Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Juli '23. - No. 2404
VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS
hebben dan in Americain, dan vraag ik mijn
uitgevers een voorschotje en trakteer het
gezelschap op retourtjes derde Middelburg.
Kan men van een berooid journalist nog
meer voor de goede zaak verwachten?
teert op een dieet van glorie en rethorica,
ziet dat niet in.
Men kan het hem niet kwalijk nemen.
Reizen doet hij zelden. Bezoekt hij andere
volkeren, dan doet hij dit met zijn neus dicht,
om zoo te spreken.
Lodewijk XIV spookt hem nog in het hoofd
en de romantiek van Napoleon is hem een
dagelijksche werkelijkheid.
Voor den modernen industrieelen staat
heeft hij geen aanleg.
Den modernen groot-handel doet hij per
pondje en per onsje af. Van heel het nieuwe
gedoe in de Angelsaksische wereld heeft hij geen
benul.
Het toeval wilde, dat zijn eigen belang met
dat van Engeland overeenstemde toen de
Duitschers naar Parijs marcheerden.
Dat Engeland hem toen gered heeft, weet
hij niet en met allerlei fraaie speeches zal hij
zich zelf wijs maken dat het eigenlijk andersom
was.
Den Amerikaan veracht hij in het diepste
van zijn wezen en hij zal nooit tot het besef
komen dat de overwinning door de
Amerikaansche Massen-produktion" behaald is
en niet door het oude brein van Clemenceau.
En nu gelooft hij, in den beminnelijken waan
van het triomphantelijke oogenblik, dat hij
het verder best zonder Engeland (en dat be
duidt zonder Amerika) af zal kunnen.
Mijne Meeren het zal niet gaan.
Ik houd hier geen pleidooi voor dezen of
genen staatsvorm, voor dit Keizerrijk of die
Republiek. Ik tracht de dingen zoo sober
mogelijk te bekijken.
En met geen enkel woord wil ik hier de
trouwbreuk van Duitschland vergoelijken.
Maar wil men niet dat heel Europa een
dependance van het Kremlin wordt, dan moet
er voordat we vele weken verder zijn, een einde
komen aan een toestand die voor een ieder
onhoudbaar is geworden.
Die verandering is slechts dan mogelijk,
wanneer men in Parijs begrijpt, dat men
bestaat bij de gratie van de gesmade buren
aan de andere zijde van het Kanaal en niet
omgekeerd.
De Engelschman bedrinkt zich aan bier.
Is hij den volgenden morgen weer nuchter
dan kan men met hem praten.
De Franschman bedrinkt zich aan eigen
welsprekendheid en kornt nooit uit dien roes.
Maar er is toch misschien wel een weggetje
tusschen uit.
De redaktie van ,,de Groene" kan ons
allen helpen.
Die weet wel ergens in Amsterdam een
restaurant waar je rustig kunt eten.
Dan moeten ze meneer Poincaréinviteeren
en tegelijk meneer Hohenzollern. Die krijgt
voor dien dag vakantie van den Commissaris
van Utrecht en mag in Amsterdam gaan
lunchen.
En dan na de flensjes gaat de redaktie zoo
stilletjes, de een na den ander, naar huis toe.
En de laatste die verdwijnt zegt ,,nu moeten de
heeren maar eens kalm met elkaar praten
en Johan brengt nog wel twee kleintjes
koffie en dan moet meneer Willem maar eens
precies vertellen wat of er gebeurd is toen hij
over Zeebrugge naar Londen dacht te gaan."
Wil men het feestje liever in de Abdij
lÉiiiiiiiiiiiiiiiiuuiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiilmiiiinliiimmii ?IIIIIIIIIIIIUB
HET EERSTE
CULTUURMOR
PHOLOGISCH CONGRES
TE MÜNCHEN
Dit klinkt in het Hollandsch barbaarsch,
maar dat is niet de schuld van de Duitsche
taal. Want het Nederlandsch heeft geen woord
voor Kultur", wat volstrekt niet hetzelfde
beteekent als beschaving", doch veeleer een
tegenstelling daarmee vormt, die het Duitsch
door de polariteit Kultur-Zivilisation uit
drukt, in den zin dat beschaving het late
eindstadium van elke Kultur is. Maar ... wat
is dan r.u Kultur? De wetenschap en de be
langstelling der beschaafden stellen deze vraag
reeds lang. Want terwijl de natuurweten
schappen erin geslaagd zijn de gebeurtenissen
in de zichtbare wereld grootendeels begrijpelijk
te maken voor het menschelijk verstand, ligt
het duister nog over die in de geestelijke
wereld. Het groote hulpmiddel der natuur
wetenschappen, het experiment, ontbreekt
hier. Wel is materiaal in grooten omvang
opgehoopt, doch bij alle pogingen, het
essentiëele en de functie der daar heerschende
krachten te bepalen, loopt men gevaar in
hypotheses en speculatie te vervallen. Dit
geldt ook voor de Kultur". Het materiaal
dat de geschiedenis en de ethnologie in de
literatuur en de musea verzameld hebben is
niet meer te overzien, doch het diepere wezen
der Kultur is daardoor niet onthuld. Vooral
de zgn. europa-centrische" beperking van
het gezichtsveld heeft bij de verklaring der
cultuurverschijnselen in vreemde landen de
juiste opvatting en schatting der reè'ele feiten
bemoeilijkt.
Waaruit nu eigenlijk cultuur bestaat, is het
probleem waaraan de bekende Afrika-vorscher
Leo Frobenius dertig jaren gewerkt heeft.
En, ter waardige viering van het vijf
entwintig jarig bestaan zijner wetenschappe
lijke methode, der zgn. Kulturkreislehre",
zag München de vorige week binnen zijn
muren in zijn schoonste zaal, de feestzaal van
het oude raadhuis, het eerste
cultuurmorphologisch congres bijeenkomen. Een frisch,
een goed geleid, een om de hoofdpersonen
ervan dubbel belangrijk congres. Frobenius
zelf, die in 1898 zijn eerste werk Oorsprong
der Afrikaansche culturen" uitgaf, waarin hij
reeds de wegen wees om morphologische wetten
te ontdekken in de schijnbaar willekeurige ge
beurtenissen van het cultuurleven, heeft acht
groote Afrika-expedities meegemaakt. Maar hij
heeft, evenals Schliemann, geen academischen
graad, daarentegen, volgens het oordeel van
den nestor dezer wetenschap, Prof.
Schweinfurth, des te meer intuïtie! Een der andere
sprekers en leiders van het instituut voor
cultuurmorphologie te München, is de
exgeneraal Haushofer, professor aan de univer
siteit aldaar, een bizonder bekend man in
Japan en China, waar hij voor den oorlog op
post was. Een Chinees, een Turk, een Bulgaar
zag ik als leden van het instituut. Dan waren
er ethnologen, praehistoricï, geografen, musici
zelfs, allen werkend volgens de
verrassendeenvoudige methode, die het experiment der
natuurwetenschappen vervangt: de
cartographische. Honderden kaarten, waarop de
verspreiding van bepaalde identieke ver
schijnselen der culturen aangegeven zijn,
heeft het instituut, en niet alleen voor Afrika.
Maar met Afrika is Frobenius begonnen om
dat dit werelddeel het minst met de
Europeesche beschaving in aanraking gekomen was
en daarom de snelste resultaten omtrent het
wezen der primitieve cultuur beloofde. Tien
jaren lang verzamelde Frobenius alle bereik
bare binnen- en buitenlandsche literatuur over
Afrika en excerpeerde die volgens verschil
lende gezichtspunten in zijn Afrika-archicf.
De volgende tien jaren maakte hij, vergezeld
door een staf van kunstenaars en geleerden,
zijn acht groote ontdekkingsreizen naar de
onbekendste streken van Afrika, en de laatste
tien jaren heeft hij dit gansche op deze wijze
gewonnen theoretische en practische materiaal
bewerkt en ten deele reeds uitgegeven. Een
dezer laatste expedities viel reeds in het begin
van den wereldoorlog; ondanks de blokkade
der Roode Zee-kusten door de Engelschen is
Frobenius heen en terug daar doorgebroken.
Ik heb hem in 1916 in Roemeniëgezien. In
opdracht van het Duitsche legerbestuur had
hij daar alle kleurlingen onder de krijgsge
vangenen bijeengebracht en onder de Kabylen
heeft hij daar nog veel volkspoëzie en tradities
kunnen vergaren. Toen viel de poort toe voor
het door pionier-drang bezielde Duitschland,
dat geen koloniën meer had, maar de tien
jarige oogst van een der jongere
Afrikavorschers was gered. Atlas Africanus" heet
het monumentale werk, dat daaruit ontstond.
De hoofdinhoud daarvan is het bewijs, dat
het zwarte werelddeel geen chaos van volks
stammen en primitieve culturen zonder inner
lijk contact vormt, doch in weinige scherp te
omlijnen cultuurzönes uiteenvalt. Diep onder
de tegenwoordige laag van het negervolk is
een historische ontwikkeling van geweldige
afmetingen gevonden, die ver buiten de
grenzen van Afrika reikt. Bijv. is de
essentiëele overeenkomst der grootsche overblijf
selen van graven, rotsteekeningen en andere
cultuurvormen van het praehistorisch
NoordAfrika met de cultuur van Spanje en
Frankrijk en aan den anderen kant niet de
oudste perioden der egyptische cultuur be
wezen.
Nu is een atlas europaeus" in bewerking.
Daarvan hebben wij nog veel te verwachten.
Dat binnen de grenzen der cultuur een
homologie met de graadwetten der biologie bestaat,
houdt de cultuurmorphologie voor een feit.
Zij rekent daarbij met een tweeledigheid van
ten slotte twee morphologisch verschillende
oer-culturen, waaruit alle latere
cultuurorganismen levende wezens, zooals ook
Spengler ze noemt ontstaan zijn.
Frobenius' methode, door een grooten kring
van ethnologen en aardrijkskundigen in
binnenen buitenland geaccepteerd, is dus de
ethnologische cartographie en zijn zgn. Kultur
kreislehre". In alle vormen waarin zij zich
uit (staat, maatschappij, recht, verkeer, tech
niek, opvoeding, wetenschap, kunst, gods
dienst enz.) wordt de cultuur der aarde in
grooten stijl van de voor-geschiedenis af tot
het heden onderzocht en op papier aanschou
welijk voorgesteld.
De hoofdidée der Kulturkreislehre is volgens
Frobenius' eigen woorden de volgende: de
UTENBDIE i FOLME1
DenHaao ?;? Huijoenspark
SPBC IALITE1TI
Verhuizingen onder Garantie
Borgp/aaiten voor Inkoedalt
TROPISCH AMSTERDAM
Teekening voor de Amsterdammer" door Jordaan
Indien de hittegolf nog een week geduurd had....
miimttiiimiiiiiiuiiiiiiiiiiimii^iiiiiiummiiiiiiiiit .mmmimmttmiin
(aardrijkskundige) ruimte heeft op zich zelf
de eigenschap iets te behouden en in haar
eigen grenzen vast te houden. De cultuur van
een dal is een andere dan van een plateau.
De cultuur wordt opgevat als een levend
organisme, dat door de menschen heen werkt
volgens de wetten die de ruimte het voor
schrijft. En de leer der cultuurkringen is de
wetenschap die, volgens de beweging, ont
wikkeling en het wezen der cultuurvormen
hun relaties tot de ruimte der aarde ver
klaart. .Daarbij wordt niet de ruimte zelf als
een factor opgevat. Essentieel is de opvatting
der cultuur als levend organisme, dat geboren
wordt, zich ontwikkelt en sterft. Hier ligt het
mystieke element.
Een cultuurkring" omvat de ruimten
met overwegend identieke cultuurvormen.
Dit mag men echter niet causaal opvatten,
het is zuiver descriptief, als een constateeren
van feiten bedoeld.
Wonderlijke resultaten en perspectieven
levert deze methode. Dat Frobenius over
tuigd is van de onmogelijkheid, andere vol
keren om te fatsoeneeren (m. a. w. ze tot onze
beschaving te brengen) spreekt wel van zelf.
Maar ook van den menschelijken wil is hij
niet zeer overtuigd. Volgens hem komt de
wil voor een mensch slechts dan positief in
aanmerking zoover hij zijn eigen stijl en eigen
aard ontdekt heeft. Overigens berust alles op
Paideuma". Over dit tooverwoord heeft
Frobenius ook een boekje geschreven, dat
zoo heet. Maar wat zegt men van conclusies
als deze: de cultuur culmineert, evenals de
hoogste ontwikkeling van plant en dier, in
twee-geslachtelijkheid? Matriarchaat en pa
triarchaat kenteekeneu de culturen. Uit hun
wisselwerking, hun strijd, overwinning en
nederlaag ontstaan de verschijnselen. In Itali
kwam de inslag van het Umbrisch patriar
chaat in het matriarchaat der Etruskcn, daar
uit ontstond de Romeinsche staat. In Enge
land werd een typisch matriarchaat bevrucht
door een patriarchaat, resultante:
wereldverkeer. De mogelijkheden en onmogelijk
heden der politiek worden door deze
methode op een wijze verklaard, waar staats
lieden hun voordeel mee kunnen doen.
Op het congres zelf heeft Frobenius zich
zeer op den achtergrond gehouden en op
zijn temperamentvolle manier slechts op
uitdrukkelijk verzoek gesproken. De vakge
leerden hadden voornamelijk het woord. Maar
alles berust nu eenmaal op zijn werk. Wie
naar München komt, moge tijgen naar
Schloss Nymphenburg, waar de schatten van
het cultuunnorphologisch instituut door den
vriendelijken directeur Dr. von Boeckmann
op verzoek aan belanghebbenden getoond en
verklaard worden.
Mr. A. OER D i: c K?D E WAAL
iitiiiiiimitiiititmimUMiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiimiiiimtmimiiiiiiwimmiiiin» ttiimmiimmmiiiiimiiiiiiiumimiiiumiiiiiiiimiiiiiiiiiitiil
iiiiiiliiiimiitiin in «i» iiiiiiiiiiiiiiiiiniimiiiim (niiiittfiiiiiiifiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiijiitiMiiiiiiiiiii iiiiiiiiiniiiii iiinii
DE ZESDE
VAKVEREENIGINGSCENTRALE
Op 23 Juni j.l. is door een aantal vertegen
woordigers van vakvereenigingen te Utrecht
het Nederlandsch Syndicalistisch vakverbond
N.S.V. gesticht, de zesde centrale van
vakvereenigingen in ons land. De initiatief
nemers en zij die zich daarna reeds aansloten,
behoorden tot voor kort tot het Nationaal
Arbeidssecretariaat, N.A.S. de oudste
vakcentrale in ons land, die in 1893 op initia
tief van den Soc. Dem. Bond en ingevolge
een besluit van het internationaal socialis
tisch arbeidscongres in 1891 te Brussel,
gesticht werd.
De in de arbeidsbeweging oningewijde toe
schouwer zal het ongetwijfeld zonderling
vinden, dat in dezen tijd van reactie op feite
lijk elk gebied van het openbare leven, zich
bepaalde groepen van arbeiders afscheiden
van een bestaande arbeidersorganisatie, waar
aan ze kort geleden nog hun beste krachten
voor organisatorischen uitbouw en verster
king gaven, en een nieuwe organisatie naast de
oude in het leven roepen.
Om echter de stichting van het N.S.V. op
de juiste wijze te kunnen waardecren, is het
noodig kennis te nemen van de principieele
grondslagen waarop de nieuwe centrale
gebaseerd is en deze te toetsen aan die welke
de oude organisatie thans gekozen heeft.
De splitsing in het N.A.S., de stichting
van het N.S.V. is een gevolg van den strijd
tusschen Berlijn en Moscou, zooals men dat
in de kringen der vakbeweging noemt. In
Berlijn zetelt de Internationale Arbeiders
associatie I.A.A. en in Moscou de Roode
vakinternationale de R.V. I.
In de I.A.A. is belichaamd de libertair
communistische en syndicalistische strooming
en in de R.V. I. de autoritair communistische
en soc. dem. opvatting. Nu is de strijd tus
schen deze twee diep-principieel tegenover
elkander staande maatschappij- en levensbe
schouwingen reeds zoo oud als de socialisti
sche arbeidersbeweging zelf. Reeds in de
eerste Internationale groepeerden zich de
twee groepen eenerzijds om Bakoenine, den
libertairen en anderszijds om Max, den
autoritairen communist.
In zijn nu dertig jarige moeilijke loopbaan
stond het N.A.S. 'steeds on het libertair
communistische standpunt en was tevens
;:eer sterk Syndicalistisch geaccentueerd. Het
huldigde, in tegenstelling tot de andere
richtingen in de Nederlandsche vakbeweging,
in zijn organisatorische structuur den federa
tieven vorm en liet zelfs aan de plaatselijke
organisaties de grootst mogelijke vrijheid
van initiatief en beweging. Lang voor dat
in de andere richtingen van de vakbeweging
hieraan gedacht werd, had het N.A.S. reeds
een volkomen socialistische beginselverklaring
en leeraarde den arbeiders, dat de actie voor
verbeteringen binnen het raam van de kapi
talistische maatschappij hoe nuttig op
zich zelf hen niet bevrijden zou van den
loodzwarendruk van hetmoderneloonsysteem,
en dat de oofdstrijd en de geestelijke kracht
veel meer op de principieele omvorming
van de heerschende machts- en rechtsver
houdingen in de kapitalistische maatschappij
gericht moest worden. En dat voorts, het
brengen van grond en productiemiddelen
in handen van de producenten, slechts moge
lijk zou zijn, indien de hoofd- en
handenarbeiders zich op den grondslag van de vrij
willige overeenkomst samenvoegden in eco
nomische, al-omvattende bedrijfsorganisaties,
waarbij de krachts- en machtsontplooiing,
zoowel op economisch als op politiek terrein,
vooral gezocht moest en ook slechts gevonden
kon worden in de moreele, geestelijke en ethi
sche begaafdheid en geschooldheid in positief
socialistischen zin. Het bedoelde hiermede,
dat de opbouw van de nieuwe maatschappij
van onderen-op alleen zou kunnen geschieden
en dat daarbij doorslag gevend zou zijn
voor de bereiking van het gestelde doel,
wat er leefde aan geestkracht, intens willen
en doelbewust kunnen in de rijen van de
arbeiders zelf.
Niet dus de hoop gevestigd op anderen,
niet gehoopt en vertrouwd op de goedertie
renheid van den staat of andere openbare
bestuurslichamen met hun doodende bureau
cratie en verstikking van de individualiteit,
niet van boven af, door decreten cu staats
wetten,maar door den levenden wil en de steeds
sterker ontwikkelde individueele geestelijke
en moreele kracht.
Niet louter de materieele, tastbaic en zicht
bare vormen van het bestreden kapitalisme
en van den staat aangetast, maar een totale
omwerking in hun diepste wezen van de
materieele en geestelijke grondslagen van
het kapitalisme.
Uit deze beginselen en opvattingen vloeide
logisch voort, dat het N.A.S. een volkomen
onafhankelijke en zelfstandige vakcentrale
was, die los stond van iedere politieke partij
en ook volkomen zelfstandig tegenover elke
regeering ook tegenover z.g. socialistische
regeeringen, ministers en wethouders, en haar
eigen doel, haar eigen taak en taktiek bepaalde
en vaststelde. En die zich dan ook niet liet
leiden door overwegingen van
partij-politieken aard, noch door verknochtheid aan
of toegenegenheid voor bepaalde
regeeringspersonen of de door dezen gevoerde practische
politiek.
In den strijd in het N.A.S. over
MoscouBerlijn, ging het nu om de vraag van het
al of niet doen voortbestaan van deze begin
selen en van deze opvattingen.
In 1921 werd te Moscou de Roode
Vakinternationale gesticht, die in hare statuten
de bepaling opnam, dat er een organisato
rische verbinding tusschen haar en de Derde
Internationale zou bestaan, in den vorm van
het wederzijdsch door drie leden zitting doen
nemen in het Bestuur. Voorts stelt de R.V.l.
zich ten doel den bourgoisstaat te bestrijden",
waarbij de z.g. proletarische staat als b.v.
in Rusland onder de dictatuur van het pro
letariaat" als de juiste vorm van maatschap
pelijk bestuur werd onaangetast gelaten.Voorts
moesten de aangesloten organisaties zich
disciplinair gebonden achten, om zoowel de
besluiten van de congressen van de R.V.l.
als die der Derde Internationale en der
communistische Partijen te helpen uitvoeren.
Bovendien achtte en acht de R.V.l. zich
volkomen gebonden aan de politiek van de
Russische regeering.
In eenige thesen op het stichtingscongres
van de R.V.l. aangenomen, over Vraagstuk
ken van Taktiek", wordt de neutraliteit en
de onafhankelijkheid van de vakbeweging
leugenachtig" genoemd, terwijl op een
andere plaats wordt gezegd: Het neutra
lisme en de onafhankelijkheid der vakbewe
ging van het revolutionair socialisme be
hoorden en behouren nog steeds tot het
parool van liet achterlijke deel der
vakvereenigingsbeweging in alle landen."
Ten aanzien van de dictatuur van het proleta
riaat verklaarde Zinowiev, een der leiders van
de Derde Internationale: Ieder klassebewuste
arbeider moet begrijpen, dat de dictatuur
deiarbeidersklasse niet anders verwerkelijkt kan
worden, dan door de dictatuur van hare
voorhoede, d.i. door de communistische
Partij."
Zij, ie nu het N.S.V. stichtten, waren van
oordeel, dat de beginselen en grondslagen
waarop de R.V.l. gebaseerd is, niet gelijk
waren aan de tot nu toe door het N.A.S.
gehuldigde, en bestreden dientengevolge de
aansluiting van liet N.A.S. bij de R.V.l.
In verschillende landen verzetten zich de
revolutionaire syndicalisten en libertaire com
munisten tegen aansluiting, o.a. in Italië,
Duitschland, Spanje, Portugal, Zweden, Noor
wegen, Amerika, enz. En dezen vatten het
plan op om in 1922 een internationale te
stichten op den grondslag van hun beginselen.
Toen de leiding van de R. V. I. te Moscou hier
van kennis kreeg, besloot haar congres in
November 1922 de z.g. organisatorische,
formeele verbinding met de Derde Internationale
te schrappen uit haar statuten, op voorstel
van de Fransche C.G.T.U.
Dat echter dit niet meer dan een formeele
handeling bleek te zijn, waardoor overigens
aan de principieele grondslagen niets gewij
zigd werd en waardoor zelfs deze formeele
daad zoo goed als van geen beteekenis kan
worden geacht, blijkt uit het feit, dat alvorens
het besluit tot schrapping genomen werd,
eerst het congres de volgende verklaring
aannam:
De delegaties van de Russische, Duitsche,
Italiaansche, Bulgaarsche, Poolsche en
Spaansche vakvereenigingen, welke zich zonder
eenig voorbehoud plaatsen op het standpunt
dat het absoluut noodzakelijk is, dat de lei
dende rol in elk land en internationaal moet
worden vervuld door de communistische
Partijen en de Derde Internationale, stellen
niettemin voor het voorstel aan te nemen."
Deze delegaties, die behalve de Russische,
feitelijk niet anders zijn dan delegaties van
z.g. cellen en geen bona-fide vakvereenigingen,
hebben steeds door hun aantal stemmen de
meerderheid, waarmede dus gezegd is, dat de
R.V.l. de leiding van de Derde Internationale
volgt.
Het N.A.S. besloot bij
referendumsteniming zich bij de R.V.l. aan te sluiten, met
een meerderheid van ongeveer 800 stemmen.
Dat wil zeggen : om de beginselen van de R.V. I.
te aanvaarden.
Deze tocht naar Moscou konden de revo
lutionaire syndicaten en libertaire commu
nisten niet meemaken. Toen nu de aanhangers
van Moscou inzagen dat genoemde groepen
zouden uittreden indien het N.A.S. naar
Moscau ging, besloten ze geen uitvoering
aan de referendumbeslissing te geven maar,
op advies van den secretaris van de R.V.l.
den heer Losofsky, de aansluiting tot nader
op te schorten en intussclientijd krachtig te
werken om dan later de .meerderheid voor
aansluiting grooter te doen zijn.
De strijd om Berlijn?- -Moscou zou derhalve
worden voortgezet, met het uitgesproken en
bewuste duel voor oogen, om in strijd met
de oude beginselen en historie van het N.A.S.
dan toch iu de toekomst de aansluiting door
te zetten.
Hiervoor werd door de aanhangers van
Moscou een compromis-voorstel aangenomen,
dat echter naarde opvatting van de aanhan
gers van de I.A.A. te Berlijn, slechts beoogde
tijd te winnen voor de toekomst.
Gezien de hoogst onaangename ervaringen,
welke de strijd met de aanhangers van Moscou
in de laatste twee jaren gebracht had, be
sloten daarom de revolutionaire
syndicatisten en libertaire communisten uit het N.A.S.
te treden, het Nederlandsch Syndicalistisch
vakverbond te stichten, gebaseerd op de
grondslagen van de I.A.A. te Berlijn, welker
grondslagen in de groote lijnen dezelfde zijn
als tot dusver door het oude N.A.S. zijn
gevolgd.
Hef N.S.V. is intusschen door de I.A.A te
Berlijn als de Hollandsche sectie van deze
Internationale erkend.
In de beginselverklaring van de I.A.A. te
Berlijn wordt o.m. gezegd en waaruit duidelijk
de tegenstelling tot Moscou blijkt:
1. Het revolutionaire syndicalisme is de op de
basis van den klassenstrijd staande beweging van de
arbeidende volksklassen, welke naar de vereeniging
van alie hand- en hoofdarbeiders streeft, om hun be
vrijding van liet juk der loonslavernij en van de
staatsonderdrukkingsinstellingen voor te bereiden en
practisch door te voeren. Zijn doel is de reorganisatie van
'tgeheele maatschappelijke leven op de basis van het
vrije communisme door de gemeenschappelijke revolu
tionaire actie van de arbeidende klasse zelf. Het
vertegenwoordigt het standpunt, dat alleen de econo
mische organisaties van Het proletariaat tot de
vervulling van deze taak in staat zijn en richt zich
daarom tot de arbeiders in hun kwaliteit als produ
centen en voortbrengers van den maatschappelijke!!
rijkdom, in tegenstelling tot de moderne politieke
arbeiderspartijen, die voor constructieve economische
doelstellingen niet in aanmerking komen.
2. Het revolutionair syndicalisme is uitgesproken
tegenstander van alle economische en sociale mono
polies en streeft naar hunne vernietiging door econo
mische communcn en bedrijfsbeheer van de
industrieen landarbeiders op den grondslag van een vrij raden
systeem, dat aan geen politieke macht of partij onder
geschikt is. Tegen de politiek van den staat en van
de partijen stelt het de economische organisatie van
den arbeid; tegen het regeeren van menschen het
beheer van dingen. Op dezen grond streeft het niet
naai" de verovering van de politieke macht, maar naar
de uitschakeling van iederen staatsinvloed uit het
maatschappelijke leven. Het huldigt de meening, dat
te zamen met 't monopolie van het bezit ook het
monopolie van de heerschappij verdwijnen moet, en
dat de staat in eiken vorm, ook in den vorm van de
z.g. ,,dictatuur van het proletariaat", nooit een werk
tuig voor de bevrijding van den arbeid, maar altijd
slechts de schepper van nieuwe monopolies en nieuwe
privilegiën zijn kan.
3. De taak van het revolutionaire syndicalisme
is een tweevoudige; het voert eenerzijds den revolutio
nairen, dagelijkschen strijd voor verbetering van de
economische, geestelijke en ethische positie van den
arbeider binnen het raam der huidige maatschappe
lijke orde; anderzijds is het zijn voornaamste doel,
de massa's te bekwamen voor /iet zelfstandige beheer
van de procKictie en distributie en voor de overname
van alle takken xran het maatschappelijke leven Het
heeft de overtuiging, dat de organisatie van een maat
schappelijke orde die in haar geheel op de producenten
steunt, niet door regeeringsbesluiten en staatsdecreten
kan worden geregeld, maar slechts door de vereen/ging
van alle hand- en hoofdarbeiders in eiken afzonder
lijken tak der productie, door de overname van liet
beheer van ieder bedrijf op zichzelf e/i door de produ
centen zelf en wel in dezen vorm. dat de afzonderlijke
groepen, bedrijven en productieafdelingen zelfstan
dige (eden van het algemeene economische organisme
zijn, die op grond van wederzijdsche overeenkomst
de gezamenlijke productie en de algemeene verdeeling
planmatig regelen in het belang van de gemeenschap.
B. L A N S l N K J R
Nederl. Munt
Hollands beste tO cents sigaar