De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 4 augustus pagina 2

4 augustus 1923 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 4 Aug. '23. - No. 2406 DE VLOOTWET EN DE VEILIGSTELLING VAN DEN GULDEN Teekenlng voor de Amsterdammer" door Jordaan t t *'' *"'/ VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS ,,Tja je kan niet alles vasthouden!" iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriitiiiiiiiiniiiiii iiiiimiiiiiiiiiimiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiil DE EERSTE KAMER De verkiezing der Eerste Kamer, waarmede de Provinciale Staten zich de vorige week hebben beziggehouden, heeft een uitslag gehad, dien niemand kan hebben verbaasd. Nu men bij de jongste grondwetsherziening de laatste waarborgen van geschiktheid en bekwaamheid voor die verkiezing had weggenomen, nu bovendien ons zonderling evenredig kiesstelsel ook met nog zonderlinger legislatieve trucs was toegepast op de verkiezing van onzen Senaat, nu daardoor ook alle verband met de provinciale geslotenheid was weggewerkt, kon men een uitslag verwachten, die het algemeene peil der Kamer niet onbelangrijk deed dalen. Men mag zelfs zeggen, dat de uitslag nog is meegevallen; de Eerste Kamer is wel naar den kant der Tweede afgezakt, maar is toch nog niet geheel tot he,t peil van deze gedaald. Nog telt de Eerste Kamer een aantal bekwame mannen, die buiten het eigenlijke politieke leven staan en die dus niet iedere zaak naar partijbelang en partijinzicht behoeven te beoordeelen. Dat is natuurlijk een groot voor deel : want juist dit geeft aan een Eerste Kamer beteekenis, dat zij anders is dan de Tweede, minder politiek, meer zakelijk. Het is merkwaardig, dat men ook in zeer democratische landen toch in het staatsleven de rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordi ging niet geheel zelfstandig heeft willen laten ageeren. Bijna overal heeft men het noodig gevonden naast en boven de directe uiting van wat men met een vriendelijk euphemisrne den volkswil pleegt te noemen, nog een tweede instantie te plaatsen, waarin die volkswil gezeefd en gefiltreerd, dus gezuiverd nog eens tot uiting kwam. Uit den aard der zaak was Engeland, waar de moeder der parlementen ?iMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiimiimiiiiiiiiiiiiiiitimiiiiiiiiiimiiiiiiimiii AMERIKAANSCHE BRIEVEN door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON (Met teekeningen voor ,,de Amsterdammer" door den schrijver) troont, ook in dezen het voorbeeld. Wel heeft men het Hoogerhuis, dat wortelt in speciaal Engelsche verhoudingen en traditiën, nergens geheel gekopieerd, maar ,,another house" vindt men toch bijna overal. Wel heeft de Fransche revolutie het twee kamerstelsel niet onmiddellijk overgenomen, maar toen eenmaal in 1795 de ergste stormen voorbij waren, werd dit stelsel dadelijk in gevoerd. Sedert heeft Frankrijk dit systeem onder zeer veel afwisseling van regeeringsvorm, keizerrijk, koninkrijk, republiek, steeds gehandhaafd. Het is ook proefhoudend ge bleken: geen verstandig mensch denkt er in Frankrijk aan den Senaat af te schaffen. Zoo is het zoo goed als overal, ook in Amerika, waar de statensouvereiniteit in den Senaat tot sterke uiting komt. De eenige landen, waar geen tweede kamer'bestaat, zijn Noorwegen, Griekenland en Turkije. Rusland heeft na tuurlijk geen andere kamer, omdat het in het geheel geen volksvertegenwoordiging heeft. Ook Nederland kende geen Eerste Kamer vóór de grondwet van 1798. Maar het stelsel, naar Frankrijk gekopieerd, voldeed niet, en in 1801 kwam men weer terug tot de enkele kamer. Eerst in 1815, toen Belgiëmet ons land werd vereenigd, werd aan de door de Provinci ale Staten gekozen Kamer, die de grondwet van 1814 als eenige kamer kende, een Eerste Kamer toegevoegd. Die Eerste Kamer is in gevoerd, zooals uit de papieren van Hogendorp blijkt, om aan den Belgischen hoogen adel een plaats te geven in het staatsleven van het nieuwe koninkrijk. Ook wilde men de regeering de macht geven een dam te kunnen opwerpen tegen een al te voortvarende Tweede Kamer; daarom werden de leden der Eerste Kamer door den Koning benoemd. Groot gevaar voor al te groote voortvarendheid der Tweede Kamer bestond er onder Willem I echter niet; daarom behoefde de Eerste Kamer dan ook geen werkelijke beteekenis te krijgen; zij bleef ,,Ia menagerie du roi", waarin de Koning al te weerbarstige staatslieden achter de vergulde tralies zette. Op de Eerste Kamer van Willem I volgde die van Thorbecke. Thorbecke heeft zeer ver schillend over het nut van een Eerste Kamer gedacht; in sommige perioden van zijn leven wenschte hij haar afschaffing. Maar in 1848 toen de golven der revulotie overal zeer hoog sloegen en er zelfs in Nederland een kabbeling in het stille water viel waar te nemen, achtte hij een Eerste Kamer wel noodig en gewenscht; de Tweede Kamer kon men toch nooit geheel vertrouwen. Zoo werd de wijze van verkiezing der Tweede Kamer, de benoeming door de Provinciale Staten overgebracht naar de Eerste; de Tweede Kamer zou dan recht streeks door de kiezers worden gekozen . Zooals Thorbecke in 1848 de structuur van het staatsgebouw stevig in elkander timmerde, is het in hoofd-zaak gebleven. Ook nu nog kiezen de door de kieswet aangewezen kiezers en kiezeressen de Tweede Kamer. Ook nu nog wordt de Eerste Kamer gekozen door de Provinciale Staten. Maar al is de vorm be waard, het wezen is eruit genomen. De toe passing van de evenredige vertegenwoordiging en vooral de samenvoeging van verschillende provinciën tot n kiesdistrict hebben deze verkiezing geheel gedenatureerd. Want een gevolg daarvan is vooral dit, dat het politiek karakter van deze verkiezing nog veel scherper is geaccentueerd dan ongelukkig reeds het ge val was. Dat is zeer bedenkelijk; want daar door komt het partijkarakter van deze ver kiezing zoozeer op den voorgrond, dat op bekwaamheid nauwelijks meer kan worden gelet. Geen enkele partij gaat in dezen geheel vrij uit. Maar de zwaarste zonden pleegt in dit opzicht ook nu weer de S. D. A. P. Het is onbegrijpelijk, dat deze partij haar eigen belang niet beter begrijpt. Zij heeft nu ook weer eenige leden naar de Eerste Kamer ge zonden die iedereen daar om hun karakter en bekwaamheid gaarne zal zien. Maar zij heeft daarnaast mannen verkozen, wier verdiensten buiten den engen kring van het partijverband nauwelijks bekend zijn en die in het geheel niets zouden zijn, zoo zij geen politiekers waren. Het is dit soort menschen, dat, zooals Multatuli het zoo treffend zeide, door gebrek aan zwaarte omhoog valt. En het zijn ook deze menschen, die wel zullen zorgen, dat de Eerste Kamer op het peil komt van de Tweede. H. BRUGMANS DE INTERNATIONALE PUZZLE Einde Juli 1923 Een gewichtig feit is voldongen geworden, een even verblijdende als gewichtige stap ge zet op den weg die ons uit het moeras naar den vasten grond moet voeren. Te Lausanne is het tractaat van vrede met Turkije geteekend. Wat zich een tijdlang als een onont warbaar muizennest liet aanzien, is nu in hoofdzaak geregeld geworden. Wat eigenlijk sinds 1919 een geladen vraagstuk was geble ven, vol zaad voor conflicten, is nu de ver evening nabij gebracht. Er is weer een vaste orde van zaken geschapen om den Bosporus en in Klein-Azië. Het Turksche probleem is op papier aan kant. Zelfs de Sovjctregeering te Moscou zal de getroffen regeling aanvaarden. Een belangrijk element van rust is verkregen. De vrede van Lausanne is slechts in zeer betrekkelijke mate een succes voor de Groote Mogendheden. Het is een succes, dat zij ten slottc nog een vrede hebben weten tot stand te brengen. Vergeleken evenwel met den oor spronkelijker! opzet van hun actie jegens het overwonnen Turksche Rijk, hebben de re geeringen van Parijs, Londen en Rome heel wat steken laten vallen. Het is misschien beter, niet uit te pluizen wie het meest in de wiek geschoten is. Italiëbehaalt profijten, en het zal met het nieuwe Turkije de beste ver houdingen krijgen. De ontwikkeling der za ken komt vooral aan ItaliëalsMiddellandsche Zeemogendheid ten goede. Engeland heeft niets bereikt van wat het voor Griekenland had beoogd. Het wordt in en om Constantinopel als de vijand gehaat. Frankrijk scheen een oogenblik de vriend te zullen worden, en de beschavingspost der Franken op den weg naar Damascus blijft ook wel verzekerd. De overwegende commercieele Fransche belangen zijn evenwel deerlijk beknipt. Te midden van hunne hooghartige disputen over hè' Duitsche probleem, moet de onderteekening te Lausanne aan de kabinetten te Londen en Parijs toch een katterig oogenblik bezorgd hebben. Hoe anders zag dat tractaat van Sévres eruit, waarvan nu zoo weinig is overge bleven.?'t welk in 1919 de Conseil Suprême" aan de toenmalige Turksche delegatie meende te kunnen opleggen. Hoe andere tonen klon ken tijdens de conversatie's te Londen. Er bleef van Turkije bijkans niets meer over. Een nieuw, Helleensch rijk scheen zich baan te breken. En thans is weer een stevige Turksche staat erkend geworden. Wanneer alles goed gaat, kan hij een beter element van rust en vrede in 't Naburige Oosten worden, dan vóór 1914 het oude Ottomaansche Rijk ooit is geweest. Het nieuwe Turkije is zuiverder van karakter, en minder aan internationale intrigues bloot gesteld, dan het vroegere rijk van den Padischah. Want dit is wel, behalve het feit der vredesluiting zelf, 't moment van historisch gewicht: dat een geheel nieuw wezen, een geheel nieuwe gedaante, als Turksche staat de familie der volken binnentreedt. De Zieke Man is volledig geliquideerd. Zal de gezonde jongeling waardiger zijn plaats innemen? Het oude Turkije was een on-nationaal machtsgebied. On-nationaal, omdat het voor 't grootste deel on-Turksch was en tal van vreemde elementen door overheersching om vatte. Onnationaal ook, omdat het sinds bij kans twee eeuwen onderhevig was aan de beurtelingsche inmenging van de Westersche Mogendheden. Yildiz Kiosk was een mengeling van overmacht op anderen, en eigen onmacht. De nationaliteitenstrijd heeft gaandeweg het Turksche Rijk ontleed; en allerlei volken er van af doen vallen. Maar hij heeft nu ten slotte het mirakel gebracht, dat hij den Turkschen staat nieuw, zelfstandig leven heeft gegeven. Want dit is de zege van Kemel Pascha en van de Nationale Vergadering te Angora, dat zij het Nieuwe Turkije op nationale beginselen hebben gevestigd. Met groote hardnekkigheid hebben zij tijdens de onderhandelingen te Lausanne ge streden tegen alles wat nog op hun nationale souvereiniteit inbreuk maakte. Nu zijn de capitulaties, zinnebeeld van on mondigheid, vervallen. Het internationale toezicht, dat de Zee-engten boven het hoofd hing, is losgelaten. De politieke druk der concessie's en staatsschuldeischers is tegen gegaan; commercie en staatkunde zijn duide lijker gescheiden. Turkije is een Turksche staat in Klein-Aziëgeworden, met den voet steun in Europa door Konstantinopel en langs de zee-engten, onder internationale verplichtingen van demilitarisatie. Het Ara bische deel van 't oude rijk is er los van ge worden, en vat een eigen leven op, als Iracq, in Syriëen Mesopotamië. Palaestina krijgt een eigen, ingewikkelder! bestuursvorm. Het Kurdische element, met Mossou!, ziet een eigen kans. De eilanden in de Middellandsche Zee zijn ontturkt". UTENBU1G l FDLME1 | Don Haag ?:? Hoiigenspark 22. SPBC lALITBITi Vorhuizingtn ondtr Gorontio Borgpluaitan voor Inbotdalt Nog blijven groote vragen over. Zal de nieuwe Turksche staat inderdaad vrij blijven van de fouten, die den voorganger tot zijn noodlot hebben gebracht? Wat zal er komen van de belangen van Armenië? Wat van de Grieken in Oost-Thracië? Wat van de chisten-minderheden in Anatolië, in Konstanti nopel, en elders? Aan dat alles zal Europa nog de aandacht moeten blijven geven. De nieuwe Turksche geest duldt geen inmenging van eenig ander gouvernement, hoe philanthropisch het zich voor moge doen. Daarom zal ook in dit opzicht de Volkenbond het nut kunnen bewijzen van 't gronddenkbeeld: wat van n of van enkele mogendheden ongewenschte inmenging zou zijn, leidt, indien het uitgaat van de gezamen lijke organisatie der volken, tot aannemelijke samenwerking. Turkije's toetreding tot den Volkenbond zal de nieuwe verhoudingen bezegelen. De Volkenbond zal, evenals met andere nieuwe staten het geval is, ten aanzien van Turkije de garant van de bescherming der minderhe den worden. Hij moet den christenen, die onder Turksch bestuur zijn gelaten, een waarborg bieden. De verhouding tusschen Europa wordt daardoor ver-onpolitiekt. Bovendien zal een uitvoerig stelsel van uit wisseling van bevolkingen, een in den Bal kan meer en meer erkende methode, egali satie brengen, en eenigermate verhoeden dat onder turksch bestuur moeten blijven, wie er niet hooren. De pan-helleensche droom, dien eenmaal Venezilos gedroomd heeft, is uit. Maar de vrede van Lausanne brengt toch tenminste aan het zwaar bezochte Griekenland de gele genheid om op zijn verhaal te komen, en door vermindering der militaire uitgaven 't financieele evenwicht terug te zoeken. De naaste toekomst zal intusschen nog wel doen zien, dat menig punt van beslommering is overgebleven. Dit betreft vooral de financieele en commercieele zijde. Inzake de ver deeling der Dette Ottomane" over de ver schillende successie-staten, bijvoorbeeld, zijn de groote mogendheden wel wat zeer cavalier achtig te werk gegaan, en verschillende Balkengouvernementen hebben de haar opge drongen verplichtingen nog niet aanvaard. Men zou de nationaliseering" van Turkije eenigszins kunnen vergelijken met wat, nu een 60 jaren geleden, in het Verre Oosten in Japan heeft plaats gegrepen. Het voorbeeld, zoo 't opgaat, is niet on gunstig. Want de nationale Japansche staat, die zich sindsdien gevormd heeft, is een nuttige factor in de statenrij geworden. Japan is in het bijzonder weer in het licht getreden, deze week, door de felle bespreking der Britsche plannen om van Singapore een vlootbasis te maken. Wat zit daarachter? vragen velen zich af. Is er grond tot vrees voor Japan, in de Stille Zuidzee, en moet Engeland nieuwe maatrege len nemen? Waarvoor? Paniek- en sensatielustigen kijken reeds mede gewichtig rond, en weten allerlei te vertellen. Inderdaad is op 't eerste gezicht iets eigenaardigs in de houding van Engeland, dat ver leden jaar het Washington Pact teekende, en daarbij Hongkong als vlootbasis prijsgaf, en nu, aan dezen kant van den llOden Meridi aan ,groote vlootwerken wil gaan uitvoeren. Men behoeft evenwel hierin geen aanwijzing voor vrees jegens Japan's bedoelingetïte zien, bedoelingen die de leidende Japansche staats lieden dan ook niet bezitten. Het ware jammer indien ongerijmde beweringen als van die gelbe Gefahr" weir 't hoofd opstaken. Japan heeft dit door zijne houding na den oorlog niet verdiend. Het is met ongedacht succes uit de Conferentie te Washington te voorschijn gekomen, maar heeft daar toch de algemeene zaak gesteund, en zijn ontwikkeling is vreed zaam. Eerder moet men zich de Britsche vlootplannen dan ook verklaren als de voortleving van het Engelsche empire idee, dat zich het Britsche Rijk nog niet denken kan dan met een vloot, met steunpunten, als bindmiddel, zonder dat daarbij aan bepaalde politieke mogelijkheden, constellatie's of conflicten wordt gedacht. Dit is de traditie der navy en die valt niet licht weg. Misschien dat deze zienswijze ook haar nut kan hebben bij de beoordèeling van Nederland's vlootpuzzles. BRANDARIS iiiiiiiitiniiiiii miiiiiiFiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiMiiiiiiHiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiniiilii iiilllliiiiiiliiliiilliiiiiiiiui Ik had een telegrammctjc gehad van de Sun en die vroeg me even Mohamed te inter viewen. (,,Z. H. te ver zoeken mij eventueel een onderhoud toe te staan" zo g Is dat inde Hollandsche kranten heet). Je bent toch in de buurt, "telegrafeerde ze en hij mag natuur lijk niet in Amerika binnen komen vanwege de veelwijverij en vraag hem dus wat hij van die Angora-westie denkt. Twee honderd woorden alsjeblief. Meer is het niet waard, want morgen begint de strijd om het zwemkampioenschap voor Maryland". Ik was dus op weg gegaan, maar even voorbij Biggekerke schijn ik de verkeerde route ge nomen te hebben. Want na drie uur fietsen (ik kan het alweer heel goed, alleen gaat het losrijden nog niet zoo gemakkelijk als inder tijd op Noorthey), wel na drie uurfietsen was ik geheel en al verdwaald. In de verte stond iets dat wel wat op den toren van Westcapelle geleek. Ik dacht, dat het de minaret was van het hemelsche Mekka, maar toen ik dichterbij kwam bleek het de achterpoort te zijn van het Paradijs. Natuurlijk mocht ik niet naar binnen, want ik had alleen een Noorsch, IJslandsch, Deensch Zweedsch, Duitsch, Hollandsch en Engelsch visum op mijn pas. Bovendien stond daarop geschreven, dat ik journalist was. .,Het gaat niet", zei de dienstdoende Engel wij moeten ergens de grens trekken. We zijn heel liberaal. Dat moesten we wel worden in den oorlog toen ze hier eiken morgen bij duizenden voor den ingang stonden alsof het Ellis Eiland was. Maar journalisten staan nu op de zwarte lijst. Er zijn er te veel. Vooral met Hollandsche namen. En u moet dus buiten blijven". Meneer," zei ik, want je weet zoo maar niet ineens hoe je zoo iemand noemen moet ik kom vanavond niet meer in Middelburg terug. Het is al heel donker en ik heb in geen twintig jaar gefietst. Ik ben wel een beetje stijf. Hebt u hier niet net als op den St. Bernhard een hotel letje voor vreemdelingen, die niet in het eigen lijke klooster mogen?" Maar neen. Dat was er niet en daarom ging ik maar buiten op een bankje zitten totdat het morgen zou worden en er genoeg licht zou zijn op den breeden en beschaduw den weg, die naar het verblijf van de Mohamedanen voerde, die nu een deel van hun gebou wen aan de Zionisten verhuurd hebben. Ik schijn ingedommeld te zijn, want ik werd uit een diepen slaap gewekt door het hevige leven van vele booze stemmen. Voor de poort, die op een kiertje geopend was, stond een groep heeren, in deftige zwarte jassen. De portier, die voor den nacht zijn vleugels had afgelegd,keek met een angstig gezicht door het kleine raampje en vroeg met beverige stem wat er aan de hand was. Het is dat kind" zei een deftig man met een hoogen hoed en hij gebruikte een taaltje, dat ik liever maar met streepjes weergeef omdat de Groene" in zulke nette families gelezen wordt. Wij houden hier anders wel van kinderen" zei de deurbewaarder. Maar dit is een slecht kind", antwoordde een ander heer in een lange zwarte jas terwijl hij van toorn aan zijn plastronnetje trok en daarbij het mekaniek van zijn das uit het evenwicht brak, zoodat het als een onveiligheids-sein van de spoor van boven naar beneden begon te wijzen. Wat heeft het dan gedaan?" informeerde de brave engel, die medelijden met het meisje kreeg. Mag ik me even voorstellen," zei de eerste deftige burger. Ik ben burgemeester van En ik ben er de dominee. ..." zei nummer twee. En ik ben er schoolmeester" zei een num mer drie, dien ik tot nu toe niet gezien had. Als burgemeester en Christen en Neder lander was het mijn plicht de Heilige Geboden van het oude Joodsche volk ook nog na veertig eeuwen geldend te maken. Ik had verordeneerd, en wie zal wagen mij tegen te spreken? dat de Sabbath geheiligd moest worden. Dit zedelooze kind zocht schelpjes op het strand, niettegenstaande mijn verbod en dat van Mozes". De Engel trachtte iets in het midden te brengen, maar de eerwaardige persoon met de witte das legde hem het zwijgen op. Als Dominee en Christen en Nederlander moet ik er mij met stelligheid tegen verzetten dat een dergelijk wicht in de nabijheid des Troons verschijne. Haar overgrootvader heeft mij met Sint Nikolaas dat verschrikke lijke boek van Lessing ais surprise gestuurd. Het was een aardig heidje, vertelde hij mij later. Ik ken geen aar digheidjes als onze hei ligste beginselen ermee gemoeid zijn. Ik ken heelemaal geen aardig heidjes. En u, meneer, u bent nu weleen En gel, maar bij wien bent u eigenlijk op de cathechisatie gegaan en bij wien bent u aangenomen?. Ik ben heelemaal niet aangenomen," antwoordde de goede Engel. Dat is hier niet noodig". Godslastering" viel hem de dominee ander maal in de rede. Godslastering. Er moest hier een vloekverbod bestaan, Meneer". En ze moesten wat meer op hun examens letten" bromde de schoolmeester. Er is laatst hier iemand binnen gelaten, die had nog geen eens Acte A voor schoonschrijven en die wilde hier heiligenverhalen gaan vertalen". Plotseling klonk er een schoone muziek gemengd met het luiden van vele duizenden klokken. Daar komt Sint Pieter de deur openen," zei de engel. Hier kindje. Kom even hier voordat de Heilige Man hier is. Wat wilde je nu eigenlijk?" Eigenlijk niets," zei het kind dat heel ver legen was geworden door al dat gekibbel, ,;Maar ziet u, ik had zoo'n mooie schelp aan het strand gevonden en die was net als een stukkie zon dat in het water bevroren was en die wilde ikaanOnzen Lieven Heer laten zien .. .. " En toen werd het leven van trompetten en klokken nog vee! heviger en ik werd wakker en dacht er opeens aan dat het Zondag was en dat er in de Abdij koralen gespeeld werden en dat die muziek met de deuntjes van den Langen Jan mij een uiterst dwazen droom be zorgd hadden waarover ik eens aan Professor Freud moet schrijven. Hij kan dien dan tegelijk met mijn Zure Druiven-Complex in de Preussische Jahrbuecher drukken laten. Dit is een aardige gewoonte in Middelburg, die wij wel naar Amerika wilden importeeren. Des Zondags speelt men tusschen acht en negenen gewijde muziek. Wie de dirigent is weet ik niet, maar de man verstaat zijn vak, want er wordt werkelijk uitstekend geblazen. Ik heb van mijn leven veel goede klavier-, viool- en contra-bas-virtuozen gekend, maar heel weinig goede blazers. Of liever vertrouwbare bespelers van wat gemeenlijk het koper" genoemd wordt. Er zijn weinig dingen zoo onaangenaam als die vage angst die ons op de schouders zit als we een niet al te solieden cornettist moeten aanhooren. Misschien komt hij er en misschien niet. Wat die dirigent hier uit zijn mannetjes haalt, verdient meer lof dan het gehamer en gezaag en gehuppel van de Achter-Podoliërs en de Russo-Galliciërs die week in en week uit de rubriek kunst" van onze kranten vullen met jargoensche verhalen omtrent hun vingervaardigheid en hun rhytmisch temperament en tempo. Een erg warme zaal met een erg warme en niet aanlokkelijke figuur uit Brest-Litowsk is iets heel anders dan de groene boomen van de statige oude Abdij. En daarover wilde ik heden eigenlijk mijn preekje wel preeken. Ik zat zoo eens te denken dat Couperus nu dood is en wat een schade dat isjvoor deHollandsche zaak in den vreemde. Hij was de eenige Hollander dien men las of die ueberhaupt vertaald werd. Wie moet zijn plaats innemen? Mijn uitgevers vragen mij voortdurend om hun eens iets te geven dat vertaald kan worden. Andere uitgevers (want we zijn in dergelijke dingen in Amerika heel goede en gemakkelijke vrienden met elkaar) doen dat ook. Je kent toch Hollandsch" zeggen ze. Wat moeten we nu eens laten vertalen?" Ik weet het hetisch niet. Op mijn eigen gebied (de geschiedenis) schrijven wij eenvoudig niets dat leesbaar is. Wij doen ontzettend veel werk, dat ook wel nuttig is,maar te vertalen valt er niets. Het vervelende genre is in Amerika en in Enge land onmogelijk en onze historie huldigt bij uitstek het vervelende genre. Maar voor zoo gewone litteratuur, waf moeten wij dan laten vertalen? Geen mensch die de Hollandsche dingen koopt. Is er iets zwaarder dan een Hollandsen auteur? Hij zou het als een beleediging beschouwen, indien men hem zeide dat hij volksliteratuur schreef. De pose van publiek, il< veracht u" gill dik op de bestoven blaren van zijn epos. Hij begint in de diepte en graaft zich dan nog dieper in en komt eindelijk op een onbewo'ond eiland bij de antipoden uit. Ja maar" zeggen dan de menschen, die mij hun boeken aanbevelen, dat is de schuld van die onopgevoede Amerikanen. Als die nu onzen smaak hadden, zouden ze dit óók mooi vinden" en dan bevat dezelfde brief het ver zoek om vooral zooveel mogelijk geld van( mijn uitgevers te krijgen voorhun geschrijf,want dat er in Holland met die boeken niets te ver dienen valt. Natuurlijk niet. In Amerika nog min der. Laat ik eens heel kettersch zijn. Ik hoor heel veel over inspiratie en gemoeds leven en psyche en de hemel mag weten wat nog meer. Doremifasollasido ! Het is larie. Ja, soms gaat het schrijven en spelen niet zoo goed als anders. Maar in zaken gaat ons het koopen en verkoopen ook niet even goed als op andere dagen. De koopman die dan zegt ik heb vandaag heelemaal geen hersenen voor qjisjovis", gaat faillieten zoo is het ook met de hcele en halve kunstenaars. Ze steken het niet onder stoelen of banken dat ze onze Amerikaansche methode diep verachten en dat we kruideniers-zielen hebben en de kunst even nuchter beschouwen als timmeren of schoenen maken. Maar hebben die heeren van de kritiek ooit getracht een goede deur te timmeren of een paar schoenen te maken? Dat is heel moeilijk. Maar nog niet zoo lastig als een roman aan den man te brengen die handelt over een groenen sloot, met een oud huis en een diepvoelend dichter en een nog dieper-voelende Jonkvrouw, die dan vijfhonderd bladzijden Tang diepe gesprekken voeren over nog veel diepere onderwerpen totdat zij allen gezamelijk in den diepen sloot terecht komen. En kandidaten voor de geneugten van Ame rikaansche dollars, per litteratuur uit de Groote Republiek verkregen, raad ik aan liever het geld voor de postzegels te besparen. Men koopt er met de dure post allicht een broodje voor.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl