Historisch Archief 1877-1940
N°. 2401
Zaterdag 80 Juni
A°. 1998
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van O. W. K E R N K A M P
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
Secretaris der Redactie: C. P. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25. | | Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosien |
INHOUD: 1. De Wassende Maan, door
Prof. Dr. G. W. Kernkamp Tijdgenooten,
door Dr. W. G. C. Bijvanck De internatio
nale puzzle, door Brandaris 2. De Boom
der Kennisse, teekening door Jordaan
De uitvinding van de boekdrukkunst, door
Prof. Dr. H. Brugmans Astronomische
fragmenten, door Aërobates 3. Vol
au Vent, door Hans Ludificor 5. Voor
Vrouwen (redactie Elis. M. Rogge):
Bijkomstigheden, door Annie Salomons
De nationale tentoonstelling van Vrouwen
arbeid, door Joh. W. A. Naber Voor onzen
koelen zomertijd, teekening door Marietje
Heyligers Uit de Natuur: De waterleiding
duinen, door Dr. J. P. Thijsse 6. Boek
bespreking, door Prof. Dr. j. Prinsen J.Lzn.
Der Blaue Vogel", teekeningen door B.
van Vlijmen Schilderkunstkroniek, door
A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus 7.
Financiën en Economie, door Paul Sabel
Herm. Teirlinck, teekening, door Is. van Mens.
Krekelzang, door J. H. Speenhoff
Rijmkronyck, door Melis Stoke. 8. Die
Entlassung", door L. J. Plemp van Duiveland
De Hanze-Bank, teekening door George van
Raemdonck Indrukken uit Italië, door
Carel Scharten. 9. De toepassing van de
Amerikaansche drankwet, teekening door Joh.
Braakensiek Charivaria, door Charivarius
Installatie, door F. de Sinclair, met teekenin
gen van Is. van Mens. 10. 't Schietgat,
door Melis Stoke Uit het Kladschrift van
Jantje
Bijvoegsel: Het uitblijven van antwoord
op Duitschland's aanbod, teekening door
Joh. Braakensiek.
IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII lllllllllllllllllll'llllllll
DE WASSENDE MAAN
Toen in Januari 1917 de Entente
voor het eerst haar oorlogsdoel in
minder vage termen omschreef dan
waarmede het tot dusverre was aange
duid, hoorde men de doodsklok luiden
over de heerschappij der Turken in
Europa.
Maar reeds een jaar later kwam er
revisie van dit vonnis.
Den 5den Januari 1918, in een rede
voering tot de afgevaardigden der
vakvereenigingen, tapte Lloyd George uit
een ander vaatje. Hij gaf toen te kennen,
dat het de bedoeling der Engelsche re
geering was, het Aziatisch bezit der
Turken te beperken tot Klein-Azië;
maar uit Europa zouden zij niet geheel
worden verdreven: Constantinopel zou
in hunne macht blijven.
Vlak daarna kwam Wilson met zijne
veertien punten"; wat daarin ten
opzichte van Turkije wordt gezegd,
stemt nagenoeg geheel overeen met het
programma van Lloyd George; ver
moedelijk was er dan ook wel overleg
gepleegd tusschen hen.
De huid werd toen verdeeld, voor
dat de beer geschoten was. Eerst in
den zomer van 1918 begonnen de
Engelschen het offensief in Palestina, dat tot
de volledige debacle van de Turksche
legers in West-Aziëleidde. Alleen in
deze streken behaalde de Entente een
volkomen overwinning.
Desondanks werd het vonnis niet
verzwaard: de Turken zijn in Constan
tinopel gebleven. En in de jaren, die
sinds den wereldoorlog zijn verstreken,
is het hun veel beter gegaan, dan bij
het einde van dien oorlog was te ver
wachten.
Verschillende redenen kunnen die
wending in hun lot verklaren.
In de eerste plaats hebben zij het
geluk gehad, in Kemal een leider te
vinden, die niet alleen als militair,
maar ook als diplomaat zich iemand
van ongemeene bekwaamheid heeft
getoond. Hij organiseerde in
KleinAziëde nationale partij; hij deed aan
de groote mogendheden beseffen, dat
zij voortaan met Angora te rekenen
hadden en niet met den
heerscherin-schijn, die nog te Constantinopel
troonde; hij behaalde ten slotte, nadat
de oorlogskansen eenige malen gewis
seld hadden, een definitieve over
winning op de Grieken en verjoeg hen
geheel uit Klein-Azië.
Maar niet alleen, en misschien zelfs
niet het meest aan hun eigen beleid
hebben de Turken het te danken, dat
zij weer mede tellen, en meer dan vroe
ger.
Ook thans is de tegenstrijdigheid van
de belangen der groote mogendheden
hun wederom ten goede gekomen en
hebben zij voordeel getrokken uit de
omstandigheid, dat de
Mohammedaansche wereld, voor zooverre deze onder
niet-Mohammedaansche heerschappij
leeft, tot Turkije opziet als de macht,
die ook voor hen in de bres kan springen.
Zoowel Engeland als Frankrijk heeft
bij zijne politiek tegenover Turkije
er rekening mede te houden, dat
millioenen hunner onderdanen Muzel
mannen zijn. En in de laatste jaren rees
voor Engeland het schrikbeeld, dat de
beide machten, die het grootste gevaar
kunnen opleveren voor het voortbestaan
zijner heerschappij in Britsch-lndië:
de Kemalisten en de Bolsjeviki, elkaar
zouden vinden .en gezamenlijk
Engeland's positie in Aziëzouden onder
mijnen.
De vrees voor het samengaan van
Angora en Moskou heeft Engeland op
den duur genoopt groote concessies
te doen aan de Kemalisten, dat wil
dus tegenwoordig zeggen: aan Turkije.
Op den duur want een strakke lijn
heeft Engeland in de laatste jaren niet
gevolgd bij zijne politiek ten opzichte
van Turkije en Griekenland. Het heeft
Griekenland aangemoedigd om tegen de
Turken ten oorlog te trekken en dit
land weer in den steek gelaten, toen
het de nederlaag had geleden; zooals,
op zijne beurt, Frankrijk eerst geheuld
heeft met de Kemalisten en vervolgens
llll'MllltllllMIIIHMII
MYSTERIES VAN AZI
v
KLOOSTERLEVEN
Zoo begonnen onze vluchtelingen meer en
meer hun aandeel te krijgen in de belangen
van de Mongoolsche wereld. Ossendowski,
hun leider, stond in alle opzichten vooraan,
men erkende zijn gezag, wij hebben ook
gezien dat men het haatte. Merkten wij vroe
ger al op hoe hij dadelijk door zijn optreden
en takt een prestige had onder de meer
beschaafden en hoe hij b.v., bij den eersten
tocht van het troepje, van Mongoliëuit
in de richting naar Tibet, in liet klooster
van Narabanchi met zekere onderscheiding
werd ontvangen door het hoofd, den huttiktu,
den vleesch geworden Boeddha, hoeveel
grooter toont zich nu, na een half jaar. de eerbied
van hetzelfde kloosterhoofd, wanneer hij er
terugkeert gedurende een reis in het binnen
land om Mongoolsche grooten en Russische
avonturiers tot vrede te stemmen.
Thans naderen wij zoo dicht mogelijk
door zijn verhouding tot dien lama de mys
tieke wonderatmosfeer van het Lamaklooster,
immers het hoofd dat zijn gast rond leidt,
beschouwt hem als gelijkwaardig met een
Boeddha-geïncarneerde. Hij bracht hem bij
den rondgang door de gebouwen, met een
hoogst ernstig gezicht voor een helder gelen
muur waarachter zich een kleine tempel
verborg. ,,Hier heeft de Dalai Lama (de
hoogste macht van het Lamaïsme) uit Lhasa
verwijld," zeide hij, gij kunt binnengaan."
Het was, op den gelijken grond, een prachtig
gemeubelde eetzaal en daarboven een niet
minder kostbaar gemeubeld slaapvertrek met
een verhevenheid aan 't einde, waarop een
troon zich verhief en een altaarnis op zijde
met een gouden Boeddhabepld.
Op een winteravond dertig jaar geleden,"
zeide de hutuktu, reed een aantal ruiters het
klooster binnen en verlangde dat alle lama's
van verscheiden rangen zich in deze zaal
zouden verzamelen. Toen zij daar vereenigd
waren, stapte een hunner op den troon toe
en ontdeed zich van zijn hoofdbedeksel.
Allen vielen op hun knieën want zij herkenden
Dengeen die in de heilige geschriften beschre
ven staat als de heer der wereld, doorgedron
gen in alle geheimenissen der natuur.
Hij sprak een gebed in het Tibetaansch,
zegende zijn hoorders en verkondigde wat
in de volgende halve eeuw zou voorvallen.
Toen hij bad werden de lichten op het altaar
van zelf ontstoken, wierookdamp steeg op
uit de kolenbekkens en vulde het vertrek.
Op eens was hij dan met zijn gevolg verdwenen
en het was alsof hij er niet was geweest."
Met die woorden bïgaf zich de hutuktu
naar het altaar en bleef daar biddende.
Ossendowski keek naar den troon; maar hoe
kwam daar het krachtig gespierde donkere
beeld van den man met de 'strenge uitdrukking
op het gelaat en de lichtende oogen? Hij
sloot de oogen om zich van het visioen te
bevrijden, en als hij hen weer opende was het
verdwenen.
Toen hoorde hij den hutuktu zeggen:
Geef mij uw zijden shawl. Ik gevoel uw
ongerustheid over de uwen, die gij liefhebt
en die verweg zijn, ik wil voor hen bidden.
En bid gij ook met opzien tot den Heer der
wereld die hier was en deze plaats heiligde."
De shawl legde hij dan op den schouder
van het Boeddhabceld en wierp zich neer op
het kleed voor het altaar in het smeekend
gebed, hij wenkte dan zijn gast bij zich en
fluisterde: Zie achter het Boeddhabeeld,
hij zal uw geliefden voor u doen verschijnen."
Uit de donkere nis stroomde een damp ver
mengd met draden van licht, die al talrijker
werden en verschillende personen en voor
werpen uitbeeldden. Ossendowski herkende
de kamer niet waarin zijn familie bijeen was
en ook alle menschen die in het vertrek waren
herkende hij niet, maar hij zag zijn vrouw
heel duidelijk, iedere lijn van haar gezicht.
Ook het kleed dat zij droeg was hem bekend.
Toen werd de voorstelling vaag en verdween.
het bijna met hen aan den stok heeft
gekregen.
Maar Engeland heeft nog grooter
belang bij alles, wat de Aziatische poli
tiek raakt, dan Frankrijk; het heeft
ten slotte dan ook de leiding genomen
bij de onderhandelingen te Lausanne
en daarbij den steun van Frankrijk
gekregen, dat in ruil hiervoor meer tege
moetkoming van Engeland vroeg ten
opzichte van het schadeloosstellings
vraagstuk.
Tegenover het dikwijls tartende op
treden van de Turksche troepen aan
de Dardanellen heeft Engeland zich
kalm en bezadigd gedragen. Geen
enkele regeering wenscht een nieuwen
oorlog te verwekken; de Engelsche wel
het allerminst, omdat een politiek, die
tot oorlog zou leiden, in haar eigen
land op krachtig verzet zou stuiten.
En ook tegenover het eindelooze
talmen en treiteren van de Turken aan
de conferentietafel te Lausanne heeft
Engeland een lankmoedigheid aan den
dag gelegd, die getuigt van het vaste
voornemen om voor de vraagstukken
van het naburige Oosten" een oplos
sing te vinden.
Gemakkelijk hebben de Turksche
diplomaten die taak niet gemaakt.
Snouck Hurgronje heeft onlangs
in zijne zoo belangrijke redevoering
op de vergadering der Hollandsche
Maatschappij van Wetenschappen,
over de beteekenis van het Khalifaat,"
waarin hij de onjuistheid aantoonde
van de uit Europeesche onkunde ge
boren opvatting, dat het Khalifaat een
geestelijke waardigheid zou zijn en dat
men in den Khalif een soort van
Mohammedaanschen paus zou hebben te
zien Snouck Hurgronje dan sprak
van de Turken als de eenige over
winnaars in den wereldoorlog en de
bekwaamste diplomaten der aarde".
Tegen de eerste qualificatie valt niet
veel in te brengen. Mits men haar op
vatte in dezen zin, dat Turkije het
eenige land is, we'ks internationale
positie niet alleen na den wereldoorlog
veel gunstiger is geworden, maar dat
ook innerlijk versterkt uit dien oorlog
te voorschijn is gekomen. Al verloor
het een groot deel van zijn Aziatisch
gebied, het heeft gewonnen in kracht
en aanzien.
Ook de bekwaamheid der Turksche
diplomaten kan moeilijkworden betwist.
Vooral niet, wanneer men die toetst
aan het succes, dat zij bij de onder
handelingen te Lausanne hebben be
haald. En wanneer men diplomatie ge
lijk stelt met wat een geestig man heeft
genoemd: de vervoeging van het werk
woord ik bedrieg", in alle wijzen en
tijden.
Maar meer nog dan met deze repu
tatie van bekwaamheid zijner diplo
matie, zou het tegenwoordige Turkije
nlllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIMHIHIIIIIIIIIHIIIMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimlIIIII"!
De hutuktu stond op van het gebed, nam
den shawl van het Boeddhabeeld en gaf hem
dien terug met de woorden: Het geluk is op
uw hand. God'sgoedheid zal u niet verlaten."
Maar het wonderlijke van het voorval is
dat niet Ossendowski alleen het visioen had,
maar ook de Russische officier die hem op
het bezoek aan het klooster begeleidde.
Korten tijd later op een route die hij nog
niet was gegaan, zou Ossendowski kennis
maken met een ander lamaklooster in ver
schillenden stijl.
Door een wond aan zijn been was hij ver
plicht eenige dagen halt te houden in de
buurt van een tempel, op Tibetaansche ma
nier gebouwd, als een groot wit blok met
vensters in zwarte omlijsting; een kleiner
vierkant, met het groote door een telephoon
verbonden, diende voor woning van het
hoofd, den Pandita Hutuktu, den levenden
god van den omtrek.
Daartoe aangespoord door de berichten,
van andere kloosters ontvangen, kwam de
levende god Ossendowski bij zijn ziekbed
bezoeken, een wonderlijke verschijning, in
blauw zijden Russischen uniform met hooge
kaplaarzen en een pistool en zwaard in
zijn gordel. Hij vertelde dat de monniken
onder den grond verborgen een schat van
heilige boeken hadden gevonden en daarbij
een profetie die hem zelf gold. Een god ge
boren met het heilige teeken van den S v a
st i k a op de borst zou op zijn 21e jaar in een
tijd van groote oorlogen en troebelen ten
strijde trekken tegen de dienaars van het
roode Euvel, en na een luisterrijke overwin
ning zou hij de orde herstellen in het heelal.
Daarom had hij zich aangeboden aan kolonel
Kazagrande, onderbevelhebber van Baron
Ungern-Sternberg om te dienen in het
Russische leger dat tegen de Bolsjeviki streed.
Toen de beenwond begon te genezen,
nam Ossendowski zijn uitnoodiging aan om
bij hem te komen dineeren en werd geheel
op Europeesche wijze onthaald, met wijnen
en lekkernijen. Het bleek wel dat er een op
positie was onder de lama's, maar de pandita
hutuktu stampte die neer met zijn voet, ter
wijl de anderen eerbiedig het hoofd bogen.
