De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 16 juni pagina 5

16 juni 1923 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

16 Juni '23. - No. 2399 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BIJKOMSTIG HEDEN LXXVII Ik denk, dat, van bovenuit gezien, er geen raarder wezen hier op de aarde rondwandelt, dan de mensen. De andere dieren leven bij het oogenblik, handelen volgens hun instinc ten, en sterven, als het hun tijd is; maar de mensch is een dier-met-pretensie; hij wil de wereld en zichzelf begrijpen; hij wil leven en dood beheerschen; hij wil het heelal door gronden en elke eenvoudige gebeurtenis uitelkaar kunnen denken, in oorzaak en gevolg, om zoo den gang der dingen te kunnen voor spellen; er gaat niets aan zijn aandacht voor bij, of hij heeft er een meening over; hij ver geet eerder te leven, dan over het leven te philosopheeren, en toch, (en dat lijkt me, van boven gezien, het lachwekkende,) zit dat in eigen oogen zoo gewichtige wezen, nog volgepropt met allerlei kinderlijke, primitieve neigingen, die bij blondere ge legenheden op het onverwachtst naar buiten springen Deze overpeinzingen gingen mij door het hoofd op het concert, dat de gemeente 's Oravenhage aan den koning van Noorwegen aanbood, waar het al goud was, dat er blonk" en waar het helle rood, het rijke purper, het roomwit en het diepgroen der ambtskleedijen niet alleen het saaie zwart der heeren-rokken overstemde, maar zelfs de toiletten der dames in het niet deed zinken. Ook wat dit betreft, beleefden we dus een terugkeer tot natuur lijke verhoudingen; ik heb me tenminste jaren geleden door een bioloog laten uitleggen, dat het in de natuur altijd de mannetjes zijn, die pronken, die op bepaalde tijden, schoone kleuren en kammen en pluimen dragen, om het verlegen terugtrekkende vrouwtje te bekoren; en dat het een bewijs van degene ratie is, dat, in de menschelijke samenleving, de vrouw zich siert en pronkt en lokt, terwijl de man zich in afkeurenswaardige nonchalance niets aan zijn uiterlijk laat gelegen liggen, en het waagt als een onaanzienlijke, naar-tabak riekende mier, met een stijf, wit schild voor zijn borst en stijve stoot-cylinders om zijn polsen zijn opgetooide wederhelft te naderen.. Wat moet er van zeven tot acht dien avond door de heele residentie een geloop, een geborstel, een slaan met kasten, een kamferlucht en een agitatie geweest zijn, om op eens al die kleurlooze meneersn tot zulke kleur-rijke, opvallende verschijningen te metarnorphoseeren, die mij (waarschijnlijk onder invloed van The insect play," dat ik in Londen zag, en waarover ik u de volgende week hoop te vertellen) aan kostbare torren of aan zeldzame kevers deden denken. Ook in hun gedragingen bleek het gezel schap plotseling tot een meer primitief niveau teruggekeerd. Gesprekken werden er bijna niet gevoerd; naar de muziek werd slechts verstrooid geluisterd, (en er was toch dat wonderlijk-weemoedige lied van Guieg: bij Letzter Frühling", en Willetn Andriessen speelde om alles te vergeten;") eerst keken we allemaal naar de mooie mannen en toen keken we allemaal naar de Koninklijke loge. We deden dat niet verstolen en als toevallig, met een verbijsterend-naive insolentie keerde zoodra de pauze begon, de geheele bevolking der zaal haar rug naar het podium en staarde naar boven, met een intensiteit, die deed vermoeden, hoe, onder het voorafge gane deel van het concert al hun haiszenuwen hun hoofd voortdurend hadden willen om trekken en hoe 'n zelfbeheersching het hun gekost had, netjes den kant van den dirigent te blijven uitkijken Ze veinsdem elfs niet belangstelling voor iets anders te koesteren; met een zeldzame oprechtheid keken we alle maal naar boven; we zagen sierlijke reverences maken, we