Historisch Archief 1877-1940
16 Juni '23. - No. 2399
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BIJKOMSTIG HEDEN
LXXVII
Ik denk, dat, van bovenuit gezien, er geen
raarder wezen hier op de aarde rondwandelt,
dan de mensen. De andere dieren leven bij
het oogenblik, handelen volgens hun instinc
ten, en sterven, als het hun tijd is; maar de
mensch is een dier-met-pretensie; hij wil de
wereld en zichzelf begrijpen; hij wil leven en
dood beheerschen; hij wil het heelal door
gronden en elke eenvoudige gebeurtenis
uitelkaar kunnen denken, in oorzaak en gevolg,
om zoo den gang der dingen te kunnen voor
spellen; er gaat niets aan zijn aandacht voor
bij, of hij heeft er een meening over; hij ver
geet eerder te leven, dan over het leven te
philosopheeren, en toch, (en dat lijkt me,
van boven gezien, het lachwekkende,) zit
dat in eigen oogen zoo gewichtige wezen,
nog volgepropt met allerlei kinderlijke,
primitieve neigingen, die bij blondere ge
legenheden op het onverwachtst naar buiten
springen
Deze overpeinzingen gingen mij door het
hoofd op het concert, dat de gemeente
's Oravenhage aan den koning van Noorwegen
aanbood, waar het al goud was, dat er blonk"
en waar het helle rood, het rijke purper, het
roomwit en het diepgroen der ambtskleedijen
niet alleen het saaie zwart der heeren-rokken
overstemde, maar zelfs de toiletten der dames
in het niet deed zinken. Ook wat dit betreft,
beleefden we dus een terugkeer tot natuur
lijke verhoudingen; ik heb me tenminste
jaren geleden door een bioloog laten uitleggen,
dat het in de natuur altijd de mannetjes zijn,
die pronken, die op bepaalde tijden, schoone
kleuren en kammen en pluimen dragen, om
het verlegen terugtrekkende vrouwtje te
bekoren; en dat het een bewijs van degene
ratie is, dat, in de menschelijke samenleving,
de vrouw zich siert en pronkt en lokt, terwijl
de man zich in afkeurenswaardige nonchalance
niets aan zijn uiterlijk laat gelegen liggen, en
het waagt als een onaanzienlijke, naar-tabak
riekende mier, met een stijf, wit schild voor
zijn borst en stijve stoot-cylinders om zijn
polsen zijn opgetooide wederhelft te naderen..
Wat moet er van zeven tot acht dien avond
door de heele residentie een geloop, een
geborstel, een slaan met kasten, een kamferlucht
en een agitatie geweest zijn, om op eens al
die kleurlooze meneersn tot zulke kleur-rijke,
opvallende verschijningen te
metarnorphoseeren, die mij (waarschijnlijk onder invloed
van The insect play," dat ik in Londen zag,
en waarover ik u de volgende week hoop te
vertellen) aan kostbare torren of aan zeldzame
kevers deden denken.
Ook in hun gedragingen bleek het gezel
schap plotseling tot een meer primitief niveau
teruggekeerd. Gesprekken werden er bijna
niet gevoerd; naar de muziek werd slechts
verstrooid geluisterd, (en er was toch dat
wonderlijk-weemoedige lied van Guieg: bij
Letzter Frühling", en Willetn Andriessen
speelde om alles te vergeten;") eerst
keken we allemaal naar de mooie mannen en
toen keken we allemaal naar de Koninklijke
loge. We deden dat niet verstolen en als
toevallig, met een verbijsterend-naive
insolentie keerde zoodra de pauze begon, de geheele
bevolking der zaal haar rug naar het podium
en staarde naar boven, met een intensiteit,
die deed vermoeden, hoe, onder het voorafge
gane deel van het concert al hun haiszenuwen
hun hoofd voortdurend hadden willen om
trekken en hoe 'n zelfbeheersching het hun
gekost had, netjes den kant van den dirigent
te blijven uitkijken Ze veinsdem elfs niet
belangstelling voor iets anders te koesteren;
met een zeldzame oprechtheid keken we alle
maal naar boven; we zagen sierlijke reverences
maken, we zagen veel goud, veel ordeteekenen,
veel geschitter van kleuren, en we merkten,
hoe prettig en voldoening-gevend het was daar
maar domweg naar te staan staren. We had
den opeens geen behoefte ons in een
philosophisch stelsel of in een artistieke appreciatie
te verdiepen; we wilden epauletten zien stra
len, sjerpen zien glanzen. Een intellectueel en
een wilde verschillen ontegenzeggelijk minder
van elkaar, dan onze hoogmoed wel zou
wenschen; vederbossen, sabels, sterren en
kruisen oefenen op beide een fascineerenden
invloed uit; en ik denk, dat de gemeente, die
ons gratis aanbood thee in. de foyer, haar bud
get door deze gulheid geenszins heeft bezwaard,
omdat bijna niemand zich van de betooverende
vertooning op het frontbalcon- kon losmaken.
Voor Koning Haakon heb ik een speciaal
zwakje, omdat ik voor zeventien jaar juist
in Noorwegen was, toen zijn huwelijk overal
in het land gevierd werd. Ik herinner me onze
landing in Stavanger, in een klaren wind- en
geluidloo/en Noorschen nacht, en hoe we het
slapende stadje opgesierd vonden voor het
feest met groote eerepoorten, geurend van
dennegroen, en met de sympathieke portret
ten vanMaud en Haakon voor alle winkelramen.
Zoo onwezenlijk stond dat alles te prijken
in de verlaten straten, met het strakke,
tooneel-achtige tniddernachtlicht, dat de
herinnering er aan na zoo lang nog niets van
haar scherpte heeft verloren, en mij een onre
delijk gevoel van vertrouwelijkheid gaf tegen
over den langen vorst, die bovendien nog op
majoor Oudendijk van het Algem.
Nederlandsch Verbond lijkt. Alsof ik hem wel kon
vragen, hoe die zeventien jaar voor hém waren
geweest; of hij het eigenlijk wel prettig vond,
als hem in den vreemde altijd weer vooral de
muziek van zijn eigen land werd voorgespeeld
.... of hij niet liever eens uitsluitend
Hollandsche muziek zou hebben gehoord, van die
mooie, oude, Hollandsche volksliederen en
mér proeven van onze eigen moderne com
ponisten ....
Toen de pauze voorbij was, liep liet feest
ook snel op een eind; nog even schitterde de
middeleeuwsche pracht en praal in de
couloirs; maar dadelijk daarop werden we er
meedoogenloos aan herinnerd, dat er toch
inderdaad een wereldoorlog en dat er inder
daad revoluties hadden plaats gehad, ellende,
achteruitgang vlak om ons heen en be
zuiniging op alle mogelijke gebied: de gloed
der ambtsgewaden verdween onder gewone
overjassen en capes, en de romantische
vederbossen wapperden weldra op een banaal
achterbalcon van de tram. Plotseling begon
het te regenen; een eenzaam-terugkeerend
feestganger borg zijn steek onder zijn regenjas
en stapte met zijn wit-bekleede beenen voor
zichtig over de plassen; dat maakte, in de
donkere straat, inderdaad een eigenaardigen
indruk. Twee burgerjuffrouwen .spraken, in
heilige verontwaardiging, schande over zoo'n
indecent toilet, in vrij drastische termen..
En ik werd overvallen door het angstige voor
gevoel, dat we, in onzen nivelleerenden,
democratiseerenden, oeconomiseerenden en
moraliseerenden tijd, nu we alles, wat een
onnoozel medemensen aanstoot zou kunnen
geven, trachten te vermijden, zelfs deze zeld
zame bijeenkomsten vol gloed en kleur en
glans niet lang meer in stand zouden weten
te houden.
A N N l E S A l- O M O N S
Illllllltlllllllllllllllllll
iiiiniiiiiiiiii iiiiiiiiiiiu mr
DE CIZEK-SCHOOL IN WEENEN
Nu er deze maand bij Liberty" te Amster
dam origineele teekeningen, enz. te zien zijn,
vervaardigd door de leerlingen van den cursus
voor jeugdkunst van Professor Cizek, is dit
de aangewezen gelegenheid om van die
kunstschool voor kinderen van 6?15 jaar en van
de vervolgklasse voorouderen enkele
bizonderhcden te verteilen.
Wie al die kleurige en vroolijke teekeningen
ziet, krijgt allicht eerst een totaal-indruk van
zonnigheid en beweging. Dan trekken enkele
grootere stukken, een geschilderde fries Vee
markt", een in hout gesneden dans-voorstel
ling, e.d. de aandacht, en men verwondert
zich over een beheersching der techniek, onge
woon bij zulke jonge leerlingen. En beschouwt
VRUCHTENKOEKJES
VAN
SIPKES - HAARLEM
gijn voortreffelijk van kwaliteit
en aangenaam van smaak
men dan de tentoongestelde nummers wat
oplettender, dan ontdekt men, ondanks alle
verscheidenheid van onderwerp en uitvoering,
een eenheid in de kunstuitdrukking, die al
dat werk stempelt als behoorend tot n
school, in den besten zin des woords.
Die school heeft blijkbaar al een traditie,
een standaard van werken, die, door de oudere
leerlingen aangegeven, door de jongeren wordt
opgehouden. Van een methode kunnen wij
hierbij niet spreken; opzettelijk onderwijs
geeft Franz Cizek niet. Maar de invloed van
zijn persoonlijkheid, die zich doet gelden in
gesprekken met de kinderen en in het mate
riaal, dat hij hun verschaf t, geeft aan de kunst
uitingen van al zijne leerlingen een geestver
wantschap, die te helderder naar voren treedt.
omdat het aesthetisch gevoel van die kinderen
zelf, hetzelfde artistieke ras-instinct, er zoo
spontaan op reageert.
Hierbij dient even opgemerkt, dat de
Jugendkurs" volstrekt niet voor aanstaande
kunstenaars is bedoeld en dat de meeste leer
lingen later in allerlei ambten en beroepen hun
levensonderhoud zullen vinden. Sinds de
bijna 20 jaar, dat de Cizek-school bestaat,
worden alle kinderen kosteloos toegelaten voor
zoover er plaats is. Zij werken er op hunne vrije
middagen en Zondags; en slechts een betrek
kelijk klein aantal zet, na 15-jarigen leeftijd,
het teekenen enz. als kunsthandwerk voort.
Ook van die ouderen is werk geëxposeerd,
vooral ontwerpen voor behangsels, cretonnes
en zijden stoffen, die, door Liberty" op de
stof zelf klcur-echt gedrukt, elders in den
winkel per meter of als kleedjes worden ver
kocht en die, wat lijnenspel en kleurcombinatie
betreft, een heel bizonder cachet hebben.
Maar ook in de teekeningen der jongeren is
clie ornamentale lijn, die vereenvoudigde
uitdrukkingswijze zichtbaar, waardoor zelfs
vrije" teekeningen als Kermis, Voedselvoor
ziening enz. naar het decoratieve zweemen.
Iets, waarop Professor Cizek dan ook zeer
den nadruk legt, is het verband tusschen
kunst en handwerk, waarmee hij bedoelt het
kind te helpen, reeds zoo vroeg mogelijk zijn
eigen wereld te leeren verfraaien.
Hij wijst daartoe op den eersten eisen van
schoonheid, n.l. oprechtheid. Zijn leerlingen
copiëeren- niet, mogen niet gedachteloos na
volgen, maar scheppen uit eigen verbeelding,
uit eigen emotie. Als de kleine kunstenaar
waar is tegenover zichzelf, zal hij de motieven,
die hij direct aan de natuur, en de omgeving
of indirect daaraan door zijn geheugen ont
leende, interpreteeren op zijn speciale wijze;
en dat zal er dan de waarde aan geven.
Verder wijst hij op den tweeden eisch van
schoonheid: beheersching. kenbaar in den
eenvoud der uitdrukkingslijn en in den
nadruk op de lijn van rhyfhme. En zoo leert
het kind uit eigen gevoel ornamentale
bewegingsrhythmen scheppen, die, ondanks
de fouten, met volleerder techniek kunnen
wedijveren.
Het zou een groot verlies zijn, en niet voor
Wennen alleen, wanneer de Cizek-school door
tijdsomstandigheden moest worden opgeheven.
Maar moeilijkheden van finantieëlen en ande
ren aard hebben Professor Cizek's gezondheid
ondermijnd. Moge hij het boek, waarin hij bezig
is zijn levenswerk te kristalliseeren, ten einde
kunnen schrijven !
C>. T F. W i N K F; i.
illlliiiiiimiimiliiilliilHiiiiiiiiiiimii HIIIIIUIU mifiiiiiiiiliii
Tentoonstelling Cizek"
H. Bennier, (13 jaar), Sneeuwballen gooien
iiiiiiiiimiiMimMiiiiiiimmiiiiiiiHiiiimiiiMimiiiii.iiiimiiiiMmiiiiiimilMi IMIIIIIIIIIIIIII iMiittiiiiiuiiiiiiii
KIEKJES
UIT HET KINDERLEVEN
J. Br.itiowiw, (14 jaar) Rondedans,
Tentoonstelling Cizek",
Het middagmaal was al half afgelo open, toen
er gebeld werd en de kleine laatkomer met een
quasi-onverschillig gezicht den gang instapte,
hopende, dat het eten nog niet op tafel zou
zijn en hij hierdoor aan de straf, die op te
Iaat komen stond, ontsnappen zou.
Maar 't scheen mis ! Vader kwam hem al
met een dampend bord soep in de hand te
gemoet met de mededeeling, dat hij zijn
maaltijd maar in afzondering moest nut
tigen.
Met vastberaden tred, ten volle beseffend
dat hij schuldig was, volgde de kleine boos
wicht, de oogen terneer geslagen. Vader
was zoo kortaf, er zou wel niet veel aan
te veranderen zijn. De teleurstelling schil
derde zich af op zijn gezichtje. Een gevoel
van vernedering en beschaamdheid bekroop
hem bij de gedachte aan de straf, die afzon
dering in dat kleine kamertje. Wat zou
Antje, de meid, er wel van zeggen, dat hij
daar zoo alleen moest zitten ! Misschien zou
ze hem wel uitlachen. En toch, 't was zijn
eigen schuld, hij was al eenige keeren gewaar
schuwd. Hij moest de gevolgen maar fier
en gelaten dragen.
Maar n poging voor zijn vrijheid kon hij
nog wel wagen en met zijn groote, ernstige
oogen vader aanziend, zei hij gemoedelijk:
Vindt je het nu heusch zoo erg, als ik te
laat kom? Je komt toch ook wel eens te Iaat,
als je met je vriendjes gezeten hebt en,
weet je, ik heb ook met mijn vriendjes ge
zeten !"
't Had niet de verwachte, verzachtende
uitwerking. Voor vaders scheen het wat anders
te zijn, als ze te laat kwamen, die hadden
altijd op 't laatste oogenblik nog iets heel
gewichtigs aan hun vrienden te zeggen en
dat kon bij kleine menschen niet voorkomen.
Maar in eens, in herinnering weer levend in
het genotene van dien zaligen middag, scheen
alle gedachte aan straf weggevaagd. Hij kon
't niet langer binnen houden, waarom ze nu
juist zoo genoten hadden, hij moest het zeggen
aan zijn grooten vriend, hem, voor wien hij
geen geheimen kende, hij zou er ook van ge
nieten, net als de vriendjes en hijzelf gedaan
hadden.
En geheimzinnig fluisterend klonk het vol
verrukking: vadertje, we hebben toch
zoo'n pret gehad, we zaten zuo gezellig in
ons hol en we hadden twee kaarsjes, die
we opstaken, toen 't donker werd."
't Kostte vader moeite om streng te blijven,
maar hij liet zich niet vermurwen.
Maak je vooral gauw de deur dicht",
vroeg het hooge stemmetje, dat Antje me
niet ziet?" Aan tafel zou ze hem wel is waar
missen, als ze de borden wegnam, dat kon
XOMCI
Zweedsche Vitrages
in verschillende typische kleurstellingen
vanaf Fl. 1.20 per Meter.
nu eenmaal niet anders, maar ze mocht niet
zien, hoe hij daar zat, als zondaar in zijn
hokje.
De deur was goed dicht. Hij was alleen.
Vóór hem stond het nu leege soepbord en
in de lamp starend, verrezen voor hem weer
de verrukte gezichten van de vriendjes,
beschenen door het flakkerende schijnsel van
de twee kaarsjes.
C. D o z Y
MEDEDEELING
Op Maandag O juli a.s., den dag waarop
vóór 25 jaar de National e Tentoon
stelling van Vrouwenarbeid
werd geopend, biedt de Nationale Vereeniging
voor Vrouwenarbeid te half drie in de Van
Dijk-zaal van het Clubgebouw voor Vrouwen,
Hooge Nieuwstraat 11, 's Gravenhage een na
middag-thee aan, waar Mw. Johanna W. A.
Naber de herdenkingsrede zal uitspreken.
Persoonlijke uitnoodigingen kunnen onmoge
lijk worden verzonden, doch allen die in
Besturen en Commissièn der Tentoonstelling
van 1808 zitting hadden, of op andere wijze
er aan medewerkten, zullen het Bestuur
hartelijk welkom zijn.
' IIIIIIIHIIIIHIIIIIIHIIIimillllMIIIII
VERZOEKE ALLB STUKKEN VOOR DB RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TB ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DB AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitin
iiiiiiiniiiii iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiciiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii
iiiiiiiiiitifiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiimitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ZEEKRAAL
De Sociétéd'Acclimatation geeft van tijd tot
tijd te Parijs een déjeuner, waar je allerlei
uitheemsche en vreemdsoortige spijzen worden
voortgezet. Deze maaltijd draagt dikwijls
het karakter van een experiment, dat maanden
van te voren wordt klaargemaakt in samen
werking met de koks van het Gare de Lyon.
Het menu vereischt toelichting en die ont
breekt dan ook niet, maar werkt dikwijls
ietwat ontmoedigend op de echte gastro
nomen. Dit jaar zaten de leden van het
Internationaal Congres voor Natuurbescher
ming mede aan en zoo had ik dan het genoegen
dat ik een heele rij prinsen en graven,
markiezinnen en mooie Amerikaantjes min of
meer argwanend zag rondpikken in
haaienmoot en nandoebout, tinamouborstjes en nog
allerlei vreemd gedoe, maar daaronder ook
in driërlei toebereiding de salicornie", onze
welbekende zeekraal, Salicornia herbacer..
In de redevoeringen werd het menu natuur
lijk geweldig opgehemeld, maar zoo onder
elkaar na afloop luidde het oordeel meer
conservatief en ook de zeekraal had geen
bijster goede pers. Doch dit was toch wel
zeker de schuld van de koks, want ik heb nog
altijd de allerprettigste herinneringen aan
de zeekraal, die ik tweeënvijftig jaar geleden
gegeten heb bij mijn grootmoeder in Middel
burg.
De verkoopsters kwamen venten langs de
deuren met emmertjes vol van de dikkige,
glanzig groene plantjes. Voor een kind was
het al bijzonder aantrekkelijk en griezelig,
dat die plantjes in den emmer lagen te be
wegen, met kleine kronkeltjes en kruip
bewegingen net of het wormpjcs waren.
Soms lag ailes stil en dan op eens ging er
hier of daar een krioelerig schokje door de
massa. Dat komt natuurlijk hiervandaan,
dat die plantjes opgepropt vol met water
zitten en dat ze bij het verwelken telkens
plaatselijk ietwat inkrimpen, maar daar be
greep ik toen natuurlijk niets van en mijn
grootmoeder had het al gauw te druk met de
eieren en ik weet niet wat al meer, dat er bij
te pas kwam, om het zeer smakelijke gerecht
te bereiden. Gedurende den oorlog is de plant
als groente nog eens weer op den voorgrond
getreden, maar het gebruik er van zal toch
wel altijd beperkt en plaatselijk blijven.
Des te amusanter was het, om die zeekraal
daar in Parijs nu eventjes te zien genieten
van een, nu ja, wel zeer kortstondige glorie.
Ik moet bekennen dat die eterij mij dan
ook verder koud liet, ondanks die zeer
lieve herinnering uit mijn jeugd. Maar wel
verlang ik er naar om weer eens gauw te
wandelen in de zeekraalvelden en mij te ver
heugen in de zeldzame levenskracht van dit
wonderlijk plantje, een van de weinige hoogere
planten, die tieren kunnen in het gebied van
eb en vloed. Iedereen, die wel eens te veel
kunstmest aan zijn planten heelt gegeven,
moet weten, hoe gevoelig ze zijn voor een
te groot zoutgehalte van het water, dat hun
wortels omspoelt. Een oplossing van een half
percent is dikwijls al schadelijk. Onze zeekraal
echter moet al een zeer bijzonder gestel heb
ben, want hij groeit het liefst in de buurt van
de volle zee, waar het zoutgehalte hooger is
dan drie percent. Maar ook aan de kusten
van Amsterdam wil hij wel groeien, waar het
zoutgehalte veel kleiner is en zelfs bij in
poldering houdt hij het binnetidijks nog
geruimen tijd uit. In zotitsteppen of bij salinen
blijkt hij zelfs wel tot vijf percent toe te kun
nen verduren, en daar staat hij dan ook
net als aan zee in het voorste gelid van de
voorhoede van de planten, die (Jaar trachten
te leven.
't Is heel goed, om bij eb in 't
/eekraalland te wandelen. Het ligt al dadelijk een
stapje lager dan de kwelder met zijn grassen,
Engelsen gras, limoenkruid en zeealsem.
De zeemelde blijft ons nog een poosje
verge^ h
<,m \^
\u''3 ^
fa tt.^-.
/fWv \
h SM
Zeekraal
Rechts boven: een stuk van een bloeiend takje
Onder: een enkel bloempje
zeilen, maar nu staan we opeens in een zuiver
veld van zeekraal. Soms staan de plantjes
dicht op een, maar meestal met
tusschenruimten en daar ligt dan wel een enkel
schelpje, want daar zijn ze ook al niet bang
van. Vreemde, rondstrengelige, vertakte
bladerlooze plantjes, de meeste donkergroen,
enkele al rood. Later in het jaar wordt het
heele veld rood. Heel in de verte ligt de zee
met een blinkende streep van
hichtverheveling en daarop zweven hier en daar blanke
zeilen en een hooge duin van het volgend
eiland. Een troep wulpen vliegt over, luid
roepend en op het kale slib krioelt het van
rosse grutto's, pleviertjes en strandloopertjes,
de zomerbende. die dra wordt tot
herfsttroep.
Nu staat de zeekraal in vollen bloei, maar
daar is niet veel aan te zien. Dat steekt
droevig af bij de bloesempracht van het rose
Engclsch gras of de lila Lamsoortjes. Doch
nu loont het, dat we wat van plantkunde
geleerd hebben en wat belang stellen in
meeldraden en stampers en liet wordt zelfs een
eenigszins spannend zoekpartijtje, eer we de
bloempjes vinden, drie hij drie. ingedoken
in de vleezige stengelleden. Elk bloempje
heeft een meeldraad en n stamper, die
achtereenvolgens naar buiten komen kijken.
Soms zijn er twee meeldraden. En alles wat
hier bloeit, zit straks onder een meter of zoo
van het zoutste zeewater. Daar kunnen die
bloempjes tegen en het stuifmeel bederft er
ook niet van. Na een poosje rijnen de zaden
en clan staat ook spoedig het zeekraalveld
in hcrfstpracht, alles rood en paars.
Dan wordt het hier al levendiger en leven
diger. De honderden vogels op het slik
worden spoedig tot duizenden en honderd
duizenden, allemaal steltloopers, groot en
klein. In het zeekraalveld echter ontmoeten
we andere gasten, die je hier anders nooit
ziet; vinken en kneutjes, gorzen, van allerlei
soort. Die weten de meelige zeekraalzaadjes
uit de stengel te pikken of eten ze met stengel
en al en als het hooge water komt,dan vluchten
ze troepsgewijs naar den kwelder en dan is
het wel eventjes heel aardig om daar
puttertjes en goudvinken en sijsjes te ontmoeten.
't .Zijn natuurlijk trekvogels, die wie weet
hoe ver weg vandaan komen en ook weer
verder zullen trekken, als ze goed doorvoed
en uitgerust, zijn.
Nog later sterven de zeekraalplanten af,
want ze duren slechts n jaar. De
bloeitakkcn vallen in stukken uiteen en blijven
liggen in het slib of worden door de zee mee
gevoerd en met wind en tij her en dergedreven.
En nu vertoont de plant nog een nieuw
kunststuk. De zaadjes kunnen ontkiemen in volle
zee en weken lang in leven blijven, al maar
rondzwervend langs de stranden, totdat ze
ergens tot rust komen en snel wortelen,
eer dat de vloed ze opnieuw medevoert.
Waar de zeekraal dicht opeen staat, spoelt
de zee met minder kracht en kan meer
slib bezinken. Dan kunnen daar andere planten
komen groeien, die de zeekraal verdringen en
die moet dan maar weereen eindje verder naar
buiten, nieuwe terreinen bereidend voor de
planten van het hooge land en de zee terug
dringend. Zoo helpt de zeekraal ons land
groot maken op de slibstranden, evenals het
biestarwegras dat doet op het zand.
J AC P. T H I J S S E
niiniiiiiiiiitii minimum
iiiiimiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii'
| MOERHEIM" |
f DEDEMSVAART |
I 40 H. A. j
I KWEEKERIJEN MET l
\ VASTE PLANTEN, ROZEN enz. j
i Catalogus en condities op aanvraag. f