De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 21 juli pagina 10

21 juli 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOÜR NEDERLAND 21 Juli '23. - No. 2404 ir F ff r f-v iï. TJZT HET BULiAPSOKERrFT 'VAN J-.A.ÏSrTJ"E T OILETGEHEIMP JES Tragedie in 2 ajdeelingen. Eerste Afdeeling. Juni 1923. Hoera ! Dit is de vrije Zaterdagmiddag ! Mijnheer en Mevrouw gaan in de stad lunchen. Mijnheer heeft zijn blauwe cheviot pak aan, met het grijze streepje. Hij vraagt: Wat doe jij aan, lieveling?" Mevrouw haalt zuchtend haar schouders op. Zij weet het niet. Zij heeft absoluut ni'rfs om aan te doen. Je blauwe mantelpak?" Ha! Het blauwe mantelpak met dat bonten randje! In Juni zeker! Ha.... ! Zij lacht bitter. . Het nieuwe mantelpak met de zwarte tressen ! Ha ! Het nieuwe mantelpak met de zwarte tressen! In deze koude! Ha.... ! Zij lacht bitter.. De bruine tafjurk en daarover de voor jaarsmantel? . De zwarte tafjurk en daarover de voor jaarsmantel? De changeant taf jurk en daarover de voorjaarsmantel? Of bijvoorbeeld een dier combinaties met het grijze bont.? Hoongelach; knersen van tanden; altijd die mantel altijd die vréselijke mantel.... De mantel is in de stad even bekend als de uniform van de agenten der verkeersbrigade. Neen.... liever dood dan de smaad van dien mantel. Bovendien is de kraag zoo hoog dat de grijze bont er niet op past, of althans tegen de hoed wipt.... het zwartzijden hoedje.... De groote hoed met de pailletten.... Ha ! De hoed van verleden jaar .... De witte hoed.... De witte hoed in deze koude ! De bontmantel en het zwartzijden hoedje ! In Juni ! stel je voor ! Zij heeft niets.... niets.... absoluut niets voor dit seizoen, (leen schoenen, geen kousen ... .niets, absoluut niets. Tweede Afdeeling. Juli 1923. Hoera! Dit is de vrije Zaterdagmiddag. Mijnheer en Mevrouw gaan in de stad lunchen. Mijnheer heeft zijn blauwe cheviot pak aan, met het grijze streepje. Hij vraagt: Wat doe jij aan, lieveling?" Zij heeft absoluut niets om aan te doen. Het nieuwe mantelpak met de zwarte tressen ! Ha!.... Met die hitte! Er zit een lijf in van dunne witte wol ! Daarin sterft men, zoo niet erger. Een der tafjurken. Altijd die tafjurken. Mijnheer durft niets van de mantel te zeggen niets van de zomerhoed.... De witte jurk....?" aarzelt hij.... Vuil'! De wit met blauwe jurk....?" Te kort ! Model van verleden jaar Wanhoop Is er geen enkele uitweg.... ? De lucht betrekt. Zware droppels beginnen te vallen. De wind steekt op. Verweg rommelt de donder. Dit is de verlossing. In regenjassen van verleden jaar, en met feestelijk opgestoken parapluies gaan mijnheer en mevrouw lunchen. Alles is weer bij het oude. BIOSCOPE-POLITIEK Zooals men weet is er groote vreugde in de bioscope-wereld over het feit dat een verte genwoordiger uit film-kringen, de bekende koning der bioscopen Willy Mullens, geroepen is tot een officieel ambt, n.l. dat van lid van den Haagschen Gemeenteraad. De lijst van den heer Mullens is hand aan hand met die van de bekende strijdster voor het recht der Haarlemsche loopjongens, mej. van Dorp, zegevierend uit den strijd naar voren gekomen. Het komt ons voor dat deze laatste bioscope-sensatie niet de bespreking heeft ge vonden die zij waard is. Daarom hebben wij ons gewend tot een vooraanstaand film-man m diens oordeel te vernemen. &~ </r _^^^W^4^ ^/^-OF 1^2^^^^ lm?Jfe-P>0t- ??' '/xb ^> ^ x"" Illlllllllllllllllll l UMI l HU | nu -:- J. H DE BOIS -:-| HAARLEM 68 KRUISWEGIPREIVTKTJÜVST Deze benoeming aldus onze zegsman werpt een eigenaardig licht op de mentaliteit onzer kiezers. Indien er ooit gebleken is dat de kiezer van zijn vertegenwoordigers elke week een nieuw, en liefst schitterend program" verlangt is het wel in dit geval." Wij, bioscope-exploitanten hebben reeds jarenlang het systeem om het publiek in het duister te laten. Eenmaal per week lokken wij de menschen met de aankondiging van een programma, zóó schoon als nog nimmer tevoren gezien werd. Ik verklaar dat dit sys teem ons onvervreemdbaar bezit is. Geheel zonder onze toestemming is het langzamerhand toegepast door het meerendeel onzer poli tieke partijen. Ze doen precies hetzelfde als wij: ze draaien het beloofde schitterende program ma gedurende een week of langer in publieke bijeenkomsten af, en dan beloven ze nóg wat mooiers. Het publiek raakt spoedig vermoeid. Het wil telkens schoonere beloften, en het loopt er telkens weer in. Wat wij vertooncn is illusie, weet u. ...? Wij zijn exploitanten van den schijn.... Op hetzelfde witte doek tooveren we telkens weer andere dingen .... en net als de menschen denken: ,,ha.... nou hebben we het te pak ken. ..." dan is het weer weg. . . . Onze schijn nadert het dichtst aan de schoone werkelijkheid.Wij houden een program ma net zoolang aan als het volle zalen trekt, snapt u....? En ondertusschen verzinnen we alweer wat nieuws...." Mijnheer zoo vielen wij onzen^zegsrnan in de rede - - waar hebt u het nu eigenlijk over.... ?" Over de bioscope...." antwoordde hij droogjes. Wij slaakten een zucht van verlichting.... PARLEMENTAIRE ZOENTJES Zooals men weet zijn de Italiaansche poli tici eerste zoeners. Bij alle mogelijke gelegen heden moet de heer Mussolini, het troetel kind van het parlement, het ontgelden. Dan wordt hij maar gepakt en geknuffeld en ge zoend dat het een aard heeft. Zoo weer dezer dagen, toen de premier zijn toespraak hield over het kiesrecht-ontwerp. Het officieuse agentschap Stefani telegra feert daaromtrent: Twee leiders der socialis tische arbeiders, Daragona en Bianchi om helzen Mussolini in de wandelgangen. Ook kussen Mussolini en de voorzitter van de kamer elkaar". Men ziet dat er geducht is gevrijd. Welis waar ontkent een der zoeners, de socialisti sche leider aragona twee dagen iater, even eens per Stefani-telegram, Mussolini omhelsd te hebben.... maar we kennen die praatjes. Iets zal er toch allicht van waar zijn. Misschien heeft Mussolini hem wel het eerste gezoend, en het is o.i. bepaald flauw van Daragona om dit nu weer te ontkennen voor zijn kiezers en de internationale pers. Een kerel krabbelt niet meer terug. Laat hij er dan eerlijk voor uitkomen en zeggen: Goed.... het is waar .... Ik heb hem een pakkert gegeven die klapte in de algemeene opwinding, maar ik heb er nu om politieke redenen al weer spijl van...." Of laat hij zijn mond houden zooals de president van de kamer en zijn collega, nu liet toch eenmaal gebeurd is. Een zoen is een zoen, en ns gegeven blijft gegeven. Men kan om allerlei redenen, hygiënische of protocolaire, gekant zijn tegen dat zoenen van politici onderling in 's lands vergaderzaal. Wij geven toe dat het systeem ten onzent veel tijd zou behoeven alvorens het geheel inge burgerd ware, hoewel het zeer waarschijnlijk zou bijdragen tot hartelijker verhoudingen tusschen de partijen onderling. Wij willen hierbij zelfs nog de verwikke lingen buiten beschouwing laten die eventueele omhelzingen van mannelijke en vrouwelijke kamerleden ten onzent, hetzij staande de beraadslagingen, hetzij op discrete wijze verricht in de koffiekamer of in de wandel gangen, zouden kunnen meesleepen. Het zou o.i. verkeerde gevolgtrekkingen kunnen wek ken indien een bediende, die onverwacht de deur tot een vertrek waar afdeelingsvergadtring werd gehouden, opende, daar een tafe reel zoude ontdekken in den trant van die welke het agentschap Stefani met zooveel ophef wereldkundig maakt. Zelfs de momenten waarop ons parlemen taire leven sidderde van emotie of van ont spanning zijn, voor zooverre wij weten, zonder omhelzingen afgeloopen. Zoo bijvoorbeeld in de bekende vergadering waarin de heer Nolens adviseerde tot uitstel van behandeling der vlootwet. Niets ware au-fond natuurlijker geweest dan dat de heeren van achter de ministerstafel op den heer Nolens waren toe gesneld om hem op beide wangen.een fikschen pakkert te geven, waarna natuurlijk deze, een zekeren schroom overwinnende, zich in de armen van den heer Kooien geworpen zou kunnen hebben om onder luide kreten diens vurige liefkoozingen in ontvangst te nemen, om vervolgens door den heer Rutgers onthaald te worden op een ouderwetschen klapzoen. Evenmin is het geschied, maar men weet nooit wat er nog gebeuren kan, dat de heeren Troelstra en Kleerekoper zich, gedurende de Arbeids-begrooting, onverhoeds op minister Aalberse werpen om diens baardige wangen te overdekken met brandende kussen van dankbaarheid en waardeering. De heer Marchant is voor zooverre wij kunnen nagaan, nog nimmer op een oogenblik dat zijn spitse luim de vreugde zijner partijgenooten opwekte, door de heeren Oud of Ketelaar daarvoor met klinkende zoenen beloond. Maar wie weet wat wij na September te zien krijgen. Voorbeelden als die van den heer Mussolini werken aanstekelijk. Indien men bijvoorbeeld in de coalitie eens naar dit aufond onschuldig middel greep ter ostentatieve demonstratie van saamhoorigheid.... ? Laten de heeren nu niet schrikken, maar er eens rustig over denken in hunne vacantie. Omhelzingen zouden wellicht meer indruk maken dan woorden, wier platonische strek king meer en meer blijkt. De heeren Schokking en Rutgers en Nolens zullen wellicht vice-versa een lichten physieken weerzin te overwinnen hebben, maar wat zou dat, indien het algemeen belang er mede gebaat is.... ? Laten ze het eens probeeren. Maar dan zonder er een vies gezicht bij te zetten. MELIS S T OK ONDERSCHRIFT Het is misschien niet van algemeene be kendheid dat de uitvinder der politieke zoentjes" was de abbéAdrien Lamourette, lid van de Assemblee Législative en onthoofd in 1794. Deze zwaarlijvige priester heeft een groot oogenblik in de wetgevende vergadering gehad op 7 Juli 1792. Op een oogenblik, dat er groote geschillen dreigden tusschen de rechtsche en linksche partijen, hield hij een pathetischen toespraak in verzoenenden stijl. De vergadering kwam daarvan zoo onder den indruk dat een algemeene zoenpartij tusschen politieke tegenstanders ontstond. Eene depu tatie onder aanvoering van Lamourette ging den koning op de hoogte brengen van deze buitengewone gebeurtenis. Dienzelfden avond was de verzoening al weer vergeten. Sindsdien is in het Fransche taalgebruik de uitdrukking baisers Lamourette" bewaard gebleven ter aanduiding van onbesuisde en ongemeende verzoeningen van heftigen doch korten duur. M E i. i s S T o K E RIJM-KRONYCK AAN MIJN WITTE PAK 'k I Ie h zooveel heete dagen je met genot gedragen en in het bosch verdroomd. En daarna werd je blanke stof Weer netjes uitgestoomd. Ik speelde in jou tennis en slurpte mei: een kennis aan blaak'rende boulevards een Cusenier, en niemand vond aan jon, mijn pak, wat raars. Je waart mijn ooggetuige toen 'k op dien hoogen, ruigen zon-schitterenden duin mijn Anna vroeg., ondanks het feit van mijn geschokt fortuin. Toen zwierf je met ons t wee'en langs schoone, blauwe /cc'en op onze bruidsreis tot een trouwe hand je kamferde en wegsloot tegen mot. Nóg geurig van dien kamfer droeg ik je op een ampfer op 't Vierwoudsteden-meer. Je mengelde je zoeten reuk met dien van stoom en teer. In deze heete dagen heb ik je wér gedragen maar thans in Holland ... .hier. En langs de straat riep iedereen: Ség. . . .gekke krui'enier. ..." M ie i. i s S r o K E ii in in III II: IIMMlmlIIIIIIM Hlllllllll IIIIIHIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllttlllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIir (Kasper, Stockholm) (Passing] Show) Kellner, deze bicfstuk is veel te klein en oneetbaar!" As tie oneetbaar is, is tie niet te klein !" De v e r z c k c r i n g s - a g e n t: Pardon dame, hoe oud is u?" De dame: Ik heb 23 lentes doorleefd." De v e r ?/. c k e r i n g s-ag e n t: Juist dame, hoeveel maal?" De spelbreker, of, de beklaagde die alles belende (Punch) Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Hatms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl