Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, -WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
28 luli '23. - No. 2405
DWANGRIJM
op het Heden en de naaste Toekomst, opgedragen aan de vereeniging Civis liber."
?A v"
,t
tv
Dwang, dwang, dwang, dwang.
De dwangdruk dringt met driesten
. , - drang.
Wat is de schrik van dézen tijd?
-De dwangzucht van de Meerderheid.
Dwang, dwang, dwang, dwang,
O Vrijheid, zing je zwanenzang!
Dwang, dwang, dwang, dwang.
Dat dreigt maar boetes en gevang.
Al snap je van den staat geen lor,
Schijn-stemmen zal j' of in de nor!
Dwang, dwang, dwang, dwang,
Zing, Vrijheid, zing je zwanenzang!
Dwang, dwang, dwang, dwang.
Zoo blijf je kind, je leven lang.
Dwang, dwang, dwang, dwang.
Omknelt j' als een Laokoons-slang,
En ik voorspel, dat binnenkort
Je pijp je nog verboden wordt.
Dwang, dwang, dwang, dwang,
Zing, Vrijheid, zing je zwanenzang!
Dwang, dwang, dwang, dwang.
Wel zijn je vruchten bitter-wrang!
Wie werken wil naar eigen zin,
Gaat voor zijn vlijt de bajes in.
Dwang, dwang, dwang, dwang,
Zing, Vrijheid, zing je zwanenzang !
Dwang, dwang, dwang, dwang.
Bekeer ons niej, maar maak ons bang,
Dan worden w' allen, bliksemssnel,
Je biertje dronk je, met verstand, Gezond en deugdzaam, op bevel.
De dwangbruut schopt het j'uit je hand. Dwang, dwang, dwang, dwang,
Dwang, dwang, dwang, dwang, Zing, Vrijheid, zing je zwanenzang
Zing, Vrijheid, zing je zwanenzafig!
Dwang, dwang, dwang, dwang.
Zoo rijdt de staat je streng op stang, Je oordeelt niet, je strijdt noch streeft,
ROOKT
Si-FA-Ko'S
,.EI Gusto"
SUMATRA 10 cent
Jozef Israels"
VORSTENLANDEN 8 cent
AMSTERDAMSCH
HANDWERK.
Verkrijgbaar bij alle voorname Sigarenwinkeliers.
Illll llllllllltlillllllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIII
DE GLADDE TURK
Teekening voor de Amsterdammer" door Jordaan
Dwang, dwang, dwang, dwang.
De staat een tuchtschool eerste nng.
Een dansje, dacht je, kan geen kwaad,
Ik oordeel, 't Mag niet!" snauwt de
staat.
Dwang, dwang, dwang, dwang,
Zing, Vrijheid, zing je zwanenzang!
Dwang, dwang, dwang, dwang.
De dwang komt meer en meer in zwang,
Ook in het filmspel schuilt gevaar,
Verbied het! Dan is 't zaakje klaar.
Dwang, dwang, dwang, dwang,
Zing, Vrijheid, zing je zwanenzang !
Je leeft niet, maar je wordt geleefd.
Dwang, dwang, dwang, dwang,
Zing, Vrijheid, izing je zwanenzang!
Dwang, dwang, dwang, dwang.
Ja, dwing maar. Ga gerust je gang.
Zoo komt de Paradijstijd weer,
Maar menschen zijn er dan niet meer..
Dwang, dwang, dwang, dwang,
Zing, Vrijheid, zing je zwanenzang!
CHARIVARIUS
lllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIMItllll
iiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiinii
DE MINISTERIEELE CRISIS
De ministerieele crisis, die midden in den
politieken komkommertijd is uitgebroken, is
stellig van zeer bijzonderen aard. Om ver
schillende redenen. Dat in een constitutioneele
monarchie een minister aftreedt, is meer
regel dan uitzondering; men krijgt soms wel
eens den indruk, dat het vragen van ontslag
tot de meest gewichtige functiën van een
constitutioneel bewindsman behoort. Maar
daarbij komt thans iets anders, dat gerust
als symptomatisch kan worden
gequalificeerd: minister De Geer treedt niet af ten
gevolge van een conflict met de Tweede
Kamer, de gewone doodsoorzaak van moderne
naar de regeering. Of men die verschuiving van
macht goed en juist en constitutioneel vindt,
is een andere zaak; een feit blijft zij, waar
mede men rekening zal hebben te houden
in de toekomst. Hoe zwak een ministerie
ook mag zijn, het is altijd nog sterker dan de
Tweede Kamer. Ook dan de Eerste? Dat zal
de toekomst moeten uitwijzen, ook in verband
met de zeer veranderde wijze van samen
stelling van onzen Senaat.
Maar hoe dan ook het is niet meer de
Tweede Kamer, die de ministers om. hals
brengt; de ministerraad zelf belast zich bij
voorbaat met die lugubere taak. Nu roepen
de organen van uiterst links wel om onmid
dellijke bijeenroeping der Tweede Kamer;
maar de ministerraad kent de kaart van het
ministers; geen belangrijk wetsvoorstel of land genoeg om dien aandrang in den wind
geen begrooting werd verworpen; geen motie x- J- -?"
van afkeuring of van wantrouwen werd
tegen hem aangenomen. Deze minister be
zweek in den ministerraad; de collega's
bleken het op een zeer belangrijk punt van
staatsbelang en wetgeving geheel eens te
zijn; de minister van financiën kon zich daar
mede niet vereenigen; hij achtte de voort
zetting van de behandeling der vlootwet,
waartoe het ministerie besloot, in strijd met
zijn politiek van financieele bezuiniging en
ging heen.
Dat is al dadelijk een feit van groot staat
kundig en ook van staatsrechterlijk belang.
Het bevestigt, wat men in de laatste jaren
reeds als gevolg van den oorlog kon opmerken:
zonder dat de grondwet is veranderd, heeft
te doen vervliegen.
Dit wat den vorm van het aftreden van
minister De Geer betreft. Maar ook de in
houd, in dit geval de reden van dat aftreden,
is merkwaardig genoeg. Er is de botsing van
twee vitale levensbelangen van den Staat:
de defensie en de financiën. Nu is het buiten
gewoon moeilijk in dezen een keuze te doen
en een beslissing te nemen. Voor velen van
onze geachte landgenooten schijnt die zwarig
heid eenvoudig niet te bestaan. Onze linksche
groepen leven voor een niet gering deel uit
een zeer eenvoudig beginsel, dat ook rechts
door velen wordt gedeeld. Dat beginsel is
in den grond hetzelfde als dat van den
ouden Van der Zwaag, die kort en goed
formuleerde: geen man en geen cent. Zoo
zich het zwaartepunt van het landsbestuur zegt men het tegenwoordig niet meer, maar
verplaatst van de volksvertegenwoordiging de praktijk begint er toch bijzonder veel
op te gelijken. In ieder geval is het onder de
min of meer roode-partijen gewoonte geworden
tegen alle militaire uitgaven en begrootingen
te spreken en te stemmen, hoewel juist zij
het meest ertoe hebben bijgedragen om die
uitgaven naar boven te drijven door hun
pleiten voor het personeel van verschillende
diensten. Het eigenaardigste is, dat deze
politiek steun vindt in breede kringen van
ons volk; velenmeenen, dat militaire uitgaven
uit hun aard verwerpelijk zijn. Daarmede is
de vlootwet zonder nader onderzoek reeds
veroordeeld. En daarmede is ook minister
De Geer de held van den dag, omstraald
door den luister van de bezuiniging, waarover
men zich anders niet zoo heel druk heeft
gemaakt in de Tweede Kamer. Want aan
elke bezuiniging zitten de belangen van be
paalde kiezersgroepen vast en men moet de
kiezers immers wel te vriend houden.
Het spreekt van zelf, dat wij daarmede
niet willen zeggen, dat het vele ernstige
staatslieden en met name minister De Geer
zelf geen ernst zou zijn met de versobering van
's lands dienst. En nog veel minder willen
wij gezegd hebben, dat de bezuiniging geen
ernstig punt van staatsbeleid is, geen zeer
gewichtige factor in ons nationaal leven en
in ons landsbestuur. Het tegendeel is waar.
Maar daar staat weer tegenover, dat de
primordiale taak van den staat is en blijft
zijn verdediging, omdat daarmede het bestaan
van den staat zelf gemoeid is. Kan een staat
zich niet langer verdedigen, dan heeft hij
ook eigenlijk alle reden van bestaan verloren;
dan ook hebben alle politieke vraagstukken,
ook dat der bezuiniging, geen zin en geen
beteekenis meer. Dat wil natuurlijk niet
zeggen, dat alle defensie-uitgaven redelijk
zijn. Allerminst. Maar wij willen alleen op het
groote belang daarvan den nadruk leggen.
Wij willen niet in bijzonderheden op de
vlootwet ingaan. Men zou deskundige moeten
loninUijki Miubiltiaiisporl-Maatichappij
IDE GRUYTER & Co.|
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein
AMERIKAANSGHE BRIEVEN
door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON.
(Met teekeningen voor de Amsterdammer" door
den schrijver)
Twee weken geleden heb ik (hoewel onbe
voegd) een kort college gehouden over eene
nieuwe (mag ik bescheidenlijk zeggen eigen"?)
ontdekking op het gebied van de toegepaste
psycho-analyse.
Men zal het zich ongetwijfeld herinneren. Het
gaf een verklaring van alle beperkende en
omschrijvende wetgeving op grond van het
zoogenaamde zure-druiven-complex".
De patiënt is er zich van bewust, dat hij of
zij iets niet doen kan en staat daarom niet
toe, dat iemand
anders, die het wel
doen kan, het wel
doet.
Dit, in
axiomatige taal en zeer
in het kort, is het
pure zure-drui
ven-complex," dat
vooral in het va
derland van de
Groene Amster
dammer" groote
en blijvende schade heeft aangericht en
doorgaat aan te richten.
Mag ik bij de theorie een beetje praktijk
voegen en u een interessant klinisch geval
voorstellen?
U hebt zonder eenigen twijfel wel eens van
de Nieuwe Rotterdamsche Courant gehoord.
Het is een zeer net blad en er staan ook wel
heel mooie stukjes in. Vooral op het gebied
van kunst en wetenschappen en muziek en
dergelijke zaken geeft het veel dat de moeite
waard is. Heeft men dergelijke artikelen een
maal in het Hollandsch vertaald, dan kan men
er heel wat uit leeren.
Ik lees het dus getrouw, wanneer ik mij
? toevallig niet zelf scheer en ik vond heden een
Literair Bijvoegsel waarin een lijder op
zoo onmiskenbare manier van zijn kwaal blijk
geeft, dat hij een uitvoeriger bespreking ver
dient.
In een artikel over Wijsbegeerte voor den
Arbeider" vindt u het volgende zinnetje.
Ik schrijf zinnetje", maar die enkele woorden
wijzen op een dergelijk percent Z. D. C. dat
de patiënt helaas wel nooit zal genezen.
Ge vindt de symptomen op bladzijde 2,
tweede kolom, waar geschreven staat: De
volledige ontplooiing zijner menschelijkheid
naar alle kanten blijkt in praktijk voor den
arbeider, die meestal burgerman inhope
schijnt geweest te
zijn, te bestaan in
navolging van den
bourgeois", dus
óók bruine schoe
nen, een boordje
en een stroohoed
en voor de jonge
ren het bedenke
lijk genoegen der
lijf-aan-lijf-dansen
begeleid door
kittelige muziek".
Hoog Geachte Leerlingen, gij bespeurt
het gewis, dat)de kwaal van dien man het
zuredruiven-complex is. Het staat er met dikke
letters in en op en over geschreven. Het is
een zelfbekentenis van groote beteekenis.
Ik" zegt de schrijver,?ik kan niet dansen.
Ik h'eb mijn heele leven de bleeke volmaakt
heid van de Wijsbegeerte in diepe studie
bespied. Ik heb zoo lang in de boeken gekeken,
dat ik de menschen slechts als een
ongewenschte waereldsche ballast kan beschou
wen. Ik voel me nergens thuis behalve in mijn
wereldje van papier en perkament. Ik zou
dansen gelijk een kraai in een stoppel veld.
Daarom veracht ik dansen en omdat ik er
niets van kan en ken maak ik mezelf wijs, dat
het onfatsoenlijk is en dat de muziek die
mij niets zegt kittelig is en dat werkelijk
hoogstaande menschen (dus Ik) er niets mee
te maken willen hebben.
Ik trek leelijke gezichten als er gedanst
wordt en steek mijn literaire tong uit naar
allen die er iolijt in hebben, want ik ben heel
netjes en word professor en dan lachen die
anderen mij weer uit en nu heb ik eens eventjes
lekker wraak genomen".
Laat ik meteen bekennen, dat de ziekte in
alle families voor kan komen en dat een van
mijn eigen bloedjes er een jaar lang aan leed.
Op een avond zeg ik tegen mijn zoon
(vijftien toen) Oh, kind, je wreede stief
moeder en je slechte vader gaan van avond
naar het Palais Royal. Daar speelt Paul
Whiteman en dan zal je eens hooren wat
goede dans-muziek kan zijn".
He, nee Pa", zei het jongetje. Dansen
doen meisjes, 't Is zoo gek".
En dus bleef hij thuis en vond een nieuwen
automobiel uit of iets dergelijks, wat
Amerikaansche kinderen graag des avonds doen.
Toen wij dit voorjaar weer naar het Palais
Royal gingen, richtten wij ons tot onzen zoon
en erfgenaam (vooral het eerste) en zeiden :
Ventje, Pa en Ma gaan van avond dansen,
maar je blijft natuurlijk thuis, want dansen
is meisjesachtig enzoovoorts".
Heelemaal niet", zei het lieve kereltje
ik denk er niet aan. Ik denk er zelfs
heelemaal niet aan. Ik ga mee. Ik heb verleden
jaar op school tiansen geleerd."
Q. E. D.
iiiiiiiiiiiHiiiimiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiMii
Maar nu we daarnet toch over den school
meester gesproken hebben, mag ik nu ook
eens wat vragen?
Als historicus (ik ben al zooveel rare dingen
geweest van mijn leven) interesseert mij dat
nog altijd.
Hoe komt het, dat onze kinderen zoo bij
uitstek slecht opgevoed zijn? Waaraan is het
te danken, dat vreemdelingen ons land ver
mijden als zij het maar eventjes doen kunnen,
omdat zij in levensangst verkeeren voor de
onbeschrijfelijke baldadigheden van alles
wat er langs de straat loopt?
Waarom blijft men, als men nu eenmaal in
Holland moet zijn, op het eiland Walcheren,
waar de bevolking van een gemoedelijke wel
willendheid is die het leven aangenaam maakt?
Of zoekt men een ander rustig plekje op
beneden den Moerdijk?
En blijft verre van wat daar ten Noorden
van dien breeden stroom ligt?
Men zal hierop antwoorden: hou je bij je
eigen zaken. Wat gaat Holland je verder nog
aan?"
Niets. Behalve dat ik voortdurend bloot
sta aan verzoeken om baantjes en assistentie
en raad en dollars van de zijde van jongelingen
die bij mij komen met koffers vol actes en die
ik nog niet voor loopjongens gebruiken kan.
Ik praat er met vrienden over en zij ver
tellen mij, dat er in Holland meer uitgegeven
wordt voor onderwijs dan in eenig ander land.
Loop ik door een stadje, dan zie ik niets dan
Scholen.
Daar zijn Gewone scholen en Burgerscho
len met den Bijbel en Bewaarscholen met den
Koran en
Roomsche scholen en
Kweekscholen met
de Edda eu Kost
scholen met de
Veda eu Scholen
met het boek van
Mormon en Gere
formeerde scholen
en Nutsscholen en
scholen voor heele
idioten en scholen
voor halve idioten
en voor drie kwart idioten en nog weer
eens Scholen met den Bijbel.
En als ik dan toevallig voorbij kom, juist
als die scholen uitgaan, dan wordt er afgrijse
lijke taal uitge!-raakt ten opzichte van mijn
eigen bescheiden figuur en nog veel erger ten
opzichte van m'jn werkelijk bescheiden vrouw
en zijn er toeva lig steenen, dan speelt men de
Heiige Steven met ons. Sla ik zoo'n
aankoJ.S.MEUWSEN, lofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
Het koor van Lausanne: Eindelijk'
zijn om alle onderdeelen te kunnen
beoordeelen. Stellig is er ook gegronde kritiek op
uitgeoefend. Maar wij willen wijzen op het
algemeen karakter dier wet. Zij is voorna
melijk bestemd voor de betere defensie van
Indië. Meent men nu waarlijk, dat die ver
betering onnoodig is? Houdt men Indiëvoor
absoluut onbedreigd? Denkt men, dat de
verdragen van Washington ons de volledige
veiligheid waarborgen? Is ook de oostersche
wereld niet vol strijd en conflict van belangen?
Wie op den eeuwigen vrede in het Oosten
bouwt, zal stellig bedrogen uitkomen. Wie
zijn eigen oordeel in dezen niet geheel ver
trouwt, doet goed met eens naar Engeland
te zien, waar juist dezer dagen de begrooting
van Marine door het Lagerhuis is behandeld
en aangenomen. Engeland, dat door het ver
drag van Washington in de Stille Zuidzee
de handen zijn gebonden en dat zijn oude
vlootbasis in China heeft moeten prijsgeven,
legt een nieuwe, vlootbasis aan te Singapore.
Bij de behandeling in het Parlement heeft
men ook gewezen op Nederland, dat door de,
vlootwet zijn maritime positie in Indiëwil
versterken. Daarvoor had men terecht geen
woord van kritiek; men vond het blijkbaar
volkomen natuurlijk en geoorloofd.
iiiiiiiilliiilllllliilliiiiiliiiiiiiiiiiiimiliiiiiiliiitliiiiiiiiiliiilllliiiiHiilii
Daarop kwam in Nederland het besluit
van den ministerraad om de vlootwet nog
dit jaar aan de orde te stellen, gevolgd door
het aftreden van minister De Geer. Is de toe
stand in het Oostefi inderdaad zoo dreigend
geworden, dat het kabinet in 's lands belang
meende niet langer te mogen wachten en zelfs
het aftreden van een minister van den
invloed en de beteekenis van De Geer ervoor
over had? Wij weten het niet; dergelijke
dingen zijn natuurlijk niet publiek en kunnen
het ook niet zijn. Maar waarschijnlijk is het
wel voor wie de wereld nu eenmaal ziet,
zooals zij is, niet, zooals zij behoorde te zijn.
Men mag dus aannemen, dat Indiëwordt
bedreigd, en als dat zoo is, dan kan men
den naam van den vijand ook wel gissen.
Maar men kan er ook zeker van zijn, dat die
naam niet in het openbaar zal worden ge
noemd. Daarom is het ook zoo zonderling
om aan te dringen op een openbare behan
deling van de buitenlandsche zaken. Men kan
heel veel zeggen in het openbaar, zelfs zeer
onbehoorlijke dingen. Maar het kritiekste
moet men verzwijgen. En daarop komt het
ten slotte toch aan.
H. BRUÜMANS
mend Kristentje
om zijn ooren, dan
komt er een dien
der en zegt: me
neer, dat mag je
niet", en antwoord
ik waarom laat
je dien jongen met
steenen gooien?",
dan zegt hij: me
neer, dat zag ik
niet" en vraag ik
dan: ziet UEd.
dan ook niet dat deze zuigeling van vijf jaren
een sigaret rookt?" dan zegt hij dat gaat u
niets aan" en tegen dien tijd heeft een
bende andere volgelingen van het uiterst
gemeene leven mijn vrouw met liefelijkheden
bedacht, waarvan zij met een geringe kennis
van onze schoone taal het fijne toch al lang
begrepen heeft.
En zoo gaat het door van het eene nest naar
het andere, zoodat ik reeds lang een duren eed
gezworen heb nooit weer 't Kreeke Rack over
te steken en mij bij uitstek vermaak in de
Zeeuwsche dorpen waar van dit alles, Gode zij
dank, niets te bespeuren valt. Ondertusschen
echter heb ik wat voor de goede zaak over en
loof een jaar abonnement op De Groene"
uit aan dengene die mij uitlegt waarom dit
alles precies zoo is.
Ik krijg meestal zeer vage antwoorden.
De vrome Broederen werpen de schuld op
de Lagere School, waar God's woord niet ver
klaard werd. Maar de ondervinding heeft mij
helaas geleerd, dat het gebrek aan dagelijksche
beschaving op de Scholen met den Koran,
den Talmud en den Bijbel nog veel erger is
dan op de Heidensche Instituten.
Dat gaat dus niet op.
Anderen weer verklaren het feit
van-bovennaar-beneden-toe en zeggen: het is de schuld
van het slechte voorbeeld, dat door de betere
klassen gegeven werd en nog gegeven wordt.Zij
geven mij diepzinnige beschouwingen over
den invloed van het Hof op het Volksleven en
eindigen met te zeggen, dat men niet veel
verwachten kan in een land waar het Hof een
Hofje is.
Maar deze onwellevende uitlegging is ook
nog niet voldoende.
Men begrijpe mij wel.
Ik zal de laatste zijn om te beweren, dat
er in Amerika percenrgewijze minder moorde
naars, dieven, schurken, kranten-oprichters,
redakteuren, *) kwakzalvers, vlegels en andere
ongewenschte burgers zijn.
We hebben ze bij de duizenden.
|f Ai, we hebben ze bij de honderd duizenden !
We zijn er trotschop.Ze stelen en schelden
en kwakzalven nog veel erger dan er ergens
anders ter wereld gestolen of gescholden of
gekwakzalverd wordt.
Maareen gewoon mensch en zelfs een buiten
gewoon vrouwmensch kan zijn of haar eigen
gangetje gaan en niemand zal hem of haar
lastig vallen.
Waarom kan in Holland een vreemdeling
geen vijf stappen doen zonder door een slam
pamperenden werkman of een dito
werklooze (de twee zijn zoo op het eerste gezicht
niet altijd gemakkelijk te onderscheiden) of
een dito joggie van een school met of zonder
Bijbel lastig gevallen te worden, gemolesteerd
te worden en de daadwerkelijke bewijzen te
krijgen, dat een vreemdeling ipso facto een
ongewenschte indringer is?
Die jongelingen gaan dan op een bootje
zitten en komen bij ons en zeggen meneer,
ik wou een baantje".
Ze weten alles.
Ze hebben veertien actes en ze waren op
drie scholen met toebehooren. Ze kosten ponds
pondsgewijze meer guldens, dan onze kinderen
dollars kosten en ze deugen voor niets.
Het duurt tien jaar voordat ze bij al die
actes ook nog het beetje sociale kennis op
doen, dat noodig is om in de beschaafde wereld
vooruit te komen.
En om dit gepeupel te doen gedijen betaal
ik in Holland belasting voor scholen en in
Amerika belasting voor het rasphuis.
Als een van de aandeelhouders in de zaak,
gedreven onder den naam Koninkrijk der
Nederlanden", richt ik mij volgens mijn
constitutioneel recht tot den meneer die in
den Haag in dat torentje zit (ik weet toevallig
niet hoe of hij heet) en vraag hem Excel
lentie, zou u als direkteur van een werkelijke
maatschappij verantwoordelijk durven zijn
voor het slechte produkt dat uw dure
scholenmachines maken?"
En als Zijne Excellentie het juiste antwoord
geeft, dan krijgt
hij ,,de Groene"
voor een heel jaar
voor niets en zul
len we op de
eerstvolgende aan
deelhoudersverga
dering voorstellen
hem vooralsnog
niet wegens ge
brek aan ijver en
bekwaamheid te
ontslaan.
(Lees ook in dit verbandden brief van
den burgemeester van den Haag, gericht aan
de onderwijzers. Voor de vernielzucht van
de Haagsche jeugd moet jaarlijks eeri bedrag
van pl.m. ?80.000 worden uitgetrokken.)
Middelburg, Eind Juli 1923.
*) Dr. van Loon is redacteur van The
Sun" te Baltimore. Red.