [ Sierende. . . . en snikkende. ... En dan '/ijn wij aan hem overgeleverd. ... <: hulpeloos., hopeloos. ... O.... ().... en wat zal hij clan met ons [ doen? ... Zal hij ons dan. ... V .,,4 -:- J. H DE BOIS -:HAARLEM 68 KRTJISWEa UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Nee.... ik durf het niet te zeggen.... Het is ook niet noodig.... Want we hebben ze immers al gekocht.... Allemaal.... allemaal.... Ik zelf heb er nog liggen.... van de vóórlaatste .... Oningewisseld.... Zoodra.... De Dag er is zal ik er aan moeten gelooven.... Ik weet het zeker ! En bij-betalen.... ! /. 0.20 MELIS S T o K E MOE-GESARD Royaards moet weer aan 't boksen Kijken, hoe de man zich houdt. Ligt hij na de eerste ronde Na het eerste janr: knock out? Zal hij 't er kunnen harden, Op dat Siki-Leidsche Plein, Waar het zoo kan ambtenaren En zoo negeren kan zijn? Zal hij grommend moeten ruimen, Wijken voor de stille kracht? Wordt hij er bij stukjes, beetjes, Afgemaakt.... op straat gebracht? Eerst een woordje en een klachfje. Dan iets ergers aangestipt.... Dan een valsch verschil van ineer.ii g, H«p ! Hij is er uitgemikt l Moegesard en murwgekankerd, Vlucht hij voor den hnichel-lach, Van het kille, kleffe monster, Dat zijn val gewiekst voorzag. Veel't niet langer, beste doctor, Niemand kan er tegen op. Poets zijn schoenen, ruim zijn vuilnis, Buig je moegestreden kop, Of.... sla alles kort en klein, Op dat Siki-Leidsche Plein. !. H. S P i; r N 11 o i- i' UMIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIE» AMSTERDAM! en ROTTER P A M Agentschappen in Nederland: TILBÜBG LEEUWARDEN, OISTERWIJF DENHOUT, LOCHEM en BORCÜLO Agentschappen in Indië: BATAYIA, SOERABAYA, 8EMARANG, BANDOENG, MEDAN en WELTEVREDEN RIJM-KRONYCK DE PERSP1.AAU (,,De pers is een maatschappelijk verscliijnsel, dat '/. cli niet stoort aan de belargen van anderen en rtMig zijn g; ng gaat nut Let publice. ren van din gen, die de betrokkenen liever vi or zichzelf zo'.di n houden". ? Verkering van Mr. J. W. dj Kaïter tijdens de lichanoVing van een civie e zaak v o r de rechtbank te 's Gravcnliage fsp l Mi i j.!.) Wij trappen op belangen.... wij gaan maar onzen gang.. .. wij storen ons aan ,,niemand-niet". Wie vreest het licht....? De persmuskiet is voor geen vuurtje bang. Wij leven van schandalen, van echtbreuk, roof en schuld.... van woeker, bankbreuk en bedrog en grnbblen in den zwijnentrop, waaruit de wereld smult.... Als er geen zonden waren, geen diefstal en geen brand, Wie liep dan naar de brievenbus? wie las dan, eiken avond knus hij vrouw en kroost zijn krant. Als er geen zonden waren, dan bleef de krant bestaan. Bleven er niet kunst en wetenschap en zóóveel-meer, om lap- en lap -pen drukwerks te beslaan....? Als er geen zonden waren, en niets dan braaf fatsoen.... ....Hoe blij waar' dan de. krantenman. Maar.... ADVOCATEN hadden dan niet hél-vél meer te doen.... M h' i. ? s 8 'i' o K i-: Kolonel Stipal hoort i'.oor :;ijii Wat is dat voor 'n rommel hier"? draadlooze' liet Volkslied. Prachl-ii'ee kerel. Ik geef in'» vrumv 'n lesje. Ik houd schoonmaak in d>, n tuin." Pa in z'n Zondagsche pak l. Voor) eer. 2. Thans. W ij f i e: ,,lk verveel me dood, zeg. La' we van avond eens iets extra's doen." M n n n i e: Top, \vijiie. D^.n blijvtn we vau avond eens thuis, hé?' 'yp. Anist. boek- in Steendrukkerrj, voorheen Ellerman, Ha ms A Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl