Historisch Archief 1877-1940
12 Mei 23. - N.o. 2394
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS'
Meubileering-Mij.
AMSTERDAM
COMPLETE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin128-Tel.4541N.
flCT OPSTAAT)OEN BUrrtMRAND
HERSTELT DE/PLATVOET U
j.A.MXssi
O.Z.VOQ,RÜURGWAL
Mevr.l v. d BRINK
Keizersgracht 772 te A'dam.
TEL. 1751
Ateliers voor Reparatiën.
In den Haag eiken Vrijdag Hotel Central
f LELIE"
Asterweg over het Y, AMSTERDAM
VRAAGT PRIJSCOURANT Tel. N. 9479, C. 3408
*. HOT KI.-PENS ION A. SCHNEIBEK, ZAKDYOOHT
' Boulevard de FaTauge l, a en 3 Telefoon 291
(£.''?'? tBSS Gelegen aan middengedeelte strand
|P5 Sa!ons^:met Loggia's of Serres, 35 Slaapkamers, vele met balcons.
fcCU * Prachtig uitzicht op Zee en Duinen
Waschtafels met stroomend water, Badkamers. Gelegenheid voor Luncli en
Diner. Moderne inrichting met matige pensionprijzen bij overeenkomst.
Pinkster tarief van Zaterdag l!) Mei diner, t/in Dinsdag 22 Mti
ontUUt f 17.5O per persoon.
ROTTERDAM
Hoogstr, 218
Telefoon 4419
tegenover de
Franschs Bazar.
Modern ingerichte
slaapkamers alle
voorzien van
waschtafels met
stroomend water,
huistelefoon enz.
Badkamer
Geschikte
localiteiten Jvoor
Exposities
Plats du jour,
Lunch en Diner.
Mooie zaal voor
aparte partijen.
A. SCUNEIDER
Spoors
Mosterd
?WA.spobrjr. Cutemborg
WHITE
is
DE
VRACHTWAGEN
Eenig Importeur: N.V. Gebrs. NEFKENS' Automobiel Mn.
AMSTERDAM UTRECHT
GRAND HOTEL DES ARDENNES
Groot park. Terrassen. Tennis.
Pension vanaf 25 francs. Vraagt gratis Prospectus
MAX nÖLLER
PI Hooitstraai SUmsterdam
Telefoon Z 5425
Viool-en Strijk: tokkenmaker
Speciaal Adres voor
OUDE VIOLEN en CELLI
mr SNAREN
Nou Mefrou geev Uwees
mijn maar een Regientje, da's
een ruize suiger."
De Beste, Meest Practische, Goedkoopste
Prijs f 120.-,
compleet met 8 hulpstukken.
Importeurs:
F. A. VAN OER LOO & Co.
Luthersche Burgwal 13
DEN HAAG TEL H. 4499
MET N UITRUSTING
UIT "DE BIJENKORF
OH NIEUW» CATALOQUt
± 100 BLADZ. mrr «ooo
ILLUSTRATIES, FRANOO
Fi.
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON N. 6812
HEMDEN
HAAR MAA7
Voor Manchester Kleeding
STAAT BEKEND
Het Vakkleeding Magazijn
G. B. A. HENSEN
Faarlaar steeg l, Haarlem
FILLEI'i Oude Genever
Fijne Likeuren en Punch
M. P. POLLEN A ZOOM - Rotterdam
IIIHIIIIIIIIIIIIIIIII iiiimmiiiiitiiiiiiiiiitiiimiiiiifiiiiMiiiimiiiiiiiiiiiii
Torpedo, 10,5 PK., 4 zitpl.f
4200.Conduite Intérieure, idem
5500.J. LEONARD LANG, AMSTERDAM.
iiHiiiiiui iiiiiiiiiiiiuiiiiiiiuiiiii u umi l iiiiiiiiiiiiiiin i iiiiuii iiiiiiiiiiiu iiiiiitiiiiiiii iiiiiiiiiiiu i imiiitiiiiiu
DE HOLLAND?AMERIKA-LTJN
Niettegenstaande de gedrukte tijdsomstan
digheden heeft de Holland?Amerika-lijn
dezer dagen haar gouden jubileum willen her
denken. 7ij heeft dat gedaan door Dr. M. O.
de Boer, die zijn sporen heeft verdiend op
het gebied van de geschiedenis van onze
moderne stoomvaart, op te dragen een ge
schiedenis van haar bedrijf te schrijven.
Dr. de Boer heeft aan die opdracht voldaan
en zoo ligt zijn voortreffelijk uitgevoerd
gedenkboek thans voor ons. De uitwendige
verzorging was in de beproefde handen der
firma L. van Leer * Co.; de band- en tekst
versiering is van T. Nieuwenhuis; behalve
door uitnemende lichtdrukken wordt het
boek verlucht door teekeningen van O. van
Duffelen.
Maar met alle waardeering voor de stof
feering van het boek, de hoofdzaak blijft
toch steeds de tekst; het blijft ten slotte het
boek van Dr. de Boer. Ook van dit oogpunt
bekeken is dit werk stellig volkomen geslaagd;
als geheel staat deze geschiedenis der Holland
Amerika-lijn misschien nog boven de bekende
historie van de Amsterdamsche stoomvaart
van dezen schrijver. De verklaring daarvan
ligt voor de hand; zij ligt hierin, dat in de
geschiedenis van n groot en belangrijk
bedrijf natuurlijk veel meer eenheid wordt
gevonden dan in die van n stad, waar
het havenbedrijf over verschillende maat
schappijen is verdeeld, wel in zekeren
samehang, maar toch wat verbrokkeld. Die ver
brokkeling vindt men in dit boek van dr.
de Boer in het geheel niet; niet alleen de stof
vormt een eenheid, maar het is den schrijver
ook uitnemend gelukt de groote lijnen der
ontwikkeling vast te leggen.
Die groote lijnen loopen lang niet altijd
in geleidelijke ontwikkeling van beneden naar
boven. Want het bedrijf der Holland
Amerika-lijn is in de laatste halve eeuw er
een geweest van groote wisselvalligheid.
Tijden van rustig gedijen, zelfs van grooten
voorspoed, wisselen af met perioden van
scherpe daling en zelfs van bezwaarlijke ont
reddering. De periode van depressie, die ons
havenbedrijf in deze na-oorlogsperiode
doordoormaakt, is waarlijk niet de eerste en moge
lijk ook-niet de ernstigste. Want een reederij
is natuurlijk zeer afhankelijk van de
algemeene economische en politieke verhoudingen
der wereld, ook al wil men daarbij niet den
nadruk leggen op zoo ernstige storingen als
de scheepvaart in den laatsten oorlog heeft
moeten doorstaan. Toen was het eenoogenblik,
alsof het bestaan van Nederland afhing van
de Holland?Amerika-lijn. Ons land was
bijna geheel afgesloten van het
wereldverkeer; alleen de Nieuw-Amsterdam vormde
nog de eenige band, die Nederland verbond
aan de overzecsche wereld; wie herinnert
zich niet de hevige spanning, waarmede
dit ons eenige schip op zijn vaart door de
nauw uitgespaarde geul werd gevolgd.
Maar ook buiten den oorlog heeft de Hol
land?Amerika-lijn moeilijke tijden doorleefd.
Het spreekt van zelf, dat vooral de econo
mische toestanden in de Unie een directen
neerslag vinden in het bedrijf en dus in de
balans en de rekening van de maatschappij.
Zoo stond de directie meer dan eens voor
de grootste moeilijkheden; al is het doel
van een reederij ook het varen en niet het
uitkeercn van dividend, zoo dit laatste
geruimen tijd achterwege blijf t, wordt toch het
bestaan der maatschappij ernstig bedreigd.
Bij de Holland?Amerika-lijn is dat inder
daad meer dan eens het geval geweest en
menigmaal vraagt men zich af, hoe toch bij
zooveel tegenslag het vaste vertrouwen op
de toekomst kon blijven bewaard.
Dat is het opmerkelijke, dat ons bij de
lezing van het boek van Dr. de Boer wel het
meeste treft: de vaste zekerheid, waarmede
men op den ingeslagen weg voortgaat. Er
is in de mannen van zulk een wereldbedrijf
niet alleen een stoere werkkracht en een kloek
beleid, maar vooral ook een scherp inzicht
en een grenzelooze toewijding te vinden,
die ons herinnert aan de beste dagen van
onze gouden eeuw. Dat is het aantrekkelijke
van zulk een boek, dat het spreekt van de
beste eigenschappen van ons volk, die steeds
weer tot heerlijke ontplooiing komen en die
onze kracht en ook onze roem zijn.
Het spreekt van zelf, dat in een ruim
geïllustreerd boek van nog geen honderd
bladzijden geen volledige geschiedenis van
een rijk verleden van een halve eeuw kan
worden gegeven. Men zou tal van onderwerpen
kunnen noemen, die in deze geschiedenis
der Holland?Amerika-lijn hadden kunnen
worden aangevoerd. Zoo is er nauwelijks
sprake van de algemeene sociale toestanden
in het havenbedrijf, van de verhouding der
maatschappij tot de havenarbeiders, van de
pogingen van deze laatsten om in hun toe
stand verbetering te brengen, eindelijk van
de groote werkstakingen.
Intiisschen, daarom was het hier ook niette
doen. Welke onmisbare beteekenis de haven
arbeiders ook hebben vooreen groote reederij,
zij vormen het bedrijf niet en hebben op den
goeden gang van zaken slechts een betrek
kelijk geringen invloed. Een dieper ingaan
op deze verhoudingen zou in dit boek de
zoo noodige eenheid hebben geschaad.
Dr. de Boer heeft dus onze
economischhistorische litteratuur weer vermeerderd met
een aantrekkelijke bijdrage over een belangrijk
onderwerp.
H. BRUG M A N s
"in iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiiiiitiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiu
SPREEKZAAL
ADVIES-COMMISSIE VOOR
BEELDENDE KUNST
In aanvulling op de zeer juiste beschouwing
in het artikel: Het Comenius-monument"
van den architect den Heer H. J. M. Walen
kamp Cz., deel ik u als secretaris van den Ne
derlandsehen kring van beeldhouwers rnede,
dat, waar genoemde schrijver zegt dat ,,men
goed zal doen, hiertoe het advies van den kring
van Nederlandsche beeldhouwers in te win
nen" en dit terecht laat volgen met ,,Het
spreekt vanzelf, dat hieraan een architect,
in dit geval die van het Lyceum, toegevoegd
dient te worden," de beeldhouwerskring
een permanente commissie van advies in het
leven heeft geroepen, bestaande uit 4 beeld
houwers en l architect. Deze commissie be
staat uit: Mej. Thérèse van Hall, H. A. van
den Eynde, Joh. Polet, Theo van Reijn en als
toegevoegd architect J. M. van der Mey.
Als voorbeeld kan dienen hoe door de Jury
en de com. v. advies van den kring de uit
voering van het momiment-TcUegen, dat in
plan-Zuid tot stand zal komen door den
beeldhouwer C. J. van den Hoef en den
architect P. Kramer ontworpen in samen
werking met het comitéuit de Federatie
van Amsterdamsche
Woningbouwvereenigingen, in goede banen geleid werd.
Te hopen is dat B. en W. van Amsterdam
niet zoo maar klakkeloos een geschenk aan
vaarden zullen, dat schade doet aan zijn om
geving. Het gegeven paard moet wel degelijk
in den bek gezien worden".
T n H o v A N REIJN
iiiiimiiiitiuiiiimiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiimiiiiiimmiiiimu
Nederl. Munt
Hollandm bomfe f O cent mlgmai»
DE WIJSBEGEERTE VAN DE
INTUÏTIE
In onze dagen trekken wijsgcerige vraag
stukken de aandacht ook van ontwikkelde
menschen, die geen wijsgeeren van professie
zijn, in het bijzonder van de beoefenaars
van de wis- en natuurkundige wetenschappen.
De tijd is voorbij, waarin de laatste verdacht
werden het niet ernstig met hun bijzondere
wetenschap te rneenen, als zij zich met
wijsgeerige studies bezig hielden. Twee onzer
hoogleeraren in de wis- en natuurkundige
faculteit zijn tevens verdienstelijke schrijvers
over wijsgeerige onderwerpen. Een leeraar in
de physica werd nog niet lang geleden be
kroond voor de beantwoording van een prijs
vraag door de Directie van het Stolpiaansche
legaat. Het betreft dan vooral het wijsgeerig
belichten van de grondslagen der natuur
wetenschappen. Aan den wortel van elke
wetenschap liggen wijsgeerige problemen.
Het beteekent, dat er wijsgeerige vraagstuk
ken zijn, waarvan de oplossing ook een gron
dige kennis van bijzondere wetenschappen
vereischt. Zulke studies brengen op het eigen
gebied een verruiming van den blik teweeg.
Al geven zij geen nieuwe gezichtspunten, zij
stellen in staat om kritisch kennis te nemen
van het nieuwe, dat de eigenlijke wijsgeeren
ons aanbieden; Zij beletten, dat men zieli
laat meesleepen door uitspraken, die een
eenigszins geschoold nadenken als hol en
/inledig erkent.
Met het laatste heb ik het oog o.a. op de
zoogenaamde wijsbegeerte van het leven"
op de volution créatrice" van Bergson,
die zooveel opgang maakte en in enkele dag
bladen nog als het laatste woord der wijsheid
wordt aangeprezen, waarin het probleem
der nieuwe metaphysica in alle volheid wordt
behandeld. Men geeft dan het woord aan een
geestverwant, die de loftrompet steekt. Men
verneemt dan, dat Bergson's wijsbegeerte
geeft: des perspectives sur d'infinis lointains:
volution universelle, signification de la vie,
nature de I'esprit et de Ia matière, de
I'intelligence et de l'instinct". Een verontschul
diging over het weinige, dat gegeven wordt,
is niet noodig.
Bedenkt men daarbij, dat Bergson een vurig
bestrijder is van het materialisme, dat alle
hoogere aspiraties doodt, dan is de opgang
van zijn geschriften voldoende verklaard, ook
al brengt men niet in rekening zijne
buitengewone welsprekendheid. De laatste
richt zich tegen de wetenschap, die met
haar begrippen de werkelijkheid niet kan
omvatten, die hij vervangen wil door een wijs
begeerte van de intuïtie, die ons onmiddellijk
in aanraking brengt met het onvoorwaardelijke
en onafhankelijk bestaande, dat wij alleen
kunnen doorleven. Het vereischt geen diep
wijsgeerig inzicht om te begrijpen, dat zulk
een individueele bron van kennis, niet
medeIIIMIIIJMIIIIHIIIII1IIIIIIIIIII1IIIIIIM
Hotel uin m Daal" B1D°T
Centraal verwarmd. Vaste waschtafels, koud- en warm water
deelbaar in de termen van liet intellect, geen
wetenschap kan opleveren, dat het alleen aan
het enkele individu kan openbaren niet de
volstrekte werkelijkheid, maar alleen wat
er in zijn bewustzijn aanwezig is. Terwijl
eenige kennis van natuur- en wiskunde tot
het inzicht brengt, dat deze wetenschappen
uitnemend in staat zijn, om e vraagstukken
op te lossen, die de continueel in beweging
verkeerendej en veranderende werkelijkheid
haar voorlegt.
Het is er Bergson om te doen, de
vrijheid te redden tegenover het determi
nisme, dat de natuurwetenschap ook voor de
verrichtingen van den geest schijnt te eisenen.
Daarom moet de waarde en de beteekenis van
de uitkomsten dier wetenschap als gering wor
den voorgesteld.Hoe aantrekkelijk wordt daar
tegenover de wijsbegeerte van de vrijheid ge
steld : de tegenstelling van stof en geest als de
belichaming van de noodwendigheid, het
gedetermineerd zijn, en van de vrijheid. Maar
dat lan v/tal" van Bergson, een in het on
eindige voortgaande schepping van nieuwe
inhouden, wat is het anders dan het afbreken
van elke betrekking tusschen heden en toe
komst, een scheppen uit niets, zonder regel of
wet, dat onderzoek in eiken vorm afsnijdt,
wat is het meer dan een frase, een leeg
begrip ?
Een indeterminist als Dr. Hoogvliet, van
wien men instemming met Bergson 7.011 ver
wachten, heeft voor eenigen tijd zijn denk
beelden aan een strenge kritiek onderworpen,
waarmede prof. Heymans die ze in ,,de Gids"
aankondigde, in bijna alle opzichten zich
vereenigde. Hij schrijft als de slotsom, waartoe hij
komt, het volgende: ,,De hoorders vleien
zich neer aan de voeten van den modernen
Orpheus en droomcn bij de betooverende
taalmuziek.... eerst als de rustige bezinning
haar werk kan doen, als men vorm en inhoud
kan gaan schiften, dan ziet men, dat men met
leege handen huiswaarts is gekeerd". 1).
Als Bergson gelijk had, dan konden onze
geneesheeren gerust den arbeid staken en naar
een anderen werkkring omzien. Hun ingrijpen
berust op kennis van regels en wetten, die de
Icvensverschijnselen beheerschcn. Zij moesten
zich dan bepalen tot het beschouwen van wat
het geheimzinnige leven telkens uit het niet
te voorschijn wil brengen. Onze rechters
konden niet meer spreken van verzachtende
omstandigheden, het woord van madame de
Staël,,t(>utconiprendre c'est tout pardonner"
had zijn beteekenis verloren. Een psycholo
gische roman ware een horsd'oeuvre, want dat
alles berust op orde en regelmaat, waaraan ook
ons geestelijk leven is onderworpen, al moge
het er niet geheel door bepaald zijn.
Een andere criticus, prof. de Sopper, liet
zich niet gunstiger uit over de wijsbegeerte van
Bergson, over die intuïtie duikende in den
levensstroom, over die nieuwe poging om
kennis te verkrijgen van het absolute: zoo,"
zegt hij wordt de werkelijkheid niet gegrepen.
Intuïtie zonder begrippen, zegt niets. Leven
Iaat zich alleen maar leven" 2) En toch staat
Bergson, die met groote scherpzinnigheid zijn
standpunt verdedigt, ver boven Ie Roy, den
bondgenoot, die de trompet smeekt. In diens
aanval op de wetenschap klihkt een andere
toon, hij zegt: que la science se trpnip.ait.pl.us.
souvent qu'on necroit.... tjiiéles-'savants,
qui sont des hommes, ne parlaient pas
volontiers de leur insuccès" en meer van dien
aard. Pour M. Ie Roy" zegt Poincar
,,1'intelligence déforme tbut ce qu'elle touche". 3)
Had Bergson gezegd, dat wij er wellicht
nooit in zullen slagen het leven zonder rest
als een chemisch en physisch verschijnsel te
begrijpen, dan ware hij op een gezonden
wetenschappelijken grondslag gebleven en had wei
nig tegenspraak ontmoet. Maar dan ware de
uitspraak niet nieuw en piquant, dan had zij
niet de aantrekkelijkheid van het paradoxale,
dan prikkelde zij niet als schuimende wijn.
den Haag.
DR. J. E N K L A A R
1) Dr. J. E. H. J. Hoogvliet. Een
Nederlandsch boek over Bergson. De nieuwe wijs
begeerte". Utr. 1915 in de Gids van 1916 1?2
bladz. 161 aangekondigd door prof. Heymans.
2) Naturalisme en levensfilosofie door prof.
de Sopper, Synthese IV. 1918.
3) Poincaré-,La valeur de la Science pag. 214.
TABAK
nog altijd de beste.