Historisch Archief 1877-1940
l
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R N E DERL AN D
4 Aug. '23. - No. 2406
OLYMPISCHE LETTERKUNDE
Hét Comitétot voorbereiding van de VIIIe
te Parijs te houden Olympiade brengt
tot onzen kennis dat:
Ie. Een concours wordt te Parijs georgani
seerd (15 Mei tot 27 Juli 1924) tusschen de
schrijvers van de naties, toegelaten tot de
Olympische Spelen.
I Ie. In aanmerking kunnen slechts die
werken komen (lyrisch, dramatisch of ro
mantisch) die geïnspireerd zijn door de Idee
Sport. Zij mogen niet groote r zijn dan 1000
verzen of 20.000 woorden voor de proza.
Ille. De werken moeten, vrij van port,
tusschen l Februari 1923 en l Februari 1924
gezonden worden aan het Comité. Zij moeten
geschreven zijn in de origineele taal en worden
vergezeld van een Engelsche en Fransche
vertaling. Een inhoudsopgave, waarin het
onderwerp omschreven wordt, moet er worden
bijgevoegd.
Wij zijn natuurlijk dadelijk aan het werk
gegaan, en onze inhoudsopgave nadert reeds
de volmaking. Maar de tijd dringt! Wij hebben
nog slechts ongeveer twintig weken den tijd.
Daarom kachelen wij zoowat gelijk op met de
vertalers. Die krijgen van heden af elk vijftig
a zestig verzen per week. Zoo komt de boel
wel in mekaar. Een van onze kennissen, een
zwaar-gewichtheffer met letterkundige neigin
gen, heeft al beloofd dat heele lyrische geval
mee te sjouwen als hij tóch dien kant van de
Olympiade uit moet.
't Is me anders een bestelling. Daar is
physieke kracht voor noodig! Verscheiden
lyrische dichters zijn al in training gegaan.
Ik hoor dat Boutens en Kloos het verleden
week a! schopten tot dertig verzen in n
werkdag. De vertaai-lui kunnen het nauwe
lijks bij-beenen. Sportief ('s het!
Johannes Reddingius, die een speciaal
nationaal tintje aan zijn inzending wou geven,
heeft het over de hengelsport. Querido heett
beweerd dat hij z'n hand er niet voor omdraait.
Hij zal 20.000 romanwoorden bij mekaar
boksen. Zoo'n krachtpatser !
Verschillende vertaalbureaux hebben mede
werking en gangmaking
toegezegd.Ondergeteekende zal het hebben over de
Dicht-sport. Motto: Pindarus.
NIET OM EEN PRAATJE
VERLEGEN
De ex-keizer is, zooals men weet goed
van den tongriem gesneden.
Morgen Heeren zeide hij onlangs, toen
een gezelschap Duitsche Studenten,
mysteriespelers, hem bezoeken kwam u wilt ons
een mysteriespel geven, dat zijn immers de
spelen die bij de oude Grieken zoo bloeiden?
U kent Goethes Faust natuurlijk meent u
dat ik daarvan ooit een bevredigende voor
stelling heb gezien? Speciaal de Mephistorol
wordt altijd totaal verkeerd opgevat. Eigen
aardig dat juist die groote geest niet wordt
begrepen De Berlijnsche theaters hebben
op dat punt nog iets gepresteerd ik zelf
ben herhaaldelijk van plan geweest de Faust
te enscêneeren "
Men begrijpt dat door deze inleidende
woorden de bezoekers onmiddellijk pp hun
gemak waren gebracht. Het ijs was om zoo te
zeggen gebroken. Weinigen bezitten, in zóó
sterke mate als deze ex-keizer de gave om
door een enkel kiesch woord een bezoeker
aangenaam te zijn.
Ik heb het óók eens geprobeerd.
Er kwam een wildvreemde mijnheer mijn
kantoor binnen. Hij was zichtbaar verlegen.
Weet je wat dacht ik ik zal nu eens
net zoo doen als de ex-keizer, en ik raffelde
snel:
Morgen mijnheer. U hebt een glad-gescho
ren gezicht. Hadden de Egyptenaren ook niet
meest allemaal van die gladgeschoren ge
zichten? U hebt natuurlijk wel eens den
Eiffeltoren gezien? Dacht u dat ik vond dat die
daar op de geschiktste plaats stond? Dat
ijzeren gevaarte ontsiert Parijs bepaald.
Eigenaardig dat ze het toch maar laten staan.
Ik vind het Vrijheidsbeeld in de Hudson
afschuwelijk. De grootste geest van deze eeuw
is m. i. Lenin. Maar welk een schandelijke
toepassing van zóó groote gaven. Hebt u
altijd in de vaste overtuiging verkeerd dat ik
het volkomen eens was met Moïssi's
Hamletvertolking? Moderne muziek is mij een
gruwel, en het zou me spijten wanneer u niet
wist dat ik driemaal op het punt heb gestaan
een open brief te zenden aan Mussolini om
hem een plan aan de hand te doen om de
lire te redden "
De mijnheer was rood en bleek geworden.
Ik ben hier geloof ik verkeerd....!"
stamelde hij eindelijk.
Ik dacht aan den keizer, en zei tegen me
zelf : doorgaan dóórgaan [den vent
op z'n gemak stellen...."
Mijnheer ging ik voort Nathan der
Weise van Lessing is een meesterwerk,
maar ik zie niet in waarom de geheele wereld
Toen stond mijn bezoeker op, en ging,
bescheiden op de punten van zijn teenen slui
pend, en met achterdochtige blikken achter
waarts, naar de deur.
Mijnheer riep ik de Tower van
Londen is volgens mij een der leelijkste bouw
werken "
Boem" zei de deur.
Ik was alleen.
Het keizerlijk systeem had gefaald....
REKLAME
In verkeerskringen heeft zich een Commis
sie van Uitvoering gevormd met het doel een
:- J. H DE BOIS
-:TT A A'ffT.IiïUff 68 KHTJISWEG
IIIIIIIIIIIII1IIIHIIIMIII
CORNI
VAN6LU/ó
DER
GEHEELE WOON
INRICHTING
DEN HAAG
NQORDEINDE
verkeersoptocht te organiseeren in de
Jubileumsfeestweek in September a.s.".
Aldus een circulaire die voor ons ligt, en in
hooge mate onze belangstelling opwekt.
Wat zijn verkeerskringen?
Wij kennen keerkringen, en ook zijn er
kringen waar men druk aan verkeering"
(los-en-vast) doet.
Maar met keer-kringen heeft het niets te
maken, want in het Eere-Comitézitten de
heeren Dr. E. S. Abrahams en Ed. Gerzon,
welke, waar ons uit informatie blijkt, Euro
peanen zijn, en geenszins kleurlingen. En met
verkeer ing heeft het ook niets te maken, want
in het Comitézitten ook prof. Diepenhorst,
generaal Ophorst en Jan ter Haar Jr., die het
met het oog op de politiek niet zouden wagen
om in een comitétor bevordering van de
losseen-vaste-verkeering te gaan zitten.
Wat zijn verkeerskringen?
Wij kennen verkeersagenten. Vormen die
speciale kringen? Ons kastenstelsel is wel ont
zettend ingewikkeld.
Maar wij lezen verder:
Waar het ons bekend is dat U zich zoo
vaak en zoo goed op het redameterrein be
geeft. ..."
Ha ! een aanbieding van papieren waaierties
of goedkoope armband-horloges....?
Zeker Duitsche rommel! Daarop wijst de
slechte, likkerige reclame-stijl!
,,... .twijfelen wij er niet aan of u zult deze
uitgezochte gelegenheid wel willen benutten..."
Ja.... dat is Duitsche reclame voor zure,
vervalschte Rijnwijn, extra-voordeelig !
....om de bij u in dienstgebruik zijnde
vervoermiddelen, op smaakvolle wijze ver
sierd, in dezen optocht te laten mededingen
Teleurgesteld laten wij het papier zakken..
Dus tóch.... opgesteld door een verkeers
agent van Duitschen afkomst die n jaar
voorbereidend lager- handels-onderwijs heeft
gevolgd op den grens van Zuid-Limbiirg.
Ons hart begon luid te kloppen.
Dat men aan zóó-iemand het werk overlaat
om de menschen op te wekken tot eene
aanhankelijkheids-demonstratie voor ons vor
stenhuis.
Het is bepaald onsmakelijk.
Welke zonderlinge stoet, brallend en brul
lend schoon smaakvol versierd" van
bier, koffie, glazenwasscherij, schoencrême en
sigaren zal daar aan het oog van H. M. de
Koningin moeten voorbijtrekken?
Waartoe dient een beroep als dit, waarin
elementen van speculatie en ethiek zoo gru
welijk gevlochten zijn?
Is het de quaestie om ter gelegenheid van
dit regeeringsjubileum vooral zooveel mogelijk
spektakel te mobiliseeren?.... om de
reclamehel te ontketenen, met al zijne, voor deze
gelegenheid.... smaakvol versierde" duive
len en attributen en schreeuwerig misbaar
en opdringerig getier....?
In welke vreemde Verkeerskringen is dit
plan uitgebroed?
En welk Duitsch-reclame pamflet heeft
den opstellers dezer circulaire tot leiddraad
gediend?
Men stelt zich bloot aan koele afwijzingen,
van menschen die gewoon zijn niet in te gaan
op extra-voordeelige aanbiedingen bij uitge
zochte gelegenheden.
En dat bij déze gelegenheid.... !
Foei!
Het is niet onze bedoe
ling om het comitéonaan
genaam te zijn. Wij over
wegen slechts dat onder
deze omstandigheden, waar,
om de woorden van het
Centrale Huldigingscomit
zelve te gebruiken, het
geheele volk in al zijne
geledingen" in de gelegen
heid gesteld moet worden
om H.M. te huldigen, ook
in dezen optocht het prin
cipe der vrije mede-dinging
gehandhaafd zoude dienen
te blijven.
Men mag daarbij nie
mand uitsluiten.
En hoe zou men denken
over een optocht als de
volgende:
1. Heraut op
StelioKameel.
2. Drie versierde
IJscowagens.
3. De rookcnde
Spartram-Sigaar.
4. Twaalf handkarren ""
van een bioscope waarop
stellages met bloederige
platen van de film: Ver
smade Liefde.
5. Twaalf dito handkar
ren voor een voetbalwed
strijd.
6. Weer drie versierde
IJsco-wagens.
7. Kookt op
electriciteit. Zegewagen.
8. Collectewagen voor
de Joodsche Invalide.
9. Groote uitverkoop
van huishoudelijke artike
len. Zege wagen.
10. Weer drie versierde
IJsco-wagens.
" 11. Drie herauten te
paard, verkondigende den
lof van rozijnen zonder
pitten.
12. Amstel-Super-Stout.
Versierde vrachtauto.
13. Reclamewagen van
den Gem. Vischverkoop.
14. Groep van versierde
sandwichmen met
worstelwedstrijd-borden.
15. Een ezel met op
schrift: Ik koop mijn schoe
nen niet bij X. Want ik
ben een ezel. enz. enz. enz.
Ik geef toe dat het ge
heel een belachelijken in
druk zou maken. Maar op
welke nationale gronden
zou men n dezer deel
nemers, die zich toch allen
zoo-vaak en zoo-goed op
reclame-terrein bewegen"
durven afwijzen..?"
MELIS STOKE
UIT HET KLAD SCHRIFT VAN JANTJE
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiinMiiiiiHiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMiM
rn&je-gC&r*'&££-,>
i?? Gr '^.
MEDISCH FEUILLETON
DE VERGISSING
Is er nieuws, opzichter ?
Neen dokter, alleen is vannacht de
simulant van zaal 14 gestorven.
Toen Mientje V. voor het eerst werd
upgenomen, kwam zij op een zeer geschikt
oogenblik.
Sommige patiënten krijgen hun aanvallen
juist precies op de meest ongelegen momenten.
Niet alzoo Mientje V. Zij had een eleganten
smaak en kwam altijd zóó binnen, dat ieder
een er genoegen aan beleefde, behalve de
laatste maal.
Die eerste keer was een warme zomer
avond in Augustus en wij zaten in den tuin
van het ziekenhuis thee te drinken, de Secure,
de Scepticus, de Windhond en, als jongste
pas aangekomen assistent, ik. Den chirurg en
den Buitenlander hadden we als gast.
De Secure vertelde van zijn Berlijnschen tijd
en wij luisterden, de Scepticus met n oog
toegeknipt, de Buitenlander beamend, de
Windhond laatdunkend en ik, als jongste, geïnte
resseerd.
En bij die gelegenheid heb ik geleerd nooit
een opneming te weigeren zonder behoorlijk
onderzoek", zei de Secure en de Buitenlander
knikte, wat beteekende, dat hij principieel"
ook op dat standpunt stond.
Het was op oudejaarsavond", verhaalde
de Secure een half uur voor middernacht
en daar kwam een dienstmeisje aan, klagend
over allerhevigste hoofdpijn. Wij dachten:
hysterica, ruzie met haar aanstaande, en
wilden haar wegsturen met de boodschap:
morgen terugkomen. Maar de oberarzt eischte
een behoorlijk onderzoek. Geoogspiegeld!
Wat bleek? Hersengezwei; den volgenden
morgen was ze bewusteloos en 's avonds
dood".
Voordat ik kon opmerken, dat ik dit ver
haal al uit twee andere klinieken had gehoord,
kwam zuster Rika melden dat er een meisje
aan de poort was, dat plotseling haar spraak
had verloren. Zuster Rika was een best inensch
maar belust op sensatie, ook nu had ze bijna
een traan in het oog. Dit prikkelde den Secure,
die niet van sentimentaliteit hield, en de Scep
ticus vroeg of het verlies van de spraak bij
deze jonge dame als een gemis moest worden
beschouwd. Blijkbaar dacht de Secure aan zijn
Berlijnsche verhaal: hij gelastte opnemen".
De Secure ging kijken en ik, als jongste,
mocht mee. Vergeet je oogspiegel niet,"riep
de Scepticus ons na.
Mientje was inderdaad sprakeloos, maar
droeg dit leed met volkomen gelatenheid.
Het maakte den indruk of zij dacht: er zijn
menschen die kunnen praten en menschen
die niet kunnen praten, ik behoor thans tot
de laatste categorie.
Maar groote zweetdroppels parelden langs
het hoofd en den zeer onsierlijken neus vanhaar
aanstaande. Later heb ik gemerkt, dat als een
meisje plotseling niet meer kan praten, er altijd
een aanstaande in de buurt of juist niet
in de buurt is. Maar dat wist ik toen nog niet.
De Secure nam nauwkeurig de anamnese
op. Mientje V. had tot 8 uur 's avonds van
dien gedenkwaardigen dag meer gesproken
dan een normaal mensch pleegt te doen. Maar
om 8L/4 uur was ze plotseling als een klok
waarvan het gewicht op den grond valt
blijven stilstaan.
Welk mysterie had tusschen 8 uur en 8'/4
plaats gegrepen?
Mientje fietste met haar aanstaande buiten
de stad, in den aanvang tot beiderzijds ge
noegen. Allengs echter had zich het was een
zeer warme Augustusavond een gemis aan
overeenstemming omtrent ' het te volgen
tempo geopenbaard. De finesse van dezen
kleinen strijd zijn onopgehelderd gebleven.
Maar zeker is dat om 8 uur de thans zoo hevig
zweetende winkelbediende nog naast Mientje
reed en dat hij tien minuten later bespeurde
dat Mientje verdwenen was.
Terugfietsen natuurlijk met dubbele snel
heid, en om kwart over acht vond hij Mientje
staande naast een boom, de fiets lag naast
haar op den grond. Was ze gevallen, had ze
pijn, was ze boos? Mientje stond volmaakt
onbewogen, schudde slechts het hoofd.
Het zal een onopgelost raadsel blijven of
het toeval was dat Mientje een blocnote en
een klein afgeknabbeld stukje potlood in
haar zak had. Met dit onooglijke potloodje
krabbelde zij op het bovenste blaadje papier
(ik heb het later bemachtigd en lang be
waard) ik kan niet meer praten".
Op dit oogenblik zette bij den galant de over
matige zweetsecretie in, die een uur later nog
zoo duidelijk zichtbaar was.
Een oneenigheid met Mientje was meer voor
gekomen en het had hem nooit getroffen, dat
Mientje bij zoo'n gelegenheid te weinig zei.
Soms had hij dan den strijd gewonnen, soms
ook Mientje. Maar dit was verpletterend.
Mientje zei niets, verweet niets, zij constateer
de alleen, dat zij niet meer praten kon en
promoveerde hem daarmee zonder blikken of
blozen tot een ondier dat een aardig meisje
zoodanig behandelt, dat zij haar spraak ver
liest.?Hij vleide, smeekte, bad, Mientje knik
te minzaam. Maar praten kon ze niet.
De galant, gespeend als hij was van psychi
atrisch inzicht, voerde Mientje naarde interne
kliniek, waar zij om half tien arriveerde.
Inderdaad sprak ze geen woord, ook fluis
teren kon ze niet: stom was ze als tien vol
maakte doofstommen.
Dien avond gaf Mientje slechts eenmaal ge
luid; dat was toen in de badkamer zuster
Rika haar pruik scheef stootte. Maar overigens
was zij stil als een tropische nacht. Die pruik
was overigens een merkwaardigheid. Nooit heb
ik een vrouw met zooveel gratie een
andervrouws haar zien dragen. Niemand, behalve
de Secure, Rika en ik, heeft ooit bevroed dat
dit haar niet echt was. Mientje's haardos was
een wonder, trouwens Mientje zelf was een
beeld van een meisje, ze was winkeljuffrouw
in een heerenmodemagazijn; ik kocht er altijd
mijn dassen.
Dien avond spraken we over de behandeling.
De Windhond, speculeerende op Mientje's
gemis aan anatomische kennis, stelde voor:
Zeg dat je de prop ziet zitten, voer de
maagsonde in en zeg, dat je de prop doorgestooten
hebt naar de maag".
Ik ben vergeten of de Chirurg opereeren
wilde, maar de Buitenlander was principieel
voor hypnose. De Secure zei: Ze gaat vast
achter schiitjes". En aldus werd (psychothera
pie en onderbewustzijn waren nog niet uitge
vonden) den volgenden morgen door den Chef
beslist.
Mientje lag op zaal B, het eerste bed, links
naast de deur. Om het bed kwamen schutjes,
ze werd niet meer onderzocht, geen belang
stelling, geen bloemen, geen bezoek; na twee
dagen kon Mientje weer praten en na drie
dagen verkocht ze weer dassen.
Een half jaar later zagen we haar terug.
De diagnose was even eenvoudig als de vorige
maal, maar de behandeling gaf meer moeilijk
heden. De galant met den zeer onsierlijken neus
was er weer bij, ditmaal minder hevig
transpireerend omdat het winter was en omdat men
tenslotte aan alles went. Ze waren tesamen
naar Deventer geweest, zaten in Apeldoorn
op een bank op het perron. Waarom dat was,
waarom ze niet eenvoudig in den trein naar huis
doorgereden waren, is mij ontgaan ; vermoede
lijk was er weer een zeer belangrijk conflict ge
weest. Evenmin weet ik, waarom zij ditmaal
haar spraak niet verloor. Was het omdat het
afgeknabbelde potloodje nog steeds in mijn
schrijftafel lag?
Ze zaten op een bank op het perron en on
danks de koude was Mientje ingedommeld.
Nu dienen twee zaken vermeld te worden.
Juist in dien tijd was het circus van Barnuin
en Bailey in ons land en. Mientje had iets
gezien of gehoord van het inladen van wilde
dieren, ik meen ook dat ze in Deventer een
voorstelling had bijgewoond.
Terwijl Mientje zat te dommelen, beging
een treinrangterder een fout, waardoor
een goederenwageti met groot geraas tegen een
anderen aanliep. De dommelende Mientje
meende, dat een olifant van Barnuni en Bailey
was losgebroken, gaf een gil, verloor haar
spraak niet, maar van dit oogenblik af kon
zij haar rechterarm niet meer stilhouden, die
bewoog maar heen en weer als de slinger van
een klok. Onafgebroken heeft die arm zes
weken lang heen en weer geslingerd, eiken dag
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat en als
ik mij niet bedrieg, bewoog hij 's nachts van
's avonds laat tot 's morgens vroeg ook.
De schutjes hielpen ditmaal niet, er werd
gemasseerd en geëlectriseerd; de Buitenlander
was nog steeds in principe voor hypnose maar
de chef haalde den psychiater: deze was tegen
hypnose. Tenslotte stond de slinger stil, kon
Mientje weer dassen verkoopen.
Nog vele malen kwam Mientje en meestal gaf
ze niet veel last, ze geraakte er aan gewend en
de galant blijkbaar ook.
Alleen de zesde of zevende maal was het
onaangenaam, toen had Mientje een gezwollen
keel, koorts en buikpijn, hevige buikpijn,
natuurlijk rechts onder in de buik. Had ze een
appendicitis of had ze er geen?
Hierover hadden we urenlange discussies
in de assistentenkamer.
De Windhond had haar ditmaal op zijn
af deeling; later bleek, dat hij het bij het rechte
eind had, maar de arrogantie waarmee hij
zijn opvatting verdedigde, prikkelde zelfs
den Scepticus tot twijfel en verzet. De Wind
hond dan zei: de koorts wordt veroorzaakt
door de angina, en de buikklachten zijn func
tioneel" d.w.z. van nerveusen aard. Ware hij
minder arrogant geweest en had hij dit oor
deel gegeven na het onderzoek in plaats van
ervóór, dan was dit verhaal anders geloopen.
Nu prikkelde zijn arrogantie de anderen en
ze kwamen met een vooropgestelde meening
bij het onderzoek.
De Chef was uit en de Secure nam waar.
Alles liep dien dag tegen. Had de chirurg, zoo
als we dat verwacht hadden, direct gezegd
opereeren", dan hadden wij natuurlijk als
goede internisten tot voorzichtigheid ge
maand. Maar juist de chirurg twijfelde, al
thans in het begin.
De Secure onderzocht Mientje's bloed en
urine en alles wat te onderzoeken valt,
de Windhond lachte irriteerend, Mientje
schreeuwde van pijn.de Scepticus keek ook al
irriteerend en de Chirurg begon te twijfelen.
Nu hadden we bovendien met de beslissing
haast. We waren juist in de periode dat het
een kunstfout was indien een acute appendi
citis niet binnen 24 uur werd geopereerd, en
de chef was niet gemakkelijk als een kunstfout
begaan werd.
. Dien nacht om 2 uur werden de symptomen
zoo dreigend dat Mientje werd geopereerd en
de eerstvolgende drie weken keek de Windhond
nog zesmaal arroganter dan anders.
Er is wel eens meer een appendix verwijderd
niet in onze kliniek, maar bij anderen
zonder dat het bij de operatie zoo strikt noodig
bleek te zijn, maar dan zag het ding tenminste
een beetje rood of waren er vergroeiingen.
Mientje's appendix was bijna pathologisch
normaal. Hoe komt iemand aan zulk een ge
zonden appendix?
Weer drie weken later verkocht Mientje
opnieuw dassen.
Hiermee is het verhaal nog niet uit. Het
slot heb ik niet zelf beleefd, maar de
Scepticus schreef het me naar Berlijn, waar ik
was om mijn opvoeding te voltooien.
Mientje had een anderen galant gekregen.
Mooi was hij ook al niet, maar nerveus en
lastig, veel lastiger dan de vorige. Mientje
ging er slecht uitzien. Zij draagt een
andervrouws haar niet meer met dien zwier, dien wij
van haar gewend zijn", had de Scepticus al
geschreven, ook vermindert haar belangstel
ling voor de kleur onzer dassen". Had zij haar
partij gevonden? Was de nieuwe galant
nerveuser dan zij en moest zij volgens den
regel dat de grootste hystericus wint het
onderspit delven? Mientje werd bleek en grauw
en vermagerde en op een avond ze kwam
altijd 's avonds, ditmaal was het weer een
zomeravond meldde weer zuster Rika dat
Mientje aan de poort was. Ditmaal kon ze
niet slikken.
De Windhond hield zijn fatsoen, maar de
Chirurg voelde dat hij dacht: je wilt zeker
ditmaal den slokdarm eens opereeren".
Alles ging op de gewone manier, Mientje
kwam op zaal B. niet in het eerste bed links
naast de deur, maar in het laatste bed links
bij het raam ze ging weer achter schutjes
en ze werd onderzocht door den Windhond, ook
nog door den Secure en den volgenden morgen
door den Chef zelf, die bij deze gelegenheid
nog een opmerking maakte over klinische
ervaring van oude assistenten, die ik niet zal
herhalen. Maar ik vernam dat de Secure bijna
hoorbaar vloekte.
Mientje lag twee dagen achter de schutjes,
ze lag er drie dagen en ook vier dagen en
nog steeds kon ze niet slikken. Dat wil zeggen,
slikken kon ze eigenlijk wel. Maar e'r zat
een prop voor, het wou niet zakken. Inplaats
van in de keel zat de prop nu in den slokdarm,
verder was alles net als de eerste maal. Mientje
bleef ook weer volkomen passief en onbewogen.
Er zijn menschen, die kunnen wél slikken en
menschen die kunnen niét slikken, dacht
Mientje, ik hoor nu eenmaal bij de menschen
die niet kunnen slikken.Alles werd geprobeerd:
vloeibaar voedsel, half vloeibaar voedsel,
vast voedsel, soms ging er aardig wat in en
dan, als niemand er op lette, maakte Mientje
n kleine kokkelbeweging en alles was er
weer uit en bij dat alles bleef Mientje vol
komen onbewogen. Maar wel werd ze steeds
? magerder.
Uit bescheidenheid heeft de Scepticus het
mij niet geschreven, maar later heb ik het ge
hoord en eerlijkheidshalve moet dus vermeld
worden dat hij den Windhond gewaarschuwd
heeft denk aan bet verhaal van den oogspie
gel", want hij vond dat Mientje al te mager
werd. Achteraf zegt de Secure, dat hij van
plan is geweest den Chef erop attent temaken,
dat het met Mientje toch anders ging dan
andere malen.
De psychiater kwam in consult en de chi
rurg kwam in consult: Mientje werd ge
baad en geëlectriseerd; psychotherapie was
ook toen nog steeds niet uitgevonden.
Eindelijk midden in den nacht werd
deWindhond uit zijn bed gehaald omdat Mientje zoo
naar was, maar toen hij bij haar kwam was zij
dood.
De Scepticus schreef mij dat de chef furi
eus was en de Windhond aanzienlijk minder
arrogant dan anders. Maar bepaald beschei
den werd hij en dat hield wekenlang aan
toen de sectie was geschied. Mientje had een
groot kankergezwel gehad, aan den ingang
van de maag, dat had den toegang tot de maag
volkomen afgesloten.
De brieven, die ik daarna te Berlijn ont
ving, waren niet vroolijk. De Secure maakte
zich bittere verwijten, de Chirurg schreef: het
zal mij niet weer overkomen dat ik bij een
zelfde patiënt eenmaal te veel en eenmaal te
weinig opereer". En de Windhond tenslotte
gedroeg zich sympathieker dan ik gedacht had,
hij was gedurende langen tijd bijna een
gewoon mensch. Wel kreeg hij een andere
afdeeling, want zijn prestige bij de 15 andere
vrouwen van zaal B, die het geheele geval
hadden meegeleefd en meer dan half
hadden begrepen, was niet bepaald gestegen.
Over de kritiek van 15 vrouwen van zaal B
kan ik overigens een heel apartartikel schrijven.
Tot geruststelling zij nog vermeld dat
door deze vergissing geen menschenleven is
opgeofferd, wijl Mientje's geval toch niet
operabel zou zijn geweest.
VAN T E N N A
Typ. Amst. Boek- eo Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms «S Co.