zagen veel goud, veel ordeteekenen, veel geschitter van kleuren, en we merkten, hoe prettig en voldoening-gevend het was daar maar domweg naar te staan staren. We had den opeens geen behoefte ons in een philosophisch stelsel of in een artistieke appreciatie te verdiepen; we wilden epauletten zien stra len, sjerpen zien glanzen. Een intellectueel en een wilde verschillen ontegenzeggelijk minder van elkaar, dan onze hoogmoed wel zou wenschen; vederbossen, sabels, sterren en kruisen oefenen op beide een fascineerenden invloed uit; en ik denk, dat de gemeente, die ons gratis aanbood thee in. de foyer, haar bud get door deze gulheid geenszins heeft bezwaard, omdat bijna niemand zich van de betooverende vertooning op het frontbalcon- kon losmaken. Voor Koning Haakon heb ik een speciaal zwakje, omdat ik voor zeventien jaar juist in Noorwegen was, toen zijn huwelijk overal in het land gevierd werd. Ik herinner me onze landing in Stavanger, in een klaren wind- en geluidloo/en Noorschen nacht, en hoe we het slapende stadje opgesierd vonden voor het feest met groote eerepoorten, geurend van dennegroen, en met de sympathieke portret ten vanMaud en Haakon voor alle winkelramen. Zoo onwezenlijk stond dat alles te prijken in de verlaten straten, met het strakke, tooneel-achtige tniddernachtlicht, dat de herinnering er aan na zoo lang nog niets van haar scherpte heeft verloren, en mij een onre delijk gevoel van vertrouwelijkheid gaf tegen over den langen vorst, die bovendien nog op majoor Oudendijk van het Algem. Nederlandsch Verbond lijkt. Alsof ik hem wel kon vragen, hoe die zeventien jaar voor hém waren geweest; of hij het eigenlijk wel prettig vond, als hem in den vreemde altijd weer vooral de muziek van zijn eigen land werd voorgespeeld .... of hij niet liever eens uitsluitend Hollandsche muziek zou hebben gehoord, van die mooie, oude, Hollandsche volksliederen en mér proeven van onze eigen moderne com ponisten .... Toen de pauze voorbij was, liep liet feest ook snel op een eind; nog even schitterde de middeleeuwsche pracht en praal in de couloirs; maar dadelijk daarop werden we er meedoogenloos aan herinnerd, dat er toch inderdaad een wereldoorlog en dat er inder daad revoluties hadden plaats gehad, ellende, achteruitgang vlak om ons heen en be zuiniging op alle mogelijke gebied: de gloed der ambtsgewaden verdween onder gewone overjassen en capes, en de romantische vederbossen wapperden weldra op een banaal achterbalcon van de tram. Plotseling begon het te regenen; een eenzaam-terugkeerend feestganger borg zijn steek onder zijn regenjas en stapte met zijn wit-bekleede beenen voor zichtig over de plassen; dat maakte, in de donkere straat, inderdaad een eigenaardigen indruk. Twee burgerjuffrouwen .spraken, in heilige verontwaardiging, schande over zoo'n indecent toilet, in vrij drastische termen.. En ik werd overvallen door het angstige voor gevoel, dat we, in onzen nivelleerenden, democratiseerenden, oeconomiseerenden en moraliseerenden tijd, nu we alles, wat een onnoozel medemensen aanstoot zou kunnen geven, trachten te vermijden, zelfs deze zeld zame bijeenkomsten vol gloed en kleur en glans niet lang meer in stand zouden weten te houden. A N N l E S A l- O M O N S Illllllltlllllllllllllllllll iiiiniiiiiiiiii iiiiiiiiiiiu mr DE CIZEK-SCHOOL IN WEENEN Nu er deze maand bij Liberty" te Amster dam origineele teekeningen, enz. te zien zijn, vervaardigd door de leerlingen van den cursus voor jeugdkunst van Professor Cizek, is dit de aangewezen gelegenheid om van die kunstschool voor kinderen van 6?15 jaar en van de vervolgklasse voorouderen enkele bizonderhcden te verteilen. Wie al die kleurige en vroolijke teekeningen ziet, krijgt allicht eerst een totaal-indruk van zonnigheid en beweging. Dan trekken enkele grootere stukken, een geschilderde fries Vee markt", een in hout gesneden dans-voorstel ling, e.d. de aandacht, en men verwondert zich over een beheersching der techniek, onge woon bij zulke jonge leerlingen. En beschouwt VRUCHTENKOEKJES VAN SIPKES - HAARLEM gijn voortreffelijk van kwaliteit en aangenaam van smaak men dan de tentoongestelde nummers wat oplettender, dan ontdekt men, ondanks alle verscheidenheid van onderwerp en uitvoering, een eenheid in de kunstuitdrukking, die al dat werk stempelt als behoorend tot n school, in den besten zin des woords. Die school heeft blijkbaar al een traditie, een standaard van werken, die, door de oudere leerlingen aangegeven, door de jongeren wordt opgehouden. Van een methode kunnen wij hierbij niet spreken; opzettelijk onderwijs geeft Franz Cizek niet. Maar de invloed van zijn persoonlijkheid, die zich doet gelden in gesprekken met de kinderen en in het mate riaal, dat hij hun verschaf t, geeft aan de kunst uitingen van al zijne leerlingen een geestver wantschap, die te helderder naar voren treedt. omdat het aesthetisch gevoel van die kinderen zelf, hetzelfde artistieke ras-instinct, er zoo spontaan op reageert. Hierbij dient even opgemerkt, dat de Jugendkurs" volstrekt niet voor aanstaande kunstenaars is bedoeld en dat de meeste leer lingen later in allerlei ambten en beroepen hun levensonderhoud zullen vinden. Sinds de bijna 20 jaar, dat de Cizek-school bestaat, worden alle kinderen kosteloos toegelaten voor zoover er plaats is. Zij werken er op hunne vrije middagen en Zondags; en slechts een betrek kelijk klein aantal zet, na 15-jarigen leeftijd, het teekenen enz. als kunsthandwerk voort. Ook van die ouderen is werk geëxposeerd, vooral ontwerpen voor behangsels, cretonnes en zijden stoffen, die, door Liberty" op de stof zelf klcur-echt gedrukt, elders in den winkel per meter of als kleedjes worden ver kocht en die, wat lijnenspel en kleurcombinatie betreft, een heel bizonder cachet hebben. Maar ook in de teekeningen der jongeren is clie ornamentale lijn, die vereenvoudigde uitdrukkingswijze zichtbaar, waardoor zelfs vrije" teekeningen als Kermis, Voedselvoor ziening enz. naar het decoratieve zweemen. Iets, waarop Professor Cizek dan ook zeer den nadruk legt, is het verband tusschen kunst en handwerk, waarmee hij bedoelt het kind te helpen, reeds zoo vroeg mogelijk zijn eigen wereld te leeren verfraaien. Hij wijst daartoe op den eersten eisen van schoonheid, n.l. oprechtheid. Zijn leerlingen copiëeren- niet, mogen niet gedachteloos na volgen, maar scheppen uit eigen verbeelding, uit eigen emotie. Als de kleine kunstenaar waar is tegenover zichzelf, zal hij de motieven, die hij direct aan de natuur, en de omgeving of indirect daaraan door zijn geheugen ont leende, interpreteeren op zijn speciale wijze; en dat zal er dan de waarde aan geven. Verder wijst hij op den tweeden eisch van schoonheid: beheersching. kenbaar in den eenvoud der uitdrukkingslijn en in den nadruk op de lijn van rhyfhme. En zoo leert het kind uit eigen gevoel ornamentale bewegingsrhythmen scheppen, die, ondanks de fouten, met volleerder techniek kunnen wedijveren. Het zou een groot verlies zijn, en niet voor Wennen alleen, wanneer de Cizek-school door tijdsomstandigheden moest worden opgeheven. Maar moeilijkheden van finantieëlen en ande ren aard hebben Professor Cizek's gezondheid ondermijnd. Moge hij het boek, waarin hij bezig is zijn levenswerk te kristalliseeren, ten einde kunnen schrijven ! C>. T F. W i N K F; i. illlliiiiiimiimiliiilliilHiiiiiiiiiiimii HIIIIIUIU mifiiiiiiiiliii Tentoonstelling Cizek" H. Bennier, (13 jaar), Sneeuwballen gooien iiiiiiiiimiiMimMiiiiiiimmiiiiiiiHiiiimiiiMimiiiii.iiiimiiiiMmiiiiiimilMi IMIIIIIIIIIIIIII iMiittiiiiiuiiiiiiii KIEKJES UIT HET KINDERLEVEN J. Br.itiowiw, (14 jaar) Rondedans, Tentoonstelling Cizek", Het middagmaal was al half afgelo open, toen er gebeld werd en de kleine laatkomer met een quasi-onverschillig gezicht den gang instapte, hopende, dat het eten nog niet op tafel zou zijn en hij hierdoor aan de straf, die op te Iaat komen stond, ontsnappen zou. Maar 't scheen mis ! Vader kwam hem al met een dampend bord soep in de hand te gemoet met de mededeeling, dat hij zijn maaltijd maar in afzondering moest nut tigen. Met vastberaden tred, ten volle beseffend dat hij schuldig was, volgde de kleine boos wicht, de oogen terneer geslagen. Vader was zoo kortaf, er zou wel niet veel aan te veranderen zijn. De teleurstelling schil derde zich af op zijn gezichtje. Een gevoel van vernedering en beschaamdheid bekroop hem bij de gedachte aan de straf, die afzon dering in dat kleine kamertje. Wat zou Antje, de meid, er wel van zeggen, dat hij daar zoo alleen moest zitten ! Misschien zou ze hem wel uitlachen. En toch, 't was zijn eigen schuld, hij was al eenige keeren gewaar schuwd. Hij moest de gevolgen maar fier en gelaten dragen. Maar n poging voor zijn vrijheid kon hij nog wel wagen en met zijn groote, ernstige oogen vader aanziend, zei hij gemoedelijk: Vindt je het nu heusch zoo erg, als ik te laat kom? Je komt toch ook wel eens te Iaat, als je met je vriendjes gezeten hebt en, weet je, ik heb ook met mijn vriendjes ge zeten !" 't Had niet de verwachte, verzachtende uitwerking. Voor vaders scheen het wat anders te zijn, als ze te laat kwamen, die hadden altijd op 't laatste oogenblik nog iets heel gewichtigs aan hun vrienden te zeggen en dat kon bij kleine menschen niet voorkomen. Maar in eens, in herinnering weer levend in het genotene van dien zaligen middag, scheen alle gedachte aan straf weggevaagd. Hij kon 't niet langer binnen houden, waarom ze nu juist zoo genoten hadden, hij moest het zeggen aan zijn grooten vriend, hem, voor wien hij geen geheimen kende, hij zou er ook van ge nieten, net als de vriendjes en hijzelf gedaan hadden. En geheimzinnig fluisterend klonk het vol verrukking: vadertje, we hebben toch zoo'n pret gehad, we zaten zuo gezellig in ons hol en we hadden twee kaarsjes, die we opstaken, toen 't donker werd." 't Kostte vader moeite om streng te blijven, maar hij liet zich niet vermurwen. Maak je vooral gauw de deur dicht", vroeg het hooge stemmetje, dat Antje me niet ziet?" Aan tafel zou ze hem wel is waar missen, als ze de borden wegnam, dat kon XOMCI Zweedsche Vitrages in verschillende typische kleurstellingen vanaf Fl. 1.20 per Meter. nu eenmaal niet anders, maar ze mocht niet zien, hoe hij daar zat, als zondaar in zijn hokje. De deur was goed dicht. Hij was alleen. Vóór hem stond het nu leege soepbord en in de lamp starend, verrezen voor hem weer de verrukte gezichten van de vriendjes, beschenen door het flakkerende schijnsel van de twee kaarsjes. C. D o z Y MEDEDEELING Op Maandag O juli a.s., den dag waarop vóór 25 jaar de National e Tentoon stelling van Vrouwenarbeid werd geopend, biedt de Nationale Vereeniging voor Vrouwenarbeid te half drie in de Van Dijk-zaal van het Clubgebouw voor Vrouwen, Hooge Nieuwstraat 11, 's Gravenhage een na middag-thee aan, waar Mw. Johanna W. A. Naber de herdenkingsrede zal uitspreken. Persoonlijke uitnoodigingen kunnen onmoge lijk worden verzonden, doch allen die in Besturen en Commissièn der Tentoonstelling van 1808 zitting hadden, of op andere wijze er aan medewerkten, zullen het Bestuur hartelijk welkom zijn. ' IIIIIIIHIIIIHIIIIIIHIIIimillllMIIIII VERZOEKE ALLB STUKKEN VOOR DB RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TB ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DB AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitin iiiiiiiniiiii iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiciiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii iiiiiiiiiitifiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiimitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ZEEKRAAL De Sociétéd'Acclimatation geeft van tijd tot tijd te Parijs een déjeuner, waar je allerlei uitheemsche en vreemdsoortige spijzen worden voortgezet. Deze maaltijd draagt dikwijls het karakter van een experiment, dat maanden van te voren wordt klaargemaakt in samen werking met de koks van het Gare de Lyon. Het menu vereischt toelichting en die ont breekt dan ook niet, maar werkt dikwijls ietwat ontmoedigend op de echte gastro nomen. Dit jaar zaten de leden van het Internationaal Congres voor Natuurbescher ming mede aan en zoo had ik dan het genoegen dat ik een heele rij prinsen en graven, markiezinnen en mooie Amerikaantjes min of meer argwanend zag rondpikken in haaienmoot en nandoebout, tinamouborstjes en nog allerlei vreemd gedoe, maar daaronder ook in driërlei toebereiding de salicornie", onze welbekende zeekraal, Salicornia herbacer.. In de redevoeringen werd het menu natuur lijk geweldig opgehemeld, maar zoo onder elkaar na afloop luidde het oordeel meer conservatief en ook de zeekraal had geen bijster goede pers. Doch dit was toch wel zeker de schuld van de koks, want ik heb nog altijd de allerprettigste herinneringen aan de zeekraal, die ik tweeënvijftig jaar geleden gegeten heb bij mijn grootmoeder in Middel burg. De verkoopsters kwamen venten langs de deuren met emmertjes vol van de dikkige, glanzig groene plantjes. Voor een kind was het al bijzonder aantrekkelijk en griezelig, dat die plantjes in den emmer lagen te be wegen, met kleine kronkeltjes en kruip bewegingen net of het wormpjcs waren. Soms lag ailes stil en dan op eens ging er hier of daar een krioelerig schokje door de massa. Dat komt natuurlijk hiervandaan, dat die plantjes opgepropt vol met water zitten en dat ze bij het verwelken telkens plaatselijk ietwat inkrimpen, maar daar be greep ik toen natuurlijk niets van en mijn grootmoeder had het al gauw te druk met de eieren en ik weet niet wat al meer, dat er bij te pas kwam, om het zeer smakelijke gerecht te bereiden. Gedurende den oorlog is de plant als groente nog eens weer op den voorgrond getreden, maar het gebruik er van zal toch wel altijd beperkt en plaatselijk blijven. Des te amusanter was het, om die zeekraal daar in Parijs nu eventjes te zien genieten van een, nu ja, wel zeer kortstondige glorie. Ik moet bekennen dat die eterij mij dan ook verder koud liet, ondanks die zeer lieve herinnering uit mijn jeugd. Maar wel verlang ik er naar om weer eens gauw te wandelen in de zeekraalvelden en mij te ver heugen in de zeldzame levenskracht van dit wonderlijk plantje, een van de weinige hoogere planten, die tieren kunnen in het gebied van eb en vloed. Iedereen, die wel eens te veel kunstmest aan zijn planten heelt gegeven, moet weten, hoe gevoelig ze zijn voor een te groot zoutgehalte van het water, dat hun wortels omspoelt. Een oplossing van een half percent is dikwijls al schadelijk. Onze zeekraal echter moet al een zeer bijzonder gestel heb ben, want hij groeit het liefst in de buurt van de volle zee, waar het zoutgehalte hooger is dan drie percent. Maar ook aan de kusten van Amsterdam wil hij wel groeien, waar het zoutgehalte veel kleiner is en zelfs bij in poldering houdt hij het binnetidijks nog geruimen tijd uit. In zotitsteppen of bij salinen blijkt hij zelfs wel tot vijf percent toe te kun nen verduren, en daar staat hij dan ook net als aan zee in het voorste gelid van de voorhoede van de planten, die (Jaar trachten te leven. 't Is heel goed, om bij eb in 't /eekraalland te wandelen. Het ligt al dadelijk een stapje lager dan de kwelder met zijn grassen, Engelsen gras, limoenkruid en zeealsem. De zeemelde blijft ons nog een poosje verge^ h <,m \^ \u''3 ^ fa tt.^-. /fWv \ h SM Zeekraal Rechts boven: een stuk van een bloeiend takje Onder: een enkel bloempje zeilen, maar nu staan we opeens in een zuiver veld van zeekraal. Soms staan de plantjes dicht op een, maar meestal met tusschenruimten en daar ligt dan wel een enkel schelpje, want daar zijn ze ook al niet bang van. Vreemde, rondstrengelige, vertakte bladerlooze plantjes, de meeste donkergroen, enkele al rood. Later in het jaar wordt het heele veld rood. Heel in de verte ligt de zee met een blinkende streep van hichtverheveling en daarop zweven hier en daar blanke zeilen en een hooge duin van het volgend eiland. Een troep wulpen vliegt over, luid roepend en op het kale slib krioelt het van rosse grutto's, pleviertjes en strandloopertjes, de zomerbende. die dra wordt tot herfsttroep. Nu staat de zeekraal in vollen bloei, maar daar is niet veel aan te zien. Dat steekt droevig af bij de bloesempracht van het rose Engclsch gras of de lila Lamsoortjes. Doch nu loont het, dat we wat van plantkunde geleerd hebben en wat belang stellen in meeldraden en stampers en liet wordt zelfs een eenigszins spannend zoekpartijtje, eer we de bloempjes vinden, drie hij drie. ingedoken in de vleezige stengelleden. Elk bloempje heeft een meeldraad en n stamper, die achtereenvolgens naar buiten komen kijken. Soms zijn er twee meeldraden. En alles wat hier bloeit, zit straks onder een meter of zoo van het zoutste zeewater. Daar kunnen die bloempjes tegen en het stuifmeel bederft er ook niet van. Na een poosje rijnen de zaden en clan staat ook spoedig het zeekraalveld in hcrfstpracht, alles rood en paars. Dan wordt het hier al levendiger en leven diger. De honderden vogels op het slik worden spoedig tot duizenden en honderd duizenden, allemaal steltloopers, groot en klein. In het zeekraalveld echter ontmoeten we andere gasten, die je hier anders nooit ziet; vinken en kneutjes, gorzen, van allerlei soort. Die weten de meelige zeekraalzaadjes uit de stengel te pikken of eten ze met stengel en al en als het hooge water komt,dan vluchten ze troepsgewijs naar den kwelder en dan is het wel eventjes heel aardig om daar puttertjes en goudvinken en sijsjes te ontmoeten. 't .Zijn natuurlijk trekvogels, die wie weet hoe ver weg vandaan komen en ook weer verder zullen trekken, als ze goed doorvoed en uitgerust, zijn. Nog later sterven de zeekraalplanten af, want ze duren slechts n jaar. De bloeitakkcn vallen in stukken uiteen en blijven liggen in het slib of worden door de zee mee gevoerd en met wind en tij her en dergedreven. En nu vertoont de plant nog een nieuw kunststuk. De zaadjes kunnen ontkiemen in volle zee en weken lang in leven blijven, al maar rondzwervend langs de stranden, totdat ze ergens tot rust komen en snel wortelen, eer dat de vloed ze opnieuw medevoert. Waar de zeekraal dicht opeen staat, spoelt de zee met minder kracht en kan meer slib bezinken. Dan kunnen daar andere planten komen groeien, die de zeekraal verdringen en die moet dan maar weereen eindje verder naar buiten, nieuwe terreinen bereidend voor de planten van het hooge land en de zee terug dringend. Zoo helpt de zeekraal ons land groot maken op de slibstranden, evenals het biestarwegras dat doet op het zand. J AC P. T H I J S S E niiniiiiiiiiitii minimum iiiiimiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii' | MOERHEIM" | f DEDEMSVAART | I 40 H. A. j I KWEEKERIJEN MET l \ VASTE PLANTEN, ROZEN enz. j i Catalogus en condities op aanvraag. f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl