De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 23 juni pagina 5

23 juni 1923 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

23 Juni No. 2400 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE NEDERLANDSCHE VROUWENCLUB Zal Amsterdam nu werkelijk zijn vrouwenclubgebouw krijgen? Hoe menigmaal hebben wij Den Haag benijd, waar in zoo korten tijd het clubgebouw verrees, dat nu het middel punt vormt van de vrouwenbeweging in Nederland. Hoe verbaasden we ons ook, toen wij verleden jaar in Freiburg het bordje Frauenclub" zagen, genageld aan een niet zeer voornaam huis waar wij ondanks die een voudige behuizing hoorden van het opgewekte leven en genoegelijk samenzijn der leden onderling. Mocht de hoofdstad van ons land, csntrum van zooveel vrouwenwerk en vrouwenvereenigingen, daarbij achterstaan? Be stond dan in Amsterdam niet de behoefte aan een vereenigingspunt waar vrouwen elkander kunnen ontmoeten en elkanders werk kunnen leeren kennen en waardeeren, waar kunnen gehouden worden: vergaderin gen, congressen, tentoonstellingen en gezel lige bijeenkomsten, waar gelegenheid is tot ontwikkeling, ontspanning en verpoozing, tot het gebruiken van maaltijden, tot logeeren? Zeker, dit gemis werd in de hoofdstad reeds lang gevoeld, vooral door haar, die van buiten D.' twee huizen, waarin de Nederlandsche Vrouwenchib gevestigd zal worden. komen, haar werk in de stad hebben of daar voor haar werkkring te ochtend, te middag, te avond, soms enkele dagen achtereen moe ten zijn. Doch nu komt liet, 't Clubgebouw voor Vrouwen, zelfs binnen af/.ienbaren tijd! Het Bestuur verhaalde er ons van 1.1. Zaterdag in Parkzicht. Twee huizen op de Keizersgracht Nr. 580?582 tusschen Leidschestraat en Spiegelstraat zijn reeds voor dit doel aan gekocht, l November kan met de verbouwing worden begonnen, dan zal alles geriefelijk worden ingericht, de kamers zullen worden doorgeslagen, er zullen vergaderzaaltjes zijn voor 50 a 00 personen, ook 10 logeerkamers, een eetkamer, conversatiekamer en andere vertrekken, 't Klonk alles zoo veelbelovend prettig ! Maar. ... 't kan eerst dan geschieden wanneer het Bestuur gesteund wordt en on finantieele hulp mag rekenen van allen, die bij de oprichting van het clubgebouw belang hebben. Het voorloopig bestuur van de Nederlaudsche Vrouwenchib met Mevr. A. J. Tellegen Fock als voorzitster, heeft de laatste jaren hard gewerkt. Het ondervond veel mede werking hier en ginds. Uit Twente, het gewest waar de vrouwen altijd zoo krachtig tot steun bereid zijn, stak men het beide handen toe. 't Was Mej. terKuile, van wie de bezieling voor het Amsterdamsche plan in het Oosten van ons land uitging. Zouden dan zoovelen in Amsterdam, die in de oprichting van het clubgebouw het meeste belang hebben bij de Twentsche vrouwen willen achterstaan? Nog ongeveer ? 50.000 zal noodig zijn, dan zal ook de groote vergaderzaal er wezen, die eigenlijk onont beerlijk is. Hoe men kan helpen? Wel men kan deel nemen aan een obligatielening, met stukken van / 100, / 500 en / 1000. Men kan giften schenken. Men kan ook lid worden van de club. Het lidmaatschap is ? 20 + ? 5 entree voor Amsterdam en omliggende plaatsen. Er kunnen ook een beperkt aantal buiten gewone leden zijn en begunstigers. Het komt ons voor dat deze contributie voor, zooals wijze zouden willen noemen stedelijkebiiitenlcden (want plaatsen als: Haarlem, Bloemendaal, Bussum o.a. worden tot Am sterdam gerekend) wat hoog is.Ze zal de draag kracht van de meeste beurzen der werkende vrouwen te boven gaan. Voor het niet dage lijks in Amsterdam vertoevende buitenlid, dat behalve de ? 20, resp. / 25, tevens reeds reiskosten te betalen heeft, zullen de voor rechten van het genoegelijk onder dak zijn in dit clubgebouw, waar natuurlijk maaltijden logies enz. toch ook weer kosten meebrengen, niet opwegen, tegen den druk der contributie. Het in den aanvang opvoeren der prijzen van lidmaatschap staat, naar 't ons toeschijnt de ontwikkeling van het ledenaantal in den weg en weder juist van dat der buitenleden; deze toch zijn geneigd het pro en contra scherp tegen over elkaar te stellen. Indien men een reglemcnteering heeft voor buitenleden, zou 't dan niet consequenter zijn, om alle leden buiten de gemeente Amster dam als buitenleden te beschouwen en niet de grens (rondom naar ik vermoed) zoo breed uit te rekken, dat plaatsen als Haarlem en Bloemendaal daarbinnen vallen, terwijl bijv. het op eenigen afstand gelegen Hillegom of Lisse er wellicht buiten valt? Waar trekt men de lijn? Hoe het zij: wij staan op 't oogenblik voor het verheugende feit dat d« Nederlandsche Vrouwenchib de beschikking heeft over 2 mooie, groote perceelen. Wij twijfelen niet of de Amsterdamsche vrouwen in de eerste plaats zullen voor de inrichting raad weten te schaffen gelijk zij het meermalen voor een vrouwenbelang zoo kranig wisten te doen. Alle inlichtingen worden o.a. gaarne ver strekt door Mevr. A. J. Tellegen -Fock, Presidente, Krugerlaan 3, Baarn. Mevr. J. Tweer?Westerman, Vice-Presidente, Vondelstraat 78, Amsterdam. Mevr. 1. G. S. Boll?Bonman, Secretaresse, De Lairessestraat 10G, Amsterdam. Mej. A. Lenting, Penningmeesteresse, Meeuweniaan 33, Amster dam-Noord. !?: i. is M. R o <; (i i: iimiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii BIJKOMSTIGHEDEN LXXVIII Ik heb het vereerend verzoek" gekregen, (en nog wel van iemand van de sterrewaclu, die dus allicht meer van de gesteldheid van hemel en dampkring afweet dan ik, die op de aarde en vooral op het blad van mijn bureau pleeg te staren,) eens iets te berde te brengen over de abnormale temperatuur van dezen (sit venia verbo,) zomer. Nu zijn er aan bespiegelingen over het weer in een weekblad eigenaardige bezwaren verbonden. Ik herinner me, dat ik verleden jaar op den Zaterdag vóór Paschen een enthousiast artikeltje lanceerde over de over rompelende verrassing van die overstelpende |ente,dat, toen ik dtie dagen later bij mijn behagelijk baardje er de proef van kreeg, mij al eanigszins katterig stemde, en dat den Zaterdag erop bij een publiek in bonten mantels en met winterhanden niet anders dan een schandaalsucces behalen kon. Dich terlijke waanzin". Aberraties van een vol komen overspannen brein". Want geen indruk is in schijn absoluter en in wezen vluchtiger dan de sensatie van warmte en kou. Wie in de warmte leeft, kan zich nauwe lijks meer realiseeren, hoe naar het is om het koud te hebben; wie de kou moest trotseeren, vergeet in zekeren zin, dat hij het ooit warm heeft gehad, leder heeft deze waarheid kun nen controleeren bij het koffers pakken. Ik geloof, dat men aan den inhoud van een koffer altijd zien kan, of hij in de hitte of bij lage temperatuur is gevuld. Al spant men zijn fantasie nog zoo in, om zich te reaiiseereu, wat men hij een geheel andere weers gesteldheid, aan kleeren en kousen zou kunnen waardeeren, voor het oogenblik schijnt het ons toe, alsof we tot het einde van onze dagen altijd zoo stik-warm of altijd zoo steenkoud zullen blijven, en in de mogelijkheid van een andere situatie, kunnen we ons niet in-voelen. Nu is een auteur (zelfs als het een auteur van maar bijkomstigheden" geldt,) over het geheel een altruïstisch wezen, dat bereid is een gek figuur te slaan, als hij daarmee zijn medemensehen een dienst kan bewijzen. En nergens is het bijgeloof, dat men met een klein verlies soms een groote winst kan binnenhalen zoo algemeen verspreid, als waar het regen of zonneschijn betreft. Er zijn menschen, die bij alle feestelijke gelegenheden een parapluie meesleepen in de overtuiging, dat ze met die geringe opoffering heel Neder land aan een moeien dag helpen; anderen loopcn in onweer en regenvlagen met een stroohoedje, alsof ze niets van den orkaan merken, om het weer te forceeren", zooals ze het noemen. En ik wil dan vandaag, nu ik, met een dikke jersey aan en in een plaid gewikkeld, huiver onder de rukwinden, die mijn ramen rameien, mijn reputatie als actueel" kroniek schrijfster in de weegschaal vwerpen, en uitvoerig over de kou en derzelvergevolgen jammeren, in de stille hoop, dat de natuur, om mij dwars te zijn, zich dan deze week zal bedenken, zoodat u a.s. Zaterdag, puffend in uw tuinstoel gelegen, onder het genot van een verkoelenden drank, mijn bij komstigheid terzij zult schuiven en smalen: Copy-nood ! Wie zeurt er n» midden-in den zomer over de kou." Welke miskenning van mijn edelmoedigheid ik, als zoovele andere, getroost zal aanvaarden, te gcreeder, omdat ik er een zonnigen dag voor onze vereeniging van letterkundigen mee zou hebben verdiend", die juist bij het verschijnen van dit nummer haar jaarlijksche vergadering in Utrecht hoopt te hou den, bij welke gelegenheid er zooveel zware en. harde woorden gesproken plegen te worden, dat de compensatie van wat zomersene warmte onontbeerlijk is. Nu is het fnuikende van den abnormalen toestand van het oogenblik, dat liet nog niet eens een record blijkt te zijn. Anders hoeft het maar 5 minuten te hagelen, of maar n nacht te vriezen, en we krijgen dadelijk een opgetogen verhaal in de .courant, dat er sinds honderdnegenenzestig jaar in die maand niet zulke groote steenen waren gevallen, of dat deze vorst alle zomervorsten van de laatste eeuw overtrof.... Maar nu we ons triestiger en misdeelder voelen dan ooit, haasten de kranten zich ons te verzekeren, dat er heelemaal niets hizonders is in onze narigheid, dat liet voor acht jaar nog kouder was, en voor twaalf jaar nog natter, en dat we er ons heelemaal niet mee moesten vleien een exceptioneele Jiinimaand te beleven. Zelfs het plezier van onze buitengewone misère gunnen ze ons niet. Dan zijn de winkels menschkundiger, die adverteeren, met reusachtige plakkaten, dat ze wegens het ongunstige zomerweer" 10, 15 of 20 pCt. reductie geven, zeker in de hoop, dat iemand, voor een verzet je, op een regenachtigen middag, dan maar eens een heelen stapel kousen, of theedoeken, of badpakken ! ! zal koopen, om op al die dingen, die hij niet noodig heeft, dan tenminste de reductie te verdienen .... Brandstoffenhandelaars en bont-winkels floreeren; de schouw burgen maken in liet zomerseizoen goed. wat aan liet winterseizoen ontbroken mocht hebbeu: iedereu avond volle zalen; maar o, de verlatenheid van de winkels, de restaurantsmet-strijkjes, de Pier op Selieveningen; de leegheid van de open trams, dje gewildfleurig over het Kurhaiis-plein slingeren; liet desolate van de bankjes op de boulevard, de fladderende tentjes, de bij elkaar kleu mende badkoetsen. . . . En dan in Gelderland, in Utrecht, in liet Gooi, de kleine buitenhötels, die leven van den gaanden en komen den man, waar, in mooie zomers van den vroegen morgen tot 's avonds laat fleurige fietsers neerstreken, om limonade en broodjes en spiegeleieren met ham: waar de auto's 's middags den toegang tot den gezelligen, ouderwetschen tuin bijna pleegden te ver sperren; - en waar nu, heel den treurigen Zondag lang.de ober met zijn servet in de hand, op zijn teenen staat te wippen en voor zich uit te staren.... En dan de booten met muziek, vroeger vol wuivende menschen, die zuurtjes aten en elkaar eau de cologne presen teerden; nu zóó leeg, dat de conducteur zijn landziekigheid ligt te verslapen in de kajuit. Want iedereen zit thuis, met soliede gesloten ramen, en de beklemmende stilte die, terwijl lu-t buiten nog licht is, en terwijl de bloemen overvloedig bloeien, in plaats van de rumoerige joliglieid de r normale zomer avonden, nu om onze huizen staat, is misschien wel het ondragelijkste, van deze vreemde bezoeking. Rectificatie. Een trouwe lezer "maakt er mij opmerkzaam op, dat ik in de vorige bijkomstig heid, waar ik over de huwelijksfeesten" van den Noorweegschen Koning heb geschreven, een ernstige en gevaarlijke vergissing heb begaan, en dat, al sneed ik er zoo over op, dat, na zooveel jaar, mijn herinnering nog niets van haar scherpte had verloren", e.r aan mijn weergave van het gebeurde heel wat ontbrak, n.l. dit: dat naast de sympathieke portretten van het vorstenpaar" er nog een stond en wel dat van een aardig jongetje van ongeveer drie jaar, het zoontje van Mand en Haakon, Kroonprins Olaf". Nu kan het zijn dat dit voor u eene bijkomstig heid is, die niets beteekent", hoont de trouwe lezer"; maar het is in de geschiedenis bekend, dat er om mindere redenen wel een oorlog is uitgebroken en uwe beschuldiging, als zou Koning Haakon pas met Prinses Mand ge trouwd zijn, toen hun zoon al 3 jaar vvas, kon voor hofkringen wel een ernstige reden zijn tot een zeer scherp protest." Inderdaad peccavi; maar wat vierden ze dan in vredesnaam voor zeventien jaar? Was Haakon dan rst getrouwd en daarna pas koning geworden? Vielen we dien nacht in de kroningsfeesten; o ja, had niet juist de af scheiding tusschen Noorwegen en Zweden zijn beslag gekregen? O Professor Kernkamp, niet ten onrechte hebt u mij indertijd allen historischen zin ontzegd ! ! A. S. Illlllllllllllllll IIIIIIIIIIIIIHI iimmiMiiiiiiimiimiiiaiii BABBELTJE ZEI.FBEIIEFRSCHING IN GEZELSCHAP De tijd, waarin wij leven, is er een, die bui tengewoon veel van onze zennwtjes" vraagt. Nietwaar? wij weten allen van Coué, en zijn ,,ik-gevoel-mij-dagelijk.s-beter"-systeem? Hngelsche schoonheids-spccialisten hebben Coué's wijsheid reeds tot een onderdeel van hunne behandeling gemaakt, en raden de da mes aan, dagelijks eenige malen tot zich zelf te herhalen: ik word van uur tot uur mooier".... Hetgeen zeer schoonheids bevor derend zou zijn. Tnans heeft in Amerika eene doctoresse speciaal voorde zenuwachtige vrcu\ven van dezen tijd een kleine verhandeling geschreven. En haar voorschriften lezen, is n oogenblik kalm zijn. Vooral voor de vrouw, die haar brood nviei vcrdienen,i$ zenuwachtig zijn,de grootste ramp on haar weg naar succes, verklaart Dr. (udith Snowski. Oe nerveuze vrouw lijdt onzegbare kwellin gen. Maar het zijn voor 't meerendeel. . . . zelf kwellingen.?Weg met de verbeelding- en die 7.g. overgevoeligheid harer natuur, welke haar parten spelen. Waarom vertelt de ner veuze vrouw u, dat zij zoo vreeselijk zenuw achtig is, dat zij 't vrei-si'lijk vindt, om andere menschen tv ontm"eten?". . . . Zij vergeet, dal haar voortdurend met zich zelf bezie; zijn, ? haar rerlci/cnlicid.ctin vorm van ijdelheid is. Laat zij hei denkbeeld van zich afzetten.dat de belangstelling van iedereen om haar persoontje heendraait. Waarlijk, mevrouwije, dit is niet het geval, en de dame, wier critische blik in de tram u zoo hoogelijk irriteert, en u in den grondkruiperige-aspiraties geeft," denkt au fond waarschijnlijk maar a?n r ding.... en dat ding" bent u niet, maar is zij ze!!. Wees nooit verlegen. De persoon, voor wien ge het zijt, denkt meestentijds voornamelijk aan den indruk, dien hij of zif, persoonlijk op il maakt. Nog een uitspraak van Dr. Judit'i: Wanneer de z.g. zenuwachtige vrouw eens wist, dat zij door die onnoodigc belemmeringen" welke zij in haar gedachten rond zich oproept, juist de aandacht op ha;ir zennwachtiglicid vestigt,dan zou zij misschien minder. . . . menschenschiiw zijn, en zich minder opsluiten. Zeer zeker: nervositeit bi! veie vrouwen kan overgeërfd zijn; maar het is een bekend feit, dat wilsontwikkeling een der grootste factoren der ge nezing is. - is de zenuwichtigfieid de oorzaak van een schok, een ongeluk, overwerken of vermoeidheid, of van een leven van te veel kunstmatige genoegens" - (gelijk mrs. Judith het uitdrukt), welnu ook in die gevallen moet en kan de wil ingespannen worden, om de gezondheid te herkrijgen. De vrouw die toelaat, dat haar zenuwachtigheid tot en obsessie" wordt , de vrouw die de slavin wel ;ijn wil, van hare zenuwen, die kweekt een grofst 'gevaar. - Mrs. Judith geeft schrikwek kende voorbeelden van vrouwen, die op jeug digen leeftijd, eenvoudig zich niet wilden in spannen tot net bestrijden van haar nerveus euvel, en die later ernstige lijdsters aan neuras thenie en hysterie werden, ja zelfs tot krank zinnigheid vervielen. Den boozen geest" van de zenuwachtigheid vroegtijdig de deur wijzen, nf hij wurgt den mensen op rijperen leeftijd" verk'laart de Japansche dokter Haini Zweedsche Vitrages in verschillende typische teleurstellingen vanaf Fl. 1.20 per Meter. Mrs. Judith nu wil, dat zenuwachtigheid erkend worde als eene kwade gewoonte, die ge nezen kan worden. Voorwaar een nieuwe op vatting men zou welhaast zeggen: een kinderlijke opvatting, onder de zienswijzen der vele zenuw-geleerden, die in de mode zijn". - Kijk de dingen ferm onder de oogen, decreteert zij.?Is er waarlijk een reden, waar om wij ons zenuwachtig zouden voelen tegen over andere menseden? Heb een hart vol van liefde in je borst, maar wees op je vierkante meter, een vorst" zong Dirk Witte. In dien trant ook redeneert onze Amerikaansche doc tores: Hebt ge eigen opinies? Wees dan niet bevreesd, er van te getuigen. Maar boven alles .... kweek sympathie aan. Zenuwachtighcid volgens mrs. Judith, komt (en zij heeft het ongetwijfeld bij het rechte eind) zeer dikwijls voort uit gebrek aan sympathie met de medemenschen. De patiënte is zóó vervuld van haar eigen bezwaren en moeite, dat zij er niet toe komt, zich te bekommeren om die van anderen. Inderdaad .dit feit maakt haar tot het tegen deel van een beminnenswaardig persoon.Zelden werd gezonder waarschuwingswoord tot de zenuwachtigen gesproken ! Zenuwachtige juffrouwtjes of mevrouwtjes...., begin met 't vaste besluit, zooveel menschen als maar mogelijk is, te ontmoeten, stap onverschrokken een kamer binnen, met 't bewustzijn, dat ge evenveel recht hebt daar te zijn, als wie ook. En kom niet binnen, alsof ge verwacht, dat iedereen u voor de een of andere begane misdaad" een strop om den hals zal leggen. Geef uwe persoonlijkheid een kans. Beproef de uitwerking van uwe persoonlijk heid eens op kinderen en dieren, en let op, hoe zij er op reageeren. Een hond weet altijd, wan neer iemand bang voor hem is, en zet een geweldige basstem op, of zet koers na?r uwe kuiten. Hij herkent daarentegen ook onmiddel lijk de stem van ,,iemand die hem aan kan." (Luid schreeuwen is zeker in dezen geen vereischte !) Kinderen houden precies op de zelfde manier van personen, die vriendelijk en jliii/; tot hen zijn. Wees vriendelijk en flink ook tegen volwassenen, zenuwachtig vrouw-niénschje. Ge weet het: de persoon, die respect afdwingt, is degene die moed heeft. Zenuwachtigheid is lafheid. En... de meeste mannen hebben een afkeer van zenuwachtige vrouwen !.... Geeft het bovenstaande eenige punten weer van mrs. Judith's zienswijze aangaande de moreele zijde der zenuw-genezing: dan laten wij hier nóg gaarne eenige beschouwingen vol gen aangaande de physieke geneeswijze: Overgevoeligheicr is een verschijnsel van ziekzijn, zoowel van geest als lichaam. Leid een ge zond leven, neem een lauw of een koel bad in in de ochtenduren. Het kwikt 't gestel op en heeft moreel een uitstekenden invloed. Vermijd oververmoeidheid, maar neem veel ope'nluchtbeweging. Sta vroeg op, en ga op een behoorlijken tijd naar bed. Alle overdreven opwinding en alle zenuw-overprikkelende genoegens, dienen vermeden te worden. Eet"eenvoudig voedsel, en denk be halve aan u zelf, ook aan andere menschen... Vergeten wij ten slotte niet dat een groote Grieksche zielkundige, Dr. Marapoucos, zennwachtigheid de ziekte van onzen tijd ge noemd heeft, omdat zenuwachtigheid een gebrek aan geloofsvertrouwen insluit. Hij wilde zelfs, dat het woord: Wanneer God met mij is, wat zal mij een mensen doen?" alle zenuw achtigen ....op slag diende tot genezing te brengen, en hen rustig tusschen de andere menschen over deze wereld zou doen gaan. Y v o N N E IHIIIIH* Illlllllllllllllll S \ i, o M o \ s VRUCHTENKOEKJES VAN SIPKES - HAARLEM gijn voortreffelijk van kwaliteit en aangenaam van smaak iiiiiiiiiiiiffiiiiiiiiimiiiiiii i Mlllllllllllllllll" REGENTIJD Die man met zijn alles schon dagewesen" sloeg de plank toch wel deerlijk mis. Zijn opmerking sloeg dan ook alleen op enkele beperkte gevallen van maatschappelijk en menschelijk gebeuren. Wie de natuur beziet en wel eens wat van den cosmos merkt, weet wel beter. Geen enkel oogtnblik kan gelijk zijn aan een voorgaande. Zoo heel diep be hoeven we niet eens te gaan, want we zijn het er allemaal wel over eens dat een voorjaar als dat van 1023, een zoo langdurige en haast onafgebroken periode van regen en koude, stellig bij menschenheugenis nog niet heeft bestaan, bok is er geen kans meer op, dat we, zooals gewoonlijk liet geval is, omstreeks l Juli weer alles normaal hebben, in bloei wat bloeien moet en heel het dierenleven in over eenstemming niet de plantenwereld van het seizoen. Het is hier de plaats niet om een opsomming te geven van alles, wat dit jaar niet gebeurt! is zooals we gewoon waren, vlinders en vliegen, die niet of in zeer gering aantal zijn ver schenen, vogels, die zich niet hebben laten hooreu en die misschien reclitsomkeerd hebben gemaakt, toen ze merkten, dat hier alles zoo deerlijk van streek is, bloemen die bloeien ver na den normalen datum en heel anders en trager, dan ze gewoon zijn, vruchten, die zich niet votmen. Doorgaans houdt de wilde na tuur zich beter dan de cultuurplanten, thans echter zijn de ingeboren Nederlanders nok onder den druk van de zeer abnormale om standigheden erg in 't gedrang geraakt. Afgezien van schade en ongerief zijn deze klimaatschommclingen zeer leerzaam en on derhoudend, vooral op de woeste watervlak ten en heiden en in het wilde duin, waareen groot aantal planten en dieren er bij betrokken raken. Vooral de duinen hebben in de laatste vijf jaren velerlei afwisseling vertoond m verband met droogte en wind, stortregens, vorst en sneeuw en daarbij dan nog m onmiddellijk of middellijk verband daar mee groote wisseling in het aantal van bepaalde soorten van dieren, in de eerste plaats der konijnen. Al deze oorzaken hebben er toe meegewerkt, om in het voorjaar van 1922 den rijkdom van de iiinwere'ld te doen slinken tot een bedenkelijk minimum. Het leek wel, alsof sommige planten en dieren voor goed verdwenen waren. Maar met de Meimaand begon toen het herstel, en daar gebrek aan water de voornaamste oorzaak van den achteruit gang was, hebben tot op heden de regens dat herstel bevorderd, en als we nu nog bijtijds een flinke stijging van de tempera tuur kregen, dan zouden we nog wonder mooie dingen kunnen beleven. Merkwaardig was het, hoe bepaalde planten op eens in massa's op den voor grond traden. Dat waren in 1022 hootdzakelijk de driekleurige viooltjes.de reigersbekken, de hitterzoet en het stalkrmd. Heek' hellingen zagen blauw van de viool tjes, heele valleien, vaak de. minst schilder achtige waren rose van de mooie vlmderhloempii'S van liet stalkrnid. De Bitterzoei ontwikkelde zich op menige plaats tot struiken van meer dan manshoogte,, indien zij een steuntje konden vinden. In zulke omstandigheden wordt de Bitterzoet tot een slingerplant en wel een van zeer on vaste neigingen, want aan een en dezelfde plant vindt men twijgen, die rechts en andere die links winden. Ontbreekt de steun, dan wordt hij een kruipplaut die vele vierkante meters oppervlakte kan beslaan. Ook de reigersbekrozetten waren buiten gewoon groot en in menig op zicht interessant. Tiians, in l I.i23, treden naast viooltje, reigersb-'k en biUerzoet weet' andere veroveraars op den voorgrond, en wei in de eerste plaats een groen plantje met witte bloempjes, dat niet Hondstong in bloei Bosch) eens een goeden Hollandschen naam heef t en in de boeken drienert'niuur genoemd wordt naar zijn wetenschappelijke!! naam Moehringia trïnerva. Dit plantje lijkt veel op het gewone onkruid, de vogelmuur, het is in bosschen en hagen wel doorgaans aanwezig, maar nooit zag men het in zoo'n groote menigte als thans in het duin. Alle duinboschjes zijn er letterlijk mee bevloerd, behalve op de allerdonkerste plaatsen en de andere planten, die er laat ons zeggen vóór 1917 groeiden, moeten nu nog maar een poosje wachten totdat die drienerfmuur is uitgeraasd. Hoe liet nu komt, dat juist dit plantje in dezen tijd zoo'n overwicht krijgt, weet denkelijk niemand. Een andere, die nu veel te vertellen heeft is de houdstong. Die had verleden jaar ook al veel verloren terrein herwonnen, maar treedt nu al bijzonder krachtig op, vooral aan kale hellingen en op stuif vlakten en daar mogen wij wel zeer dankbaar voor zijn. De plant is niet bestendig, maar sterft in zijn tweede jaar af, na de merkwaardige vruchten gevormd te hebben, die u altijd even bestraffen, wanneer ge in het duin buiten de paden gaat. Ge weet wel, die harde grijze stekelige dingetjes, die zich met mooie scherpe haken vasthechten aan uw kleeding. Eigenlijk is deze hondstong een plant, die in innig verband staat met de jacht. Als er geen jagers, drijver? en konijnen waren, dan zou de hondstong lang zoo algemeen niet in liet duin voorkomen. 't Is een zeer mooie plant. De donkere, fijn behaarde stengel wordt wel een nieter hoog, zelfs hooger en is bezet niet mooie zilver-glanzende bladeren en uit de oksels daarvan komen de bloeitakken te voor schijn, de bloemen geschikt in een opgerolden bloeitop, die zich langzamerhand ontrolt, juist zooals bij het vergeetmijnietjc, dat trouwens tot dezelfde familie behoort. DJ bloemen zijn donkerpurpiir en vallen in 't eerst niet bijzonder in 't oog, maar bij n-i'.lcr to..zii:n blijV;.:) .?!. al ;;u.-r mooi te zijn. De hommels weten ze zeer goed te vin den en zelfs op deze gure, trieste dagen ont breken ze niet; altijd zie ik er nog we! een half dozijn van bloem tot bloem gonzen. Het eenige wat tegen de plant in te brengen zou zijn, is zijn geur, die tegelijk herinnert aan doode muizen en aan een minder goede kwaliteit van kaas en dat is eigenlijk heel jammer, want anders zette ik er nog wel wat in mijn tuin. Zij hebben een heerlijke groeikracht en als ze eenmaal goed geworteld zijn kunnen ze ook heel wat droogte doorstaan, want hun stevige penwortels dringen wel meer dan een halven meter diep den bodem in. De afgestorven planten blijven nog wel een jaartje staan en blijven dan nog de helling beschermen tegen verstuiving, terwijl op de rustige ttisschenruimten zich alweer nieuwe planten van andere soorten kunnen vestigen. Behalve de hondstong treedt dezen zomer ook de wilde reseda in groote hoeveelheid op en helpt het duin in den ongelijken strijd tegen de Haarlemsche waterleiding, die nog maar altijd oppervlaktewater zuigt en daartegen is helaas geen enkel kruid gewassen. Tocli geeft zoo'n regentijd als deze wel eenige ver ademing. Nu loer ik nog op eenige planten, die ik ver wachtte na al dien regen, maar ze blijven weg want die verstaan de kunst niet, om beneden de 12 gr. Celsius tot bloei te komen. Als nu de barometer en de thermometer eens tegelijk de hoogte in gingen. Dan zong de nachtzwaluw ook nog. Itederl. Munt be*«e to cent «I0aar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl