De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 9 juni pagina 3

9 juni 1923 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

9 luni 23. - No. 2398 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VüR NEDERLAND N.V. PAERELS Meubileering-Mij. AMSTERDAM COMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin128-Tel.4541N. GRAND HOTEL DES ARDENNES Groot park. Terrassen. Tennis. Pension vanaf 25 francs. Vraagt gratis Prospectus. Mevr. G. v. d BIIHK, Corsetière Keizersgracht 772 te A'dam, TEL. 1751 Ateliers voor Reparatiën. In den Haag eiken Vrijdag Hotel Central, BAARN Bouw- en Woningbureau van de N.V. Woning-bureau v/h J. D. F.VAN DER VEEN, Kantoor van Vaste Goederen.TedingvanBerkhoutstr.3. WHITE is DE VRACHTWAGEN Eenig Importeur: N.V. Gebrs. NEFKENS' Automobiel Mij. AMSTERDAM UTRECHT Katoen Sportkleeding en Waschbare Badrjjfskleeding Het Vakkleeding Magazijn G. B. A. HENSEN Paarlaarsteeg l, Haarlem Spoors WA.spoorjr. Culcmborq fr. 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 5812 HEMDEN HAAR MAA7 WONINGBUREAU riodin Makelaar U UI IGTMlll N. Baamstraat 61 - Baarn Tel. 244 VIERHOUTEN - VELUWE HOTEL DE MALLEJAN" Telef. 2 Moderne Inrichting, rustige ligging, bosch, hei en duinen, 33 kamer s deels stroomend water, badkamer. Voor- en Najaar volledig pension f 4,50 p. p. p. d. H. Molenaar. LEUVENUM - VELUWE HOTEL DE ZWARTE BOER" Telef. Elspeet 8 Geheel gerestaureerd, modern ingericht, pracht ligging, bosch en heide, 15 kamers, badkamer, in depandance. 't Jachthuis". Voor- en Najaar volledig pension f 4,50 p. p. p. d. P- Molenaar. FARHIfvK VAN PANT MET N UTRUSTINQ UtT'DC BIJENKORF* D« NWUWI CATALOttU» ± WO M.APZ. ?JLUSTKAT1ES, PHAM9O ERVEN KRAMER ? SINGELs3£3O m AMSTERDAM'* 16 Juni. MarsBills?Dauphlné. 7 Juli. Genua?Engadin. 4 Aug Genua?Midden-Zwitserland. BRISTOL, THEEMSVALLEI, LONDEN, 14 Juni, 12 Juli, 9 Augustus. 3STO O ETW EO-El-T 30 Juni, 14 Juli, 28 Juli, 11 Augustus. Vraagt gratis inlichtingen en progr. LISSONE & ZOON AMSTERDAM » KERKU1L' nÖLLER P.C.HootoatSUmsteriiaiR Telefoon Z 5425 Viool-en Strijkitokkenmaker Speciaal Adres voor OUDE VIOLEN en CELLI ?aW~ SNAREN Stapel's Luxe Auto-Verhuuronderneming SURINAMESTRAAT 47-49, "«J; {J; }? HANDELinAUTOMOBIELEN, OLIE, BANDEN, ENZ. STALLING VOOR AUTOMOBIELEN, ENZ. VAKKUNDIGE REPARATIE-INRICHTING 11111111 muiiittminiiiiiutiitiii niniiiniiiiiiiiiniii GENETICA EN AUTOGENESE Genetica is niet de naam van een of ander nieuw verdoovingsmiddel, doch die van de nieuwste wetenschap: de biologie van de samenleving, de leer van de erfelijkheid der geestelijke en andere eigenschappen. Wie nu nog niet weet, wat er wordt bedoeld, mag het lijstje overwegen van de afstamme lingen van Ada Juke, dat men zoo herhaalde lijk tegenkomt, dat wij er geen bezwaar in zien het hier over te nemen uit een feuilleton van den heer K- Kuiper in de N. /?. Ct. van 8 Mei j.l. De familie stamt af van een landloopster Ada Juke die in 1740 stierf.De familie werd in 1877 voor 't eerst nagegaan. Er konden 6 generaties worden nagespeurd in totaal 700 nakomelingen. Hiervan stierven er 300 in hun jeugd, onder de rest waren 142 arm lastigen, 64 krankzinnigen, T2 misdadigers, waarvan 12 moordenaars, 174 prostituees. Slechts een twintig tal leerden een ambacht, waarvan de helft nog m de gevangenis, en alles in alles hadden zij toen, door hun opsluiting, ondersteun'ng etc., den staat reeds 1,250,000 dollar gekost. Bij het tweede onder zoek in 1915 kon men 9 generaties naspeuren. Men kende toen 2820 afstammelingen waarvan ongeveer de heltt nog in leven. Ondanks het feit dat de leden der familie zich in 1880 over het heele land ver spreid hadden, en daardoor in andere omstandig heden waren gekomen, was hun natuur in geenen deele veranderd en bleven zij dezelfde psychopatisch aangelegde creaturen In 1915 hadden zij den staat reeds 2,500,000 dollar gekost. De familie Juke staat echter niet alleen. Er is ook nog een familie Kallikak", die mede het materiaal levert voor de nieuwe weten schap. VOL AU VENT IV. Zet de pastei in een heeten vovm. Kijk er de eerste vijf minuten niet naar. Vul ze met ragout, en leg er het dekseltje weer op. WANNÉE. Soms, Regina, mijne liefste, onderga ik doodelijk-melankolieke stemmingen, vooral nu de neurasthenische tand des tijds , me na de laatste bedlcgerigheid meer dan gewoon lijk te pakken heeft. Br zijn ochtenden, grau we ontwakenissen, als in het bijzonder geen verkwikkend zonnestraaltje door de pompadocren gordijnen heen-tast en liet kniezend gotikker van den regen je ziel nóg een wijle onder de beschermende dekens doet schuilen. Zoo ook vanmorgen, toen de zachtzinnigste van alle hospitas me met het geweld van veel argumenten wilde ^dwingen een warm glas melk met veel Emser-zout, als remedie voor mijn aangedane bronchen, en dit alweer op mijn nuchtere maag, te slikken. Ik gromde haar op hoogst-onredeliike wijze de kamer uit, keek zelfs de'ochtendpost, met brieven en druk werken, die zij met een paar beschuiten op het nachtkastje, keurig als altijd en met meer dere levensvreugde dan ik op dat oogenblik bezat, etaleerde, niet in, en met een topzwaar hoofd, de menschheid, en de letterkunstige bovenal, hevig-vijandig aanvoelend, gewerd mij de Spartaansche, waarlijk-gedrochtelijke gedachte, om een hardhandig einde te maken aan het wurmend bestaan van een aantal mijner onvoldragen. mitsgaders wormstekige geesteskinderen. Waarom had een klassiek volk wel den moed het mismaakte kind ver dere levens-avonturen te besparen, en ver troetelen wij de broddelendste littéraire Het moet er cenigzins zonderling uitzien met een wetenschap", die althans voor een deel is opgebouwd op dit materiaal. Materiaal, dat een verdediger der Genetica aanleiding geeft tot een uitlating als deze, dat dergelijke genealogische" onderzoekingen leiden tot belangrijke conclusies betreffende den invloed, dien zekere stamhouders door hun nakome lingen op het wel en wee van den staat uit oefenen". Het is in andere wetenschappen steeds be schouwd als enfoncer une porte ouverte" te beweren, dat de factoren invloed uitoefenen op het product. Het bleef aan den Apostel der Genetica voorbehouden deze ontdekking a titre de nouveauténeer te schrijven. De gene tica gaat echter blijkbaar verder dan andere wetenschappen door n.l. den schijn aan te nemen van te beweren, dat slechts n factor in een groot aantal vermenigvuldigingen het product bepaalt, afgezien van alle andere fac toren. Bezien wij het voorbeeld-Juke eens nader. In 1877 ging men de nakomelingschap na speuren van een in 1740 overleden Amerikaansche landloopster. Hoe het er in de eerste helft van de acht tiende eeuw in Amerika uitzag met den burger lijken stand, weten wij niet precies. We meen den steeds, dat goed bijgehouden bevolkings registers van later tijd uit dien van Napole on stamden en het feit, dat nooit een Ame rikaan de eer dier ontdekking voor God's own country" heeft opgeè'ischt schijnt er op te wijzen, dat een gegronde aanspraak op de registreering niet door Amerika in het midden kan worden gebracht. Maar er waren doop boeken en huwelijksregisters zal men zeggen, en daarop valt niets aan te merken. Nemen wij echter aan, dat het overzicht juist is en dat door een voor de genetica ge lukkig toeval deze krachttoer is gelukt. Op Ada Juke valt, van het standpunt eener geordende maatschappij, werkelijk iets aan te merken. Zij was landloopster in 1725 of daar omtrent, d.w.z. in een tijd, toen zooals algemeen bekend is ! alle andere Amerika nen gezeten stadsmenschen waren, koopman en lid vanden kerkeraad.Toch kreeg zij kinde ren, die op hun beurt gewannen" en zoo ver volgens het rijtje verder af. De vader van elk der kinderen blijft buiten beschouwing. Al thans men hoort niets van hen. Toch behoorde in een zoo goed gedocumenteerd geslacht ook omtrent hem (of hen) althans iets vast te staan, vooral als dit geslacht moet dienen om er een erfelijkheidstheorie aan te demonstreeren, tenzij de genetica ook werkt met autogencse.... Of die vader een roodhuid was, een scalpjager, een kerkeraadslid, burgemeester of paardcndief mogen wij niet weten, hoewel Ada er recht op heeft, dat niet de geheele schuld in haar schoenen alleen wordt gescho ven. Was de vader een gezien burger, die bijv. na een periode van hard werken eens een slip pertje maakte, dan zou men tot de conclusie moeten komen dat een onfatsoenlijke" en een fatsoenlijke" factor een onfatsoenlijk product moeten leveren en dat goedheid en braafheid geen invloed uitoefenen, hetgeen in een erfelijkheidstheorie al evenmin als in de rekenkunde pleegt op te gaan. Was het ook een schuinsmarcheerder, zoo goed als Ada, dan is het niet netjes haar alleen als de schul dige te brandmerken. Dit wat betreft het eerste geslacht. Wat opgaat voor de kinderen geboren uit Ada en de(n) onbekende(n) vader(s), geldt natuurlijk a plus forte raison voor de kleinkinderen en betoverachterkleinkinderen, die toch ook telkens een vader of een moeder moeten hebben gehad, wiens (wier) invloed men, zelfs in een nieuwe wetenschap, niet geheel mag verdoezelen, al heeft men nog zulk een mooi staatje.... Van die vaders mogen wij alweer niets weten. Er moeten zoons en althans kleinzoons van Ada zijn geweest, die zich vrouwen kozen uit de dochteren des lands en ook deze dochteren worden met zorgvuldigheid uit het geslachtsregister ge limineerd. Wel schijnt uit het groote gemak, waarmede de familie gedurende zeven kwart eeuw is nagegaan met de rekening voor den Staat er bij: 81.250.000.?te moeten worden opgemaakt, dat die zonen hun vrouwen voor beeldig trouw bleven, zoodat men bij de ge boorte van hun kroost onmiddellijk als vader den een of anderen Juke kon vaststellen. En uit de ijzeren consequentie waarmede Ada de schuld van alles krijgt, moet men wel concludeeren, dat er aan de huwelijkstrouw in de familie Juke wat er dan ook overigens op viel aan te merken niet het minste is te zeggen. Het moge een zooitje geweest zijn in elk opzicht: de huwelijkstrouw was buiten kijf. Al was het alleen maar om den lateren genetischen statisticus niet in den war te brengen. Nu het debet van de in 1740 overleden Ada. Tot 1877 waren er nakomelingen 700, waarvan opgegroeid 400. Daarvan waren er 142 armlastig, 64 krankzinnig, 72 misdadig, 174 prostituee en 20 vakman. Van die laatsten leerden er 10 hun vak inde gevangenis, zoodat deze vermoedelijk tot de 72 misdadigers be hoorden. Te zamen zijn er dit dan 464. Van de 400. Er moeten dus doubletten zijn. Hoeveel doubletten er zoodoende zijn wordt in het keurig overzicht niet vermeld. Maar als er meer doubletten zijn dan noodig is om het cijfer van 464 te reduceeren tot precies 400, kwam de conclusie niet uit en wel te minder naarmate er meer afstammelingen zouden te vinden zijn, die niet in te deelen waren in een dier groepen van psychopathisch-aangelegde creaturen". Wetenschappelijk bewijst het staatje dan ook heelemaal niets, tenzij het ettelijke tientallen procenten vollediger is, dan men het steeds gelieft te citeeren. Of van elkander na te schrijven. Het eenige wat het bewijst is dit. Van de 400 afstammelingen van Ada Juke (en de vele vaders en moeders, die niet tot haar geslacht behoorden) waren er vermoedelijk de helft vrouwen en van die circa 200 leefden er 174 onzedelijk. Dit is niet vleiend voor de familie. Maar mag* men verwachten, dat de dochter van een landloopster en een vader, van wien men ons met groote hardnekkigheid niets wil mededeelen, in een behoorlijke omgeving met school en zondagschool is groot gebracht en dat zulk een meisje de kennisse had des goeds en des kwaads, zoodat zij braaf" is gebleven trots de verlokkingen om haar heen? J. H. A L T o N A. (Vanwege de redactie bekort). minimum iiiiiiiiiiiiiiniiiin lltllllllllllllllllilllMHIl kleuters, telkens weer wanend dat we dienen te potten en te vergaren vooreen Nageslacht, dat nimmer voldoende energie zal kunnen verkrijgen, om de bergen van kunstschatten uit deze tijden te doorwaden ? Kreunend onder de moltonncn deken, overwoog ik, Regina, aan hoeveel bloedschande ik me reeds in deze landen had schuldig gemaakt, en de vuisten ballend, gelijk een auteur-man het, bij een stellig besluit, pleegt te doen, nam ik mij triestig-stellig voor, het heroïsch Exempel van Landru te volgen, straks het vulkacheltje ~elj aan te maken (de bosjes van het Heilsleger lagen onder mijn bereii<) en een hoonende verzameling manuscripten, begonnen, halfvoleindigd, in ontwerp gereed, aan de gretige vlammen, van een wijsgeerig haardvuurtje prijs" te geven. Wat had je er aan, om nog meerdere deelen en deeltjes voor Leesgezel schappen en Lees-bibliotheken te baren? Voelde je geen druk op je vermoeide hersens, als je de tergende reeksen gebonden en ingenaaide getuigenissen van honderden, dui zenden talentvolle collegas in de zalen der Universiteits-Bibliotheek en van het Leesmuscum aanschouwde? Was het niet in verblijden de mate een zelf-verlossing, als je den moed had in een knepperend vuur van Heilsleger-bosjes en manuscript-flarden te staren? De nwrtuis uil nisi bene.... Toen dronk ik mijn heete melk met Emscr, beknaagde een beschuitje, bekeek de prenten van De Telegraaf met wat begrafenis-kieken, en eindelijk iets meer mensen, zij het een met ochtend-humeurigheid, opende ik de post. Rekeningen. Belas ting-waarschuwing. En tot aangename morgen-lektuur de liericMcn en Mededcelingen der Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbran ding, absusicvelijk bij mij bezorgd, omdat het blaadje nog steeds geadresseerd aan wijlen Oom Jean, reeds in 1922 in een Urnen-tuin neergelaten, wegens niet beste/baarlieid, vol gens aanteekening der Nederlandsche Poste rijen, aan zijn nazaat Hans, ter kompleteering van het adres, werd afgeleverd. In volbloediger, jeugdiger jaren, Regina Gij, klank bodem van mijn innerlijkst hebben-en-houden, naamt het met verwijtende oogcn waar ! -- verslond ik De Balzac, Zola, De Maupassant, Rachilde, Romain Rolland, en wat de Fransche Letteren, de Esprit Gaulois, aan goden, halfgoden en bastaard-goden, uit den hoorn-des-overvloeds schudde, doch ik deed dit in stille middernachtlijke uren, van de periode der Kaars af tot die van het walmloozc Mignon-lampje, en nooit in de nuchtere kilheid van den morgen. Maar thans, zoo kort op de vernietigingsplannen, de verhitte vulkacheltjes-voornemens, leek mij het Jaarver slag van de Facultatieve Lijkverbranding een Omen, een voorbeschikking. Ikverslond op nieuw, tijd, plaats, plicht vergetend, verza kend, verdiepte mij zoodanig in de wonderen der Verassching, der Ovens, het Crematorium, het Columbarium en der Urnentuinen, dat mijne toegewijde hospita bij herhaling de slaapkamerdeur, beklopte, in vreeze dat mij iets ongewoons overkomen was. En, er was mij iets geschied. Borger's woorden: Druk zacht mijn dooden, lijkgesteente ! En dek ook eerlang mijn gebeente, Bij 't overschot, dat mij behoort," hebben afgedaan. Ik weet, zoo al niet waar ik sterven zal, dan toch dat ik verascht zal worden. Het tarief dezer verassching bedraagt slechts / 75. voor leden. 22 Mei j.l. had in het Crematorium der Vereeni ging de 1190ste verassching plaats. Met name herdacht de \vn. Algemeene Voorzitter op de jaarlijksche Algemeene Vergadering te Utrecht, de 1000ste verassc/üng, welke eer toevalligerwijze te beurt viel aan het Eerelid, den oud-Algemeenen vorzitter. Dr. J. de V. Zijn assche/'zeide spreker: ruste in vrede !" Bij het groeiend aantal leden der Vereeniging wordt ter kennis gebracht, dat de aanvrage om crematie telegrafisch kan geschieden. In geval men de kisten der Vereeniging wenscht, gelieve men duidelijk en zakelijk de werkelijke lengte van de overblijfselen, zoomede het adres op te geven. Omdat de nieuwe Wet binnenkort voor de crematie een laatste wilsbeschikking kan eisenen, zorge men er reeds nu voor, dat na het uitblayen van den allerlaatsten adem, een onmiddellijk te vinden verklaring gereed ligt. Deze verklaring, welke geen ordelievend burger, die voor nauwkeurigheid en regelmaat voelt, mag vergeten, moet eigenhandig ge schreven, gedateerd en geteekend zijn en kort en bondigst luiden: Ik bepaal dat mijn lijk verbrand moet worden !" De Algemeene Se cretaris deelde bij aanvang der Vergadering mede: dat de lantaarnplaatjes terecht zijn. Door een aanwijzing van den heer Van B. werd hij op het spoor gebracht. Een onmid dellijk ingesteld onderzoek had het succes dat de verloren gewaande en zeer betreurde plaatjes werden thuisbezorgd. Deze verheugen de mededeeling moet spreker laten volgen door de zeer onaangename, dat de nieuwe oven in het Crematorium niet voldoet. De ver assching duurt veel te lang, waardoor de oven in geregelde exploitatie onbruikbaar is. Tot geruststelling der Vergadering, kan spreker er aan toevoegen, dat de oude oven zich schitterend houdt. Vrees voor stopzetten behoeft men dan ook niet te hebben...." Hierna kwam aan de orde de wijziging der' Statuten. De afgevaardigde uit Apeldoorn bekladde o.in. Art. 5.: Indien het Bestuur eener plaatselijke afdeeling, bezwaar maakt iemand als lid (voor de Verassching) aan te nemen, onderwerpt het de zaak" aan de beslissing van de Afdeeling.... enz" Apeli'Uiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiii HET FEEST VAN HET A. N. V. Waar Prof. te Winkel feitelijk de bewe ringen van mijn artikel in ,,de Groene" van 23 Mei, in zijn de vorige week verschenen ingezonden stukje niet bedoelt te weerleggen, vind ik, mijnerzijds, geene aanleiding, de redactie verdere plaatsruimte te verzoeken voor een voortgezet debat. Alleen stel ik het op prijs, een verzuim goed te maken, dat ik in mijn eerste artikel beging. Een van de zaken, t. o. waarvan het A. N. V. waarlijk goed werk heeft verricht, is de boekencommissie. Het is Dr. van Everdingen, uit Bilthoven, wien de eer toekomt, zijn volle krachten aan dit werk te hebben gegeven. P. H. RIT TER J R. Minimi iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiimmiimiiiiiiiiiii doorn, in de contramine, vraagt: Waarom zou men een lid weigeren? Fik zieltje is er een !" Mr. S. van het H. C. zegt: ,.dat men de weigering niet geheel aan een plaatselijke afdeeling van het Wereldcrematorium kan over laten. Het zou bijv. kunnen voorkomen, dat een conservatief Verbrandings-afdeelingsbestuur sociaal-demokraten niet zou willen toelaten. Tegen dergelijke mogelijkheden moet gewaakt worden...." Gelukkig houdt de Vergadering voet bij stuk en krijgt Apel doorn met 54 tegen 23 stemmen de kous op haar kop. Het Bestuur zal derhalve iemand als lid kunnen weigeren, behoudens beroep op de Algemeene Vergadering, gelijk zulks ineen democratische Vereeniging past. INiet alle asch is Asch. Nooit mag een Vereeniging tot Facultatieve Lijkverassching alle distinctie laten varen. Een Columbarium, een urnentuin, zijn uiteraard plaatsen van meerdere intimi teit. Terecht achtte 's Gravenhage de trap naar het Columbarium koud en drong deze af deeling op eene passende versiering aan. De Algemeene Secretaris kon intusschen reeds meededen: ,,dat de trap geschilderd zal wor den, en dat er een looper komt, wat al licht den kouden indruk zal temperen".... Van mijn objectieven kant meen ik te mogen opmerken, dat de tempering van dien kouden indruk, in de nabuurschap der Ovens, van de stemming zal afhangen, en dat ik van van daag af in een gesloten enveloppe zoowel de eigenhandig-geschreven verklaring, als de seinkosten, met de maat en het adres, onder mijn hoofdkussen, gespeld houd. Ik heb er alleen aan toegevoegd: Met mijn voltooide manus cripten en het overige in status nascendi, onder voorbehoud dat het Bestuur mijn levende Assche niet royeere.... HANS L u D i i- i c O~R Amsterdam, 'J Juni '23.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl