Historisch Archief 1877-1940
9 Juni '23. - No. 2398
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
gehouden. De gobelinwol was
dun, zoo verkreeg men een
zuiver gelijkmatig vast
dradenvlak, dat zooveel mogelijk
zuiver kleur bekende, 900
knoopen werden geslagen op
n d.M2. De lange
touwklenrige wollen scheringfranje
maakt aan beide korte zijden
het werkstuk logisch en rijk af.
Te Amsterdam is het tapijt je
te bezichtigen bij de firma J. B.
Hillen, Damrak. Er worden
slechts een beperkt aantal ge
nummerde exemplaren van
gemaakt.
E i. i s. M. R o G o E
BIJKOMSTIGHEDEN
HET JUBILEUM-TAPIJTJE
Waarlijk het is een mooi werkstuk !
Elders wees ik er reeds op. Doch de gele
genheid ontbrak daar om den tekst door het
beeld te verduidelijken. Ons Weekblad illus
treert. Zij die wonen verre van plaatsen waar
het tapijt je tentoongesteld zal worden, kun
nen zich nu toch een begrip vormen van dit
jubileumstuk, dat niet tot het minste
feestwerk gerekend behoeft te worden.
Het doek ontstond door samenwerking van
den sierkunstenaar Dirk Verstraten en mevr.
C. Polvliet?van Hoogstraten, leidster van
de bekende hand-tapijtknooperij Kinheim te
Beverwijk. Een tapijtje in den eigenlijken
zin van 't woord, zou ik het niet willen noemen.
Het is een wandlap, niet te groot, 0.60 bij
1.20 M., dus van bescheiden afmeting, met
naar mij voorkomt deze verdienste, dat het
een doek van waarde zal blijven, waarop
men gaarne het oog vestigt, al is het
jubileumsjaar reeds lang verstreken. De
kleurkeuze is gehouden in een nuanceering van
slechts enkele tinten in hoofdzaak, goudkleur,
zilverkleur en rood. De ondergrond is mnisgrijs.
In alle détails treffen het sentiment en de be
schaafde toon van de verwerking, ook de
takt om kleine lichtplekjes te accentueeren
en daardoor beweging en leven te brengen
in het anders wellicht wat somber geheel.
De foto bekent geen kleur. De lichtende
hoofd-emblemen, kroon en stralenkrans doen
het 't best, doch spreken te veel en worden
door de vaanpunt dus schijnbaar onevenwich
tig in kleur gedragen, hetgeen bij het oor
spronkelijke werkstuk geenszins het geval is.
Ook de W onder de kroon, jaartal, maand
en dag, ornamenteel zoo knap verwerkt,
komen door het geringe kleurverschil op de
reproductie niet voldoende tot hun recht.
Juist de kleurenmengeling in de compositie
is zoo sober en geslaagd.
Het tapijtje heeft ook technisch zér goede
kwaliteiten. De knoopen werden dicht aaneen
LXXVI
Er zijn zooveel menschen,
die zestig jaar worden," zeggen
de Nurksen. Waarom moet
een schrijver dan tegenwoor
dig altijd bejubeld worden?
Ik kan er niets verdienstelijks
in vinden; ieder schepsel, die
negen en vijftig jaar en drie
honderd vier en zestig dagen
op de wereld heeft doorge
bracht, wordt dan den
daaropvolgenden dag zestig: dat
ligt in den loop derdingen,
maar ik begrijp niet, waarom
men dan bij een auteur plot
seling met een landhuis of een
auto of een enveloppe, voor
een .reis" komt aandragen."
Lieve heeren Nurks, het cijftr
van die zestig" is een zuivere
bijkomstigheid"; we zijn bo
vendien er al lang aan ge
woon, dat we altijd tegen den
jubilaris zeggen, dat we niet
gelooven kunnen, dat het waar
is; (en we kunnen het eerlijk
en inderdaad nooit gelooven,
waaruit we de gevolgtrekking
zouden moeten maken, dat
het beeld, dat we ons van
lllilLÏIMto een ».normalen" zestigjarige
'f' trifiï\ ' gemaakt hebben, niet deugt).
J .M<BJR 'l.; Maar we wachtten al jaren en
jaren op een gelegenheid om
onze dankbaarheid te uiten ; die dankbaarheid
heeft zich in de beslotenheid van onze ziel
opgestapeld, tot ze niet meer binnen haar
wanden te houden was, en, juist op dien zestig
sten verjaardag, springt ze met lan naar
buiten, om eindelijk, eindelijk te getuigen.
Want bestaat er eigenlijk een tweede
kategorie van menschen, aan wie we zooveel geluk
te danken hebben, zonder dat we er hun ooit
iets voor teruggeven, als onze schrijvers?
Wanneer een vriend een boodschap voor ons
bezorgt, wanneer hij ons bloemen geeft of
ons een aardigen brief schrijft, zijn we uit
bundig in onzen lof; maar als ik dagen lang
leef en droom en licht-gestemd ben door een
boek, dat me aan mezelf ontrukte; dat me
een ander mensch maakte, en me nieuwe
oogen gaf, om het leven mee aan te zien,
dan houd ik al die ontroeringen binnen de
omheining van mijn tanden gesloten, en de
schrijver, daar in de verte, heeft er geen ver
moeden van, hoe ik me heb gelaafd en gespijsd
met de schatten van zijn diepste innerlijk.
Voor een uitvoerend musicus, voor een acteur,
kunnen we tenminste nog luide klappen; en
hij ziet in de zaal onze enthousiaste gezichten ;
een schilder, een architect weten meestal heel
goed, wie hun werk in bezit heeft genomen,
wie ademt in hun sfeer; maar een schrijver
stuurt de vellen, die hij vol schreef, naar zijn
uitgever en krijgt ze als boek" in enkele
exemplaren terug; maar waar de duizenden
andere afdruksels van zijn geest zijn te land
gekomen; wie er blij of rampzalig is, om wat
hij in zijn eenzaamheid opriep en doorleefde,
dat hoort hij nooit. Zoo kunnen er tijden
van moedeloosheid, van zich miskend en niet
geslaagd voelen in het leven van een groot
kunstenaar komen, terwijl op hetzelfde
oogenblik ergens in de verte iemand zijn bestaan
zegent, omdat diezelfde ontmoedigde man
voor hém juist het bevrijdende woord heeft
gesproken, dat hem aan het leven teruggaf..
En daarom bejubelen" we de schrijvers van
tijd tot tijd, om hun dan met bizonderen na
druk te komen zeggen: We hebben het u
misschien niet altijd genoeg laten merken;
maar we zijn er ons toch wel diep van bewust,
dat ons leven armer zou zijn geweest, als u
ons niet zooveel jaren lang hadt willen verrij
ken met uw kunst".
Nu zoo'n jubileum Louis Couperus betreft,
past die dankbare bezinning ons nog veel
meer dan gewoonlijk. Want is er iemand in
onze literatuur, die zoo veel, zoo velerlei,
en van zoo superieure qualiteit heeft gegeven?
Multa et multum. Wie zijn heele figuur, al de
facetten van dit rijk, en schitterend talent
zou willen belichten, had aan een boekdeel
nauwelijks genoeg (en als het mode wordt
op een modernen auteur te promoveeren, zou
Couperus dan niet in de eerste plaats voor een
dissertatie in aanmerking komen?) Voor mij
is het op het oogenblik 't merkwaardigste te
bedenken, hoe hij, van mijn jongste jeugd af,
tot mijn literaire helden heeft behoord, en in
de bijna kwarteeuw, dat ik mijn neus nu al
in moderne" boeken steek, zich altijd weer
heeft vernieuwd en me verrassingen heeft
bereid. Het begon voor mij met Psyche",
waarover je zoo heerlijk diepzinnig redeneeren
kon, met de kinderen van je klas en de jongens
van de dansclub, en dat naast De kleine
Johannes," Het jongetje" van Borel, de
verzen van Perk en Poëzie" van Helene
Swarth op mijn eerste boekenrekje stond.
Toen las ik Majesteit", wat aanleiding gaf
tot een familiedrama, omdat men vond, dat
ik er nog te jong voor was; en dat ik, om al de
tranen en al de uitkomstlooze opstandigheid,
die het me eens heeft gekost, natuurlijk
altijd hartstochtelijk ben blijven bewonderen.
Daarna Eline Vere; o, de zachte, fijne wee
moedigheid van de aanbiddelijke Eline,
en Fidessa en Babel en Noodlot en Extase.
Maar kan ik op deze wijze doorgaan? Zijn er
niet ook nog al zijn grootsche romans over de
klassieke oudheid? Heeft hij ons niet voor
enkele jaren verrast met zijn vertellingen":
korte Arabesken" over mijzelf en anderen",
die luchtige, geestige, maar nooit onbelang
rijke penkrabbels, waarin de melancholie,
die de kern van zijn wezen uitmaakt, door
speelschen humcr wordt verzacht; waarin hij
glimlacht over het leven, en over de gewich
tigheid, ook over zijn eigen gewichtigheid en
zijn eigen ijdelheid, tot we begrijpen, dat, wat
oppervlakkige bevitters ook mogen beweren,
men zich geen kunstenaar denken kan, die in
waarheid eenvoudiger, bescheidener, beminne
lijker en echter is, dan deze groote van Hol
land", n der zeer weinigen, die niet alleen
tot ons eigen land, maar tot heel Europa en
zelfs tot Amerika heeft gesproken.
Een paradijsvogel" heb ik hem hier onlangs
al genoemd, een wonderlijke verschijning
in ons land van meeuwen, merels en musschen,
nóg wonderlijker, dan de enkele nachtegalen,
die we bezitten.
Laten we op 10 Juni toonen, dat we dezen
zeldzamen" vogel, dit rijke en veelzijdige
talent naar waarde weten te schatten en te
eeren.
A N NIH S A I. O M O X S
DE ZAKDOEK EN ZIJN
BESTEMMING
Een van de bekoorlijkste dingskes, die
een fleurig aanzien geven aan de petite
garderobe" van de vrouw is wel het fijnere
zakdoekje. Anders luidt het oordeel van
den man, die trotsch op zijn veel groo
teren, dood nuchteren limien-doek, welke
enkel dient om den neus in te snuiten ons
onpraktisch" sierlapje bruutweg een prul"
noemt. Toch heeft deze gedachtengang weinig
of geen recht van bestaan, want zooals ik u
aan zal toonen, oorspronkelijk werd de zakdoek
ook niet gebruikt om den neus in te snuiten.
Immers dit deed men vroeger tusschen de
vingers, zooals thans nog de meer
onbeschaafden; maar 't liefst snoot men in het
geheel niet: in 't bijzijn van anderen.
VerplaatIlllltlllllllllll Illltllllf lllllltllllK Illllll IIIIIMIIItUtlll
VRUCHTENKOEKJES
VAN
SIPKES - HAARLEM
gijn voortreffelijk van kwaliteit
en aangenaam van smaak
itiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittittiiiittnttiiiiiiitinttiiiiiiiiittttHintiiiiiiiltniniiiiuiiiiiiiinnniitininiiiiitiiii -n iiimmimmmiiiiii niimimiiu m
Mnnrn on L'iitpr H n n h p t hiiifonnTm^irm n i t-/H i mi ii, w. ii/.^rr t\/\\, ,-1! ^u *? \-t,^,^f,\,\\,\ . i-,.-. *? ,1..;,, :,, ^
BIJ DEN HOORN
Den Hoorn is het zuidelijkste van de
Texelsche dorpen. Vroeger lag het aan zee; de lood
sen van Tromp en De Ruyter hadden er hun
woningen. K.eer op keer echter hebben daar
in den zuidhoek van het eiland de nieuwe
duinenreeksen stukken van de zee afgesnoerd
en zoo is ons dorp dan eindelijk een
binnenlandsch boerenplaatsje geworden. De hooge
torenspits is, getrouw aan het verleden, nog
steeds een baak voor de zeevarenden. De
hooilanden aan den zuidkant van het dorp,
de vroegere zeebodem, liggen een paar meter
lager dan de dorpsstraat, die eertijds langs den
oever ging. De diepe plekken in de voormalige
baai zijn thans met riet omgroeide kolkjes,
waar de meerkoeten nestelen; ge weet wel
die zwarte vogels met witte bles.
Het aldus gevormde nieuwe land heet
thans De Naai en de duintjes die het op hun
geweten hebben, dat Den Hoorn van de zee
werd gescheiden, heeten Siboes Nollen. Later
heeft het proces zich herhaald, toen hebben
de duinen van Neeltjes Nol en Schelbols Nol
de Kuil en Het Hoorner Nieuwland helpen
maken. Nog later is De Mok omvademd en in
den jongsten tijd alweer een zuidelijker vallei,
dat is de Geul, die pas onlangs met
menschelijke hulp is afgesloten. Zuidelijk van de
Geulrichel strekt zich nog de wijde zandvlakte uit
van De Hors en daarop beginnen zich thans
weer jonge duintjes te vormen,die binnenkort
ons land weer zuilen verrijken met een nieuwe
duinvallei, een nieuw lustoord voor bloemen
en vogels.
't Is een groot genoegen, hier den groei van
het eiland gade te slaan. Ongeveer elke drie
jaar ga ik er een kijkje nemen. Ik stal mijn
tiets i 11 het Loodsmans Welvaren aan Den
Hoorn en kuier dan het buitengewoon aardige
dorp heelemaal uit en dan verder langs een
rul karrespoor en over kort gegraasde
hellinkjes naar het hoogste punt vv,n Texel.
het Loodsmansduin. Als je daar bij helder
weer boven op zit, dan lijkt het alsof Texel
een heel groot zeeschip was en je zat zelf op
de campagne. De vuurtoren van Eicrland
is dan de boegspriet.
Heerlijk ligt het eiland ,
voor ons met zijn dorpen !
in 't groen en her en j
der verspreid de groote
pyramidale boereplaat- ?
sen. Links de hooge i
duinenrand met het \
reeds vrij hooge dichte
dennenbosch van het
Staatsdomein, rechts de
heuvelen van
Zuidhaffel en Noordhaffel
en van den Hoogen Berg
(15, 16 boven volzeei.
De Naai en de Kuil
en de Mok vertoonen
zich nu duidelijk als
drie inhammen, de laat
ste iioe; niet water. Naar
het Zuiden en Westen
niets dan duinenreeks bij
duinenrecks, moeilijk te
ontwarren
Over Siboes Nollen
heen ziende, ontdekken
we in den inham van
De Kuil een blinkend
watervlak tegen het
duin, dat zijn de Putten,
het broedterrein van
Kluiten en Sterntjes,
een bezitting van de
Vereeniging tot Behoud
van Natuurmonumenten en daar willen wij
heen koersen door het duin. Als wij min of
meer evenwijdig blijven aan de lange grijze
duinenrij aan onze rechterhand dan komen we
er het vlugst en als we dolen is het nog niet
erg. Dat is een. van de allergenoeglijkstc
wandelingen die ik ken, want het duin is hier,
hoe hoog ook, dicht begroeid met duinroosies,
afgewisseld met een dichte mat van fijne
grassen en zeggen,doorgroefd met kleurige wik
ken, viooltjes, kandelaartjeseiu. Hier en daar,
waar het lager gaat, komen zeggen en biezen
en een delletje staat zelfs vol met hoog ste
kelig galigaangras, een van de aanwijzers van
natuursclioon van het bovenste plankje.
De Putten
bij Den Hoorn op Texel. Op den voorgrond
Elders weer is het duin begroeid niet hei.
dophei en kraaiheide en gele tormentil. En
overal stijgen leeuweriken op, zingend en
jubelend, of de eenvoudige graspiepenjes,
die toch zoo bekoorlijk zijn. Dan weer
knuttert en kraait liet van kneutjes of een dartele
grasmusch vertoon! aei'obateiivh:elit'en
aerosen wij ons in de dagen van Aristophanes
(455?387 voor Christus), denken wij ons
tijdgenooten van Cicero, of levend onder het
bewind van Nero, steeds merken wij op,
dat het snuiten en plein public al zeer onbe
hoorlijk wordt geacht.
De oudste zakdoeken met wier bestaan wij
niet enkel door boeken bekend zijn, doch die
bij opgravingen te voorschijn zijn gekomen,
datceren uit het Grieksch-Bvzantijnsch tijd
perk. In Rome /iroct> men reeds omstreeks
lOfi jaar v. Christus den zakdoek zicï'lbaar;
weer een bewijs dat hij toen niet had de
zuiver praktische bestemming. Want ook in die
dagen was het slechts geoorloofd binnenshuis
en dan nog in de intiemere appartementen
den neus te snuiten. Een der schrijvers, d'e ons
de zeden en gewoonten uit dien tijd goed weer
geeft, zegt: De Romeinsche vrouw ver
wijderde zich steeds met zekeren schroom,
want zij wist, dat het haar man zeer onaange
naam aandeed, wanneer zij aan deze be
hoefte toegaf" en de hekeldichter Juvennlis
vertelt ons over een echtgenoot, die al zeer
gebelgd is op z'n betere helft en haar niet
meer en niet minder toevoegt dan dit: .,Pak
je boeltje bij elkaar en ga heen ! Je bent
me te lastig, ie snuit me te veel ! Vooruit
schiet op. ! Ik verwacht een andere vrouw,
wier neus zuidelijker is, dan de jouwe" - .
Van Nero, dien ik reeds noemde, is ons bekend
dat hij, wat wij den naam zakdoek" zouden
geven, bij wijze van das om den hals droeg of
verborg tusschen de plooien van zijn gewaad.
Elders wordt ons verhaald, dat Aurelianus
een bepaald soort zakdoeken in omloop
bracht veel yo^ler dan de tot dien datum toe
gebruikelijke. Zij werden oraria" geheeten
en dienden uitsluitend om mee te wuiven
ten teeken van instemming niet een
tooneelstuk en om van zijn enthousiasme te getuigen
bij een of ander volksspel.
De oraria echter zien wij eveneens gebrui
ken door de redenaars om zich het voorhoofd
mee af te wisschen. De zangers om hun stem
te sparen houden ze onder sommige om
standigheden voor hun mond. Zelfs heeft het
orarium een enkele maal gediend als
scheerdoek, werd het gebezigd tot het verbinden
van wonden en fungeerde als blinddoek om
den veroordeelden het gezicht der terechtstel
ling te besparen.
We spreken hier dus over een stuk linnen,
waarvoor eigenlijk onze benaming ..zakdoek"
veel te eng van beteekenis is.
De sudaria" waren doeken, die geestelijken
in de hand droegen, eerder waren deze in
den vorm van sjerp om hun middel bevestigd
of aan de mouw.
Op oude Assvrische en Perzische reliëfs
zien we den koning vaak afgebeeld, gevolgd
door een dienaar, die in de eene hand
houdt, wat wij zouden noemen 't klinkt heel
onvorstelijk - ? een vliegenmepper en in de
andere een lap stof en er ziin er, die veronder
stellen, dat die tot zakdoek dienen moest
terwijl anderen er slechts in zien een symbool
van macht.
Letten wij thans op het Fransche en
lateiop het Engelsche woord voor zakdoek. De ge
wone herleiding van het moderne mouchoir"
uit Ie latin populaire" leert ons niet zoo
heel veel. Mouclier", liet werkwoord, komt
van muccare, dérivéde muccus, variante
de mucus" (slijm). Zoo zouden we geneigd zijn
op deze wetenschap afgaande te denken, dat
in Frankrijk de zakdoek oorspronkelijk wel
enkel en alleen diende om den neus te snuiten.
Maar als wc nu daarnaast Rabelais raadplegen,
dan valt het ons op. dat hij gelijkelijk gebruikt
esniouchoir" en nioueiienez". En velen aan
den anderen kant voeren dit feit aan tot bewijs,
dat de zakdoek niet slechts gebruikt werd om
in te snuiten, maar ook om vliegen mee te
verjagen. Wat liet snuiten echter weer
betreft, ook in Frankrijk was het in de
15e eeuw gewoonte dit eerst met de vingers
te doen en daarna pas wordt de zakdoek te
voorschijn gehaald, of zooals de beeldhouwers
uit dien tijd ons leeren, veegde men neus en
ook tranen af aan de slip van den mantel.
In de l(3e eeuw was het snuiten niet de
vingers alleen nog gebruikelijk bij liet volk;
de burgerstand gebruikte de mouw. de rijken
droegen voortaan een zakdoek bij zich.
Veelal wordt beweerd, dat de zakdoek
van uit Venetiëonder den naam van
,.cazzoletto" zijn intrede in Europa heeft gedaan.
Dat zou omstreeks 1540 geweest zijn. Ten
slotte belandde hij aan het Fransche hof van
Hendrik II en onder zijn regeering werd aan
den zakdoek de grootste luxe besteed. Tot de
nalatenschap van een der maitresses van dezen
koning behoorden vijf zakdoeken,
vcrvaariiiiiiliiiiiiiiiiiiiltiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiimi. iiiiiiiilltilllMDlimiiiiiii
bateuzang En boven alles de hooge wijde
heine!. die duidelijk te groot is voor het eiland
en ons zoo de aanwezigheid van de zee doet
gevoelen.
Zoo belanden we bij de Putten en kunnen
nu een half uurtje op den hoogen duinrand lig
gen om liet bedrijf'van de kluiten, de sterntjes
de plevierties, de tureluurs, kieviten, grutto's,
scholeksters gade te
- ---- slaan. In de plas liggen
kleine eilandjes, die zijn
allemaal bewoond en
niet de binocle kunnen
we heerlijk zien wat
daar al zoo voorvalt,
hoe de vogels elkander
j voeren, hoe ze tuisten
en vechten en hoe ze
nog Kuitent likkers slaan
: uit den hofmakerijtijd.
? j Niemand mag dat ter
rein betreden. We zon
den daar ook weinig
aan hebben, wan' dan
kregen we niet anders
te zien, dan wat legsels
en beweeg van ver
schrikte vogels. Wat
den een wo-dt toege
staan kan men den
ander niet weigeren en
als dan dag aan dag
troepjes bezoekers hier
kwamen rondploeteren.
dan was het gauw met
die heerlijkheid gedaan.
En, heusch. we zien 't
hier van 't duin af alles
veel rijker en beter.
Nu dalen 'we at in
de Mokvlakte, want
't is Zondag en er wordt
niet geschoten; de schijfpalcn en
schietvloeren liggen verlaten in het slibberige.
kortgegraasde grasland, dat op zijn kale
nlekken nog ten zeekraal-vegvtaric vertoont.
In een paar minuten zijn u ij i:r door.
ZOMEN
STREEPSTOFFEN
120 cl W. - Vatal Fl. 1,10 pn Ni.
digd van goud- en zilverdraad, waaraan de
koning zooveel geld besteed had, dat hij i
/.e bij haar dood terugeisdite. In den tijd van
Hendrik II werden de zakdoeken voor het
eerst geparfumeerd. Zij waren toen zeer klein ;
en werden afgezet met point de Venise et
de Gênes" zooals er ook behoord hebben tot ?
de garderobe van Maria de Medici. ;
In de 17e eeuw vinden we dezelfde soort,
maar meestal staat nu op den zakdoek de
naam van bezitter of bezitster.
Als ten tijde van Koningin Elisabeth van
Engeland, een jong meisje een man te
kennen wou geven, dat hij haar niet onver
schillig was. zond zij hem een zakdoekje
rondom fraai geborduurd en op de
hoeken versierd met een knoop. De mooiste
echter waren afgezet met goudkant en de
heeren droegen ze aan hun hoed bevestigd.
Later weer verschenen er zakdoeken, waarop
veldslagen, landkaarten, portretten etc. wer
den afgebeeld.
Verder verhaalt de geschiedenis nog, dat
Lodewijk XIV destijds een besluit uitvaar
digde, waarin hij de maten noemde, waaraan
de zakdoekenfabrikant zich stipt te houden
had. Maar hiermee eindig ik dan ook m'n
praatje over den zakdoek, die thans weer
zoo'n groote rol speelt op het toiletgebied.
Hoe hyper modern u met het sierlapje om
moogt springen, het tot sjaalkraag verwerkend
of als ceintuur gebruikend, toch haalt gij
oude koeien uit de sloot. Niet voor niets
zeggen de Engelschen hand-kerchief", het
hand" er later voorgezet, zoodat we terug
kunnen gaan tot het Middel Engelsch : curchief,
gelijk aan het oud Fransch covre chef',
dat duidt op iets, wat liet hoont moest bedekken.
Hebben de heeren der schepping dus gelijk
wanneer zij de zakdoek botweg definieeren
als een doek om den neus in te snuiten?. ...
,,Neen."
H r: L. K N V A i. M A
Herinnering
Het eerste liedje, dat op róse wiekjes,
Heel zachtkens fladd'rend, 's avonds tot me
kwam,
Dat droomend, aan den warmen boezem
rustend.
Ik als het schoonste en zoetst geluid vernam.
Was dat: gezonden door mijn lieve Moeder,
Wier stem gelijk een kloksken van kristal
Door geur'gen avondschemer ruischte tot me.
Nu oud, hoor ik die stem nóg overal.
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUERIEK
VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
Hotel Ouin GO Daal'BLD
IJfCentraal verwarmd- Vaste waschtafels, koud- en warm watt r
IIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIlmlIItMIIIIIIIIIIIIIIJIMtlllllllllllllllllllllll
Dank zij het heerlijk regenjaar liggen er
overal plassen, dat belooft wat voor den plan
tengroei, we willen hier over een paar weken
eens gaan botaniseeren en zien of de
Zouneroosjes er nog zoo talrijk zijn. als een paar jaar
geleden. Thans vliegen over;:l uit de plassen
bontgekleurde eenden op, terwijl wij een heel
eind moeten oniloopen om droogvoets op De
Hors te komen. Dat lukt dan ook eindelijk en
nu zijn we gauw bij ons allernieuwste
duinlieuveltje, dat thans bij lederen vloed nog
een eiland is en van alle kanten door den
wind wordt bestookt. Maai' het zit stevig in
elkaar, dank den dichten groei van bieslarwe
en helm en zandhaver en de zuidkant is be
dekt met een dichten mat van zeepostelein.
De Noordoostbocht (liet is een sikkelduin)
ligt vol met schelpen en daar huizen de eerste
bewoners van liet nieuwe land, een paar
vlugge strand p Ie v ie r t je s.
Intussdien is de vloed komen opzetten.
die vordert langzaam over het vlakke, zeer
flauw glooiende strand, telkens nieuwe
knilt]es en bergjes van de strandpieren vullend en
omspoelend. Wij hebben geen moeite hem
voor te blijven en bereiken nog droogvoets de
nieuwe (lenlduinties.
Dit is een van de vele dozijnen
prachtwandelingen die je on Texel kunt doen en die
je iederen dag zond! willen herhalen.
een kluit
l Foto A.
TABAK
nog altijd de beste.