Historisch Archief 1877-1940
30 Juni '23. - No. 2401
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BIJKOMSTIGHEDEN
LXXIX.
Toen de boot in Folkestone was geland,
beleefde ik iets eigenaardigs; de controleur
van de passen vroeg mij, wat ik in Londen
kwam doen, en toen ik hem glorieus geant
woord had, dat ik was going to give a lecture"
werdhij plotseling achterdochtig. Waarover?"
Over literatuur". Zuiver en alleen over wat
mooi is en wat niet; niets pacifistisch'?"
Zuiver en alleen over literatuur." Maar hij
was nog niet gerustgesteld, hij haalde een boek
voor den dag, om nog eens na te zoeken, of
, mijn naam niet onder die van gevaarlijke
idealisten voorkwam en pas, nadat ik nog
eens had verzekerd, dat ik niet over vrede
zou spreken, mocht ik doorgaan naar de
douanen. Ik staarde peinzend naar de witte
rotsen, en naar de kleine stad, die in de avond
zon zoo vredig en blank op ons lag te wachten;
ik dacht: Hoe móet je dit land liefhebben,
als je er geboren bent en je bent er kind ge
weest, en je ziet het terug na jaren; dit eiland
dat zoo onaantastbaar en alleen ligt, midden
in het water." maar dan keerden mijn ge
dachten toch weer terug naar de woorden
van dien controleur, en ik stelde me voor,
hoe iemand, wiens hart niet stelselmatig was
vergiftigd en vervalscht door de drogredenen
dezer wereld, hoe iemand, die zuiver was
blijven zien, op zoo'n uitspraak gereageerd
zou hebben Want we leven toch z.g. in
een Christelijke samenleving, waarvan het
eerste gebod luidt: Heb uw evennaaste lief
als u zelve", en de blijde boodschap, die
Christus bij zijn geboorte aan ons allen bracht,
was: Vrede op aarde den menschen van
goeden wil." Het zou dus redelijk zijn geweest,
als die meneer achter het tafeltje, als hij uu
eenmaal zekere voorwaarden had willen
stellen, vóórdat hij me het recht gaf den
bodem van zijn vaderland te betreden, ge
vraagd had: ,, Je bent toch geen stokebrand?
je komt toch ge'en haat zaaien? Je loopt toch
niet met oorlogzuchtige gedachten rond?"Maar
hij zette de wereld op zijn kop, en vroeg juist
het tegenovergestelde: Je wilt toch niet
probeeren bij ons den vrede te bevorderen?
Je hebt toch niet een allesoverwinnende af
keer van den oorlog? Want dan vinden we
je gevaarlijk, en dan houden we je liever
buiten onze deur...."
Dat eerste woord, waarmee ik in Engeland
werd ontvangen, is me alle dagen, die ik er
feestelijk en fleurig beleven mocht, bij ge
bleven. Hoe weten de Britten hun leven vlot
en comfortable in te richten, met hun prettige
fijne omgangsvormen, hun mooie clubs, hun
goed-geregeld verkeer, hun voortreffelijke (en
dure) winkels! Hoe aangenaam is het stads
beeld met de zorgvuldig eri smaakvol-gekleede
mannen en vrouwen, en hoe lustig trekt op
de Zondagen heel Londen naar buiten, ieder in
zijn eigen car",waarbij de man zelf chauffeert,
terwijl, als er een defect aan de machine ont
staat, in een oogenblik een A. A. man op
zijn motor-fiets ter plaatse is, om de moei
lijkheid zaakkundig te onderzoeken en te her
stellen Hoe voornaam-feestelijk is de
lunch in het landelijke buitenh'ötel, met de
statige, dikke kellners a la Dickens in
onberispelijken rok, en het verrukkelijke houtvuur
in de open haard. De Engelschen weten, hoe
te leven en toch al den eersten dag
schrok ik van de vele invaliden, die, dikwijls
met de borst vol ridderorden, tegen de huizen
hingen, om garen en band, om speelgoed, of
prentbriefkaarten aan den man te brengen,
soms met een kaart om den hals, die vermeldde
op welke wijze de oorlog hen tot een wrak
had gemaakt Of we hoorden, boven
het gedruisch der drukke straten uit, de
klagelijke muziek van een orkestje, van mannen
zonder beenen, die, op een handwagen ver
voerd, op iederen hoek hun weemoedige
wijzen ten beste gaven. Had die meneer, die
mij zoo streng alle propaganda voor den vrede
verboden had, dan niet met eigen oogen gezien,
wat de gevolgen van het tegenovergestelde
waren? Of raakt men afgestompt, als men eiken
dag opnieuw die jonge kerels, die een stuk
lichaam kwijt zijn, onder de oogen krijgt?
Bij de bestorming der bussen op de drukke
uren kreeg ik wel heel sterk dien indruk. Jk
maakte mee, dat een lange, gespierde kerel
op krukken zeker wel vijf keer trachtte zich
op de treeplank te hijschen en telkens door
het om een zitplaats vechtende publiek weer
werd op zij gedrongen. Toen ik aan de beurt
was, Meld ik de ongeduldigen achter me even
terug, en liet hem voorgaan; hij dankte met
een glimlach en keek nog een paar maal naar
me om: hij had de vreemdeling in me herkend,
die nog weekhartig is; de neutrale, voor wie
de aanblik van verscheurde ledematen nog
niet iets gewoons" is.... Zelf had hij blijk
baar al geleerd, dat dankbaarheid bij een
natie niet al te lang kan duren, en dat, als
een samenleving gezond en dus niet over
gevoelig is, die gezonden de kapotten altijd
in een hoek duwen, omdat ze niet bruikbaar
meer zijn.
Ik voelde mijn hart zwaar worden, en ik
had hem wel willen zeggen, hoe 'n held ik
hem vond, omdat hij, met zijn rustige, open
gezicht zonder bitterheid over de wereld, die
langs ons krioelde, zat heen te staren, hij,
die toch ook eens er op gerekend had een vol,
actief, gelukkig menscheleven te zullen leiden;
die zijn jeugd, zijn gezondheid op het onver
wachtst ha*d moeten offeren voor de gemeen
schap, een gemeenschap, die er zelf s geen prijs
meer op hleek te stellen hem in kleinigheden
zijn gebroken bestaan dan nog zoo dragelijk
mogelijk te maken.... Ik dacht aan een
oude vrouw in Duitschland, die eiken avond
bidt, dat ze toch maar gauw dood mag gaan,
omdat ze niet meer leven kan; ik dacht aan
een lief jong meisje in België, dat haar ver
loofde in den oorlog verloor, en aan de dui
zenden, in Frankrijk, in Amerika, over de
heele wereld, wier nige leven is verwoest,
is bedorven, door die massa-verdwazing, waar
tegen men volgens het Engelsche gezag,
daar in de kajuit van de Zeeland", niet
opkomen mag En toen herinnerde ik me
met diepe vereering Romain Rolland,
eorges Duhamel, Rathenau, allen, die, met hun
rijke harten, met hun sterken geest, strijden
voor de idee van broederschap; en ik dacht
zelfs met een beetje verteedering aan hen, die
dat met verwarde, zwakke geesten en met
sentimenteele harten doen; want die bedoelen
tenminste onnoemelijk veel onwaardig leed
van de menschheid weg te nemen.
A N N I E S A 1. O M O N S
DE NATIONALE TENTOON
STELLING VAN VROUWEN
ARBEID
IN DE WATERLEIDING
't Is nu in het tweede jaar, dat de
winplaats van de Amsterdam'sche Waterleiding
bewandeld mag worden door houders van
kaarten, die voor vijf gulden te verkrijgen
zijn bij de Directie der Waterleiding (portret
bij de aanvrage in te zenden). Een houder
van een kaart mag daarop zelfs nog een paar
vrinden meebrengen. De vergunning is zeer
ruim gesteld, men mag overal wandelen be
halve vlak, langs de oevers der kanalen,
maar overigens gerust duin op duin af in
volle vrijheid.
Aanvankelijk heb ik mij over die zoo
volkomen vrijheid wel bezorgd gemaakt, maar
in het eerste jaar is er geen reden tot klagen
geweest. Thans, in het tweede jaar zijn in
een gedeelte van het duin een aantal over
tredingen van de vogelwet gepleegd, die helaas
9 Juli 1898?9 Juli 1923
Op 9 Juli aanstaanden, den dag, waarop
voor juist XXV jaren werd geopend de Natio
nale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid, zal
op initiatief van de Nationale Vereeniging voor
Vrouwenarbeid inhet bekende Van Dijkzaaltje,
verbonden aan de Vrouwenclub te 's
Gravenhage, worden gehouden een namiddag-thee
ter reunie van allen, die nog herinneringen
hebben aan die Tentoonstelling van dan nu
een kwart eeuw geleden. Het is eene goede
gedachte, voorwaar, om ons nog eens samen
ongestraft zijn gebleven. Daartegen kan echter
zonder veel moeite en kosten wel in een vol
gend jaar zeer afdoende worden opgetreden.
En wij mogen thans gerust B. en W. van
Amsterdam dank zeggen voor de getroffen
maatregelen en het Publiek van Amsterdam,
Haarlem, Zandvoort en aangrenzende gemeen
ten geluk wenschen met deze prachtige gele
genheid tot wandelen. Rijwielen en automo
bielen worden niet toegelaten, deze duinen
zijn alleen voor de wandelaars. Ruimte is
er genoeg, het is zoo goed als de heele
duinstrook van Zandvoort tot Noordwijk. Het
terrein is buitengewoon geschikt voor flinke
dagwandelingen.
Wij hebben laatst het duin eens doorloopen
vanLisse tot Zandvoort.Ergaat uitAmsterdam
een trein, die stopt eventjes voor tienen te
Lisse en 't is voor ons doel zeer handig, dat
het station een klein half uurtje van het dorp
verwijderd is, want des te dichter zijn wij nu
bij het duin. Dat bereiken wij na tien minuten
lobpen langs een aardigen landweg, nadat we
den ook zeer aanbevelenswaardigen straatweg
door het Zilk hebben gekruist. We moeten
er eventjes aan wennen, dat het duin hier
niet zoo mooi en imposant is als in
Bloemendaal of bij Schoorl. Hier hebben zich aan den
binnencliiinrand geen hooge toppen gevormd
en ook heeft afzanderij er geleid tot ont
watering nog eer de Waterleiding haar gebied
VOOR ONZEN KOELEN
ZOMERTIJD
Teekening voor ,,de Amsterdammer"
door Marietje Heyligers
Eenvoudig strandpakje van effen frotté,
afgemaakt met gestreept frotté. Witte
blouse van wollen crêpestof
te roepen ter herdenking van dien hoogtijd
uit ons feministisch leven, die waarlijk wel
verdient, dat w-ij in ons drukke werkleven,
dan wel in ons reeds aangevangen
vacantieleven, eenige oogenblikken afzonderen om
ons in vertrouwelijk samenzijn rekenschap
te geven van het verschil tusschen wat voor
XXV jaren was en nu is, een verschil,
dat zeker voor een groot deel is te danken
aan de opwekking uitgegaan van de Nationale
Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in het
jaar 1898.
In de herinnering van wie er nog leven van
haar, die indertijd aan die Tentoonstelling
van het jaar 1898 hebben mogen medewerken,
en deze reeds gedurende de organisatie zagen
aannemen eenen omvang, zagen verkrijgen
eene beteekenis, waarover de
initiatiefneemsters zelven zich nog het meest hebben
verbaasd, leeft die Tentoonstelling voort als
iets grootsch, iets overweldigends en niet
minder grootsch, niet minder overweldigend
is met het verloop der jaren geweest de uit
komst der machtige vrijheidsprediking, die
er weerklonk. Want nu met de viering van
het zilveren regeeringsjubileum van Hare
Majesteit Koningin Wilhelmina op ieder
iiiiiiiitiiiiMiiMMtiiiiiiiliiiiiiiimiiiiiiiiimliiiiitiiiii miiiiiiiii t
VaUCHTENKOEKJES
VAN
SIPKES - HAARLEM
gijn voortreffelijk van kwaliteit
en aangenaam van smaak
IMIIIIIIIItlllllMIBIIIIIIIUIIIItlllllllll
gebied van ons kerkelijk, maatschappelijk
en staatkundig leven rijst de behoefte om te
geven een overzicht van wat in die allermerk
waardigste regeeringsperiode is gewonnen
en bereikt, is het waarlijk niet te veel beweerd,
als men beweert, dat althans wat betreft de
maatschappelijke positie der Nederlandsche
vrouw de tegenstelling van toen en nu, van
1898 en 1923, zoo scherp is als wel nergens
elders. Immers welk een hemelsbreed verschil
ligt er niet tusschen de beide polen, die voor
de vrouw het vijf en twintigjarig
regeeringstijdperk van Koningin Wilhelmina begrenzen:
eenerzijds hare maatschappelijke positie,
zooals deze zich heeft doen kennen in de ge
durende dun zomer van het inhuldigingsjaar
gehouden Tentoonstelling van Vrouwenar
beid en anderzijds hare maatschappelijke
positie, zoo als die is geworden met de vast
legging van het algemeen vrouwenkiesrecht
in de herziene Grondwet van het jaar 1922,
waarmede dit tijdperk der regeering van Ko
ningin Wilhelmina sluit: een tijdperk, waarin
de vrouw, de Nederlandsche vrouw, is geko
men tot zedelijke en economische vrijheid
en die vrijheid heeft bezegeld gezien in hare
staatkundige ontvoogding.
Het geslacht, dat thans opgroeit onder
de bescherming der zedelijkheidswetten van
het jaar 1911, kan zich zelts niet meer inden
ken, wat het voor de vrouw van voor XXV jaar
inhield, op zedelijkheidsgebied onvrij te zijn,
gebonden onder den wettelijk
gesanctioneerden druk eener dubbele moraal; even
min kan het, opgroeiend in het voor
recht van ongehinderden, vrijen toegang tot
inrichtingen van gymnasiaal, van middel
baar, van vakonderwijs en daardoor in staat
gesteld te leven in economische onafhanke
lijkheid en vrijheid door eigen vrijen arbeid,
beseffen, hoe zwaar de economische onvrijheid
en afhankelijkheid hebben gedrukt op eene
vorige generatie van vrouwen, waarvan er zoo
talloos velen zijn weggekwijnd in den duiste
ren schuilhoek van fatsoenlijke armoede.
Dientengevolge beseft dat thans opgroeiend
geslacht ook slechts flauwelijk de waarde der
staatkundige ontvoogding, waarmede de
vrouw thans is vrij gemaakt door hare grond
wettelijke erkenning als Staatsburgeres, door
haar bezit van burgerschapsrechten waardoor
zij thans in handen heeft een onderpand, een
waarborg voor het behoud harer zedelijke en
economische vrijheden, vrijheden, die weder
kunnen vervliegen als een morgennevel, zoo
op het behoud daarvan niet wordt toegezien.
Want althans voor de vrouw geldt heden ten
dage met den meesten nadruk de oude
Paulinische waarschuwing, dat wie eene kroon der
eere draagt, moet waken, dat hij die behoudt.
Wij ouderen, die in dankbaar herdenken
van de generatie, welke onmiddellijk aan de
onze voorafging, als met verbazing staren op
de tegenstelling van wat voor kort nog was en
nu is, die, nu de strijd volstreden is, ons
eerst recht bewust worden, hoe zwaar die is
geweest, wij weten maar al te goed, dat wij en
de vrouwen van morgen met ons thans worden
gesteld voor den nieuwen en zeker niet minder
zwaren strijd om de theorie om te zetten in de
praktijk, om wat in beginsel verkregen werd
te stellen tot een daadwerkelijk bezit en zoo in
vrije, op voet van gelijkheid gaande samen
werking met den man ons door den wereldoor
log geheel ontredderd gemeenschapsleven
weder in goede banen te leiden. Het zal ons
goed zijn, ons voor den tijd, die ons nug rest,
tot dien nieuwen strijd te sterken in eene ure
van vertrouwelijk samenzijn met onze
medestrijdsters, in een ophalen van onze herinne
ringen aan wie onze bezielende voorgangsters
en leidsvrouwen zijn geweest. Maar laten dan
de moeders onder ons medebrengen hare
dochters, hare jonge dochters. In het jaar
1898 is er eene geweest, ik mag hier geene
namen noemen, die op onze Tentoonstelling
heeft rondgeleid hare dochter van zoo tus
schen de 13 en 14 jaar. Die dochter, thans
eene vrouw in hare volle kracht, herinnert
zich van die Tentoonstelling zelve niets, neen
niets; maar onuitwischbaar is in hare herinne
ring blijven leven de verwonderlijke glans
Zweedsche Vitrages
in verschillende typische teleurstellingen
vanaf Fl 1 20 per Meter.
van ernst, van bezieling, van heilige wijding
bijna, die er bij dien rondgang straalde van
het gelaat harer moeder, dier moeder, die nog
in hetzelfde jaar voor goed van haar heen
ging; maar haar toen toch blijvend heeft be
zield met een kracht, waarin zij haar eigen
verder vrouwenleven rijk, sterk en gevuld heeft
gemaakt, het heeft mogen stellen tot eenen :
zegen voor zich zelve en voor anderen en op
hare beurt groote daden heeft gedaan.
Als wij, oudere veteranen, ons nog eens
scharen om het kampvuur, om het oude
vaandel, en een oude officier aan het woord
komt om te verhalen van zijne chef s en van
wat hij dezen heeft hooren verhalen van hunne
aanvoeders, laten de jongeren dan komen
luisteren naar wat wij, onze herinneringen
onderling aanvullend, elkander toefluisteren
lees ik aan het slot der Gedenkschriften
van een, die in mijne jeugd een leider was.
Nog weinige jaren en het oude legerkamp
zal voor goed verlaten zijn en de vuren
gedoofd.... Inmiddels maakt het
legerkamp der jongeren zich tot den opmarsen
gereed.... Waarheen? Wij vernemen geen
duidelijk verstaanbaar antwoord op die
vraag. Wij hooren slechts een gegons van
nieuwlings aangeheven leuzen.... Het jonge
Nederland, dat achter ons is opgegroeid,
tracht zijn ideaa! te bereiken langs andere
wegen dan wij zijn gegaan...."
Maar die jongeren, die thans eigen ge
kozen wegen willen inslaan, zullen toch zoo
goed als wij het deden, hebben te erkennen,
dat zij de fakkels, waarmede zij op hare beurt
hare zusters willen voorlichten, niet zelven
hebben ontstoken, dat zij $e hebben overge
nomen uit de handen harer tantes en oud-tan
tes. Want ook haar arbeid zal slechts bestaan
als die wordt in samenhangend verband met
wat voorafging tot een nieuwe schakel in
dien overouden keten der vrouwenbeweging,
die ver terug reikt in het verleden en ver
vooruit in de toekomst, dier vrouwenbeweging
die een ceuwenhcugend verleden achter zich
heeft en eene toekomst met onbegrensde
mooglijkhedeii vóór zich en in wier geschie
denis de Nationale Tentoonstelling van Vrou
wenarbeid van het jaar 1898 is geweest eene
episode van buitengewone beteekenis, waar
van nog steeds kan uitgaan bezieling en ver-,
nieuwing van kracht.
J O II A N N A W. A. N A B E R
VERZOEKE ALLB STUKKEN VOOR DB RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TB ZENDEN AAN HBT
SECRETARIAAT VAN DB AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
iiiiiliiiiiiiiimiiiiiiiiiiilmiiimiiiimlimiiiiliiiiiiilliiiiiiiliiiliii
itiiimiiiilniiiiiiii
Duin en Daal" B1S2LEK
Centraal vjrwarmd. «t» wmfitifelt, koud- tn waim-watir
iimmimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii
Boschpartij in het waterleidingduin
(Uit De Levende Natuur)
tot hiertoe uitstrekte. Gaandeweg echter komt
er meer afwisseling.de ruggen worden hooger,
een vrij hooge top geeft ons gelegenheid het
terrein te overzien. Naar het Zuiden ontwaren
we Noordwijk aan Zee, Noordwijk zelf en
Noordwijkcrhout, verder naar links Lisse
en Hillegom en duidelijk valt het in het oog
hoe hier' het duin ligt in een viertal even
wijdige reeksen, gescheiden door groene dalen.
Noordwaarts steekt rechts het torentje van
Vogelenzang boven een duintje uit en links
de hooge gebouwen van Zandvoort, en
daartusschen ligt nu ons wandelpad, grauw
en grijs en blinkend wit van duindoorn en
van zand met hier en daar p-roem- streepen
en vlekken,waar in de valleien de duinboschjes
tieren. Naar den kant van Vogelenzang ligt
zwaar hout,een deel daarvan ligt buiten ons
gebied, een ander stuk behoort ons toe,
dat is het boscli van Schuilrust. waar ze
dit iaar die vogelnesten hebben verstoord en
waar dus het' volgend iaar de bewaking
verscherpt zal moeten worden. Heden zullen
we dien hoek niet bezoeken, want we gaan op
Zandvoort aan en 7-ullcn ons alleen laten
afleiden door moois, dat niet te ver uit onze
richting ligt.
Wij zijn nu in het echte duin, de
knabbdrand ligt achter ons en wij betreden een wijde
helling langzaam oploopend en geheel bedekt
met duindoorns, een echte formatie. Ik heb
eens een schilderij van zoo'n duindoornhelling
gezien, die leek eigenlijk wel meer op een
kudde schapen. De artiest beweerde, dat hij
daar niets aan had kunnen doen, de struiken
zijn zoo gelijkvormig, verschillen maar weinig
in grootte en 't fijne zilverig loof bekleedt
ze als met een vacht. Toch is de helling niet
zoo volstrekt eenvormig, want meestal.
zooals ook hier in de waterleiding, groeien
tusschen de duindoorns vlierstruiken, meest
flink groote, die monumentaal boven het
kreupelhout der dorens uitsteken. Hier en
daar komen de vlieren wat dicht bijeen t-n
vormen dan vlierboschjes, maar meest toch
staan ze geïsoleerd en nu in deze dagen als
groote roomwitte geurige boeketten op het
zilvergrijs kleed der doorns. Het wandelen
op deze helling wordt een ware ploererpartij,
maar dat kan in de duindoorns nu eenmaal
niet anders en wie goed uitkijkt, weet het
er toch ook wel best zonder kleerscheuren
of beenprikken af te brengen. En de moeite
wordt beloond, want dit doornbosch zit vol
met kleine vogels, voornamelijk kneutjes,
die allerwegen komen opdagen. Nu hier dan
daar zit er zoo'n flink vogeltje op een
doorntop, pronkend met zijn rooden schedel en
roode horst en hij schettert zijn vrnolijke
«f^^*"*"' ^'^r'
#£$:.--
-.yr-^/rfBoschpartij uit het waterleidingduin
(Uit De Levende Natuur)
fanfare over de wijde helling. Dan vliegt er
een grijs vogeltje zingend op, nog al effen van
kleur, "maar zijn vleugels zien wat bruinig
en de keel is spierwit. Hij fladdert heel raar
en onzeker en zijn liedje is ook een echte
wirwar, maar juist daardoor is deze
grasmusch altijd nog al gemakkelijk te herkennen.
Nog andere kleintjes komen buiten schot
naar ons kijken en als we de toppen der
vlieren in het vizier nemen dan ontdekken
we ook nog wel een klauwier of negendooder,
de zangvogel met den roofvogelkop. Een
bonte tapui't, het vogeltje niet de lokstaart,
trekt naar zijn wensch onze aandacht. Hij
huist hier wel in een of ander konijnenhol.
We overschrijden den rug en nu ligt een
gevarieerde vlakte voor ons, een boschpartij,
een cultuursteppe en groote stuifduinen. Won
der boven wonder worden we niet ingehaald
met wulpenroep, wat doorgaans op zoo'n
plek het geval is. Er zijn wel wulpen in dir
duin, maar niet veel.
Maar het duinboschje lokt ons. 't Is er
een van de soort, waar ik liever omloop, dan
er door, want tusschen de dikke laagstammige
berken is het er vol van duindoorn en
11guster en dus zoo goed als ondoordringbaar.
De nachtegaal die er huist, is er clan ook
t.-'ir.t.lijk veilig. De ligustcr heeft geen doorns, maar
vele dunne lenige twijgen, die hier in 't duin
ook wel ombuigen, langs den grond
voortkruipen en weer wortelen en zoo wordt menig
ligusterboschje tot een onontwarbaar vlecht
werk. Er zijn er nog al veel in het
waterleidingduin.
J A c. P. T n ij s s E
"
MOERHEIM
DEDEMSVAART
40 H. A.
KWEEKERIJEN MET
VASTE PLANTEN, ROZEN enz.
Catalogus en condities op aanvraag,