Historisch Archief 1877-1940
26 Mei 23. - No. 2396
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HET JUBILEUM VAN HET ALGEMEEN NEDERLANDSCH VERBOND
Teekening voor De Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Hartelijk welkom! Maar laat je klompen buiten."
CHARIVARIA
Liften," adverteert de Ned. Staalindus
trie, voor elk doel." Wij kennen er maar n.
Op de glibberige paden
Op verschillend gebied worden de
voelhbrens uitgestoken en belicht."
(Patrim.)
De gemeentereiniging, waarmede
men achter den rug van den heer V.
om de kiezers heeft trachten te vergif
tigen." (Com. v. Actie-Veurman)
Prof. Slotemaker ging dieper op
dien eersten hinderpaal in." (Ned.)
De piaffers en de fnuiters
Alle, fnaf de schoonmaakster tot
de artiest." (v. Doesburg, Dada)
Wij verwachten, dat fnuit de leden
een krachtige beweging zal ontstaan."
(K. Amst. R. en Z. V. de Hoop)
Reeds toen bezag die staatsman het
onderwijs fnuit hetzelfde gezichtspunt."
(Colijn)
Ome tooneelspelers
Merkwaardig welke rol de muziek
te vervullen krijgt." (Groene)
,,De haan speelt geen rol bij het leg
gen van eieren." (Ing. in het Hbl.)
Het krijt speelt de voornaamste rol.
De kaak speelt mede een rol."
(O. H. C.)
Tante Betje leeft nog
Speenhoff schreef enkele
accompagnementen, maar geloof ik niet dat
hij zich aan het publiek als Hollandsch
componist zal voorstellen."
(v. Rossern, H. P.)
Voor deze bibliotheek is reeds de
grondslag gelegd en wordt die onder
gebracht in het voorloopig gebouw."
(De Tempel)
Van dezen wissel is de fabriek af
gestapt, en wordt ons deze machine
getoond met een drieversnellingswissel.
De gangwissel heeft twee versnellingen
en is dit lichte motortje van een kick
starter voorzien. Deze fabriek heeft
haar eigen rijwielen en troffen wij dan
ook de Blackburne inzending aan. Als
Volgens de wet op den zomertijd.
welke de Fransche Kamer Dinsdag
heeft aangenomen, loopt de zomertijd
in Frankrijk van den laatsten Zaterdag
in Maart tot den eersten Zaterdag in
October. De klok wordt gedurende dien
tijd een vol uur voor gezet."
(O. H. C.)
Wij denken er wat vlugger mee klaar te zijn.
Wat de gewone kleerenhanger tegen
heeft, namelijk de moeten en sporen,
die hij soms achterlaat in een subtiel
japonnetje, is bij dezen haak verholpen.
Mits men hem met benul bekleedt."
(Hbl.)
Wol is nog beter.
J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
kunnen hieraan voldoen, en als 't moet,
nog vlugger."
"(Adv. Prov. Dr. en Ass. Ct.)
Celluloidwaren-fabriek levert
celluloidboorden uit voorraad in
Duitschland. Beneden den prijs." (Adv. Hbl.)
Petroleum-venten. Inlichtingen te
bekomen bij B. Gras, Automaat."
(Adv. de Jong's Adv.bl.)
Jonge dame van nette huize zoekt
een familie met kinderen of iets derge
lijks om mede te gaan naar Indië."
(Adv. Tel.)
Dame zoekt samenwoning liefst
met keuken, ongemeubileerd."
(Adv. Zutpli. ('t.)
DE WEEFSTER VAN DROOMEN
zoodanig doet de kruk dienst en is de
stop gelukkig buiten gehouden. Enz.
enz. enz. enz. enz. enz. enz. enz."
(Kampioen)
iiiiiiiiiiiiiin immuun
TAALVERWOESTING
Mij dunkt, het is nu wél geweest. Pakt u
nu maar weg: Hollandia-fabriek,
Frascatischouwburg, Carmen-opvoering, Unigenitus-bul,
Pol de Mont-hulde, Ten Kate-gedenkteeken.
Ik zie al huiverend nieuwe drommen op
doemen: Nederland-Maatschappij,
HollandLloyd, Haakon-bezoek, Koningin Wilhelmina
aubade, Riihr-oplossing-conflict en waar mag
de likkepotterij ophouden !
Moet men zeggen zoo wordt mij ge
vraagd een Marconi-telegram of een tele
gram van Marconi? Het antwoord ligt voor
de hand volgens de laatst gegeven vinger
wijzing. Beide zijn goed. In Marconitelegram
heeft de p. n. de waarde van een adjectief
en staat hij in de plaats van dradeloos
overgeseind". In het andere wil men doen
uitkomen, dat de telegraafmaatschappij van
Marconi de depêche heeft verzonden. Mag
men ook zeggen een Reuter- of een
Havasbericht? Hier is geen bezwaar, ook al zou men
aan bepaalde telegraaf agentschappen denken,
en wel omdat dit voorbeeld kan worden onder
gebracht bij de groep der persoonsnamen, die
in verbinding met een substantief een
voorwerpsnaam, te weten een direct of indirect
bedoeld handelsartikel, aanduiden
(Fongersrijwielen, Singer-naaimachines,
Bechsteinvleugel). Deze persoonsnamen kunnen hier
immers in zekeren zin voor een adjectief
doorgaan. Bij dergelijke koppelingen kan
trouwens het substantief al spoedig verzwegen
worden, zoodat de persoonsnaam de functie
van het geheel overneemt en hij dus zelf een
substantief wordt.Men diende dezen dan echter
met kleine letter te schrijven. Vergelijk ook
oudere vormen van dien aard als almaviva,
spencer, tram e.m.
Bij stofnamen handhaaft zich echter de
2e n.v. van afkomst: Van Houten's cacao,
Van Nelle's koffie, Molenaar's kindermeel,
omdat de namen van de fabrikanten hier
langer op het begripsvermogen schijnen te
werken dan dit bij voorwerpsnamen het
geval is.
De conclusie zij deze: bezitten bij een ont
moeting van eigennamen en substantieven
de eerste nog hun kracht, schendt de taal dan
niet door ze aan de tweede vast te zuigen,
maar gunt hun het leven, waarop zij recht
hebben.
(Wordt vervolgd)
C H. F. H A j E.
Ome adverteerende humoristen
Verkiezingsdrukwerk moet meer
malen denzelfden dag nog klaar. Wij
12 cent
12 cent
In een oud vergeten stadje in China, op
den verborgen zolder van een bouwvallig
huis, verscholen in een schemerduister steegje,
zit de weefster van droomen aan haar weefge
touw. Zij zit daar en weeft met onvermoeide
handen dag en nacht, en als een droom gereed
is, neemt zij hem op, schrijdt naar het ven
ster, en werpt hem naar buiten; en de droom
zweeft verder, ragfijn en onzichtbaar door de
eindelooze ruimte, tot waar een dichter is;
dan daalt de droom in de ziel van den dichter
en wordt tot een schoon en verlokkend beeld,
en de dichter grijpt zijn stift en moet beginnen
te dichten.
Nu was er eens een jong schrijver in een
verland, met lange donkere lokken en blauwe
oogen, en de weefster van droomen had hem
zeer lief. Zij legde voor hem haar
flonkerendste gedachten in wondere kleuren en
figuurschakeeringen, en het was den jongen dichter
alsof hij leefde in een wereld van heerlijkheid,
van bovenaardsche pracht, en hij schreef vele
en schoone verzen. Maar de weefster van droo
men had in zich een zeer groot verlangen naar
hem en zij wilde dat hij haar zou toebehooren.
Toen zond zij hem een droom met als beeld
zichzelf achter den weef stoel in de zolderkamer,
en de jonge dichter droomde den droom, en
zijn geest werd bevangen door smachtende
liefde, de slaap week van zijn oogen, en hij
kon aan niets meer denken dan aan zijn ge
liefde, de weefster van droomen; hij at niet
langer, en zijn wangen vielen in.
Toen zond de weefster van droomen hem
een anderen droom, en hij zag zichzelf gaande
langs eindelooze wegen, door dorpen en steden,
tot hij in een oud vervallen stadje kwam, met
nauwe straten en donkere steegjes, en in een
van die stegen voor een oud huis, en dat hij
de deur van dat huis opende, en langs de ver
molmde treden van een trap omhoog klom, en
door gangen liep en langs nieuwe trappen en
gangen, tot hij in een groote zolderkamer
stond waar achter een weefgetouw een vrouw
te weven zat, en dat toen hij scherper zag, die
vrouw zijn geliefde was, de weefster van
droomen.
En toen des morgens hij ontwaakte, maakte
de jonge dichter zich op, en hij verliet zijn
kamer, het huis en de stad, hij trok over
eindelooze wegen, door het gansche land, en
door vele andere landen, zonder op rusten te
achten, steeds voort, tot hij in een oud stadje
in China kwam, en hij plotseling voor het huis
stond, dat hij in zijn droom aanschouwd had.
Hij stiet de deur open en ijlde de trap op,
en liep doorgangen en portalen en langs nieuwe
trappen, juist zooals hij dat in zijn droom ge
daan had, tot hij eensklaps in de zolderruimte
was, en vóór hem in glanzende schoonheid,
zijn liefste, de weefster van droomen. Zij trad
op hem toe, zij strekte de armen uit en drukte
hem tegen zich aan; hij voelde zich verzinken
in een zee van gouddoorstraald licht, en hij
stierf. Want zijn verlangen was te brandend
geweest, en zijn inspanningen te hevig, dan
dat hij verder zou hebben kunnen leven.
Toen nam de weefster van droomen hem op
en zij legde hem neer, en zij sloeg haar armen
om hem heen en weende. Doch haar plicht
drong, en zij moest zich weer aan den weefstoel
zetten. Maar haarhart was van smart vervuld,
en hare droomen bleven duister en droef,
langen, zeer langen tijd.
B E N N J. S T o K v i s
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiliiiiiMiiiiiimmi -«1111111
tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiititiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii iiiimiiimimiiiimi
llltllllllMlllllllllllllllllllllllllllllltl
LOSSE BLADEN UIT ITALI
I. IN DE VALLEI DER SCHOORSTEENVEGERS.
Denk niet aan hun zwarte tronie, maar aan
het sprankelende licht van hun spot-oogen en
aan den glans hunner gave, blanke tanden, zoo
gij u de vallei voorstelt, waar zij vandaan
komen. Want de Valle Vigezzo heeft niets van
het sombere, als roetigberookte, dat sommige
berglandschappen van naakte, grauwe rot
sen eigen is. Het is er integendeel al fonkeling
van zon door eeuwenoude kastanjes en
noteboomen, stoer geworteld in wijduitglooiende
gazonnen, doorluchtige parken'gelijk; schui
mend groene watervallen bruisen door steile
ravijnen, bestegen van pijnen en linden en
lorken; terwijl de bergen aan den overkant,
gansch overwassen door sparrenwouden,
donkergroen, van rookblauwe schaduwen
doorploegd, warm staan aangevlijd tegen het
diep-lichte blauw van den hemel. In het mid
den wendt zich de fluweel-groene vallei-zelve
de fleurigheid der welvarende dorpen langs,
van zangerig klokkenspel tot klokkenspel..
Dat zijn Santa Maria Maggiore met haar
kinderen, Druogno en Buttogno, Toceno en
Oraveggia, Zorasco en Malesco.... Zij lig
gen eigenlijk met elkaar op een plateau
tusschen het hooggebergte, een plateau, slechts
beklimbaar langs bochtige rotskloven, door
't klaterstorten enwoeligdóórschietenvandrie
rivieren uitgesleten.
Zoo, vanuit Domodóssola ten westen, en
van het oostelijk gelegen Lago Maggiore,
van Canobbio en van Locarno uit, bestijgt
men de veel-windende wegen, de oeversteilten
langs gebouwd, en over stoute bruggebogen,
totdat opeens die schilderachtige ravijnen
lager en wijder worden en uitmonden op de
golvende hoogvlakte van Santa-Maria, de
vallei der schoorsteenvegers.
Meen echter niet, dat ge, met een dier on
ophoudelijk knallende, paffende en trillende
marteltuigen der moderne beschaving, welke
men dan ook maar niet publieke auto's,"
maar machines" noemt, behouden
bovengekomen, een enkelen schoorsteenveger ont
waren zult. Gij vindt er integendeel: half
Milaan, en meer dan dat, immers de vrouwen
n de kinderen, die hier de hittewalmen der
's zomers tropische stad ontvluchten, om zich
te laten doorstroomen van de pure, versterken
de berglucht. De mannen mogen de week door
verder-transpireeren in hun zaken, totdat de
Zaterdag de belooning brengt: la giornata dei
mariti, de dag der echtvrienden ! Reist ge
met een dier Zaterdagsche machines" prop
vol echtvrienden, dan wacht u boven een
kostelijk schouwspel. In alle dorpen staan al
de ega's (van een elegance, die Parijs naar de
kroon steekt) en al de kinderen langs den weg,
verbeidend, in het rijkste gamma van gevoe
lens, de aankomst van Babbo". De kinderen
schreeuwen het uit van vreugde want de
Italiaansche vaders zijn als zoodanig
onovertreffelijk en de vrouwen zijn al even uitge
laten; of soms ook wel iets'minder; en ge weet
niet wat aardiger is, de dolle omhelzing, of het
zeer zuinig toegestoken wangetje.
Maar in Toceno staat er nog iemand anders
aan den autobus van zessen. Het is Don
Bernardo, de vriend van al zijn parochianen..
en van al zijnniet-parochianen, Don Bernardo,
die in de vreugde der ontvangsten deelt met
den druk van zijn geweldige hand.
Don Bernardo is de grootste en zwaarste
pastoor van Italië; hij weegt 120 kilo. En
niet alleen is hij groot de paus in lengte"
noemen hem zijn collega's maar hij is een
grootsche figuur tevens. Daar hij een ziekte
in de beenen heeft, loopt hij met machtige,
wiegende passen op zijn enorme fluweelen
pantoffels, terwijl zijn enorme soutane wap
pert rond hem heen en zijn stok met breede
gebaren vooruitwandelt of gesticuleert in de
lucht. Van die stok is hij onafscheidelijk, tot
zelfs in de processie's toe, wanneer zij hem
niet slechts bij 't mede-loopen dient, doch ook
om uit de rij te treden en er driftig zijn kudde
tot de orde mee te stampen, terwijl zijn zware
stem luide bevelen geeft. De pastooris streng",
zeggen de dorpsmenschen; dat hij goed is,
blijkt een axioma, dat dus in het geheel niet
vermeld behoeft te worden. Op zijn ontzaglijk
soutane-lichaarn staat een klein hoofd, en op
dat kleine hoofd staat de koormuts achter
over, zoodat een vriendelijk kuifje er onderuit
komt kijken. En misschien is zijn hoofd ook
maar alleen in schijn zoo klein, want breed zijn
de trekken van zijn even eerlijk en goedhartig
als intelligent en voornaam gelaat. Met vreem
den spreekt hij bij voorkeur Fransch; elk jaar
immers doet hij een kuur in Loèche-les-Bains.
Doch met zijn dorpelingen klapt hij smakelijk,
den ganschen dag, hun kreupel dialect. Onder
de boomen van het kerkterras, op het lage
muurtje, zit hij om zes uur 's morgens al en
maakt een praatje met den lamme in zijn wa
gentje, die daar voor dag en dauw wordt
heengereden, mét den verrekijker, waardoor men
opdenMonte Rosa het edelweissziet groeien en
waarmee hij zijn schaarsche daggeld wint. En
als derde zit er de koperslager met zijn krom
me zwarte hand, terwijl hij, te midden van
zijn te vertinnen pannen en polenta-emmers
zijn vuurtje aanlegt. Het gebeurt een enkele
maal, dat de koperslager dien nacht niet
dronken is geweest; welke ongewoon evene
ment hem echter niet verhindert, om vóór de
zon present te zijn.
Doch wacht, het is half zeven; de pastoor
rijst overeind van zijn muurtje, wandelt met
groote wapper-schreden op de kerk toe, en een
oogenblik later tuimelen, oorverdoovend, de
zeven klokken in den toren door elkander. Op
die klokken is de pastoor zeer trotsch. Zij zijn
de zwaarste van de vallei. Voor het blikken
spul" van Santa Maria heeft Don Bernardo
een groote minachting.
Na een poosje wandelt hij weer het kerkplein
over.... Koekoe ! koekoe !" roept hij met
een falsetstem, want kijk, daar is een kindje
op den arm van een jongmeisje. En de pastoor
houdt van al wat jon); is. Hij laat een doosje
rammelen, en als het kindje hem de wang
heeft geaaid, krijgt het, uit het doosje, een
caramel. Aan M'ariuccia biedt hij, gelant,
een snuifje, dat Mariuccia gracieuslijk aan
vaardt. En er gaat geen enkel dorpeling
voorbij, of deze goede herder heeft een woord,
dat meestal vermakelijk blijkt bovendien.Er
is niets in het dorp, dat hij niet weet. [Zijn
kennis van de menschen overtreft nog die
van den sympathieken lamme in zijn wagentje
en van den niet minder sympathieken zuiplap
met zijn felle, zwarte guiten-tronie, bij zijn
vuurtje en zijn koperen potten.
Doch is Don Bernardo altijd grootsch van
allure, dat er, zelfs in het grootsche, graduatie's
bestaan, dat bleek bij twee gelegenheden.
De eerste was op een Zondag, toen 's morgens
de voornaamste processie van het jaar had
plaats gehad, en 's middags de incanto"
zou worden gehouden, de publieke verkoop
der geschenken aan de Heilige Maagd : f lesschen
wijn, korfjes uitgelezen groenten, overheer
lijke taarten, schalen vol vruchten. Alle
deze kostelijke gaven waren met kunst op de
steenen bank geschaard onder de oude
arcaden der kerk-portiek; en boven-aan de
vijf breede bordes-treden stond Don Bernardo,
terwijl beneden op het plein liet volk in
groepen toezag. En na een kleine toespraak
begon de incanto"; de pastoor prees de
waren aan met de uitgezochte taal eens
kenners; hij lonkte tegen de f lesschen, die
hij deed fonkelen tegen het licht; hij snoof
aan de taarten, de oogen half dicht, een
geur, mijn waarde parochianen, om te be
zwijmen.'... zestig Lire, bravo Pietro,
Zeventig Lire, eenmaal, andermaal, vijf en
zeventig, vijf en zeventig, tachtig.... Dan
droeg hij, uit den schemer der portiek, een
omvangrijke schaal aan het zonlicht
volglanzig rood .... zijn gebaren werden plechtig
van een groote geestesverrukking, en den
berg van versche boschaardbeitjes in extase
omhoogheffend, had hij, inplaats van aan
prijzende woorden, maar n diep uit de
ziel geweiden uitroep meer: Haaaa !"....
Een vergenoegd gelach voer het plein over
nis een zoele wind, die klapperend doe r e
blaren strijkt.... Vijftig Lire! riep er een.
De pastoor herhaalde het getal niet eens !
Haaaaa!" riep hij nogmaals, donkerder
en zachter, alsof de wellust over zóó
wóndergeurig fruit hem te zoet werd. Zestig Lire !"
Zeventig Lire !" De pastoor knikte, de
oogen toe, alsof hij wilde zeggen: goed, goed,
kinderen, ik begrijp uw begeerte. Tachtig
Lire !" Tachtig Lire", herhaalde hij, als
ontwakend uit een zaligen droom: Tachtig
Negentig Lire ! Eenmaal, andermaal, Negentig
Lire? Honderd Lire! Honderd Lire....
)uist, mijn waarde Giovanna, gij stelt Gods
gaven op den rechten prijs, Honderd Lire....
kom nader.... en ontvang uw koop....
maar zonder de schaal alsjeHieft, die moet
je aan mijn zuster teruggevenj want ze zijn
uit mijn tuin...."
De tweeae gelegenheid deed zich voor den
volgenden morgen Eerst sedert enkele
dagen was de pastoor van zijn jaarlijksche
kuur in Loèche-les-Bains terug, en wie zijn
ambtsbezigheden voor hem had waargenomen
een pater Jezuïet, vertrok met de machine"
van kwart voor achten. ... Het was ons
opgevallen, dat wij den pastoor geen enkele
maal in het gezelschap van den pater zagen,
tenzij, den vorigen dag, in de processie. Den
pater zag men trouwens nooit dan sluipende
van de pastorie naar de kerk, en van de
kerk naar de pastorie: een naargeestige ver
schijning met een naargeestig en ongeschoren,
fanatiek brille-gezicht. Nu, zijn zwarte valiesje
in de hand,wachtte hij druiligopde machine"
van kwart voor achten.... Maar Don
Bernardo vertoonde zich niet, hoewel het
al over den tijd was; en slechts, toen de auto
bus van vlakbij naderpafte, verscheen spie
dend een hoofd boven het walletje van het
kerkterras :de pastoor, die in zijn tuin zich
had schuil gehouden. . . .
Het afscheid kon maar kort zijn: een
sluike, slappe hand, en een Hercules-greep.
Dan nam zuinig de pater zijn soutane bijeen
en steeg sluik het voertuig in. Maar terwijl
hij insteeg, had met een breed gebaar de
pastoor hél zachtjes.... het heilige kruis
geschetst op 's paters antipathieken rug....
Als de pater gezeten was, lichtte Don
Bernardo zeer ernstig en correct zijn
koormuts. Doch toen de machine" met zijn
ongeschoren last zich goed en wel in bewe
ging had gezet, wapperde hij met een
verzaligd gelaat wijd zijn soutane te luchten
in de richting waarin de pater verdwenen
Men had zich kunnen voorstellen het spel
te bewonderen van een Ermete Novelli,
maar, zou men er dan aan hebben toegevoegd,
jammer dat zulke grandioze pastoors niet
bestaan.... En toch, onvergetelijke Don
Bernardo, gij bestaat ! Verheug neig lang een
gelukkig dorp met een zoo menschelijke
herders-hoede !
Inderdaad, die dorpen uit de Valle Vigezzo
zien er uitermate gelukkig uit. Ik ken geen
Italiaansche oorden, zoo welvarend en proper.
Dat komt door.... de schoorsteenvegers,
die rijk zijn geworden in Amsterdam om,
teruggekeerd in hun paesello", er hun
deftige heerenhuizen te bouwen.
Het is al meer dan een eeuw geleden, dat
deze Italiaansche zwarte pieten" langs de
heirwegen der Romeinsche legioenen naar
het Noorden begonnen te trekken. Lang
nog togen zij te voet den Gothard over, en
Zwitserland door, tot zij in Mannheim de
Rijnbouten namen, die hen voerden naar het
Land der Belofte: Holland. En steeds nog
kan men te Toceno in een herberg komen,
waar vier of vijf welgedane kerels zitten te
praten.... in het Hollandsch. Ik leerde er
kennen, die ten onzent verscheidene huizen
bezitten. Zij vertellen u ouderwetsche
Hollandsche anecdoten van kan niet verstaan",
die zoovele landerijen bezat, en zij vertoonen
u ouderwetsche Hollandsche tabaksdoozen,
met gekke figuurtjes en versjes in den koperen
deksel gegraveerd. Op een ervan las ik:
Waar de Geregtigheit met geit word begoten
Daar word de waerheit den mond gesloten".
En ik wist niet wat ik zag, want dat ooit
dit rijmpje uit onze brave Hollandsche
samenleving had kunnen ontspruiten, wie
zou dat voor mogelijk hebben gehouden?
Helaas, het bleef niet bij een rijmpje... . Een
in 't Hollandsch gesteld stuk kreeg ik in
handen, een zeer compromitteerend stuk
betreffende een al even compromitteerend
toegegane erfenis, een stuk dat niet alleen
den meest romantischer! schelmen-roman
bevatte, doch waaruit vooral ook bleek,
hoe schaamteloos ns een Hollandsche no
taris een Italiaanschen schoorsteenveger te
snijen" wist.... En terwijl mijn goede
Tocener bloosde over de bandietenstreek
van zijn grootvader.... bloosde ik over de
papieren van mijn Hollandschen notaris
sterk in het schrijven met een driedubbele
pen! Het was ongeloofelijk tot hoeveel
duizenden gezegde pen de onkosten van dat
scheef en schotsch nalatenschapje had weten
op te laten loopcn; de vertaling van een,
volmacht van vier regels.... zeventig gulden
en honderd andere verzinsels in denzelfden
stijl.
Zoo moest het gebeuren dat ik, in de vallei
der schoorsteenvegers, en in het land der
ladri" een vreemden kijk kreeg op mijn
degelijk en achtbaar vaderland....
Au g.
C A R E L S C H A H T E N