De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 14 juli pagina 6

14 juli 1923 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 14 Juli '23. No. 2403 lVendóme. Het Kasteel. IN HET LAND VAN RONSARD Ronsard Vendómois"; de dichter verzuimt nooit, volgens de gewoonte van zijn tijd, op de titel zijner verzenbundels zijn geboorte land te noemen, maar ook zonder dat zouden wij weten dat hij stamt uit de vallei van de Loir, het riviertje dat samen met andere in de Loire valt. Hier is hij geboren, op het kasteel La Poissonnïre bij Couture, en heeft hij de natuur leren zien en liefhebben. Voor de velen die van hem houden en zich gereed maken het volgend jaar de vierhonderdste ver jaardag van zijn geboorte te vieren, bezit deze streek dus een biezondere aantrekkelikheid. Zij is niet zeer bekend; trouwens, even min als in zoveel andere delen van de pro vincie", hebben de Fransen iets gedaan om het bezoek ervan aan te moedigen; tenzij men tijd heeft het uitgestrekte dal" te voet te doorkruisen, is het enige werkelik mogelijke middel om het te leren kennen, de auto, want het treintje gaat al te zelden; de voetgangers zullen bovendien niet gemakkelik logiesvinden op hun rondzwervingen. Dit gebrek aan openbare middelen komt ten goede aan de omgeving die, eenzaam en onge rept, de toerist in staat stelt zich gemakkelik aan te passen aan de tijd van de dichter die hem hierheen riep. Vendöme, liefelike naam van een stadje vol boomen, tegen; een groene heuvel aange bouwd, doorsneden door het frisse, rustig stromende water van de Loir Ie Loir paresseux" , die zich hier in talrijke armen splitst welke, bij het verlaten der stad, weder samenkomen. Het is Zondag en de boorden van het niet brede water zijn bezet met hengelaars die zich in de zon koesteren. De straten zelf, een ogenblik levendig toen de mis uitging, zijn verlaten. Tegen de avond komt er wat meer beweging; soldaten slente ren bij troepjes rond, vóór de huizen vormen zich enkele groepen, maar weldra keert de rust weder, verkwikkend voor wie uit het drukke leven hier even komt verademen, maar misschien op den^duur wat duf. Trouwens, ik herhaal, het was Zondag. De volgende dag. Het citroentje" staat vóór de poort van het Hotel du Commerce" te trillen van verlangen om voort te snellen, en wij laten ons meevoeren langs witte wegen zonder bomen, te midden van weiden en bouwland met, aan beide kanten, vér weg een heuvelrij. Wij hadden ons la vallée du JLoir" voorgesteld als een nauwe kloof met het stroompje beneden ons; wij hadden dat opgemaakt uit Ronsard's beschrijving: WERELD-REDE, uitgewerkte aanteekeningen naar voordrachten van Dr. H. W. Ph. E. van den Bergh van Eysinga aan de Internationale School voor Wijs begeerte te Amersfoort gehouden; door C. Veenstra-Sparnaay. Baarn, Hollandia-Drukkerij, 1923. Dit met een woord ter inleiding door Dr. O. A. van den Bergh van Eysinga" voorziene boekje geeft in den omvang van 122 bladzijdjes eene volledige wereld- en levensbeschouwing, welke door de schrijf ster in haar Woord Vooraf" als volgt ge karakteriseerd wordt: Het onderwerp, zooals dit werd aangekondigd, kan ik niet precies meer opgeven, aangezien 't zoo breed was omschreven, doch ik zou het naar de be handelde stof, den naam willen geven van Evolutionistisch Pan- en Theïsme". Waar iedereen vrij is zijn eigen -isme" te vormen, zou men de schrijfster rustig in het hare kunnen laten, en het zelfs lof waardig kunnen achten, dat zij zich, in aan sluiting aan de woorden van haar leermeester, tot een zoo ruime en alomvattende levens beschouwing heeft ontwikkeld, ware het niet, dat de Inhouds-Opgaaf" van haar boekje argwaan opwekte. ^>eze prijkt namelijk met een vijftal hoofdstukjes over Hegeliaansche begrippen". Verdacht wordt het geval als men leest, dat de Inleiding", (welke aan vangt met de vet-gedrukte mededeeling, dat philosophie behoort te zijn: middel om te komen tot een zuiver inzicht der Gods openbaring, want philosophie heeft in zich zelf geen doel",) eindigt met de woorden: op die eenheid van tegendeelen, op die Hegeli aansche philosophie, ook wel genoemd de dialectische (zich in zijn tegendeel verkeerende) philosophie, is het volgende gegrond." Helaas blijkt dat volgende" dan ook in derdaad in zijn tegendeel verkeerde"philosophie, althans de wetenschappelijke voort gang van de Hegeliaansche denkwijze ont breekt ganschelijk in dit in wwsen theosophisch encyclopaedietje. Bolland heeft door zijn rusteloos arbeiden hier te lande een krachtigen stoot gegeven tot het herleven der (Hegeliaansche) philoso phie; zijn grootste verdienste is, dat hij m het Nederlandsch het woord van de reine VerDeux longs iertres t'emmurent, Dont les fiancs durs et forts Des jiers vents qui murmurent S'opposent aux efforts, maar wij bevonden ons op «pen terrein. De weg loopt slechts hier en daar naast het water; meestal slingert hij dwars door de open vlakte tot waar deze stuit op de heuvels en dan plotseling, zonder dat men het ver moedt, ziet men de Loir weder naast zich, smal, langzaam, te midden van bomen en struiken: Le Loir tard d la fuite En sol esbanoiant (s'amusant) D'eau lentement conduite Ses cfiamps va tournoiant. Hij ook is genaderd tot een der heuvelrijen, die van verre de indruk geven van de gol vingen van ons Gelders landschap, doch van nabij rotsen blijken te zijn, waarin mensen zich woningen hebben gehouwen, niet anders dan in het Geuldal: les antres secrets, de frayeur tout couverts. Wij komen door dorpen: vaalgele huizen , in schilderachtige wanorde geplaatst, verweerd, met kleine ^vensters; welk een verschil me t de helgeschilderde bakstenen woningen waarde auto inNederland u doorheen voert. Sougé, Troo, etagegewijs tegen de rots opgebouwd, Pont-deBraye, zij hebben dat eerwaardige van een lang verleden; is het dat de steen waaruit de huizen zijn opge trokken langer weer stand biedt? Is het dat wij meer van le vendige kleuren hou den en frisheid ver langen ? Hoe groot lij ken hier de afstanden m de schaars bevolkte streek; watLontmoet men weinig mensen. Op het land wachten de korenaren op net ogenblik dat zij zullen vallen; de wijngaar den vermeien zich in de zon die eindelik toch eens verwarmt nunft", van zuivere rede, heeft laten hooren, en dat zijn voorbeeld aanleiding is geworden, dat ook anderen trachten wetenschappelijk te philosopheeren. Het is echter nog niet te zeggen of de door hem geplante boom blijvend rijkelijk zal vrucht dragen. Zoo verheugend het nu is, indien men werken ziet verschijnen doortrokken van begrip van begrip, zooals b.v. Staargaard's Logos", zoo onaangenaam wordt het ons te moede, als we stuiten op werken, waarvan ten onrechte gemeend wordt, dat ze op Hege liaansche philosophie gegrond" zijn. In de laatste twintig jaren waren ook in Duitschland z.g. Neu-Hegelianer" rond, in volslagen onkunde of wanbegrip omtrent Hegel's methode. Het is sedert Hegel's dood direct al mis geweest; men is gaan twisten over zijn meeningen", en men heeft het eenige waarom het te doen is, de denkwijze, genegeerd. Uitspraken, meeningen, resultaten, woord verbindingen, termen enz. van Hegel of Bolland doen, wat de philosophie betreft, echter weinig ter zake; het is voor de wijsbe geerte onverschillig of Hegel al of niet or thodox, of Bolland al of niet tegen" de Joden was. Tot het wezen van het Hegelianisme (dat slechts in zooverre een -isme" is, als het tot geen enkel bepaald ,,-isme" te brengen is) behoort dan ook niet het gescherm met woor den als eenheid van tegendeelen", Idee", Logos", Rede", Absolute", relativiteit", evolutie", Wereld-Rede", enz. enz., welke termen we tegenwoordig zelfs al in de krant aantreffen. Het Hegelianisme is niets meer, maar ook niets minder, dan het op wetenschap pelijke wijze zich zelf doordenkende denken; het is de voortgang, de ontwikkeling, de methode zelf. Hegel zegt: het belang ligt in de geheele beweging"; de methode is het begrip van den inhoud"; de methode is het bewustzijn over den vorm van de innerlijke zelfbeweging van den inhoud." Indien men zich Hegeliaan wil noemen, dan is dit alleen geoorloofd als men zich aan sluit bij hetgeen Hegel zelf als de kern van zijn leer heeft aangegeven. Hij doet dit o.a. als volgt.: Het eenige, om den wetenschappelijke/: voortgang te verkrijgen, en tot welks zeer eenvoudig inzicht men zich wezenlijk moeite heeft te geven, is het inzicht in de logische stelling, dat het negatieve evenzeer positief is, of, dat het zich tegensprekende zich niet in nul, in het abstracte niets, maar wezenlijk slechts in de negatie van zijn bijzonderen inhoud oplost, oftewel, dat zoo'n negatie niet negatie zonder meer, maar de negatie der bepaalde zaak, die zich opheft, dus bepaalde negatie is; dat derhalve het resultaat wezenlijk datgene bevat waaruit het resulteert;" enz. (voor hoe lang in dit paradoxale jaar 1923?); het zijn de rijke geschenken van de Loir, Qui rend bon et fertile Le pays traverse Par l'humeur qui distille Du gras limon verse. Wij naderen Couture, vanwaar uit Ronsard met Antoine de Baïf zijn Voyage a Tours" heeft ondernomen, om er zijn Marie te ontmoeten: Nous partimes tous deux du hame.au de Coutures, Nous passdmes Gastine et ses hautes verdures, Gatine, dat tans zijn woud niet meer tot hier uitstrekt; Ronsard zelf heeft het moeten beleven dat, op bevel van Henride Bourbon, koning van Navarre en hertog van Vendöme, houthakkers de bijl op de oude stammen deden nederdalen: Ecoute, bücheron, arrête un peu Ie bras; Ce ne sont pas des bois que tu jettes d b is; Ne vois-tu pas Ie sang lequel dégoutte d force Des nymphes qui vivaient dessous la dure corce , Een smalle weg, en wij houden stil vóór het einddoel van onze pelgrimstocht als men die naam mag geven aan een rit van enkele uren op zachte kussens het chateaii de la Poissonnière". I) Verscholen achtereen groep hoge bomen ligt een witte woning die de indruk maakt van een eenvoudig landhuis. Ook al wilde ik u er een foto van tonen, dan zou mij dat niet mogelik zijn: de huisbewaar der deelde ons mede dat de fotograaf juist veertien dagen geleden er was geweest en eerstdaags zijn zending zou sturen"; gebene dijd land, dat de prentbriefkaart nog niet kent. Het kasteel" is trouwens zeer verschil lend van wat het eenmaal moet zijn geweest: een burcht omgeven met gekanteelde muren en bestaande uit twee gebouwen, door een binnenplaats gescheiden. Wat wij tans nog zien is het eerste dier corps de logis"; het tweede is gesloopt en op de plaats ervan zijn bloemperken aangelegd. De zaak is dat La Poissonnière van het midden van de XV11 Ie eeuw tot ongeveer 1850 als boerderij heeft gediend en dat, toen een nieuwe eige naar het gebouw weder als woonhuis is gaan gebruiken, allerlei herstellingen nodig zijn ge weest ; er zijn ramen in de vojprfagade gemaakt, het achterste gebouw is naar de grond gehaald; ziehier wat nog van het oude overbleef. Links, op dezelfde lijn als de voorgevel, een porte cochère die toegang geeft tot het vroegere binnenhof, tans de tuin, en om die poort heen en erboven een oud laag gebouw; in het midVendóme Ruïnes van het Kasteel (XI Ie eeuw) Vendóme Overzicht iiiiimimiinillllmi mm i n inm, , minimin En Hegel laat er met nadruk op volgen, dat het alleen om dezen voortgang", deze methode te doen is. Hoe zou ik me kunnen verbeelden, dat de methode, die ik in dit systeem der logica gevolgd heb, of liever, die dit systeem uit zich zelf volgt, niet in bijzonderheden meer volkomen doorgevoerd zou kunnen worden, maar ik weet tevens, dat zij" (die of de methode) de eenige ware is." Uiteen zettingen, die den gang van deze (dialectische) methode niet volgen, kunnen niet voor weten schappelijk gelden, voegt hij er aan toe. Het is hier niet de plaats om de waar heid" van Hegel's methode te bewijzen" 1). Het eenige, waarop hier gewezen moet worden, is dat dus alleen de methode eene uiteenzetting tot eene Hegeliaansche kan maken. En dat kan niet uitdrukkelijk en herhaaldelijk ge noeg gezegd worden. Want zelfs een vakman, en een fijne geest, als bijv. Prof. Van der Wijck, verslijt voor Hegeliaansch wat zich wel zoo noemt, maar er niet toe behoort, met name in zijn artikel Hegeliaansche Litteratuur" (in Gestalten en Gedachten" -blz. 66 vlg.) waarin hij Gekleurde Wolken" van Dr. H. W. Ph. E. van den Bergh van Eysinga scherp kritiseert. Echter H. v. d. B. v. E. meende ten on rechte Hegeliaan te zijn, en de verdienste van Prof. van der Wijck zou in deze grooter geweest zijn, als hij v. d. B's vergissing had aangetoond. Mevr. Veenstra-Sparnaay is van die ver gissing het slachtoffer geworden, doordat zij te goeder trouw de Amersfoortsche beweringen van haren leermeester heeft aangehoord en naverteld; van Hegel's methode verstaat" zij niets. Zij het dus ook te goeder trouw, toch heeft zij misbruik van naam gemaakt. Als leerlingen van Hegel en Bolland hebben we de plicht alles wat zich siert met Hegel's naam, zonder evenwel de methode te ver staan, onverbiddelijk af te wijzen. Alles laat zich populariseeren, zelfs het Hegelianisme, doch dan wordt het meteen iets anders: theosophie. Dit is dan ook het geval met het onderhavige geschriftje. Het is om te beginnen al onzin om van Hegeliaansche begrippen" te gewagen. Begrippen als relatie" en absoluutheid", evolutie", Idee", enz. enz. zijn niet speci aal Hegeliaansch", maar treffen we overal aan. Het Hegeliaansche is alleen de bewust heid van de zelfbeweging van het Begrip (en nu zet ik ook eens een hoofdletter!) in alle begrippen. De schrijfster had evengoed, of beter, kunnen spreken van Schellingiaansche, of Spenceriaansche enz., begrippen; van de Hegeliaansche zelfontwikkeling van het begrip is bijna geen spoor aan te wijzen. Naar den betoogtrant is het boekje een den van de achtergevel een vijfhoekige uit gebouwde toren met uitstekend venster, waarvan de ruiten van elkander zijn gescheiden door met lofwerk versierde stijlen en waar van de zijlijst gevormd wordt door pilasters naar Italiaanse smaak; het is bekroond door twee naalden en een rand waarop het wapen schild der Ronsard's en dit opschrift: Domini oculus longe speculatur. De tuin is omsloten door een heuvel en in de rots waaruit deze bestaat, zijn links diepe kelders en keukens gegraven; deze wand vormde oorspronkelik een der zijden van de Hnnenplaats; de ope ningen zijn met groote zorg omlijst in de zelfde stijl als het bovenvermelde venster, en erboven staan opschriften die de bestemming ervan aangeven, zooals Vina barbara voor de bergplaats van de gewone wijn, en Cni des videto boven die waarin de fijnere wijnen werden bewaard. Trouwens, bij de restauratie heeft men ook op het huis zelf de oorspronkelike spreuken die er op prijkten opnieuw aangebracht: Avant partir (een enigszins raadselachtig opschrift; wil het zeggen Al vorens te sterven", dus dit is slechts een tijdelike woning" ?), Voluptati et gratis, en zo meer. Heeft men al zijn verbeelding nodig om het vroegere uiterlik van La Poissonnière voor de geest te krij gen, dit is niet min der het geval met de drie vertrekken die de grondverdieping van het huis zelf vormen, een keuken, een sa lon en een eetkamer. In deze laatste bevindt zich het merkwaar digste overblijfsel van de oude tijd, n.l. een monumentale schoor steen van wit mar mer, welks brede bovenlijst is versierd met de salamander van Frans l, welbe kend aan hen die Ie kastelen van de Loire bezochten; verder zijn er veertigwapenschilden in gehouwen van families die aan de Ronsard's verwant waren, en daarboven over de geheele leng te, wilde rozenstrui ken met vlammen er onder; volgens de huisbewaarder bedui soort van combinatie van eene theodicee en een kosmogenesis, waarin bewezen wordt hoe het Eene", de Rede", de Logos", de Idee", enz., zich historisch moest ontwikkelen, en langs welken weg zich deze ontwikkeld heeft, van de atoompjes" (de Stof") tot den Geest" van den uitverkoren", aanbiddenden" mensen. Deze z.g. bewijzende betoogtrant moge uit enkele aanhalingen (met cursiveeringen van mij) blijken: Hegel ziet dus in de gansche schepping (in den mensch, zoowel als' in het kleinste atoompje) de absolute Idee, die de wereld heeft gemaakt tot een Kosmos. Die absolute Idee heeft echter twee kanten, openbaart zich op tweeërlei wijze, hetgeen Hegel volgender wijze verklaart. Het Goddelijk Denken is aanvankelijk iets abstracts. Zoo dit abstracte zich zal openbaren moet het zich omkleeden met de Stof, het zichtbare. (?In het vleesch gaan" gelijk het Johannes-evangelie zegt). Die Stof is echter precies het tegendeel van dat Geestelijke. Waar nu het Goddelijke beide noodig heeft, om tot openbaring te komen, n Geest n Stof, zijn die beide tegendeelen, Geest en Stof, eeuwig n. Geest zonder stof bestaat niet, want anders zou de Geest eeuwig in zich zelf besloten zijn gebleven en was er nimmer een wereld ontstaan" enz. enz. Of elders: De Idee, het Absolute, de Logos, het Woord of anders gezegd het Geestelijke", moet in het vleesch gaan, moet zich uitstorten in tijd en ruimte" enz. enz. Het blijkt nog noodig te vermelden, dat Hegel nergens op dergelijke stuntelige wijze het ontstaan" van den kosmos" ver klaart", met woorden als zal", moet", noodig heeft" enz. enz. Nog enkele staaltjes: Deze voorwerpen (steen, ijzer, water) laten wel zien de samenvoeging van atomen tot massa, doch deze massa heeft geen cen trum. En daar moet het toch heen. Immers, zoo de Geest heerschen zal over de Stof, moet Hij die Stof in zijn macht hebben." Of: Maar wat na eeuwen van langzame evolutie eindelijk tot stand gekomen is, moet blijven; het verkregene mag nooit te loor gaan, want uit dat verkregene moeten weer nieuwe hoogere soorten opbloeien." Mevr. Veenstra zegt: Op deze wijze tracht de philosoof, toegerust met zijn centrale Idee, de werkelijkheid te doorgronden", wat dan echter zelfs geen dwaasheden kan voor komen, als: Zwaarte is alzoo niet anders dan dat het ne object in attractie en repulsie verschilt van het andere. Hierdoor nu ontden deze symbolies de onbeantwoorde liefde van Louis de Ronsard voor Marguerite de Valois: de vlammen zouden vruchteloos trach ten de rozen te bereiken; maar deze bedoe ling zou voor de huisvrouw, Jeanne Chaudrier, nu juist niet vleiend zijn geweest; eerder is de verklaring deze dat het een in steen gehouwen woordspeling zou zijn, n.l. ronce ard, de rozetrsuik brandt". Is ons bezoek dus een teleurstelling geweest nu wij zo weinig terugvonden van de woning waarin Ronsard tot zijn twaalfde jaar gewoond heeft en waarheen hij daarna nog vaak is gekomen ? Dat was niet onze indruk. Immers wat niet is veranderd, dat is de natuur waarin het huis staat en die hij heeft lief gehad; door het beeld van die natuur in ons op te nemen, voelen wij zijn poëzie dieper. Zijn verzen, hoe vaak ook letterkundig getint, met hun klassieke toespelingen en met hun navolgingen, zij zijn toch geïnspireerd dooreen direkte visie; de dichters van de Renaissance al moge dit bevreemdend lijken, hebben zich door hun litteraire herinneringen niet laten afsluiten van de werkelikheid en men kent Ronsard slecht, wanneer men in hem alleen de hoogdravende navolger van Pindarus ziet. Telkens treffen ons bij hem juist geobserveerde biezonderheden van het landleven; het zijn vrouwen die aan hun man op het land het middagmaal komen brengen: Des plats de bois et des baris En jilant marchent par la plaine, Pour aller soulager la peine De leur s laborieux mar is , het zijn beesten die gaan drinken en die Ie nez contre terre se pressent aux fontaines" In het nederig kerkje van Couture ver wijlden wij vóór de graftombe van Ronsard's ouders, en wij nuttigden een uitnemend maal in een herberg, die sedert de XV Ie eeuw wel niet veel zal zijn veranderd. Toen reden wij huiswaarts door die* rustige natuur die, in Ronsard's dichterleven, altijd een tegenwicht heeft gevormd tegen de overstelpende in drukken van zijn studie van oudere dichters. Sa i. VERDA DE GRAVE 1) Of eigenlijk la Possonnière, d.i. de plaats waar de natte waren werden'gewogen met behulp van de posson of poinfon; Ron sard zelf echter bracht reeds de naam in verband met de vissen die in zijn familie wapen voorkomen. iiimiiiiimiiiiimi minimum staat het begrip (!) van beweging, want" etc. Of fouten en onbeholpenheden als: Wat wij ruimte noemen is gevuld met ether. Ruimte is dus (?) iets denkbeeldigs. Zij bestaat niet, want in die ruimte zijn tril lingen, golvingen, zoo leert de wetenschap, en hoe kunnen die trillingen en golvingen er zijn, als er geen materie is, die kan golven en trillen? Wij kunnen die materie (ether) met onze gezichtsorganen niet waarnemen. Zij is er echter, anders zouden wij haar trillingen niet kunnen waarnemen, en daarmede is het begrip ruimte" te niet gedaan."; Of zinloosheid als: De ziel, die in het organische leven aan den dag treedt in het individu, is niet anders dan het ,,Ik", het Subject", het wereldSubject", dat zich, na een lange lijn van evolutie, eindelijk concentreert in dat lichaam, tot een centrum wordt in die ziel." De ziel is dus een centrum in die ziel? Ten slotte nog eenige voorbeelden van meer direct uitgesproken theosophie: Dit denken, dat nu nog alleen maar het Eene in het Al ontdekt, doch dat eenmaal na een nog veel hooger evolutie dan thans is bereikt, dat Eene volkomen zal kennen".... enz. enz. Of: Dit is ook wat de astrologen zeggen; want evenals het klimaat inwerkt op onze ziele-aard, werken ook de sterren-stoffen op haar in". De beschikbare plaatsruimte laat niet toe meer aan te halen; het is echter voldoende om het geschrift als on-Hegeliaansch te kwalificeeren. Men kan eerbied hebben voor de mystieke extase van de schrijfster, en men stoort haar daarin ongaarne 2), maar het misbruik maken van het Hegeliaansche etiket moest gesignaleerd worden, opdat ons, Hege lianen, niet worde toegerekend, wat niet van onze leer is. S. A. VAN LUNTEREN 1) Mevr. Veenstra zegt ergens: Hiermede is bewezen de waarheid van Hegel's theorie" ! 2) Philosophie zal bij gelegenheid stich ten". Onjuist is dan ook de algemeen ver spreide meening, dat Hegel zou geschreven hebben: Die Philosophie soll sich hüten erbaulich zu sein", zooals dezer dagen weer geciteerd wordt door Dr. H. Réthy in zijn artikel Philosophia Pectoralis" ( GrootNederland" 1923, blz. 608). Er staat echter (W.W. 2 blz. 9): Die Philosophie aber muss sich hüten, erbauiich sein zu wollen." Dat is iets geheel anders! Cf noot l) blz. 6, Leidsche uitgave der Phaenomenologie"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl