De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 14 juli pagina 5

14 juli 1923 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

14 Juli '23. - No. 2403 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWENARBEID De Nationale Vereeniging voor Vrouwen arbeid had het goede plan het initiatief te nemen om na 25 jaren nog eenmaal saarn te roepen de vrouwen die hadden medegewerkt aan de tentoonstelling voor Vrouwenarbeid in 1898 te 's-Gravenhage gehouden. Een ge dachte die velen had doen opgaan naar de Van Dijkzaal van de Haagsche Vrouwenclub, waar Maandag 9 Juli een namiddagthee werd geserveerd. Zoo zijn we daar dan allen, zoover nog in leven, zoover niet met vacantie reeds afwezig, te zamen. De zaal heeft haar gewoon sober aanzien, slechts op de tafeltjes prijken frissche bloemen. Op 't podium spreekt het verleden; daar staat omgeven door witte rozen het por tret van Marie Jungius, zij die het plan van de te houden tentoonstelling naar voren bracht, die met hart en ziel haar beste krachten gaf voor het slagen, zij die het gebouw wist te ontwerpen, zóó gezellig, zóó intiem, zoo vrouwelijk doordacht tot in alle onderdeelen. Dat portret van haar die deze samenkomst niet mocht beleven staat daar en er om heen ligt haar plan verwezenlijkt en vastgelegd in al de foto's van de verschillende rubrieken, van het terrein, van belangrijke stadsdeelen uit de plaatsen waar comité's gevormd waren, van de Indische afdeeling en van nog veel meer. Onder elke rubriek-foto staan de namen van de rubriek-bestuursleden, zoo konden, waar het geheugen faalde, de namen der mede werksters de herinnering aan vervlogen dagen weder sterker naar voren brengen. Links van het podium staat, tusschen donker-paarse violen, de beeltenis van mevr. C. PekelharingDoyer, eveneens overleden, de vrouw die het eerst het presidium aanvaardde maar dit wel dra gaf in handen destijds van mevr. Goedkoopde Jong van Beek en Donk, onder wier leiding de tentoonstelling van vrouwenarbeid zoo uit nemend slaagde. Naast haar portret prijkt een groote tuil sprankelend-roode rozen, en ligt haar boek, het tendentie-boek waarmede de tentoonstelling werd ingeluid: ,,Hilda van Suylenburg!" Ja waarlijk, 't was goed en prettig nog eens te zamen te komen en het verleden te her denken voor het zich voor goed achter ons sluit. Johanna Naber, voor 25 jaar de hoogst conscientieuse redactrice van het 3x per week verschijnend orgaan Vrouwenarbeid", deed voor onzen geest de vrouwen herleven, wier namen aan de tentoonstelling verbonden zijn, de ouden, die, door sympathie-betuigingen of bezoek, op hoogen leeftijd nog belangstelling in het werk hadden getoond, de medewerksters door wier onvermoeide werkkracht het geheel tot stand was gekomen, de jongeren voor wie de tentoonstelling als een mijlpaal was geweest, wier arbeid zich nadien vrijelijk kon ontplooien, omdat het begrip doordrong, dat der vrouwen arbeid mede recht van bestaan had. De tentooonstelling in haar strenge om lijning en eenvoudig-doeltreffende opzet had ook weten te wekken 't gevoel van saamhoorigheid van vrouwen onderling. Ze was als de voorbode van al wat in de tentoonstelling De Vrouw 1813?1913 krachtiger, omvang rijker naar voren zou komen en zoo getuigen van den geweldigen groei van vrouwenarbeid in die 15 jaren tijd. Werkend onder het motto zuinigheid" en groot door eigen kracht" sloot de tentoon stelling met een batig saldo, als ik 't mij goed herinner, van / 30.000. Hiermede werd ge sticht de Nat. Ver. voor Vrouwenarbeid, wier Bureau genoegzaam bekend kan worden ge acht. Anna Polak, de tegenwoordige directrice, stelt ons dit feit duidelijk voor oogen en wijst er op, hoe het werk van het Bureau steeds groeiende is en het voortdurend in beteekenis toeneemt. Dan komen telegrammen van gelukwenschen en toespraken en geschenken. De helder schijnende zomerzon verlicht alles met een glans van blijdschap en warmte. Die enkele uren van goed begrepen eenheid in vreugde volle herinnering van een te zamen door leefden beteekenisvollen, nieuwen dag, ze zullen ons nog langen tijd bijblijven. E L i s. M. ROGGE. BIJKOMSTIGHEDEN LXXXI. Een naïf mensch zal zeker niet ophouden zich te verbazen, waarom er altijd juist de verkeerde stadhuizen worden gebouwd, waar om altijd de leelijke standbeelden op de onge schikte plaatsen worden gezet; waarom de minst gelukkige oplossingen van verkeers problemen worden aangenomen, verwerpelijke jubileumliederen worden bekroond, aan het minste-recht-hebbende gezelschap een schouw burg wordt verhuurd, etc., etc. ad infinitum. Dit alles toch verzekeren hem de couranten met groote nadrukkelijkheid en een stoet van de overtuigendste argumenten; hij hoort het herhalen aan de bittertafel en in de tram; hij krijgt daardoor tenslotte het gevoel, dat de werela heel wat plezieriger kon zijn, als de menschen, die het voor het zeggen hebben, van hoog tot laag, zich maar niet altijd juist op het domste decideerden, en met wrok in het hart praat hij mee over incompetente commissies" en bekrompen ambtenarij". Een enkele keer krijgt zoo'n naïf mensch de gelegenheid te zien, dat de dingen niet zijn, als ze schijnen", zooals Vader Vondel al wist, en dat het gescheld, gepruttel en geprotesteer niet uitsluitend aanzie altijdopnieuvi-buitengewoon mislukte keuze is te danken. Die gelegenheid doet zich nl. voor, als, door allerlei bijkomstige omstandigheden, het tooneelgezelschap, dat z.g. wederrech telijk" met de beste dagen in de schouw burg was bedeeld, die bevoorrechte positie weer moet opgeven; of als het alom-afgekamde jubileumlied door een ander wordt vervangen. Nu zou de naïve mensch verwach ten, dat de hemel bij zoo'n gelegenheid weer klonk van vreugdgedruisch; dat iedereen zijn hart in opgetogenheid moest luchten, omdat er toch nog rechtvaardigheid en smaak en ver stand bleek te zijn in ons lieve vaderland.... Integendeel. De kranten, het publiek zijn wér boos, en misschien nog boozer; wat is dat voor een manier? Het gezelschap zat net goed, en begon zich juist in te leven; dat eerste jubileumlied kende nu iedereen, juist omdat er zooveel over geschreven was; nu moesten de menschen zeker maar weer dat nieuwe gaan leeren;.... ontstemming en verwijten aan alle kanten. En als de naïve mensch over eenig begrip en eenig waarachtig inzicht be schikt, zal nij tot de ontdekking komen, dat, wat er ook gebeurt en wat er ook gedaan wordt, het feit, dat er iets gebeurt, voldoende is, om iedereen tot aanmerkingen en verwijten te prikkelen. Ja maar", zal nu iemand tegenwerpen, het zou toch dwaasheid zijn hieruit de conclusie te trekken, dat het vrij onver schillig is, wat men kiest, of welke richting men gaat, want al worden er altijd klachten geuit, de eene keer komen die van de ne kategorie en de andere keer juist van den tegenovergestelden kant". Deze meening lijkt mij maar zeer gedeelte lijk juist. Het is inderdaad waar, dat er men schen zijn, van wie van te voren te zeggen is, hoe ze in een speciaal geval zullen reageeren: er is een menschesoort, die elk verbod van een tooneelstuk zal toejuichen a tort et a travers, omdat ze een matelooze behoefte hebben, om hun medemenschen te beredderen en te bedoen, en er is een andere soort, die elk verbod van een tooneelstuk zal afkeuren, om dat ze zweert bij vrijheid" en zelfstandig heid", al zou die vrijheid in den modder en de viezigheid blijven kleven. Maar de groote schare, van wat we gewoon zijn met een ver velend woord intellectueelen" te noemen, zal het toegelaten" tooneelstuk afkeuren en het verboden" tooneelstuk beminnen en be wonderen; ja zelfs, hetzelfde werk hoog staande kunst" of het léven-aanvretende decadentie" noemen, al naar het vrij-gelaten of weggestopt werd. Is dit alles alleen te verklaren uit zucht-tottegenspraak; of uit de nobele behoefte om het in-den-hoek-geduwde bij te staan? Ik heb lang over dit alles nagedacht, en ik ben tot de conclusie gekomen, dat al die gloei ende protesten, al die eeuwige ontevredenheid en dat betere inzicht van stuurlui-aan-de-wal toch tenslotte te danken zijn aan die allersympathiekste menschelijke eigenschap: zijn ?MHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII flMlllmiHIKIIIIIIIIIIUIMIIIIIII" IMIMMIIII VRUCHTENKOEKJES VAN SIPKES HAARLEM gijn voortreffelijk van kwaliteit en aangenaam van smaak iiMiiniiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii iMMIMmilimiHlllllllllllllllllltllinillllullllllllllllIll nu PARNASSIA Nu komen de lange zomerdagen van de vacantie en daarna het behaaglijke nazomertje dat duren kan tot November. Nog altijd is er kans dat de rekening van dit merkwaardige jaar zal sluiten met een batig saldo. Den nach tegaal hoorden we den lüden Juli nog weer eens opnieuw zingen, maar niemand ver wacht, dat hij nog eens zal gaan broeden, doch tal van vogels, die.een soepeler bestaan leiden en ingehouden waren door de gure Mei, beginnen nu nog weer met nieuwen moed, zoodat deze Juli meer vroolijkheid te aanschou wen geeft, dan we van Sint-Jacob gewoon zijn. Op sommige stranden ligt het nog vol met eieren van sterntjes, meeuwen en plevieren en in het struweel zijn tjifjaf, braarnsluiper, grasmusch en groen vink nog druk bezig. De zwaluwen zingen en bouwen nu op hun best, houtduiven en tortels weten nog van geen ophouden. De roode klaprozen en de geurige kamper foelie waren beide verbijsterd van kou en nattigheid en de duisternis, die maakte, dat het verschil tusschen middag en voor-avond nauwelijks merkbaar was. Deze planten, die we anders gerust tot de tijd-aanwijzers mogen rekenen, waren de kluts tamelijk wel kwijt geraakt; ze openden hun bloemen op zeer on regelmatige tijden en hadden uren noodig voor wat ze anders in een kwartier klaar speelden. Nu echter na een dag of tien van werkelijken zomer zijn ze weer volmaakt op dreef. 's-Morgens om zes uur gooien de ontembaar idealisnre. De mensch hunkert naar het absolute; met minder-dan-het-vol maakte kan hij geen vrede hebben. Nu pleegt echter alles, wat zich verwerke lijkt, zeer onvolmaakt te zijn, al is het het beste werk van een groot bouwmeester, al is het het wijste besluit van een wijze jury. Maar de naar volmaaktheid hunkerende mensch kan de teleurstelling over de werkelijking", van wat hij zoo eindeloos-schoon in droomen zag, niet verduwen, en daarom voelt hij zich ge roepen, ieder, die iets doet", die iets uit het eindelooze gebied der mogelijkheden vast legt" in de begrensde werkelijkheid, uit te schel den en te smaden. Wanneer we de menschen maar eenmaal als teleurgestelde idealisten beschouwen, wor den de kibbelarijtjes en de moties van afkeu ring, de verdachtmakingen en de aanklachten dezer wereld ineens veel begrijpelijker. En dan begin ik óók te begrijpen, waarom eerst ieder een aanmerkingen had op dat statige, Vondeliaansche jubileumlied van Carel van Delen, en waarom nu het nieuwe, vlotter en gemakke lijkere ook weer nergens in den smaak valt: toen de menschen echte poëzie" onder de oogen kregen, moesten ze er aldoor aan den ken, dat ons volk zoo weinig poëtisch ontwikkekd is; dat het dit gedicht nooit uit zijn hoofd zou kunnen leeren; en die gedachte maak te hen kregel; ze werden kwaad, en ze riepen: het is een onzinnige keuze, dit is niet te zin gen". Het bestuur v/d. vereeniging tot ver edeling van den volkszang, (dat zeker nog niet zoo diepzinnig over den aard" van het verzet tegen alles, dat zich verwerkelijkt", had nagedacht), wierp, met een hart vol ver wachting, het publiek nu een geheel andere prooi toe. Maar bij het lezen van deze zoet vloeiende regels bezon de idealist" er zich op, dat men er niets aan heeft, of een volk al zingt, als het niet een kernig, een forsch en mannelijk gevoel is, dat zijn lied vertolkt En men was wederom ontevreden, omdat men het volmaakte" wil: nl. het grootsche ge dicht en het volk, dat dat begrijpt. Want, ofschoon moderne blijmoedigen het ons tegen woordig anders willen aanpraten: verwerke lijking is teleurstelling, en wie het niet zoo voelt, mist het vermogen van schoon te droo men En dan wil ik toch maar liever niet ruilen.... Een schaap met vijf pooten"; zoolang het dagelijksche leven» dit niet oplevert, en ons integendeel, (om in de beeldspraak te blijven) met n met drie of met twee pooten pleegt af te schepen, zullen de idealisten blijven mop peren over de stomme wereld. En zij, die uitgescholden worden, zullen daar ten slotte nog blij .over moeten wezen ook. A N N i E SA i. OMONS iiiiiiiiliiimiiiiiiiifiiiiliiiiimiiH.miiiiiiiililliirmiiiiiiimifiMiiiiiiimii IETS NIEUWS gen op 't oogenblik de voordeelen der elec trische kooktoestellen nog niet voldoende om ons over dat verschil in prijs te doen heen stappen. Waarbij nog komt, dat de electrische toe stellen in hun eersten aanschaf"ookaanmer kelijk duurder zijn dan de daarmee overeen stemmende gas-apparaten. Houdt u me nu niet voor ultra-conservatief. Er behoort geen buitengewone profetische aanleg toe, om te voorspellen, dat binnen niet te langen tijd, de electriciteit het van het gas zal winnen, óók waar het de spijsbereiding betreft, en... .ik kan er me op verheugen, dat ik dien tijd nog zal mogen meemaken. Maar iets anders is het, of men met een ge rust geweten zich nu reeds als huisvrouw mag werpen in de armen der electriciteit (pardon, Charivarius) met de bijgedachte dat die omhelzing" ons een boete uit de huishoudkas bezorgt. Afwachten dan, en door onze negatieve hou ding indirect aan de ontwikkeling van de electrische mogelijkheden op huishoudelijk gebied schade doen? 't Moge egoïst lijken immers de afwach tende profiteert intusschen van de (misschien ook minder prettige) ondervindingen der pioniersters ik zou toch aan de huisvrouw met niet el te goed gevulde beurs zeker voor den eerstkomenden tijd nog maar het gas in de keuken" aanbevelen,: ze profiteert dan van verschillende voordeelen, die ook de electriciteit kan aanwijzen in vergelijking tot peroleum en kolen, zonder de rol van proefkonijn" te spelen, een rol, die ze wer kelijk beter kan overlaten aan haar, die er het noodige weerstandsvermogen (vooral financieel!) voor bezitten. In afwachting daarvan behoeven we ons volstrekt met ons gas niet misdeeld te vinden, integendeel. 'k Geloof dat, dank zij tentoonstellingen, kookdemonstraties en dergelijke middelen om het gas in de keuken" te populariseeren, er onder de bekende merken gén meer voor komt, dat niet in de perfectie al de verbete ringen heeft aangebracht die de moderne wetenschap en de vindingrijkheid der practici van onzen tijd mogelijk maken. Een komfoor of een fornuis zonder spaar branders" koopt men eenvoudig niet meer; een oven met gebrekkige circulatie komt feitelijk bij geen der bekende fabrikaten meer voor, ook al moge de een dwepen met Prometheus", een tweede met Senking", een derde met Junker und Run," een vierde met K ppersbusch". (Heb ik er nog vergeten? Waarschijn lijk wél, maar dan vult u het lijstje zelf maar aan.) Eén heb ik met opzet niet genoemd. Daaraan zou ik een afzonderlijke plaats willen geven, omdat het onder de vele merken het eenige is van zuiver Hollandsche afkomst, een Nederlandsche fabrikaat" en iets nieuws": het Dordrecht-fornuis. 'k Zal niet zeggen, dat gas iets nieuws" is. Eerder zou ik kunnen beweren, dat het gas in de huishouding zijn hoogte-punt reeds heeft bereikt, en zelfs dat het zich ten op zichte van enkele onderdeelen der huishou ding zeer bepaald in een neerdalende lijn gaat bewegen. ?' Denkt u maar aan onze verlichting, denkt u maar aan onze strijkijzers: op deze punten heeft het gas zich reeds gewonnen moeten geven aan zijn concurrente en opvolger, de electriciteit; en deze toestand vindt misschien wel zijn meest krasse uiting in het feit, dat heel wat plattelandsgemeenten de gasperiode" eenvoudig overslaan en van de ouderwetsche petroleum subiet overspringen op den modernen electrischen stroom. Eén gebied van de huishouding is daarmee echter nog niet afdoende geholpen, de ver warming; en dat zoowel wat onze woonvertrekken aangaat als wat onze keuken betreft: daar voelen we het gas nog als een stevige concurrent van de electriciteit.... omdat bij al de groote voordeelen (zindelijkheid, werkbesparing, geringere kans op brandgevaar) de electrische spijsbereiding en ook de elec trische kamerverwarming bepaald duurder uitkomt dan het voor dezelfde doeleinden be nutte gebruik. Ik weet wel, dat ook dat veranderen zal ik durf zelfs naar die verandering verlangen! maar we zijn er nog niet zoo direct aan toe. Als de Tricity", het electrische fornuis, dat het best aan het doel blijkt te beantwoorden, ons nog een maaltijd verschaft, met 14 Cts. stroomverbruik, terwijl hetzelfde diner ons aan gas pi. m. 9 Cts. zou kosten, dan overweDordrecht-fornuis In prijs komt dat fornuisje overeen met de andere : Ze ontloopen op dat punt elkaar eigen lijk geen van alle veel. En wat de bovenplaat met haar branders betreft, ook die verschilt niet noemenswaard van de uit Duitschland ingevoerde fornuizen. iiiiiiiiiiiülliliiliitiiiiiiiiililllllllllllllllllliii ECHTE DEVENTER IK. G} -t±J IK. ALOM VERKRIJGBAAR Parnassia in de pan (Foto C. Sipkes) dikke papaverknoppen hun kelkblaadjes weer af in korten tijd en in den vooravond volbrengt de onderlip van de kamperfoeliebloem weer in enkele minuten zijn neerwaartsche beweging, en ongeveer terzelfder tijd opent zich ook plotseling de gele Teunisbloem. Teunis is drie weken te laat begonnen, maar dat haalt hij zonder moeite in. De najaarsbloemen hebben het opperbest, vooral omdat de bodem nu weer behoorlijk vochtig is en dat belooft voor de liefhebbers een mooie vacantie. De natte hei en de lage duinpannen leveren ons de mooiste en merk waardigste bloemen. In de drie jaren, die achter ons liggen hadden we op menige plaats hun wegblijven te betreuren, maar nu komt alles weer terug, zelfs daar, waar we haast alle hoop hadden opgegeven. Dat is, alsof de Russen en Oostenrijkers weer zouden betalen of dat de Hollandsche Lloyd tot pari klom. Het was dan ook met groot genoegen dat ik gisteren op zoo'n wanhoopsoord mooie, groote, dichte pollen van Parnassia zag ver rijzen, donkergroene, gave, hartvormige blaad jes dicht op een en daartusschen reeds de oloeistengels ieder met een ronde witte bloernknop duor groene kelkslippen omgeven. Met een paar dagen strekken zich die stelen en dan npent zich de bloem, die van zeer bijzonder maaksel is in allerlei opzichten. De witte kroonblaadjes zijn aanvankelijk meestal wat groenig en ze hebben een dikke substantie net of ze gemodelleerd zijn in gips. Gedurende den bloei strekken zij zich, den zevenden dag van den bloei is de parnassiabluem zouwat dubbel zoo groot als op den eersten. Ook het binnenwerk verandert in dien tijd belangrijk. Kr zijn vijf witte meeldraden en een witte stamper en ook dat geeft de bloem iets gemaakts en onnatuurlijks, vooral die witte helmknoppen. In andere bloemen zijn die doorgaans geel, ook wel oranje, rood, blauw of bruin, maar zelden vindt men witte. Die helmknoppen van de Parnassia zijn dik, met zeer duidelijke groeven en ook de stamper is streng van vorm. De heele bloem zou wer kelijk wat stijf kunnen lijken, maar gelukkig zitten er tusschen de meeldraden zeer sier lijke organen die de roem en glorie zijn van deze plant. Op onze foto ziet ge ze als donkere vlekjes aan den voet der witte kroonbiaadjes. Dat zijn de groene voetstukjes van het honigorgaan, dat zich uitspreidt in een tiental of meer fijne steeltjes ieder eindigend in een glinsterend geel knopje, wel een van de sier lijkste dingen, die het plantenrijk te aan schouwen geeft. De honig zit heel onderaan; zoo weinig is er dat men langen tijd de Parnassia voor honigloos heeft gehouden. De glinsterende knopjes zien er uit alsof daar ook nog wat te halen zou zijn, maar daar is inderdaad niets. Toch schijnen die 't meest de vliegen aan te lokken en men heeft indertijd de Parnassia daarom wel uitgescholden voor een bedriegbloem". Toch, als er geen honig is, kunnen de vliegen er altijd nog wel stuifmeel vinden en er zijn dan ook in de Parnassia-pan altijd insecten genoeg. Als de bloem pas open gaat, staan de vijf meeldraden op korte stelen vlak tegen den kleinen stamper aan. Weldra gaat een van de helmdraden zich strekken en duwt zijn helmknop tot juist bovenop de stempel. Die helmknop gaat dan open en een insect dat aan vliegt op het midden van de bloem, raakt vol met stuifmeel. Na een poosje strekt de helmdraad zich verder, buigt achterwaarts om en brengt de ledige helmknop in het vlak van de kroonbladeren. Inmiddels is de tweede helmknop op den stempeltop gekropen en zoo ver richten ze achtereenvolgens alle vijf dezelfde manoeuvre. Eerst daarna gaat de stamper uitgroeien en vertoont dan duidelijk zijn vier tal stompe stempels, die nu aanvliegplaats worden, dus in minder dan geen tijd met een flinke hoeveelheid stuifmeel zijn bedekt, dat de vliegen van elders hebben aangevoerd. Daarna groeit de stamper uit tot vrucht, propvol niet kleine zaadjes waarvan er 33000 In verschillende typische kleurstottingen vanaf Fl 1 20 per Meter. Maar de oven kenmerkt zich wél door iets bizonders in de constructie. Hij is afgeleid van hetzelfde systeem dat de Gasmeterfabriek Dordrecht heeft uitgevoerdin den vorm van een heete luchtgasoven voor banketbakkerijen," een systeem waarbij in den oven zelf?de bakruimte" nooit de verbrandingsproduc ten van het gas binnen kunnen komen; met dit gevolg, dat men ten eerste nooit last kan hebben van een minder gewenschten geur of smaak aan het gebak, maar dat men in de tweede plaats ( dit berust op erkende feiten in de techniek, die ik in dit korte bestek niet kan behandelen) in den oven een temperatuur mag verwachten die overal onder en boven geheel gelijk is. Wieden lang niet altijd betrouwbaren warmtegraad kent in verschillende andere gasovens, wie nu eens een taart, dan een bakblik met koekjes of een anderen keer weer een stuk vleesch het slachtoffer zag worden van een veronderstelling die niet uitkwam die zal me toegeven, dat het een rustig gevoel moet zijn, als men het Dordrechf-oventje kan gebruiken zonder den twijfel of het ver plaatsen naar een hoogere richel, of wel het iets laten dalen van het bakblik misschien gewenscht zal zijn. En behalve die meerdere zekerheid geeft ons dit nieuwe systeem ook een betere kans op zuinigheid. Immers, als de lucht in den oven overal van gelijke temperatuur is, dan kan men ook tegelijkertijd op twee verschillende hoog ten een bakblik op de richels schuiven en bij gevolg dubbel van den oven profiteeren door in denzelfden tijd b.v. twee bakblikken met koekjes gaar te maken in plaats van een. Wilt u onder de vele merken, voor de Dordrecht" een herkenningsteeken? , Let u dan maar eenvoudig op het Holland sche trapgevel-motief", dat toevallig klop pende met de inwendige constructie van den oven en uitwendig ter versiering is gebruikt voor de ovendeur en voor den onderkant van het fornuisje; in 't laatste geval met den top" naar beneden gekeerd. MARTINE WITTOP KONING PRIJSVRAAG VOOR MEISJES EN VROUWEN In het maandschrift De Vrouw en haar Huis is een prijsvraag voor meisjes en vrouwen uitgeschreven, voor de ingiet December-Kerst nummer te plaatsen platen. Deze platen moeten zijn zwart-wit, hetzij lijn- of gewasschen teekeningen. De Kerstgedachte of eene aan het Kerstfeest verwant, moet er in zijn uitgedrukt. Als prijzen zijn uitgeloofd: EERSTE PRIJS ? 50. TWEEDE PRIJS 25. De jury bestaat uit LIZZY ANSINGH, NELLY BODENHEIM en ELIS. M. ROGGE. Inzendingen moeten geschieden vóór l September en gericht zijn aan de Redac tie, Koninginneweg 93, Haarlem. Elke teekening moet voorzien zijn van een motto, welk motto herhaald moet worden op een bijge voegde gesloten enveloppe, die naam en adres van de inzendster moet bevatten. De Redactie behoudt zich het recht voor, de niet bekroonde platen, tegen het gebruikelijk honorarium in het tijdschrift te reproduceeren. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TB ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DB AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllll in een gram gaan. Geen wonder dat we Parnas sia overal vinden, waar ze groeien kan, van het slibbig zeestrand af tot hoog in de Alpen. Als de grond maar vochtig en kalkhoudend is, dan wil deze plant welig tieren en dan liefst in gezelschap van nog een paar kornuiten: het duizendguldenkruid, het kleine bittere gentiaantje, de knoopige vetmuur en een paar soorten van orchideeën. Geen wonder dat Parnassiaplekjes in tel zijn en dat men het betreuren moet wanneer er verloren gaan door ontginning of ontwate ring en dat wij bij de ontginners en vooral bij het staatsboschbeheer er op aandringen ze te sparen. Het mooiste van een bosch zijn vaak de lichte plekken. Het zal niet lang meer duren of ons duin is een groot woud van zwarte dennen. Hoe goed zal 't zijn, om telkens in dit bosch uit te komen op groote of kleine valleien, waar de mooiste bloemen van het oude duin een schuilplaats hebben gevonden. Hoe gemakkelijk voor de ontginners, dat de mooie Parnassia hun de te sparen plaatsen aanwijst. JAC P. T H ij s s E BEZOEKT DE UITGESTREKTE KWEEKERIJEN VAN MOERHEIM" DEDEMSVAART ZATERD. NAM. EN ZONDAQ GESLOTEN l S IIIIIIIHIIIIIII'IIIHUIMMIHIimMHttHHIIIIIIIIIMIMIttllMIIIIMIIIIHIIIIMM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl