De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 26 mei pagina 9

26 mei 1923 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

26 Mei 23. - No. 2396 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET JUBILEUM VAN HET ALGEMEEN NEDERLANDSCH VERBOND Teekening voor De Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Hartelijk welkom! Maar laat je klompen buiten." CHARIVARIA Liften," adverteert de Ned. Staalindus trie, voor elk doel." Wij kennen er maar n. Op de glibberige paden Op verschillend gebied worden de voelhbrens uitgestoken en belicht." (Patrim.) De gemeentereiniging, waarmede men achter den rug van den heer V. om de kiezers heeft trachten te vergif tigen." (Com. v. Actie-Veurman) Prof. Slotemaker ging dieper op dien eersten hinderpaal in." (Ned.) De piaffers en de fnuiters Alle, fnaf de schoonmaakster tot de artiest." (v. Doesburg, Dada) Wij verwachten, dat fnuit de leden een krachtige beweging zal ontstaan." (K. Amst. R. en Z. V. de Hoop) Reeds toen bezag die staatsman het onderwijs fnuit hetzelfde gezichtspunt." (Colijn) Ome tooneelspelers Merkwaardig welke rol de muziek te vervullen krijgt." (Groene) ,,De haan speelt geen rol bij het leg gen van eieren." (Ing. in het Hbl.) Het krijt speelt de voornaamste rol. De kaak speelt mede een rol." (O. H. C.) Tante Betje leeft nog Speenhoff schreef enkele accompagnementen, maar geloof ik niet dat hij zich aan het publiek als Hollandsch componist zal voorstellen." (v. Rossern, H. P.) Voor deze bibliotheek is reeds de grondslag gelegd en wordt die onder gebracht in het voorloopig gebouw." (De Tempel) Van dezen wissel is de fabriek af gestapt, en wordt ons deze machine getoond met een drieversnellingswissel. De gangwissel heeft twee versnellingen en is dit lichte motortje van een kick starter voorzien. Deze fabriek heeft haar eigen rijwielen en troffen wij dan ook de Blackburne inzending aan. Als Volgens de wet op den zomertijd. welke de Fransche Kamer Dinsdag heeft aangenomen, loopt de zomertijd in Frankrijk van den laatsten Zaterdag in Maart tot den eersten Zaterdag in October. De klok wordt gedurende dien tijd een vol uur voor gezet." (O. H. C.) Wij denken er wat vlugger mee klaar te zijn. Wat de gewone kleerenhanger tegen heeft, namelijk de moeten en sporen, die hij soms achterlaat in een subtiel japonnetje, is bij dezen haak verholpen. Mits men hem met benul bekleedt." (Hbl.) Wol is nog beter. J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND kunnen hieraan voldoen, en als 't moet, nog vlugger." "(Adv. Prov. Dr. en Ass. Ct.) Celluloidwaren-fabriek levert celluloidboorden uit voorraad in Duitschland. Beneden den prijs." (Adv. Hbl.) Petroleum-venten. Inlichtingen te bekomen bij B. Gras, Automaat." (Adv. de Jong's Adv.bl.) Jonge dame van nette huize zoekt een familie met kinderen of iets derge lijks om mede te gaan naar Indië." (Adv. Tel.) Dame zoekt samenwoning liefst met keuken, ongemeubileerd." (Adv. Zutpli. ('t.) DE WEEFSTER VAN DROOMEN zoodanig doet de kruk dienst en is de stop gelukkig buiten gehouden. Enz. enz. enz. enz. enz. enz. enz. enz." (Kampioen) iiiiiiiiiiiiiin immuun TAALVERWOESTING Mij dunkt, het is nu wél geweest. Pakt u nu maar weg: Hollandia-fabriek, Frascatischouwburg, Carmen-opvoering, Unigenitus-bul, Pol de Mont-hulde, Ten Kate-gedenkteeken. Ik zie al huiverend nieuwe drommen op doemen: Nederland-Maatschappij, HollandLloyd, Haakon-bezoek, Koningin Wilhelmina aubade, Riihr-oplossing-conflict en waar mag de likkepotterij ophouden ! Moet men zeggen zoo wordt mij ge vraagd een Marconi-telegram of een tele gram van Marconi? Het antwoord ligt voor de hand volgens de laatst gegeven vinger wijzing. Beide zijn goed. In Marconitelegram heeft de p. n. de waarde van een adjectief en staat hij in de plaats van dradeloos overgeseind". In het andere wil men doen uitkomen, dat de telegraafmaatschappij van Marconi de depêche heeft verzonden. Mag men ook zeggen een Reuter- of een Havasbericht? Hier is geen bezwaar, ook al zou men aan bepaalde telegraaf agentschappen denken, en wel omdat dit voorbeeld kan worden onder gebracht bij de groep der persoonsnamen, die in verbinding met een substantief een voorwerpsnaam, te weten een direct of indirect bedoeld handelsartikel, aanduiden (Fongersrijwielen, Singer-naaimachines, Bechsteinvleugel). Deze persoonsnamen kunnen hier immers in zekeren zin voor een adjectief doorgaan. Bij dergelijke koppelingen kan trouwens het substantief al spoedig verzwegen worden, zoodat de persoonsnaam de functie van het geheel overneemt en hij dus zelf een substantief wordt.Men diende dezen dan echter met kleine letter te schrijven. Vergelijk ook oudere vormen van dien aard als almaviva, spencer, tram e.m. Bij stofnamen handhaaft zich echter de 2e n.v. van afkomst: Van Houten's cacao, Van Nelle's koffie, Molenaar's kindermeel, omdat de namen van de fabrikanten hier langer op het begripsvermogen schijnen te werken dan dit bij voorwerpsnamen het geval is. De conclusie zij deze: bezitten bij een ont moeting van eigennamen en substantieven de eerste nog hun kracht, schendt de taal dan niet door ze aan de tweede vast te zuigen, maar gunt hun het leven, waarop zij recht hebben. (Wordt vervolgd) C H. F. H A j E. Ome adverteerende humoristen Verkiezingsdrukwerk moet meer malen denzelfden dag nog klaar. Wij 12 cent 12 cent In een oud vergeten stadje in China, op den verborgen zolder van een bouwvallig huis, verscholen in een schemerduister steegje, zit de weefster van droomen aan haar weefge touw. Zij zit daar en weeft met onvermoeide handen dag en nacht, en als een droom gereed is, neemt zij hem op, schrijdt naar het ven ster, en werpt hem naar buiten; en de droom zweeft verder, ragfijn en onzichtbaar door de eindelooze ruimte, tot waar een dichter is; dan daalt de droom in de ziel van den dichter en wordt tot een schoon en verlokkend beeld, en de dichter grijpt zijn stift en moet beginnen te dichten. Nu was er eens een jong schrijver in een verland, met lange donkere lokken en blauwe oogen, en de weefster van droomen had hem zeer lief. Zij legde voor hem haar flonkerendste gedachten in wondere kleuren en figuurschakeeringen, en het was den jongen dichter alsof hij leefde in een wereld van heerlijkheid, van bovenaardsche pracht, en hij schreef vele en schoone verzen. Maar de weefster van droo men had in zich een zeer groot verlangen naar hem en zij wilde dat hij haar zou toebehooren. Toen zond zij hem een droom met als beeld zichzelf achter den weef stoel in de zolderkamer, en de jonge dichter droomde den droom, en zijn geest werd bevangen door smachtende liefde, de slaap week van zijn oogen, en hij kon aan niets meer denken dan aan zijn ge liefde, de weefster van droomen; hij at niet langer, en zijn wangen vielen in. Toen zond de weefster van droomen hem een anderen droom, en hij zag zichzelf gaande langs eindelooze wegen, door dorpen en steden, tot hij in een oud vervallen stadje kwam, met nauwe straten en donkere steegjes, en in een van die stegen voor een oud huis, en dat hij de deur van dat huis opende, en langs de ver molmde treden van een trap omhoog klom, en door gangen liep en langs nieuwe trappen en gangen, tot hij in een groote zolderkamer stond waar achter een weefgetouw een vrouw te weven zat, en dat toen hij scherper zag, die vrouw zijn geliefde was, de weefster van droomen. En toen des morgens hij ontwaakte, maakte de jonge dichter zich op, en hij verliet zijn kamer, het huis en de stad, hij trok over eindelooze wegen, door het gansche land, en door vele andere landen, zonder op rusten te achten, steeds voort, tot hij in een oud stadje in China kwam, en hij plotseling voor het huis stond, dat hij in zijn droom aanschouwd had. Hij stiet de deur open en ijlde de trap op, en liep doorgangen en portalen en langs nieuwe trappen, juist zooals hij dat in zijn droom ge daan had, tot hij eensklaps in de zolderruimte was, en vóór hem in glanzende schoonheid, zijn liefste, de weefster van droomen. Zij trad op hem toe, zij strekte de armen uit en drukte hem tegen zich aan; hij voelde zich verzinken in een zee van gouddoorstraald licht, en hij stierf. Want zijn verlangen was te brandend geweest, en zijn inspanningen te hevig, dan dat hij verder zou hebben kunnen leven. Toen nam de weefster van droomen hem op en zij legde hem neer, en zij sloeg haar armen om hem heen en weende. Doch haar plicht drong, en zij moest zich weer aan den weefstoel zetten. Maar haarhart was van smart vervuld, en hare droomen bleven duister en droef, langen, zeer langen tijd. B E N N J. S T o K v i s iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiliiiiiMiiiiiimmi -«1111111 tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiititiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii iiiimiiimimiiiimi llltllllllMlllllllllllllllllllllllllllllltl LOSSE BLADEN UIT ITALI I. IN DE VALLEI DER SCHOORSTEENVEGERS. Denk niet aan hun zwarte tronie, maar aan het sprankelende licht van hun spot-oogen en aan den glans hunner gave, blanke tanden, zoo gij u de vallei voorstelt, waar zij vandaan komen. Want de Valle Vigezzo heeft niets van het sombere, als roetigberookte, dat sommige berglandschappen van naakte, grauwe rot sen eigen is. Het is er integendeel al fonkeling van zon door eeuwenoude kastanjes en noteboomen, stoer geworteld in wijduitglooiende gazonnen, doorluchtige parken'gelijk; schui mend groene watervallen bruisen door steile ravijnen, bestegen van pijnen en linden en lorken; terwijl de bergen aan den overkant, gansch overwassen door sparrenwouden, donkergroen, van rookblauwe schaduwen doorploegd, warm staan aangevlijd tegen het diep-lichte blauw van den hemel. In het mid den wendt zich de fluweel-groene vallei-zelve de fleurigheid der welvarende dorpen langs, van zangerig klokkenspel tot klokkenspel.. Dat zijn Santa Maria Maggiore met haar kinderen, Druogno en Buttogno, Toceno en Oraveggia, Zorasco en Malesco.... Zij lig gen eigenlijk met elkaar op een plateau tusschen het hooggebergte, een plateau, slechts beklimbaar langs bochtige rotskloven, door 't klaterstorten enwoeligdóórschietenvandrie rivieren uitgesleten. Zoo, vanuit Domodóssola ten westen, en van het oostelijk gelegen Lago Maggiore, van Canobbio en van Locarno uit, bestijgt men de veel-windende wegen, de oeversteilten langs gebouwd, en over stoute bruggebogen, totdat opeens die schilderachtige ravijnen lager en wijder worden en uitmonden op de golvende hoogvlakte van Santa-Maria, de vallei der schoorsteenvegers. Meen echter niet, dat ge, met een dier on ophoudelijk knallende, paffende en trillende marteltuigen der moderne beschaving, welke men dan ook maar niet publieke auto's," maar machines" noemt, behouden bovengekomen, een enkelen schoorsteenveger ont waren zult. Gij vindt er integendeel: half Milaan, en meer dan dat, immers de vrouwen n de kinderen, die hier de hittewalmen der 's zomers tropische stad ontvluchten, om zich te laten doorstroomen van de pure, versterken de berglucht. De mannen mogen de week door verder-transpireeren in hun zaken, totdat de Zaterdag de belooning brengt: la giornata dei mariti, de dag der echtvrienden ! Reist ge met een dier Zaterdagsche machines" prop vol echtvrienden, dan wacht u boven een kostelijk schouwspel. In alle dorpen staan al de ega's (van een elegance, die Parijs naar de kroon steekt) en al de kinderen langs den weg, verbeidend, in het rijkste gamma van gevoe lens, de aankomst van Babbo". De kinderen schreeuwen het uit van vreugde want de Italiaansche vaders zijn als zoodanig onovertreffelijk en de vrouwen zijn al even uitge laten; of soms ook wel iets'minder; en ge weet niet wat aardiger is, de dolle omhelzing, of het zeer zuinig toegestoken wangetje. Maar in Toceno staat er nog iemand anders aan den autobus van zessen. Het is Don Bernardo, de vriend van al zijn parochianen.. en van al zijnniet-parochianen, Don Bernardo, die in de vreugde der ontvangsten deelt met den druk van zijn geweldige hand. Don Bernardo is de grootste en zwaarste pastoor van Italië; hij weegt 120 kilo. En niet alleen is hij groot de paus in lengte" noemen hem zijn collega's maar hij is een grootsche figuur tevens. Daar hij een ziekte in de beenen heeft, loopt hij met machtige, wiegende passen op zijn enorme fluweelen pantoffels, terwijl zijn enorme soutane wap pert rond hem heen en zijn stok met breede gebaren vooruitwandelt of gesticuleert in de lucht. Van die stok is hij onafscheidelijk, tot zelfs in de processie's toe, wanneer zij hem niet slechts bij 't mede-loopen dient, doch ook om uit de rij te treden en er driftig zijn kudde tot de orde mee te stampen, terwijl zijn zware stem luide bevelen geeft. De pastooris streng", zeggen de dorpsmenschen; dat hij goed is, blijkt een axioma, dat dus in het geheel niet vermeld behoeft te worden. Op zijn ontzaglijk soutane-lichaarn staat een klein hoofd, en op dat kleine hoofd staat de koormuts achter over, zoodat een vriendelijk kuifje er onderuit komt kijken. En misschien is zijn hoofd ook maar alleen in schijn zoo klein, want breed zijn de trekken van zijn even eerlijk en goedhartig als intelligent en voornaam gelaat. Met vreem den spreekt hij bij voorkeur Fransch; elk jaar immers doet hij een kuur in Loèche-les-Bains. Doch met zijn dorpelingen klapt hij smakelijk, den ganschen dag, hun kreupel dialect. Onder de boomen van het kerkterras, op het lage muurtje, zit hij om zes uur 's morgens al en maakt een praatje met den lamme in zijn wa gentje, die daar voor dag en dauw wordt heengereden, mét den verrekijker, waardoor men opdenMonte Rosa het edelweissziet groeien en waarmee hij zijn schaarsche daggeld wint. En als derde zit er de koperslager met zijn krom me zwarte hand, terwijl hij, te midden van zijn te vertinnen pannen en polenta-emmers zijn vuurtje aanlegt. Het gebeurt een enkele maal, dat de koperslager dien nacht niet dronken is geweest; welke ongewoon evene ment hem echter niet verhindert, om vóór de zon present te zijn. Doch wacht, het is half zeven; de pastoor rijst overeind van zijn muurtje, wandelt met groote wapper-schreden op de kerk toe, en een oogenblik later tuimelen, oorverdoovend, de zeven klokken in den toren door elkander. Op die klokken is de pastoor zeer trotsch. Zij zijn de zwaarste van de vallei. Voor het blikken spul" van Santa Maria heeft Don Bernardo een groote minachting. Na een poosje wandelt hij weer het kerkplein over.... Koekoe ! koekoe !" roept hij met een falsetstem, want kijk, daar is een kindje op den arm van een jongmeisje. En de pastoor houdt van al wat jon); is. Hij laat een doosje rammelen, en als het kindje hem de wang heeft geaaid, krijgt het, uit het doosje, een caramel. Aan M'ariuccia biedt hij, gelant, een snuifje, dat Mariuccia gracieuslijk aan vaardt. En er gaat geen enkel dorpeling voorbij, of deze goede herder heeft een woord, dat meestal vermakelijk blijkt bovendien.Er is niets in het dorp, dat hij niet weet. [Zijn kennis van de menschen overtreft nog die van den sympathieken lamme in zijn wagentje en van den niet minder sympathieken zuiplap met zijn felle, zwarte guiten-tronie, bij zijn vuurtje en zijn koperen potten. Doch is Don Bernardo altijd grootsch van allure, dat er, zelfs in het grootsche, graduatie's bestaan, dat bleek bij twee gelegenheden. De eerste was op een Zondag, toen 's morgens de voornaamste processie van het jaar had plaats gehad, en 's middags de incanto" zou worden gehouden, de publieke verkoop der geschenken aan de Heilige Maagd : f lesschen wijn, korfjes uitgelezen groenten, overheer lijke taarten, schalen vol vruchten. Alle deze kostelijke gaven waren met kunst op de steenen bank geschaard onder de oude arcaden der kerk-portiek; en boven-aan de vijf breede bordes-treden stond Don Bernardo, terwijl beneden op het plein liet volk in groepen toezag. En na een kleine toespraak begon de incanto"; de pastoor prees de waren aan met de uitgezochte taal eens kenners; hij lonkte tegen de f lesschen, die hij deed fonkelen tegen het licht; hij snoof aan de taarten, de oogen half dicht, een geur, mijn waarde parochianen, om te be zwijmen.'... zestig Lire, bravo Pietro, Zeventig Lire, eenmaal, andermaal, vijf en zeventig, vijf en zeventig, tachtig.... Dan droeg hij, uit den schemer der portiek, een omvangrijke schaal aan het zonlicht volglanzig rood .... zijn gebaren werden plechtig van een groote geestesverrukking, en den berg van versche boschaardbeitjes in extase omhoogheffend, had hij, inplaats van aan prijzende woorden, maar n diep uit de ziel geweiden uitroep meer: Haaaa !".... Een vergenoegd gelach voer het plein over nis een zoele wind, die klapperend doe r e blaren strijkt.... Vijftig Lire! riep er een. De pastoor herhaalde het getal niet eens ! Haaaaa!" riep hij nogmaals, donkerder en zachter, alsof de wellust over zóó wóndergeurig fruit hem te zoet werd. Zestig Lire !" Zeventig Lire !" De pastoor knikte, de oogen toe, alsof hij wilde zeggen: goed, goed, kinderen, ik begrijp uw begeerte. Tachtig Lire !" Tachtig Lire", herhaalde hij, als ontwakend uit een zaligen droom: Tachtig Negentig Lire ! Eenmaal, andermaal, Negentig Lire? Honderd Lire! Honderd Lire.... )uist, mijn waarde Giovanna, gij stelt Gods gaven op den rechten prijs, Honderd Lire.... kom nader.... en ontvang uw koop.... maar zonder de schaal alsjeHieft, die moet je aan mijn zuster teruggevenj want ze zijn uit mijn tuin...." De tweeae gelegenheid deed zich voor den volgenden morgen Eerst sedert enkele dagen was de pastoor van zijn jaarlijksche kuur in Loèche-les-Bains terug, en wie zijn ambtsbezigheden voor hem had waargenomen een pater Jezuïet, vertrok met de machine" van kwart voor achten. ... Het was ons opgevallen, dat wij den pastoor geen enkele maal in het gezelschap van den pater zagen, tenzij, den vorigen dag, in de processie. Den pater zag men trouwens nooit dan sluipende van de pastorie naar de kerk, en van de kerk naar de pastorie: een naargeestige ver schijning met een naargeestig en ongeschoren, fanatiek brille-gezicht. Nu, zijn zwarte valiesje in de hand,wachtte hij druiligopde machine" van kwart voor achten.... Maar Don Bernardo vertoonde zich niet, hoewel het al over den tijd was; en slechts, toen de auto bus van vlakbij naderpafte, verscheen spie dend een hoofd boven het walletje van het kerkterras :de pastoor, die in zijn tuin zich had schuil gehouden. . . . Het afscheid kon maar kort zijn: een sluike, slappe hand, en een Hercules-greep. Dan nam zuinig de pater zijn soutane bijeen en steeg sluik het voertuig in. Maar terwijl hij insteeg, had met een breed gebaar de pastoor hél zachtjes.... het heilige kruis geschetst op 's paters antipathieken rug.... Als de pater gezeten was, lichtte Don Bernardo zeer ernstig en correct zijn koormuts. Doch toen de machine" met zijn ongeschoren last zich goed en wel in bewe ging had gezet, wapperde hij met een verzaligd gelaat wijd zijn soutane te luchten in de richting waarin de pater verdwenen Men had zich kunnen voorstellen het spel te bewonderen van een Ermete Novelli, maar, zou men er dan aan hebben toegevoegd, jammer dat zulke grandioze pastoors niet bestaan.... En toch, onvergetelijke Don Bernardo, gij bestaat ! Verheug neig lang een gelukkig dorp met een zoo menschelijke herders-hoede ! Inderdaad, die dorpen uit de Valle Vigezzo zien er uitermate gelukkig uit. Ik ken geen Italiaansche oorden, zoo welvarend en proper. Dat komt door.... de schoorsteenvegers, die rijk zijn geworden in Amsterdam om, teruggekeerd in hun paesello", er hun deftige heerenhuizen te bouwen. Het is al meer dan een eeuw geleden, dat deze Italiaansche zwarte pieten" langs de heirwegen der Romeinsche legioenen naar het Noorden begonnen te trekken. Lang nog togen zij te voet den Gothard over, en Zwitserland door, tot zij in Mannheim de Rijnbouten namen, die hen voerden naar het Land der Belofte: Holland. En steeds nog kan men te Toceno in een herberg komen, waar vier of vijf welgedane kerels zitten te praten.... in het Hollandsch. Ik leerde er kennen, die ten onzent verscheidene huizen bezitten. Zij vertellen u ouderwetsche Hollandsche anecdoten van kan niet verstaan", die zoovele landerijen bezat, en zij vertoonen u ouderwetsche Hollandsche tabaksdoozen, met gekke figuurtjes en versjes in den koperen deksel gegraveerd. Op een ervan las ik: Waar de Geregtigheit met geit word begoten Daar word de waerheit den mond gesloten". En ik wist niet wat ik zag, want dat ooit dit rijmpje uit onze brave Hollandsche samenleving had kunnen ontspruiten, wie zou dat voor mogelijk hebben gehouden? Helaas, het bleef niet bij een rijmpje... . Een in 't Hollandsch gesteld stuk kreeg ik in handen, een zeer compromitteerend stuk betreffende een al even compromitteerend toegegane erfenis, een stuk dat niet alleen den meest romantischer! schelmen-roman bevatte, doch waaruit vooral ook bleek, hoe schaamteloos ns een Hollandsche no taris een Italiaanschen schoorsteenveger te snijen" wist.... En terwijl mijn goede Tocener bloosde over de bandietenstreek van zijn grootvader.... bloosde ik over de papieren van mijn Hollandschen notaris sterk in het schrijven met een driedubbele pen! Het was ongeloofelijk tot hoeveel duizenden gezegde pen de onkosten van dat scheef en schotsch nalatenschapje had weten op te laten loopcn; de vertaling van een, volmacht van vier regels.... zeventig gulden en honderd andere verzinsels in denzelfden stijl. Zoo moest het gebeuren dat ik, in de vallei der schoorsteenvegers, en in het land der ladri" een vreemden kijk kreeg op mijn degelijk en achtbaar vaderland.... Au g. C A R E L S C H A H T E N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl