Historisch Archief 1877-1940
2 Juni 23. - No. 2397
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
CHARIVARIA
U hoeft me niet te sparen, ik zelf ben ook
onmeedoogenloos," schrijft Henri 't Sas in
de Nieuwe Eeuw. Men merkt dat wij niet on
meedoogenloos zijn.
AMSTERD. STUDENTEN
TOONEEL-VEREENIGING
Teekenlng voor De Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
, eutfcfilattb tteber Sloeg!
De Dag voert overwinningszeker
een eerlijken strijd." (Adv.)
Zoo komt het geluid onder de
denkbaar gunstigste omstandigheden
naar buiten." (Hbl.)
Wij kunnen u oogenblikkelijk niet
zeggen hoe het plan van aflossing
van die leening is." (Fin. N. en Uitl.bl.)
Een ingevoerd vakman verdient
de voorkeur." (Adv. N. R. C.)
Op de glibberige paden
In het speeksel nu treffen wij
stoffen aan van diverse pluimage."
(De Huishoudgids)
,.De sciffeur van Triton oefent zich
geruimen tijd. Hopen wij dat hij de
sporen van Fuhri Snethlage zal mogen
drukken." (Hbl.)
Gaat dat zien, gaat dat zien!
Dit alles zal versierd worden met
levende dahlia's en 's avonds overgo
ten door een extra electrische lamp."
(H. D.)
Zoowel Haydn als Mozart en Beet
hoven; welke genieën op elkanders
schouderen rusten...." (Res. bode)
Badkamers compleet te bezich
tigen, waarvan n in werking."
(Adv. O.H.C.)
Het moeilijke werkwoord
Hij plukte wat gras en lag dat
ter zijde van het nest." (U.D.)
De Valera ligt het hoofd in den
schoot." (O.H.C.)
De kerk mist 't masseuse." (O.H.C.)
'i Mensen hoort er ook niet.
De bloedneusproleten
In antwoord op het telegram van den
Minister-president Mussolini, dat hem beval
om in den bokskamp tegen Van der Veer te
overwinnen, seinde Spalla. direct na zijn
overwinning aan Mussolini:
Strijden in den naam van Itali
beteekent overwinnen. Ik heb gehoorzaamd!"
Daarop antwoordde Mussolini :
Je overwinning is bewonderenswaardig en
bewijst de onuitputtelijke energie van het
oude Italiaansche ras. Ik omhels je. Bereid
je thans voor tot den hoogsten kamp. Na
Europa de Wereld. Mussolini." (WW.)
Ministerie van Koloniën. Gevraagd
een doctor in de Rechtswetenschap
voor de spoedige vervulling van het
ambt van lid van het Hof van
Curacao." (Adv. W. v. h. R.)
Zonder goede getuigen onnoodig zich aan
te melden.
CORRESPONDENTIE
P. M. te A. Ik vraag u in gemoede, kan
men iets aan iets anders vasizuigen, zoo als
de taalzuiveraar Dr. Haje schrijft?
Antw. Mej. Adriana Slops, mijne schoon
maakster kan het. Het gordijn aan de tuit van
den stofzuiger. Ook de huzaar, naast wien
ik onlangs in de bioscoop zat. De lippen
zijner beminde aan de zijne. Ik hoorde het.
En toen het licht weder opging, en ik het
kersen-mondje van de kleine deugniet zag,
vergaf ik den cavalerist gereedelijk. (Verg.
ook het geval Mussolini-Spalla nierboven).
W. B. te. H. In de Nieuwe Drentsche
Courant, antirevolutionair orgaan voor Dren
the, lees ik: ,,Dat uwe specerijen uitvloeien."
Kunt u me zeggen wat dat beteekent?
Antw. Shake-the bottle. (Worcestershire
sauce.)
Antw. aan P. B. te. U. Iets, wat" is
correct.
Lieftallige meisjeshanden boden program
ma's. Meisjes in rose, in blauw, in lichtgroen.
Schoone meisjes. Alleenlijk schoone meisjes,
want het is de jeugd, die vermooit. Ook zij
hoorden heb ik het mis? tot het ge
slacht ,dat men de spes patriae pleegt te
noemen, de hoop des vaderlands: de studenten
En wie ooit student geweest mocht zijn,
voelde zijn hart wat sneller kloppen toen de
Senaat in de fauteuils verscheen mét den
sierlijken pedel en het heel goed strijkje onder
leiding van K- H. Steyn het ,.lo vivat" in
zette.
Dit was het joyeuse begin van een joyeusen
avond.
De voorstelling was ten bate der
Vereeniging Kinder-hulp", hetgeen lofwaardig is.
Als voorstukje ging De Club van het
Gevoel", eene fictie van de 50ste Eeuw in l
bedrijf door Ramon Pérez de Ayala, uit het
Spaansch vertaald door Balthazer Verhagen.
Als ik een vermoeden uitspreken mag. ge
loof ik dat Verhagen zijn fijnen Hollandschen
geest door dit stukje heen heeft laten spelen
of ronduit gezegd dat het
uit-hetSpaansch vertaald.... eene fictie is. Hoe dan
ook: Het was aardig. Wij leeren uit dit
eenactertje als wij het niet wisten dat de
wereld eeuwig veranderlijk n eeuwig onver
anderlijk blijft. Hoe de maatschzppij ook
wezen mag, of er algeheele socialisatie is
(gelijk in de 50ste eeuw volgens deze fictie dan
het geval zou zijn) of niet, de menschelijke
gevoelens, hartstochten en verlangens, zullen
steeds dezelfde blijven. Zou de Liefde uit
geroeid kunnen worden of zou men dit willen?
En de Zonde of zou men dit willen.? Nu dan:
de dramatis personen van de V. S. virile
secus" hetgeen zooveel beteekent als: van
het mannelijk geslacht" en die van de
femina positio", hetgeen zooveel beteekent als:
van het vrouwelijk geslacht" voelen zich als
tegengestelde polen in de 50ste eeuw net
zoo tot elkaar aangetrokken als thans. Het
speelsche vernuft van den schrijver heeft deze
eeuw tot een wel heel vervelende gemaakt:
De menschen zien er zonderling gekleed uit
in nvormige gewaden, gelijk duikers wel
eens dragen, hun hoofd is kaalgeschoren en
voeden doen zij zich langs chemischen weg.
want te veel eten geeft gevoel (wat wel eens
waar zou kunnen zijn). Maar Ulisses,
navorscher en bevorderaar der gevoelsrevolutie
laat zijne gezellen en gezellinnen het zoete
en het bittere van vroegere eeuwen proeven
en zij weten thans wat zoet en en wat
bitter is en dat ook de liefde zoet en bit
ter wezen kan. Na revolutie tegen-revolutie
en deze gevoels-club is het, die de liefde wel
weer invoeren zal.
Er werd door de dilettanten in dit stukje
goed gespeeld en vooral over het algemeen
duidelijk gesproken. En heel beschaafd,
hetgeen van zelf spreekt. De mise en scène
wasismaakvoLde regie van Frank Luns in het
geheel voortreffelijk. Dat niet steeds alle
gebaren juist waren het gebaar schijnt heel
moeielijk te zijn voor niet-beroepsspelers is
niet zijn schuld. Wij zouden eigenlijk de ijdel
heid der spelers niet willen kwetsen door ze
niet allen te noemen, want in aanmerking
genomen dat wij hier met amateurs te doen
hebben was het van allen een praestatie,
maar wij willen toch een extra pluimpje
geven aan den heer, die Ulisses speelde, de
hoofdrol, den opwekker tot de tegenrevolutie.
Het was de heer A. Hofland, en aan de Matrone
Cornucopia, onbewust op hem verliefd, me
juffrouw C. Struyken. En aan den heer A.
Moureux, die als Parmenides in dit amoureuse
spel onbewust verliefd was op Columnaria,
goed gezegd door mejuffrouw Madeion de
Fremery.
Daarna RenéBenjamin's blijspel Des
toevals genoeglijkheden". Denis Emmanuel is
een excentriek man, die gemakkelijk leeft,
zooals alleen Franschen dit kunnen. Hij heeft,
wat men 200 noemt, tact en gemoedelijkheid
in het is niet alleer) het toeval, dat hem veel
goeds in den schoot doet vallen, maar ook
zijn eigen genoegelijkheid. Zóó weet hij den
ernstigen dokterDenis voor zich te winnen, zijn
dienstmeisje Antoinette te beschamen, door
als deze het theeservies met opzet laat vallen
daarover heen te praten en wat zeer moeilijk
is in deze materialistische tijden zijn
HOTEL-RESTAURANT
CAFEHOUDtRV
De Middenstandblokkers: Laat ze maar lachen, wij hebben toch de Weisste partij gekozen!'
iiiiiiiiiiimiiiHiiiiiiuii iiiini MMIIII iiiiiiiiiiiimiiimiiiiMiimiiiiiimiiiiimmiiimiimmiiiimiimiiinimiiimimmmmimmiim
beertjes leidenden kleermaker af te poeieren.
Later zien wij hem voor een examencommisie
verschijnen, inplaats van des dokters zoon,
die Emanuel Denis heet, zoodat die naamsver
wisseling begrijpelijk is, en wel vermakelijk
zijn zijne logisch-dwaze antwoorden, die hij
op de vragen van de charge-professoren geeft.
Ten slotte krijgt hij de lieve dochter van den
dokter tot zijne bruid.
De hoofdrol van Denis Emanuel is wat men
in tooneelkringen een kei van 'n rol" zou
noemen en de heer P. van Braam van Vloten
kende haar als zijn naam. Bovendien aarzelen
wij haast niet als wij hem een tooneelspeler
van ongemeene kwaliteiten zouden noemen en
ik heb wel eens raisonneurs op het echte
tooneel" gezien met minder talent. Dat het
tempo van het spel nu juist niet Fransen
genoemd kan worden, zullen wij intusschen
maar niet al te euvel duiden. Ook dokter
Denis met zijn drukke gebaren (de heer Jan
den Tex) deed ons wel eens vergeten dat wij
hier met amateurs hadden te doen, mejuf
frouw Snus van Kempen Valk was aardig als
des dokters dochter, de heer A. O. Fennema als
zijn zoon eveneens, de heer J. C. S. Warendorf
typeerde den kleermaker goed en geestig,
mejuffrouw Madeion de Fremery was het
kittige kamerkatje Antonoitte en wij zagen"
haar wel, de heer Max Brouwers gaf goed
typespel als den pedel en de overigen brachten
het hunne bij tot het wel slagen van deze ver
tooning.
Na afloop een schoone toespraak van den
Rector van den Senaat tot den voorzitter van
de A. S. V. waarna deze verscheidene kransen
van verschillende corporaties in ontvangst
mocht nemen. Ook de regisseur Frank Luns
werd gelauwerd, naar verdienste.
EDMOND VISSER
Roem
Ik ben gegaan langs tal van roode daken,
Des nachts door zilv'ren maneglans versierd.
Waar dorre blaren dolle dansen maken,
Als in November 't Noorderwindje giert.
Ik ben gegaan langs breede en smalle goten,
Waar grauw gespuis van musschen zich ver
gaart.
Hoe heeft mijn hart daarbij van vreugd ge
noten,
Mijn mond gesmuld, mijn tong gelikkebaard.
Waar and'ren zich uit vrees niet dorsten wagen
Of, vluchtend, hebben laf hun piek geschuurd,
Heb ik mij steeds gelijk een held gedragen.
Ik was de beste Kat van heel de buurt.
P E E R K E DEN BELG
iitlnmiiiliiittiiuimtiiiiiittitiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiuii
MllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIlllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIItlllllMlllllllllllllllllllllllllllllllItl
iifiijiiiiiiiiimiiiiifiiifm
MIXED PICKLES VAN DE
RIVIERA
I. De Duurte
Ik wou, dat de Riviera nog ontdekt moest
worden, en dat ik er dan woonde. Als ik er
dan wat te zeggen had, kwam er een
prikkeldraad-versperring om heen. Hoogstens zou
ik er menschen toe willen laten op een of
twee vaste kijkdagen, zooals in de
Hanburytuinen het geval is. Want het beroemd-zijn
moge voor sommige kunstenaren fataal zijn,
voor oorden gelijk dit, is het in menig opzicht
even funest.
Als ik dat zoo neerschrijf, en dan opzie
naar buiten, waar op het oogenblik de zon
achter de bergen gedaald is, de lucht
zachtfraise gekleurd, de bergen als van massief
staal zijn inde schaduw,de zee ginds smaragd
groen vlekt en de zilvergroene bosschen op de
hellingen van ap Martin als wolken fijne
kant neergezegen liggen op den donkerenden
lan'dtongrug, terwijl de roomwitte huizen van
Mentone, met hunne zachtroode daken, vlakke
pastei-tinten, beneden me, in de avondrust
onderde strakke voorjaarsluchtdroomen, dan
krijg ik even het gevoel, alsof ik op het ver
keerde spoor ben,door me af te laten leidenvan
het voornaamste, door 't minder belangrijke.
Maar als ik het goed bezie, heeft het
eene met het andere evenmin iets uit te staan,
als het Vondelpark bijvoorbeeld met de in
terne aangelegenheden van een rattenfamilie,
die zich aan de boorden van een der vijvers
zou hebben gevestigd. Alleen maar, dat men
op een oogenblik wel eens zou kunnen vinden,
dat er teveel ratten zijn. Maar daar het ver
delgen van ratten vooralsnog niet officieel
gelijk gesteld is, met dat van hinderlijke
menschensoorten,?hoewel er niet zoo'n
hemelschbreed verschil is tusschen rattenvergif en
chloorgassen, wat de uitwerking betreft,
dienen we vooralsnog onze ziel in
leidzaamheid te bezitten, en dat is maar goed ook.
Maar te ontkennen valt het toch niet, dat
de geweldige toeloop van vreemdelingen naar
deze kuststrook niet altijd even gunstig werkt
opdenaard van de inwoners niet alleen, maar
ook op de mentaliteit der vreemdelingen zelf.
Er ontstaat zoodoende een geforceerde ver
houding, die de stemming in zoo'n plaats of
plaatsen niet dat aangename geef t, wat iemand
er zich thuis doet voelen, sympathie doet
krijgen voor land en menschen, mee doet
leven in het va-et-vient van het vreemde land,
en zoo'n land een tweede vaderland doet wor
den. En zeker niet, indien alle handelingen
over en weer er langzamerhand op berekend
worden, dat men denkt: nou ja, straks ben
ik, of zijn zij toch weg.
Ik preciseer: Als we den toestand beschouwen
zooals die nu hier aan de Riviera is, dan zien
we eenerzijds een groote toeloop van menschen,
voor het allergrootste deel komend uit landen
met hooge geldswaarden,Engeland enAmerika
(minder, maar ook verder Denemarken en
Holland), die hier natuurlijk daarvan
profiteeren, andersdeels de stationnaire bevolking,
die voor het allergrootste deel leeft van dien
vreemdelingentoeloop, en bovendien in de
laten we het ruim nemen zes maanden van
het jaar, dat die toeloop duurt, moet zien te
verdienen, wat elders in een geheel jaar ver
diend wordt. Want, is de vreemdelingenloop
weg, heeft de stroom zich gekeerd naar Aix,
naar Vichy, of naarde Noorder badplaatsen,
dan sluiten de winkels hier voor het grootste
deel; eensdeels vertrekken de neringdoenden
zelf ook naar Aix, om daar in het
zomerseizoen een bedrijf te openen en hier in d en herfst
weer terug te keeren, andersdeels gaan ze
als spaarzame Franschen, op hun kleine huisjes
dieper in de vallei zitten, en brengendaarden
zomer door eveneens tot in den herfst de
vreemdelingenstroom weer te loopen begint.
Over het algemeen is dus hier het bedrijf
over zes maanden hoogstens verdeeld, waarin
voor een jaar moet worden verdiend. De
groote en allergrootste hotels zijn niet langer
open, dan van l December tot l Mei. Er zijn
eroie 15 April al sluiten. Alle neringdoenden,
leveranciers, doen desgelijks. De machine, die
naar het eind van het jaar steeds met voller
kracht werkt, wordt tegen Mei weer geleidelijk
stopgezet, om in den zomer geheel stil te
staan. Dan is Mentone uitgestorven.
Over het zonderlinge van dit feit, dat juist
de zomermaanden hier zoo prachtig zijn, en
er dan hier geen kip komt, zal ik thans niet
uitwijden. De feiten zijn nu eenmaal zoo. Maar
ze wijzen op een kunstmatig aangezet en in
bedrijf gehouden vreemdelingenverkeer. Niet,
dat er geen raison d'être bestaat, voor het
winterverblijf hier. Dat behoef ik niet te
betoogen. Maar door den winter allén en in
hoofdzaak als den tijd aan te geven, waarop
men hier komen kan, wordt alles in n ver
band gehouden, waarbuiten geen vreemdelin
genverkeer aangemoeaigd wordt, en wat oor
zaak is, dat in het winterhalfjaar dus het
gehéle jaar-exploitatiebedrijf wordt samen
getrokken.
Ligt hierin dus al in de eerste plaats een
reden tot duurte van alle levensmiddelen, en
eigenlijk van alle artikelen, welke men behoeft,
de luxe-artikelen zijn natuurlijk nog duur
der,?erger is, dat deze uit den aard van het
bedrijf voortspruitende duurte, tegenover
vreemdelingen, wier muntstandaard momen
teel zooveel hooger is dan die van het eigen
land, door deze laatste omstandigheid nog
sterker opgedreven wordt. En in de hand ge
werkt door een publiek, dat alles met de prijzen
in eigen land ging vergelijken, en hier alles
zoo buitengewoon goedkoop" vond. En dat
overal, ook tegenover den winkelier, blijken
Het', Gevolg: een prijsbepaling, niet meer naar
de waarde van het artikel, maar naar de
schatting: wat kan ik er van maken?
Als een staaltje daarvan het volgende: een
van mijn kennissen heeft van de Italiaansche
ivoorsnijders aan de grens een camee gekocht
van bescheiden waarde en wil tfie ingelijst
hebben, voorzien van een spelden geheel in
orde gemaakt. De eerste goudsmid vraagt
hem daarvoor 40 francs. De zeden hier kennen
de gaat hij ook nog eens naar een andere, die
hem 60 francs vraagt. Als hij zich dan tot
een derde wendt, ontspint zich het volgende
gesprek: Monsieur, ik wilde deze camee in
orde gebracht hebben, wat kost dat?.... De
gouasmid ziet van de camee naar m'n vriend,
en van onzen vriend weer naar de camee....
Dan zegt hij: Dat is een héle mooie steen,
Monsieur, een héle mooie steen.... heel
mooi. Die zal U wel een hoop gekost hebben".
Pauze. Daar kan U zoo maar niet het eerste
het beste randje omzetten, dat moet iets
goeds zijn. Iets heel goeds...." M'n vriend
zegt nog steeds niets. En U wilde weten
wat dat kosten moet ?" gaat de koopman door.
En als m'n vriend nog steeds zwijgt, zegt hij
langzaam: Als U het wil hebben naar de
waarde van den steen"... hij wacht weer even
en kijkt m'n vriend vragend aan,.... dan zal
dat moeten kosten.... weer een blik....
nu, 200 franc !
Flang.... Maar het pijltje ging niet op.
M'n vriend vond het wat duur.... En
toen volgde het karakteristieke: Duur, Mon
sieur, maar wat is 200 franc nu in uw geld?..
Het bleek,dat hij ons voor Engelschen aanzag.
Maar de opmerking was kenschetsend. Dit
maal ging de buit hem echter voorbij.
Ik had het erover met iemand, die hier al
meer dan 25 jaar woont. Meneer, zei hij mij,
de Engelschen hebben hier de prijzen absoluut
bedorven. Die kwamen hier in 1920 al met
hunne Ponden, en vonden alles hier belachelijk
goedkoop. Onmiddellijk gingen het eerst de
huren in de hoogte/Appartementen, waar
voor nu minstens Frs. 2000 per seizoen wordt
gevraagd, kostten toen neg niet de helft
per seizoen (officieel is het seizoen van 15
Oct. tot 15 Mei). Hotelprijzen waren min
stens J3/5 van nu. Levensmiddelen dito.
Natuurlijk zijn er ook andere oorzaken,
maar zooveel is de frank sindsdien niet ge
daald, dat de prijzen zooals mi het geval
is, soms met meer dan het dubbele naar de
hoogte moesten gaan. Alle dingen die vroe
ger voor de Engelschen werden ingekocht,
welke de inwoners zelf niet gebruiken, waren
welduurder, maar niet zoo duur als thans ! EB
nu is lles hooger. Boter is hier veel duurder
dan in Holland, evenals vleesch en melk. En
de prijzen in de winkels hier en in Nice, een
groote stad, die altijd druk is, en dus niet
zoo afhankelijk is van de vreemdelingen
stroom, verschillen zooveel, dat men meestal
de kosten van den trein er uithaalt door
in Nice te gaan koopen, ook wat kieeren
en goed betreft, zelfs al heeft men niet vee!
noodig.
Nu is de stand van onze muntstandaard
natuurlijk toch van belang voor het verblijf
hier. Maar het bewijs, dat alles duur is, wordt
geleverd door het feit, dat men desondanks
maar weinig goedkooper leeft dan bij U.
Men kan het goedkoop aanleggen, en dan
biedt de gesteldheid van het land en zijne
voortbrengselen daartoe meer gelegenheid
dan Holland biedt. De reden, dat men hier
goedkooper leven kan, als men niet in palaces
van hotels terecht komt, ligt echter niet
aan den prijs der levensmiddelen, noch enkel
aan den stand van de geldmarkt. Als men
dit beschouwt, kan men pas begrijpen, hoe
goedkoop de inwoner hier leven kan, en welke
rijke levensbronnen dit land bezit.
En juist daarom zei ik in het begin, hoe
de vreemdelingenstroom funest werken kan
in een streek, waar alles hierop op berekend
is, maar welke toch hulpbronnen genoeg
bezit, om het er buiten te kunnen stellen !
In zeker opzicht wordt door den geldstroom
maar een gedeelte der inwonenden bevoor
deeld. Wel trekkende gemeenten er geld door,
welke gelden natuurlijk wél 't algemeen ten
goede komen, maar daar staat tegenover, dal
ook alles er op ingericht wordt, om geld te
kosten ! De vreemdeling betaalt toch. Qevolg:
een in sommige plaatsed b.v, kunstmatig op
voeren van festiviteiten, die niemand noodig
heeft, en die, het moet erkend worden,
niet erg animeerend zijn, omdat liet
meer bon ton" is, om er aan mee te doen,
dan genoegen. Alleen het Carnaval maakt
hierop een uitzondering, en.... typisch, dit
is het eenige feest, waaraan ook de bevolking
deelneemt.... en niet officieel geld kost.
Maar batailles-de Fleurs en dergelijke feesten
zijn nu eenmaal traditie aan de Cöte d'Azur,
en als het in Cannes en Nice gebeurt, dan
moet het elders ook. Enfin, als dat genoegen
kan doen.... !
Zoo zit de zaak hier uit een dagelijksch"
standpunt bezien in elkaar. Ook de Riviera
heeft zijn problemen. En die lost de Zon
niet op, ook al wordt de verkillende nuch
terheid ervan door hart warmte wat ver
zacht.
T IJ ;\1 S C II ! I. l' t: R U o K T