Historisch Archief 1877-1940
N°. 2897
Zaterdag 2 Juni
A°. 1933
DE AMSTERDAMME
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. K E R N K A M P
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaar
ffano1 f 10
gaii« i iv.
Per No. f 0.25. Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent disposiiiekoslen
Operette Prijsvraag.
De jury is thans in zooverre niet
haar taak gevorderd, dat de uitslag
binnen enkele weken kan worden
bekend gemaakt.
INHOUD: 1. Notarieele kantteckeningen
door Prof. Dr. O. W. Kernkamp
Tijdgenooten, door Dr. \V'. G. C. Byvarick 2.
Het Noorsche bezoek, teekening door
fordaan De Gemeenteraadsverkiezingen, door
Prof. Dr. H. Brugmans De verleidelijke
zijsprong, door H. Salotnonson Spreekzaa'
'A. Vol au Vent, door Hans Ludificor 5.
Voor Vrouwen (red. Flis. M. Rogge):
Bijkomstigheden, door Annie Salomons - Ken
Zonnige middag, door Nelly Krui/c -- Vrou
wen in den Anistcrdamschen Raad,
teekeningen door E. Woutersen v. Doesburg Uit
de Natuur door Dr. J. P. Thijsse - <>. Schilder
kunstkroniek, door A. Plasschaert -
Finantië'ri, door Paul Sabel, - Isn.ea.
tooneelteekeningen door C). Roland Dramatische
Kroniek, door Top Naeft' 8. Karakteris
tieken: Frans Frens, door Is. Querido
Huldigingswoede, teekening dcor George
van Raemdonck -- Muziek in de Hoofdstad,
door Richard Heuckeroth <). [)e
Gemeenteraadsverkiezingen , teekening door Joh.
Braakensiek - Charivaria, door Clurivanus
-- Amst. Stiidenleniooiieel, door Kdm. Visser
--- Mixed Picklc* van de Riviera, door Toni
Schilperoort -? 10. Krekelzang, door [. H.
Speenhoff - Rijm-Kroniek en 't Schietgat
door Melis Stoke --? bit liet kladsdiriit van
Jantje --- Damrubriek, red. K. C. de ]onge -
Bijvoegsel: het Nieuwe Uuitsche Aanbod,
teekening door Joh. Braakensiek.
illiiiiillllliliiiiiinillliiiiiiiiiiiltl i HUI iiiuimiiiiiiiiiiiii
NOTARIEELE
KANTTEEKENINGEN
Wilt n mij veroorloven een paar
kantteekeningen te maken op uw hoofdartikel in
de Amsterdammer, getiteld Bismarck als
voorganger van Poincaré"? Welnu dan:
Dnitschland, is voorzooveel ik begrepen heb,
bereid om de kosten van herstel te betalen,
maar niet tienmaal die kasten.
Wanneer ik in een overmoedige bui d e
glazen van uw woning ingooi, en me daarna
verbind de daardoor ontstane schade te ver
goeden, dan kunt u. Professor, niet profiteeren
van die gelegenheid om uw huis van boven
tot beneden van spiegelglas te voorzien, en mij
daarvan de rekening voorleggen.
Asquith, die tegenwoordig geweest is bij
de conferentie te Versailles, schreef over die
conferentie aan zijn vrouw, als: die dieven
bende".
Keynes, Ramsay Macdonald enz. vonden
IIHIIIIIIIIIIIIHHIII IHIIIIIHIIIIIIIHHIIHHHIIIIHIHIIIUIHIIIIIHIIIIIIiml
MYSTERIES VAN AZI
Met den val van Koltchak den dictator.
bij het begin van 1920, is Siberiëeerst recht
in beroering gebracht en door de overwinning
van de rooden" heeft de beweging zich tot
het hart van Aziëuitgestrekt, liet geheim
zinnige Mongolië, middelpunt der oude we
reld, heeft van zijn verborgeuheden prijs moe
ten geven. Het is de nood die de menseden
in deze tijden dringt om een redding voor hun
leven te zoeken in het onbekende.
Zii vluchten heen waar hun een opening
schijnt gelaten. Of gevaren hen al dreigen, de
dood zit hun toch op de hielen. Wanhoop is de
prikkel tot ontdekking.
Hier hebben wij een gezeten Russisch
ambtenaar, een man van wetenschap, belast
met opnamen voor de regcerim;, Dr. Ossen
dowski, Pool van afkomst, die plotseling opge
jaagd van zijn woonplaats, Krasnojarsk aan
Siberië" s groote rivier de Jenisseïwordt ge
dwongen te gaan zwerven, terwijl het einddoel
zich telkens meer aan zijn verlangen onttrekt.
Toen het régime Koltchak ineenstortte heeft
hij wel begrepen wat hem een der komende
dagen, hem den bourgeois ambtenaar, boven
't hoofd hing: maar liet lot dat men mischien
nog hoopt te ontgaan, slaat altoos spoediger
zijn hand op ons neer dan men had verwacht.
en op een van de eerste dagen van Januari
1920, terwijl hij zonder erg een vriend was
gaan opzoeken, krijgt hij onderweg bericht
dat twintig roode gardisten aan zijn huis zijn
gekomen om hen te arresteeren. Direct neemt
bij van zijn vriend een oud jachtpak en een
de Engelsche eischen schandalig. Wat voor
schade hebben wij van die luchtschepen gehad,
vragen zij. en het antwoord luidt: niet noe
men s waard.
Bij de berekening van de koste-n van herstel
is liet kleinste, armelijkste hutje in Frank
rijk op een waarde van 20.000 francs gesteld,
schrijven zij.
Uw vergelijking met den vrede van '71
gaat in het geheel niet op: toen werd er
tusschen Duitschland en Frankrijk onderhandeld,
als gelijkwaardige!!, en ten slofte kwamen
partijen overeen op een schadevergoeding van
vijf milliard francs.
In '18 en '19 hebben de Ententepartiien
zoo, in een onderonsje, de vredesvoorwaarden
vastgelegd, zonder dat Duitschland een woord
mocht meespreken. En die voorwaarden had
Duitschland te onderteekenen, zonder meer.
Vandaar dat Frankrijk van geen inmenging
in deze zaak wil weten. Poincaréweet heel
goed, dat, wanneer er nu een commissie ko
men mocht tot regeling van de kosten van
herstel, hij geen tiende krijgt van hetgeen hij
eischt.Éii van daar dan ook dat hij zich met
hand en tand verzet tegen een regeling dier
zaak door den Volkerenbond, die n.b. nog
wel het troetelkindje der Fntente is! !
Dat Bismarck er over darlit op nieuw een
oorlog te beginnen als Frankrijk de oorlogs
vergoeding niet mocht willen betalen, is niet
te vergelijken met hetgeen Frankrijk /.'/; doet.
'J'aen stond Duitschland tegenover een, -
zij het ook in den oorlog verslagen toch nog
geducht gewapend Frankrijk. Nu staat Frank
rijk tegenover een totaal ontwapend, door
uithongering verzwakt, hulpeloos volk !
Zie, Professor, wanneer ik uw artikelen over
den oorlog lees, komt zoo nu en dan bij
mij de verzuchting op: C'est ainsi eiu'on
crit l'histoire !"
Maar ik ben overtuigd, en velen met mij,
dat de historieschrijver van later, wanneer
alle archieven publiek zullen zijn geworden,
over dien geheelen oorlog en alle gevolgen
daarvan, een heel ander oordeel zal vellen,
dan U, schrijver over histoire contempo
raine," en uu talrijke gelijkgezinden.
Hen bekend .auteur van het midden der
vorige eeuw, schreef eens: In alle groote
vragen die de menschheid beroeren, staat de
meerderheid altijd aan den verkeerden kant".
Met de hoop dat eenmaal het juiste licht.
over deze zaak zal opgaan, dat dan die meer
derheid in het ongelijk zal stellen, troost ik
mij, bij het aanschouwen van al het leed
en onrecht dat thans een ijdel, lichtzinnig,
opsnijderig, wraakzuchtig, door immoraliteit,
drankmisbruik, tuberculose en degeneratie
totaal verrot, ten ondergang gedoemd volk,
over onze Germaansche stamgenooten brengt"
De schrijver van dit gekuischte epis
tel onderteekent het alleen met een
initiaal; in een begeleidenden brief aan
mij persoonlijk maakt hij echter zijn
naam en zijne qualiteit bekend: hij is
notaris.
Als het niet boven den brief gedrukt
was, zou ik het nooit hebben geraden.
Een notaris stel ik me een weinig
anders voor. Ecu klein beetje kalmer
en bezadigder, en hél, hél veel be
schaafder. En in geen geval zou ik
van iemand, die in een delirium
tremens geraakt, als hij maar aan het
Fransche volk denkt, durven vermoe
den, dat hij dit eerwaardige ambt be
kleedt, wanneer hij het mij niet zwart
op wit had medegedeeld.
Daarom zelfs al was ik er zeker
van, dat hij het goed zou hebben ge
keurd, wanneer ik onder bovenstaande
kantteckeningen" zijn naam hadlaten
drukken zal ik hem den dienst be
wijzen, dat niet te doen; zelfs zijn ini
tiaal heb ik maar verzwegen. Je kunt
liet immers nooit weten.... die
wraakzuchtige" Franschen !
En bovendien ook iemand van
zijne gezindheid zou zich, dunkt mij,
niet meer in het publiek durven
vertoonen, wanneer hem kon worden
nagehouden, dat hij de gemeenheid had ge
had, de Franschen een door immora
liteit, drankmisbruik, tuberculose en
degeneratie totaal verrot volk" te
noemen. Ook zou het hem nog schade
kunnen doen in zijne klandizie. Daarom
moge hij de Franschen hier dan
anonym uitschelden. Het zal hen niet deren.
Zooals mij niet deert, wat hij tegen
mijn artikel van de vorige week in
brengt. De man kan blijkbaar niet
lezen althans niet een artikel ovet
histoire contemporaine" met mijn
naam er onder. Bij den eersten regel
daarvan raakt hij al van streek. Ik zou
hem in gemoede den raad willen geven:
lees de roene niet meer; en als je dat
niet kunt laten, sla dan in elk geval
het hoofdartikel over.
Heeft n verstandig meiisch uit mijn
artikel van de vorige week gelezen, dat
ik Poincaré's politiek met een beroep
op Bismarck heb willen verdedigen?
Ik schreef immers: dat er in Frank
rijk zoo geredeneerd wordt, is begrij
pelijk: de gelegenheid om aan de
Duitsehers te betoogen.dat zij slechts
a la Bismarck worden behandeld, was
te schoon. Maar zelfs al zou de poli
tiek, die tot de bezetting van de Ruhr
leidde, geheel gedekt worden door het
voorbeeld, dat Bismarck gaf, dan zou
daarmede die politiek immers volstrekt
niet gerechtvaardigd zijn. Of meent men
in Frankrijk, dat alles, wat Bismarck
deed, wél gedaan was?"
En iets verder:
Een herinnering aan de bezetting
van Frankrijk door de Duitsehers en
aan wat Bismarck toen gedaan heeft
of heeft willen doen, maakt de politiek,
die Frankrijk in het laatste half jaar
tegen Duitschland voert, er geen haar
beter om".
Zoodat ik geen woord meer zal ver
spillen om mij te vrijwaren tegen de
beschuldiging, dat ik Poincarémet het
schild van Bismarck liati willen dekken.
Evenmin acht ik het noodig, mijn
geachten notaris uitvoerig van repliek
te dienen over wat hij schrijft over den
vrede van Versailles.
Niet eens, maar herhaaldelijk in
mijn vorig artikel, in die van 26 Aug.
som geld en sluipt door achterbuurten de stad
uit.
Op een boerenwagen liet hij zich dan zoo
snel en zoover mogelijk wegrijden naar het
woud in de omstreken, kocht zich op zijn
tocht de uitrusting van een woudlooper: een
geweer met driehonderd patronen, een bijl,
een mes, een schaapshuid, brood, zout en een
ketel, en ging zoo diep mogelijk het bosch in
totdat hij zijn nachtverblijf in een verlaten,
half vergane hut opsloeg met het idee van de
jacht te gaan leven.
Die illusie duurde maar enkele dagen, want
bij zijn terugkomst van een kleine expeditie
vond hij de hut bezet door een paar roode
gardisten die er zich gemakkelijk installeerden,
op den zoek als ze waren naar officeren van
Koltchak's leger en andere witte
partijgenooten, die hun heil hadden gezocht in de
vlucht. Onze woudlooper hoorde de verhalen
en de brandewijngroolspraak van de rooden
met een onverstoorbaar boerengezicht aan.
Later op den avond voegde zich nog een
vierde hij het gezelschap. Het was onmisken
baar de echte woudzwer\cr, men had hem
niet hooren aankomen en hij was dadelijk
thuis; met zijn schrandere onrustige oogen
nam hij iedereen op en trok zijn conclusies.
Den volgenden morgen ging hij samen met
de beide roode gardisten op weg. Ik kom
nog terug," zeide hij tegen Ossendowski.
Deze wachtte op hem den ganschen dag, maar
hoorde niets komen, alleen vernam hij op een
afstand een paar geweerschoten.
Wederom als den vorigen dag werd laat de
hut plotseling open gestooteu en door den
damp van het verwarmde vertrek verscheen
op eenmaal het lachende listige gezicht \an
Ivan den woudlooper. Ken goeden dag ge
had", zeide. hij, twee paarden, twee zadels,
twee geweren, 50 patronen, twee paar laarzen
enz. enz. ! Wat kijkt ge mij zoo aan? Fr is
niets aan die kameraden verbeurd. Maar hier
kunt ge niet blijven. Ik zal u naar een recht
schuiloord brengen, een heel eind verder op,
waar in dit seizoen geen sterveling komt".
Zooals hij had gezegd, zoo deed hij. Samen
marcheerden zij 'n vijfhonderd wersten. tot
zij aan een eeelerbosch kwamen. Daar hielp
Ivan zijn nieuwen kaïneraadeen ondergrondse)!
verblijf maken van een plek waar een machtige
cederboom was ontworteld en waar de over
blijfselen van de wortels nog strekten om de
wanden te steunen. Onderweg had hij hem
geleerd hoe in de open lucht te kampceren en
het nachtvuur te maken van zware houtblok
ken dat tegen de felste kou kon beschermen,
en hij had hem verteld van het leven der goud
zoekers langs de rivieren, een wild ras dat
zich door zijn toorn liet meêsleepen. Maar voor
hem was Ivan een trouwe dienende zorg ge
weest. Na hel afscheid heeft hij hem niet
weergeven.
Thans was hij alleen gelaten. Fr is geen
rijker leven denkbaar dan onder de
cederboomen. De eekhoorns, de hazen, de
hcrmelijnen krioelen er, de vossen vertoonen zich,
het gevogelte vergader! er, herten en ree
bokken komen nieuwsgierig kijken, ja zelfs
de beer, wanneer hij vroeg bij de hand is om
de bijen in hun werk te storen, gaat er snuf
felen. H r is een ruim \eld voor de jacht en
ook de vischvangst heeft haar opbrengst
wanneer de kleine wateren gaan ontdooien en
de zalmforellen in den paartijd de zijrivieren
opgaan. Fn goed jager en een handig man als
onze Ossendowski ongetwijfeld is. weet strik
ken te vlechten voor visscheii en als
beerenbiefstuk hem aanlokt, ziet hij er niet tegen op
den strijd te aanvaarden tegen den beer.
Maar de eenzaamheid !
In ieder gezond schepsel dat het gebruik
van zijn hersens heeft , zegt ons de man die
een paar maanden op wijden afstand van
menschen absoluut alleen heeft geleefd,
brengen de omstandigheden soms weer de
trekken te voorschijn van den piimitieven
jager en krijger en die helpen hem in den strijd
met de natuur. Maar zijn beschaving brengt
hem op zware kosten tegenover de eenzaam
heid. Hoe pijnlijk de strijd ook was tegen
honger en kou, veel verschrikkelijker waren
de dagen waarin mijn wil vocht tegen de ge
dachten en verlangens van vernietiging.
Het jaargetijde vorderde; niet heel lang
kon het meer duren of de groote rivieren
zonden wér stroomcnde wateren worden en
het werd tijd voor wie niet in het bereik van
Soviet-Rusland wilde blijven om op marsch
en 30 December 1922 heb ik hier als
mijne meening te kennen gegeven, dat
de aan Duitschland opgelegde schade
vergoeding behoort te worden vermin
derd. Tot welk percentage? Dat zou ik
niet durven berekenen; maar de notaris
weet het precies: tot 10 pCt.; hij biedt
geen cent meer.
In het artikel van 26 Augustus
schreef ik:
Duitschland kan alleen weer op de
been worden geholpen, indien het
voorloopig uitstel van betaling en vervol
gens gedeeltelijke kwijtschelding van
zijne verplichtingen krijgt niet van
zijn plicht tot herstel van de verwoes
tingen, die het in Frankrijk heeft aan
gericht, maar van alles wat daarboven
gaat".
Ik sprak toen alleen van Frankrijk,
omdat het aangehaalde artikel alleen
over de schuld van Duitschland tegen
over Frankrijk handelde. Maar na
tuurlijk heeft Duitschland ook ver
plichtingen tegenover de andere oorlog
voerenden.
Ook tegenover Engeland bijv. En
iets meer, dan mijn geachte
interpellant meent, die, met een beroep o. a.
op Keynes, het voorstelt alsof Engeland
alleen vergoeding zou kunnen eischen
wegens de niet noemensvvaarde"
schade, door Diiitsche luchtschepen toe
gebracht.
Maar in The economie conscquences
of the peace" (blz. 120, 121) noemt
Keynes de schadevergoeding, die Enge
land wegens aanvallen uit de lucht en
bombardementen uit zee zou ku.inen
eischen, alleen onbelangrijk tegenover
zijne andere vorderingen: die wegens
de verliezen van schepen en ladingen,
en deze aan de Engelsche handelsvloot
toegebrachte schade is ook volgens
Keynes buitengewoon groot"; het
door hem becijferde bedrag van
Engeland's vordering is dan ook niet veel
lager dan dat, waarop hij meent dat
Frankrijk aanspraak heeft.
Maar ik zal mij niet laten verleiden,
het verdere geschrijf van mijn corres
pondent op den voet te volgen.
Hij schijnt het er ten slotte voor te
houden, dat de geallieerden eigenlijk
niets meer van Duitschland hebben te
eischen.
Ik nu ben van meening, dat Duitsch
land, ook bij zijn laatste aanbod, ge
bleven is beneden het bedrag, dat het
volgens billijke eischen en naar
andere dus dan die van het verdrag
van Yersailles zal behooren op te
brengen.
En dat het ook kan opbrengen,
indien slechts de bezittende klassen
en in dit opzicht heb ik hun in mijn
vorig artikel de Franschen van na
KS7(i ten voorbeeld gesteld -?zich
bcitimiiMiiiiin
te trekken naar vreemde landen. Ossendowsk1
bereidde zijn tocht voor; hij naderde den
oever van de Jenissei, en hij zond een ver
trouwd persoon naar Krasnojarsk af om te
melden waar hij zich bewond en om zijn vrien
den te vragen naar geld, laarzen en linnen en
een kleinen medicijn- en verbandkist.
Dan wachtte hij op 'net vrij worden van den
stroom. Op een morgen barsste er een
oorverdoovende kanomiade los. Het was het ijs
dat van het Zuiden aankwam, en opgehoopt
en aangcstuwd onder het ijsdek der rivier,
drong totdat liet met een geweldige kracht
brak en opspoot, in de hoogte stortend al wat
op en onder het ijs zich had verzameld:
de lijken van officieren en paarden die de
slachtoffers waren geworden van de Siberische
revolutie, een afgrijselijk gezicht, maar ook
gedeelten van den oever, woningen en wegen,
dat alles in de hoogte geslingerd en weder
neerploffend, een natuur in verscheurende!!
oproer.
Maai' de weg was nu open of men kon hem
daarvoor houden: want ook de bolsicvviki
verzamelden hun troepen, hetzij om het vee
der boeren mee te voeren voor onderhoud.
hetzij om jacht te maken op \ UicHtelingen.
Ossendowski had een visschcr gehuurd om in
zijn boot wat hij bijeenhad aan bagage naar
een wijkplaats te vervoeren in een verlaten
goudmijn. Daar wachtte hij eenige dagen op
goede gelegenheid.
lien man uit de buurt kwam hem opzoeken.
Ossendowski wou hem van 't spoor brengen
en merkte daarbij dat hij met een gelijke te
doen had. l lij was een gestudeerd agronoom,
een vijand van de Bolsjewiki en wou eveneens
het land verlaten. Ossendowski legde hem zijn
plan bloot, om langs de Boven-Jenissei naar
Mongoliëte gaan, door te trekken naar Tibet
en te zien Britsch Indie te bereiken. De ander
vroeg hem te mogen vergezellen.
De nieuwe kameraad, wij zullen hem
voortaan den agronoom noemen, de boeken
zijn om goede redenen zeer voorzichtig met
het geven van namen, was een belangrijke
aanwinst, de levens- en zakenbesehouwing
van de beiden harmoniecrde en er was een
einde aan de geestelijke eenzaamheid. De
agronoom was ook lichamelijk niet gemakkelijk
Aan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenscht, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening te houden met den
voor het Weekblad meest geschikten om
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
normale afmeting van artikelen moet
op ten hoogste 1500 woorden, en die
van Feuilletons op ten hoogste 2000
woorden worden gesteld.
Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan liet
papier aan beide zijden is beschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden.
Alle inzendingen moeten
geadresseerd worden: Aan
het Secretariaat der Redactie
van De Amsterdammer", Week
blad voor Nederland, Keizers
gracht 333, Amsterdam, zonder
vermelding van persoonsnamen.
Illlllllllllllllll Illllll l || nu IIIIIHIIHHHII
rei d toonen offers aan hut vaderland
te brengen.
uien koers schijnt het nu eindelijk
uit te zullen «aan. Het laatste aanbod
van uitschland. bleef, ook naar de
meening van de jegens Duitschland
goed gezinde kringen in Engeland en
Italië, beneden wat het kon en moest
doen. Bij de voorbereiding van liet
tweede bod heeft men zich nu tot het
juiste kantoor gericht. Het groot-kapi
taal van de industrie vooral zal de
regeering in staat stellen tot een nieuw,
laat ons hopen: aannemelijk aanbod.
Zooals Braakensiek het op zijne
plaat heeft geteekend: tot nog toe had
Michel de geallieerden willen afschepen
met een zuur wijntje; hij zal nu in zijn
kelder moeten duiken en het beste vat
aanslaan.
K K K N K A M l'
uit het veld te slaan, hij was reuzenslerk en
altoos optimist. Als regeringsambtenaar
had hij volgens zijn pas vrijdom om per pust
te reizen. Dit verplichtte echter 11:11 hun
papieren, waaromtrent ze niet zoo erg secuur
waren, telkens aan de autoriteiten te VL'rtuonen
Maar dat is niet zoo gevaarlijk," troostte
de agronoom, want het mooie van de nieuwe
staatsregeling is dat de schoenmaker van
gisteren, die zijn ambacht niel verstond, de
gotierneur is van heden, en de man die iets
weet de straat veegt of de stallen van de roode
cavalerie schoon houdl. Die groote mannen
van van daag laten zich lot alles bepraten,
zelfs om geen gaten in je lichaam te maken
met hun geweren".
l:n de twee, gauw vrienden met elkaar ge
worden, rivaliseerden wie van hen heiden liet
best slag had om de Bulshewiki te overbluffen.
Ossendowski wou niet graag de mindere zijn.
De mentaliteit der ..runden" had weldra niet
veel geheimen voor hen.
Dit alles nam toch niet weg dat de mutc
naar de grens van Mongoliëten hnogsu- be
zwaarlijk was, al waren er paarden gekocht nm
den last te verlichten. Dan zonk men bii hel
bestijgen van bergen weg in den glihberigcn
modder, dan waren er in den nacht met de
vermoeide paarden snelvlieteiide rivieren over
te steken die nog blokken voortkruiden, In
den nacht ! want men moest altoos len hoogste
voorzichtig zijn om geen opspraak te ver
wekken: een enkele verkeerde stap zou den
dood tengevolge hebben gehad.
Ja, soms namen zij deel aan geregelde
gevechten. Ik neem die twee voorposten voor
mijn rekening," zei dan wel de aL'ronoom en
voortsluipende naar de schildwachten, nam
hij den een die waakte op, keelde hem CM
smeet hen in de struiken, daarna werd de
hersenpan van den slapende ingeslagen.l lij
kwam bij Ossendowski teniL': , Dat is
at'geloupen. (lod en de donder! Toen ik een jongen
was wou mijn moeder een priester van me
maken. Toen ik opgroeide werd ik een ge
studeerd agronoom in 't idee.... UICUM.MI.
te wurgen en hun brein te verbrijzelen. Ft. n
mooi ding de revolutie '