Historisch Archief 1877-1940
30 Juni 23. - No. 2401
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
'9
GHARIVARIA
De triomf der toegepaste Insectenkunde
CONGRES VOOR PHYTOPATHOLOGIE
EN TOEGEPASTE INSECTENKUNDE TE
WAGENINGEN.
De deelnemers vereenigden
zich vervolgens met den minister en
den president-curator die in het labo
ratorium met medewerking der dames
studenten was gereed gemaakt."
(HU.)
Mededeelingen, die nadere bevestiging be
hoeven
Indien men zich een jongen hond
gaat aanschaffen, doet men dit meest
al op den leeftijd van vijf of zes weken".
(O. H. C.)
Men schreef 155 voor Christus."
(N. R. C.)
De meest lastige kooper." (K.amp.)
De meest onaangename bijkom
stigheid." (N. C.)
De meest eenvoudige uitlegging."
(H. O.)
De meest gunstige omstandig
heden." (Tijdschr. v. Buit. Ond.)
Een enge meerling
Dordrecht is de oudste stad van
dat gedeelte van Nederland, hetwelk
in meer engeren zin Holland werd
genoemd." (Ons El.)
Geeft uw dochters, zusters, nichts
een abonnement cadeau."
(Droom en Daad.)
Ja. Dan hebben de meids 's avonds ook
wat te lezen.
De Ueber-bloedneusproleet
Te Gent heeft Julios, kampioen
zwaar middengewicht, zijn tegenstander
Hendrickx na 15 ronden op punten
geslagen." (Hbl.)
Ondertrouwd Zus Hofman en
Barend van Hetnert." (Adv. N. R. C.)
Van harte, Zus !
Broer Charivarius.
Gaat dat zien, gaat dat zien l
Gevonden een gouden collier waar
aan medaljon met heer en kinder
portretje." (Hbl.)
Terwijl het jonge paar beweging
loos stond, de trouwringen kreeg en
toen ieder een brandende kaas moest
vasthouden, die met oranjebloesems
en witte linten was versierd, terwijl
het Russische koor zong en de priester
den tekst voorlas uit een oud, oud
boek." (H. P.)
(Deze voorstelling wordt op verzoek
herhaald).
Slagerstentoonstelling te Utrecht."
(Panor.)
Hillegom, 25 Juni. De politie alhier
heeft een naaktlooper aangehouden."
( Tel.)
Mocht nog Vader Willem leven, en beleven
dezen stond !
Aanpasselijkheden
Het is aan de advocaten zelven om
zich aan te passen aan de procesrege
ling." (N. R. C.)
Het is typisch om te zien hoe elk
land zich aanpaste aan de nieuwe
eisenen." (Gr.)
Het zal nog wel eenigen tijd duren
voor het publiek zich aan de gewijzigde
telefoonbehandeling aangepast heeft."
(N. R. C.)
Dat de treindienst zich aan den
koeientijd aanpast". (Holl. Huisvr.)
CORRESPONDENTIE
D. te A. Mag ik u eens attent maken op
het misbruik, vooral door niet-juristen, van
derden."? Als twee partijen een overeen
komst sluiten, is ieder die daarbuiten staat
een derde". B.v. zegt men zeer juist:
Hunne overeenkomst kan aan de rechten
van derden geen schade toebrengen."(Vergel.:
tin tiers de complaisance.") Nu gaan echter
niet-juristen, die graag deftig willen zijn, dit
woord eenvoudig voor anderen" gebruiken.
Bv. de N. Financ. en Kapitalist: De heer X.
die pas smadelijk failliet ging, had met het
geld van derden (lees ,',anderen") een
kaartenhuis opgebouwd." Deze fout leest men
tallooze malen, en gij zult wel doen, er de aan
dacht op te vestigen.
Antw. Graag, als u me van tijd tot tijd knip
sels stuurt. Ik kan mijn rubriek niet vullen
zonder de hulp van derden.
Onze meesters
De meest vriendelijke gevoelens.
(O. H. C.)
De meest nadeelige gevolgen."
(N. R. C.)
De meest belangrijke steunpunten."
(T rib.)
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L B M"
Wllsonspleln 11
DE VOORDEBL1OSTE TARIEVEN
ONZE PUZZLE
A. De heeren A en
B trouwden ieder eene
weduwe met een doch
ter. Deze weduwen over
leden zijnde, huwden
de heeren A. B, die
de eeuwige jeugd be
zaten, later met die
dochters.
B. Dit was een strik
vraag, waar verschillen
de oplossers ingeloopen
zijn. De man is natuur
lijk dood, anders kan
hij geen weduwe achter
laten
De puzzleprijs werd
gewonnen door Mej. L.
Edersheim te 's-
ravenhage. Laan Copes
van Cattenburch 42.
In een oude verza
meling van Mathema
tische
vermaecklijckheden" van het jaar 1663
komt de volgende puzzle
voor:
Vijfthien Christenen /
ende vijfthien Turcken
/ op zee zijnde in een
Schip /ende Tempeest
sich begonde te ver
heffen / seyde den Schip
per / dat hij het Schip
niet en konde behouden
ofte hij moeste
neffens de Waeren / die
hij in hadde / het halve
Volck over boordt wer
pen / om alsoo sijn
Schip te ontlasten / en
de rest te salveren.
Nu / dit en konde niet
geschieden / als bij
Loothinge / derhalven
soo wordt men het
eens / om zich alle te
stellen in ordre / (hetzij
in een ronde ringh / ofte
op de rije) ende t'elkens
met 9 om-tellende / die
in de Zee te smijten /
die men die neghende
soude komen te tellen
/ ende dat tot datter
van de dertigh / die sij
sterck waren / niet meer
en blijven dan vijfthien.
Den schipper nu / een
Christen zijnde / heeft
zijne tellinghe soo be
gonnen / en de ordre
soo weten aen te stellen
/ dat altijdt de neghende
/ dat een Turck was /
overboordt moeste / en
de de Christenen alle
wierden behouden. Nu
is de vraghe / hoe hij
deselve gestelt heeft /
opdat altijdt het Lodt
op die vijfthien Turcken
konde vallen.
DE TOEPASSING VAN DE AMERIKAANSCHE DRANKWET
Teekening voor De Amsterdammer" door Jah. Braakensiek
Harding: Wat heb jij uitgevoerd?
Jonathan: ,,In beslag genomen!"
MUI i iim m i m» i » iiimimniiiiniiiiiiiiiimii
iiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiuii iimiiiim iiiiuiti uu ui
INSTALLATIE
AKELIGHEID IN EEN BEDRIJF,
door F. DE SINCLAIR.
(Met teekeningen voor ,,De Amsterdammer"
door Is. van Mens).
Het geval speelt zich af op een fraaie
bovenzaal van een groot café-restaurant.
Al de achttien leden zijn present in ongelijke
plunje.
Die weinig gewoon zijn, dragen gekleede
jassen met en zonder zijden revers; over
enkele dier jassen ligt een rossige gloed. Van
de bezitters dier rossige jassen dragen sommige
wijde, liggende boorden en bruine baarden;
die 't beter weten en van decorum houden
dragen een pandjesjas boven een gestreepte
broek, dit zijn welbewuste mannen; en einde
lijk zijn er twee colberts, gedragen door leden,
die zulk soort vergaderingen en installaties
in hun zak hebben", en wel weten, dat ze
zelfs in hun hemdsmouwen nog personen van
gewicht en invloed zouden blijven.
Eén lid is er, naar aller oordeel, behalve
het zijne, per ongeluk" ingeraakt, in de
commissie wel te verstaan; niemand heeft
zin om hem te kennen en daarom noemen ze
hem allemaal: Meneer... .e... .dinges".
Meneer Dinges is een lange schrale man met
dun grijzend haar, een hongerig gezicht en
donkere, diepliggende oogen.
Hij is povertjes gekleed, in 't zwart, draagt
een rafelig staand boord en nauwe ronde
manchetten met wit beenen knoopen; zijn han
den zijn grof en peezig, zijn polsen plat en rond.
De leden staan in telkens wisselende groep
jes bijeen voor de ramen en kijken op de
straat beneden.
Meneer Dinges tracht hier en daar aan te
pappen, maar wordt overal door een ijskoude
bejegening teruggewezen.
Voorzitter der Commissie is Mr. Bankstra
van Leeuwe, commissaris van allerlei
Naamlooze Vennootschappen, een gezette man van
middelbaren leeftijd, keurig in een modieus
jaquet met n knoop: hij heeft een plezierig
gezicht met een zonnigen glimlach, welke
doet denken aan groote tantjèmes; secretaris
is Mr. Butijn van Aalskerke, van beroep
advocaat en curator in veel rijkmakende fail
lissementen; hij is de eene man, die een
colbertje draagt, een grijs, met een geparfu
meerd groen zijden zakdoekje dat uit een
verder onnutten zak komt kijken; het tweede
colbertje draagt het bekende kamerlid Jhr.
Schinderman, die de reputatie geniet van een
gladde vent" te zijn, een waardeering, die
gewoonlijk gepaard gaat met een knipoogje.
Hij heeft een blozend gezicht, groote
fletsblauwe oogen en een blonde snor. In de
comDe leden staan in groepjes bijeen.
missie heeft hij belangenloos de functie van
penningmeester aanvaard.
Het is elf uur in den voormiddag.
Mr. Bankstra van Leeuwe (op zijn horloge
kijkend: bedenkelijk):
Elf uur nou, 'k weet niet
Een gekleede jas.
De minister komt laat.
Meneer Dinges.
De minister behoorde zuiniger met zijn en
onzen tijd om te gaan.
(Zwijgende verontwaardiging over deze
opmerking. Meneer Dinges staat weer vol
komen geïsoleerd).
Een jaquet (voor 't raam):
Daar is-ie! (Beweging; alle gekleede jassen
drukken hun neuzen plat tegen de ruiten en
kijken zoo boven op den kap van een auto.
Mr. Bankstra van Leeuwe maakt zich los
uit een groep, doet een paar stappen in de
richting van de deur, die een oogenblik later
pompeus wordt opengeworpen, om den minister
toegang te geven. De minister haastig op;
lange gedistingeerde verschijning, half de
vijftig, jaquet, streepjesbroek, hoog opge
trokken; witte slobkousen, hooge hoed in de
hand, grijze handschoenen. De witte slob
kousen en een groote pareldoekspeld
symboliseeren op gelukkige wijze het samengaan van
een hoog salaris en een particulier vermogen.
Mr. Bankstra van Leeuwe bij de deur buigt
en prevelt iets op de wijze van iemand, die
zeer goed weet, hoe je een minister ontvangt.
De minister stapt vlug en al pratend naar den
stoel naast den voorzitterszetel, een mooien
stoel met leeuwenkoppen en een hoogen rug:
hij plaatst zijn hoogen hoed op een
penanttafeltje daar vlak bij, trekt zijn handschoenen
uit, deponeert die in zijn hoed.
Dit alles met het gezicht van iemand, die
onbewust is, dat iedereen op hem let.
Inmiddels hebben alle heeren plaats ge
nomen aan de hoefijzervormige tafel.)
De minister. (Hij heeft zittend een paar
woorden gewisseld met den voorzitter, staat
nu eensklaps op, humt, steunt met beide
handen op de tafel, kijkt rond, zegt dan:)
Mijne Heeren. Het is mij een eer en een voor
recht U, als Commissie tot bestudeer ing van het
vraagstuk, hoe de aanwending van Rijksgelden
voor nuttelooze doeleinden op de beste wijze kan
worden bestreden, te installecren.
Uw taak, mijne heeren, ik wil het U niet ver
helen, is even omvangrijk als gewichtig, even
moeilijk als.... hm.... lastig.
Van alle zijden omringd door staten, die
reeds op den rand van het Staatsbankroet schijnen
te staan, zelf benard en schier dagelijks op
geschrokken door finanticéle debacles, faillisse
menten en koersdalingen van allerlei fondsen,
die het nationale vermogen decimeeren, maakt
ook ons land een crisis door, waarvan de groote
ernst niet langer meer mag noch kan verbloemd
worden.
Handel, nijverheid en bankwezen worstelen
tegen een overmacht van booze invloeden die zelfs
de soliedste, oudste huizen op hun grondvesten
doen sidderen. (Bravo geroep. Een paar ge
kleede jassen, die denken dat het uit is, willen
applaudiseeren, doch op een gebaar van den
voorzitter, laten ze het nog net bijtijds).
De maatschappij, onze maatschappij, mijne
heeren, is ziek. (Beweging: ontsteltenis bij
eenige jaquetten, die nieeivjn dat de minister
zijn Maatschappij tot exploitatie van
Koffieplantages" bedoelt en daar hebben ze
aandeelen in, maar 't is anders).
Het is thans niet het oogenblik om uit te
weiden over de oorzaken dezer ziekte. Laten we
ons bepalen tot de constateering van het feit, dat
de ziekte er is en.... helaas.... een zeer
kwaadaardig karakter vertoont! (Bravo's !) En
dit beeld van een zieke nog even vasthoudend,
mijne heeren (lichte verwondering), zie ik in
U onwillekeurig een schaar van doktoren, van
specialisten, van professoren, die gereed staan
met al hun kennis, hun wetenschap, hun toe
wijding, de ziekte te bestrijden en zoo mogelijk
den patiënt te genezen.
Mijne heeren, U kent ongetwijfeld het
Engelsche spreekwoord: W her e doctors disagree the
patiënt dies. (Een gekleede jas, die geen En
gelsen kent, knikt met opvallende instem
ming).
Moge dus eensgezindheid in wil en inzicht
uw taak verlichten, uw driedubbele taak, drie
dubbel, wijl het einddoel is: Bezuinigen, Be
zuinigen en.... Bezuinigen. (Glimlachende
instemming bij dit oorspronkelijke, oratorische
grapje).
Indien ergens, mijne heeren, dan is zeker
hier periculum in mor a: lederen dag, ieder uur
verergert de toestand. Ook met het oog daarop,
om zoo weinig mogelijk beslag op uw kostbaren
tijd te leggen, zal ik het hierbij laten.
Bedenkt mijne heeren, (hier wordt de Minister
pathetisch) dat het zieke Vaderland zijn flauwe
oogen hoopvol opslaat naar U zijn mogelijke
redders!
Doet dan uw plicht; tua res agitur! Ik ver
klaar de Commissie geïnstalleerd.
(De minister gaat zitten, een geestdriftig
handgeklap breekt los; alleen meneer Dinges
onthoudt zich van bijvalsbetuigingen. De
Voorzitter hamert, staat op).
De Voorzitter. Excellentie! Het zij mij ver
gund U mijn erkentelijkheid uit te spreken voor
uw vriendelijke woorden en ik weet, dat ik de
tolk van alle aanwezigen ben, wanneer ik ver
klaar, dat wij, commissieleden, hoofd voor iwofd
onze beste krachten, onze algehcele toewijding
zullen geven om den dierbaren patiënt weer frisch
en gezond te maken! (de voorzitter glimlacht,
de Minister ook, instemmend geglimlach over
al, een paar gekleede jassen grinniken op een
hinnekachtige manier). Mijne Heeren, Jacob
Geel heeft eens gezegd: Praat er zooveel niet
over, doe het maar! en als ik nu toch citeer,
herinner ik U aan Goethe's:
Der Worte sind genug gewechf.elt,
Lasz midi atich endlich Thaten schn!
Daden dus!
Mcneeren, ik open deze vergadering (hamer
slag) Aan de orde is....
Jhr. Schinderman. Meneer de Voorzitter....
Voorzitter. Meneer Schinderman.
Jhr. Schinderman. Meneer de Voorzitter.
Eer we de debatten openen zou ik er uw aandacht
op willen vestigen, dat verschillende leden een
heele reis achter den rug hebben, zeer vele leden
hebben slechts haastig ontbeten, enkele leden
daarentegen heelemaal niet. Zouden we, zonder
de debatten verder te storen, niet even door een
kcllner laten vragen, wat Zijne Excellentie en
de leden gebruiken willen?
(Instemmend gezoem en gebrom).
Een gekleede jas (angstig). Meneer de Voor
zitter. Ik steun het voorstel van meneer Schinder
man. Maar... .e... .hm.... op wie zijn kos
ten, zal dat.. ..c....?
Jhr. Schinderman. De regeering heeft ons
een blanco erediet ter goede rekening geopend
voor huishoudelijke uitgaven (hij schelt. Alle
gekleede jassen lachen zichtbaar verlucht.
Kellner op).
De minister stapt vlug....
Jhr. Schinderman. Vraag eens wat de heeren
gebruiken zullen.
(Kellner gaat rond met een notitieboekje,
de rossige gekleede jas van zooeven, wenkt
hem van de haast, bevochtigt zijn lippen met
zijn tong en bestelt: Witte port. Andere stem
men dooreen: Sherry.... mij ook.... ouwe
klare... . koffie met slagroom.... chartreuse...
antiekie.... Madera.... Katz....).
Meneer Dinges. Meneer de Voorzitter!
De Voorzitter. Meneer... .e... .dinges.
Meneer Dinges. Meneer de Voorzitter, ik
vind, dat er tegenstrijdigheid is in deze bestellin
gen en den zuinigheidskruistocht, dien we gaan
leiden (gemompel, stemmen: Wat?.... Kruis
tocht?. ... watzeit-ie.... Jezes, wat 'n onzin..)
Voorzitter (sec.) Heeft U een motie?
Meneer Dinges. Een motie?...:- Nee,
maar.... 't Js een opmerking.
De Voorzitter. Ah juist (tot den Minister,
daar de kellner juist bij hem komt) Uw
Excellentie Vermouth, niewaar? (de Minister
knikt. Tot kellner) Twee Vermouth.
De Minister (onthutst). Nee, nee.... een is
genoeg.
De Voorzitter (met een fijnen glimlach).
Een is er voor mij.
De Minister. O, pardon.... purdon! (beiden
lachen en buigen om 't misverstand. Kellner
af).
De Voorzitter (hard). Verlangt iemand het
woord, naar aanleiding van de opmerking van
meneer... .c... .dinges? (Stilte). Niemand,
dan gaan we voort met de agenda.
Jhr. Schinderman (sotto voce). Oogenblikje
zeg.... de sigaren.... (loopt den kellner na).
Butijn van Aalskerke. En sigaretten, zag....
Voorzitter (hamert). Meneeren. Punt 2 der
agenda. Reis- en verblijfkosten van de leden der
Commissie. De regeering biedt ons aan zes
gulden per dag en vrij vervoer 2e klasse spoor.
(Groote ontstemming, zich uitend in een
bijna dreigend rumoer. Inmiddels is ]hr.
Schinderman teruggekeerd en gaat er een
kistje Henry Clay's rond en sigaretten).