Wie toch is de god hier?" vroeg de hutuktu
gebaat zijn met den roep, dat op zijn
woord staat kan worden gemaakt.
Zooals de Times de vorige week op
merkte, goede trouw is het cement, dat
eiken vorm van staat of maatschappij
bindt. Zonder de reputatie van goede
trouw, die eerst verworven wordt door
een bestendige en langdurige practijk
van eerlijkheid, kan geen Staat het
vertrouwen van zijne buren of financieel
crediet verwerven; het eerste behoeft
elke Staat voor zijne politieke veilig
heid, het laatste voor zijn economische
welvaart.
Turkije heeft beide nog meer dan een
andere Staat noodig. Vooral crediet;
het zal weldra een groote leening
moe'ten sluiten op de geldmarkten van Euro
pa. Maar ondertusschen putten zijn
onderhandelaars te Lausanne zich uit
in sophismen om te verdedigen, dat
het zijn gegeven woord schendt en
weigert het de verplichting na te
komen, de coupons van zijn schuld in
goud uit te betalen. Het moet blijkbaar
de waarde van de betrouwbaarheid nog
leeren kennen.
De fortuin pleegt den stoutmoedige
toe te lonken. Zoo zou men het succes
van de Turken kunnen verklaren uit
hun durf. Maar ook het wassen van
hun overmoed kunnen toeschrijven
aan de gunst der omstandigheden.
En het blijft hun meeloopen. Ook de
jongste gebeurtenissen in Boelgarije
brachten weder koren op hun molen.
De nieuwe regeering van dat land
heeft zich gehaast met de mededeeling,
dat zij geen verandering zou brengen
in de buitenlandsche politiek. Daarmede
heeft zij getoond te begrijpen, wat men
van haar vreesde. Straks zal zij ook
werk genoeg hebben om in het zadel te
blijven. De redenen, die de aanhangers
van Stamboeliinski genoodzaakt heb
heb zich rustig te houden de boeren
moesten den oogst binnenhalen gel
den immers weldra niet meer.
Maar ondanks alle verzekeringen van
de nieuwe regeering, dat zij trouw wil
blijven aan de buitenlandsche politiek
van haar voorgangster, valt het toch
niet te ontkennen, dat de gunstelingen
van den gewezen Tsaar Ferdinand
thans weer de lakens uitgeven; dat
Joego-Slaviëde bedoelingen van Boel
garije wantrouwt en met leede oogen
aanziet, dat Roemeniëeen zeer tege
moetkomende houding tegenover Boel
garije aanneemt; dat er weer toenade
ring kan worden verwacht tusschen
Boelgarije en Turkije, omdat deze
beide Staten het meeste belang hebben
bij een wijziging der politieke kaart van
het Balkanschiereiland.
Te Angora zal men zich verheugen
over de revolutie in Boelgarije, als
over een eersten aanloop tot het te niet
doen van de gevolgen, die de wereld
oorlog voor het Balkanschiereiland
heeft gehad. De Turksche diplomatie
zal er door worden versterkt in haar
neiging om te overvragen. Het gaat
haar voortdurend voor den wind.
Tijdenlang vloekte de Turksche was
sende maan met het voortdurend slin
ken van Turkije's beteekenis in de
wereld; thans is zij weer een symbool
van den groei der Turksche macht.
KERNRAMP
DE INTERNATIONALE
PUZZLE
Einde Juni 1923.
De periode van schuifelen, welke wij de
vorige keer aankondigden, duurt nog voort.
Men ziet alle partijen in het Ruhrvraagstuk
bezig, langzaam de positie te naderen, waar
door eene oplossing mogelijk wordt. Enge
land wordt actiever, Frankrijk minder
intransigeant, Belgiëpertinenter, Duitschland in
schikkelijker, Italiëovertuigder. Het neemt
alles veel tijd, maar de kluwen wordt minder
onhandelbaar.
Doch wat baat het? De zeeman die bij storm
op zee n stortbad goed is doorgekomen,
ziet zich daarna door een nog veel heftiger,
hoogeren vloedgolf belaagd.
Het Ruhrvraagstuk, nog vóór het goed en
wel aan zijne oplossing toe is, wordt reeds
weer naar den achtergrond gedrongen. Wan
neer het opgelost wordt, zal het niet meer dan
een incident zijn. Een oneindig veel zwaarder
en nog ingrijpender vraagstuk verduistert
reeds weer den horizon er achter.
Dat is 't vraagstuk van de economische
debacle van Duitschland.
Die geheele economische inzinking heeft
met de Ruhrkwestie slechts betrekkelijk
weinig te maken. Het is onjuist, daar een
direct en onafwendbaar verband tusschen
te leggen. De Duitsche debacle is het
gevolg van de geheele politiek der laatste
jaren, eensdeels van de
desperaatheidspolitiek welke in Berlijn hoogtij is gaan vieren,
anderzijds van de wantrouwens- en
onverschilligheidspolitiek, welke de geallieerden
er te lang tegenover hebben gesteld.
Met dit al zit men met de feiten. En het
wordt voor ieder duidelijk, dat met de rege
ling van het nu wellicht zijne afdoening
naderend Ruhrincident, nog weinig verkregen
zal zijn. Men behoeft niet te gelooven aan een
zóó onmiddellijke instorting, economische en
financieele verzinking, staatkundige verwor
ding, van het Duilsche Rijk. Men behoeft
over het Duitsche toekomstbeeld niet in die
stuipen te verkeeren, welke menigeen, en niet
onlogisch, inderdaad, meent te voorzien.
Een ding is evenwel zeker: dat de schulden
regeling, en daarop komt het toch ten slotte
eigenlijk aan, nu veel moeilijker vraagstukken
op zal werpen, dan 't gewone schema van:
vaststellen van bedragen, en bepalen van
zekerheden.
't Is immers duidelijk dat met een Duitsch
land in zijn tegenwoordig politiek bestel, en
in zijn tegenwoordigen economischen toestand,
moeilijk nog een normale regeling zal kunnen
worden gemaakt. De vragen die thans in de
geallieerde kabinetten op den voorgrond
komen zijn waarschijnlijk de volgende:
Heeft eene ginds aan het bewind zijnde
regeering nog de macht, om voor de toekomst
verbintenissen aan te gaan? Zal zij niet aan
stonds door latere gebeurtenissen en verwis
selingen worden gedesavoueerd? Vooral de
geweldige strijd der twee richtingen, die daar
in de natie heerscht, beneemt aan elke ver
wachting de zekerheid. Daar is de moderne
IIIIMII MUI III Hl IIIIIIIMIIIIIIIMIIIIM Illlllllllllll Ittlllllllllmlll Illl
Illllllllllllllllllllllllllllllllll
Aan tafel maakte Ossendowski kennis met
twee bizondere personen; de een was de Tibe
taansche dokter die den god in al zijn
onpasselijkheden bijstond en die de opdracht had hem
te vergiftigen wanneer de hooge raad van
den Dalai Lama er het besluit toe had ge
nomen; de ander was de bestuurder van het
geheele kloosterdomein, een hoogst verstandig
man, die met Ossendowski zich over den
toestand in Mongoliëonderhield. Zijn ideaal
was de Vcreenigde Staten.
Ach dat Amerika toch wist, wat degelijk
volk hier huist ! Russen en Chineezen brengen
ons tot den ondergang, alleen de Amerikanen
kunnen ons redden uit de duisternis, die ons
van alle kanten omringt. Zeg het aan de Ame
rikanen wanneer gij hen ziet en vraag hun
hier te komen !"
De god heeft niet lang meer geleefd.
Toen hij den laatst vermelden tocht onder
nam had Ossendowski de Mongoolsche Hoofd
stad Uliassutai reeds verlaten, hij was op
weg naar Oerga, het centrum van het land.
Ampel beraad had hij gepleegd met zijn
groepje van kameraden. Voor hen, en vooral
voor hem, was er geen sprake van blijven in
de plaats waar zij waren. Het was een nest
van intriges. Niemand wist wien hij moest
vertrouwen en waar het verraad school.
Er werd een zeer krachtige en geweldige
proef genomen in Oerga, Sternberg's hoofd
kwartier na de inneming van de stad, om
eenige orde en tucht te scheppen, zoowel
onder de Russische als Mongoolsche avontu
riers die aan het hoofd van hun benden door
plundering op Chineezen en ook op Mon
goolsche kloosters zich tijdelijk geld en macht
zochten te verwerven. Ossendowski wfst
dat er berichten naar Oerga waren gezonden
om hem als een verspieder te dood verwen.
Maar stond het niet veel beter het gevaar
flink onder de oogen te zien dan het lijdelijk
af te wachten? Zijn vonnis zou hij niet ont
gaan en zijn kameraden zou hij in 't verderf
meesleepen. Daarbij had hij een oproeping ge
kregen van den kolonel Kazagrande.
Zoo vinden wij hem dan op weg alleen,
voor het onderhoud met den kolonel, terwijl
zijn genooten den directen weg naar Oerga
volgen.
Hij wou zijn route zoo snel mogelijk voort
zetten, maar vond zich onverwachts gestuit
door een detachement Mongoolsche en Tibe
taansche ruiterij op Russische wijze gewapend,
waarvan de commandant, een Rus, hem op
brutale manier vroeg: Wie ben je, waar
kom je van daan en waar ga je naar toe?"
Hij gaf uiterst kort bescheid. Maar de ander
brak eensklaps uit in een hinderlijken lach
alsof hij beter dan de ondervraagde wist op
welken weg hij was. Ik ben kapitein
Berzzodnoff, de militaire rechter", zeide hij.
Ossendowski was geprikkeld en gaf zijn
Mongolen bevel voort te gaan.
Daar mag niets van inkomen", zei de
ander, ik heb ernstig met u te spreken, ge
moet met mij mee", en toen hem de naam van
Kazagrande werd genoemd, besloot hij op
een toon van gezag dat hij zijn eigen zaak had
te behartigen. Geef mij uw wapen over",
zei hij.
Maar hiervan wou Ossendowski niet hooren.
Ik heb het van Soviet-Siberiëmeegebracht
en in menig gevecht was het mijn trouwe
vriend, nu het door witte officieren opgevraagd
te zien, is een beleediging waaraan ik mij niet
onderwerp." Met die woorden gooide hij zijn
geweer en zijn Mauserpistool in de rivier.
Hoogrood werd de Rus, hij zeide niets en
keerde om; het detachement passeerde, maar
de twee laatste ruiters sloten aan bij
Ossendowsk/s Mongolen en dwongen hen als onder
een escorte hen te vergezellen. Een van de
ruiters was een Rus en vertelde den ge
arresteerde dat de militaire rechter veel
doodvonnissen met zich voerde.
Een daarvan is het mijne," dacht Ossen
dowski, stom genoeg zooveel moeite te heb
ben gedaan, om het te ontloopen ! dit had ik in
Krasnojarsk zonder omhaal kunnen hebben."
Bij de halt werd hij ondervraagd en zijn ba
gage werd onderzocht. Het duurde drie uur,
niets werd tegen hem gevonden. Op 't eind
bood de rechter zijn verontschuldiging aan, en
hij vroeg hem als een herinnering een met zil
ver gemonteerd Mauserpistool aan te nemen.
Hij zeide hem: Uw trots beviel mij".
Dit was een voorsmaak van wat zou volgen.
W. G. C. B Y VA N C K