Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
4 Aug. '23. - No. 2406
DE VLOOTWET EN DE VEILIGSTELLING VAN DEN GULDEN
Teekenlng voor de Amsterdammer" door Jordaan
t
t
*''
*"'/
VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS
,,Tja je kan niet alles vasthouden!"
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriitiiiiiiiiniiiiii
iiiiimiiiiiiiiiimiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiil
DE EERSTE KAMER
De verkiezing der Eerste Kamer, waarmede
de Provinciale Staten zich de vorige week
hebben beziggehouden, heeft een uitslag gehad,
dien niemand kan hebben verbaasd. Nu men
bij de jongste grondwetsherziening de laatste
waarborgen van geschiktheid en bekwaamheid
voor die verkiezing had weggenomen, nu
bovendien ons zonderling evenredig kiesstelsel
ook met nog zonderlinger legislatieve trucs
was toegepast op de verkiezing van onzen
Senaat, nu daardoor ook alle verband met de
provinciale geslotenheid was weggewerkt, kon
men een uitslag verwachten, die het algemeene
peil der Kamer niet onbelangrijk deed dalen.
Men mag zelfs zeggen, dat de uitslag nog is
meegevallen; de Eerste Kamer is wel naar
den kant der Tweede afgezakt, maar is toch
nog niet geheel tot he,t peil van deze gedaald.
Nog telt de Eerste Kamer een aantal bekwame
mannen, die buiten het eigenlijke politieke
leven staan en die dus niet iedere zaak naar
partijbelang en partijinzicht behoeven te
beoordeelen. Dat is natuurlijk een groot voor
deel : want juist dit geeft aan een Eerste Kamer
beteekenis, dat zij anders is dan de Tweede,
minder politiek, meer zakelijk.
Het is merkwaardig, dat men ook in zeer
democratische landen toch in het staatsleven
de rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordi
ging niet geheel zelfstandig heeft willen laten
ageeren. Bijna overal heeft men het noodig
gevonden naast en boven de directe uiting
van wat men met een vriendelijk euphemisrne
den volkswil pleegt te noemen, nog een tweede
instantie te plaatsen, waarin die volkswil
gezeefd en gefiltreerd, dus gezuiverd nog eens
tot uiting kwam. Uit den aard der zaak was
Engeland, waar de moeder der parlementen
?iMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiimiimiiiiiiiiiiiiiiitimiiiiiiiiiimiiiiiiimiii
AMERIKAANSCHE BRIEVEN
door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON
(Met teekeningen voor ,,de Amsterdammer"
door den schrijver)
troont, ook in dezen het voorbeeld. Wel heeft
men het Hoogerhuis, dat wortelt in speciaal
Engelsche verhoudingen en traditiën, nergens
geheel gekopieerd, maar ,,another house"
vindt men toch bijna overal.
Wel heeft de Fransche revolutie het twee
kamerstelsel niet onmiddellijk overgenomen,
maar toen eenmaal in 1795 de ergste stormen
voorbij waren, werd dit stelsel dadelijk in
gevoerd. Sedert heeft Frankrijk dit systeem
onder zeer veel afwisseling van
regeeringsvorm, keizerrijk, koninkrijk, republiek, steeds
gehandhaafd. Het is ook proefhoudend ge
bleken: geen verstandig mensch denkt er in
Frankrijk aan den Senaat af te schaffen. Zoo is
het zoo goed als overal, ook in Amerika, waar
de statensouvereiniteit in den Senaat tot
sterke uiting komt. De eenige landen, waar
geen tweede kamer'bestaat, zijn Noorwegen,
Griekenland en Turkije. Rusland heeft na
tuurlijk geen andere kamer, omdat het in
het geheel geen volksvertegenwoordiging heeft.
Ook Nederland kende geen Eerste Kamer
vóór de grondwet van 1798. Maar het stelsel,
naar Frankrijk gekopieerd, voldeed niet, en
in 1801 kwam men weer terug tot de enkele
kamer. Eerst in 1815, toen Belgiëmet ons land
werd vereenigd, werd aan de door de Provinci
ale Staten gekozen Kamer, die de grondwet
van 1814 als eenige kamer kende, een Eerste
Kamer toegevoegd. Die Eerste Kamer is in
gevoerd, zooals uit de papieren van
Hogendorp blijkt, om aan den Belgischen hoogen
adel een plaats te geven in het staatsleven van
het nieuwe koninkrijk. Ook wilde men de
regeering de macht geven een dam te kunnen
opwerpen tegen een al te voortvarende Tweede
Kamer; daarom werden de leden der Eerste
Kamer door den Koning benoemd. Groot
gevaar voor al te groote voortvarendheid der
Tweede Kamer bestond er onder Willem I
echter niet; daarom behoefde de Eerste Kamer
dan ook geen werkelijke beteekenis te krijgen;
zij bleef ,,Ia menagerie du roi", waarin de
Koning al te weerbarstige staatslieden achter
de vergulde tralies zette.
Op de Eerste Kamer van Willem I volgde
die van Thorbecke. Thorbecke heeft zeer ver
schillend over het nut van een Eerste Kamer
gedacht; in sommige perioden van zijn leven
wenschte hij haar afschaffing. Maar in 1848
toen de golven der revulotie overal zeer hoog
sloegen en er zelfs in Nederland een kabbeling
in het stille water viel waar te nemen, achtte
hij een Eerste Kamer wel noodig en gewenscht;
de Tweede Kamer kon men toch nooit geheel
vertrouwen. Zoo werd de wijze van verkiezing
der Tweede Kamer, de benoeming door de
Provinciale Staten overgebracht naar de
Eerste; de Tweede Kamer zou dan recht
streeks door de kiezers worden gekozen .
Zooals Thorbecke in 1848 de structuur van
het staatsgebouw stevig in elkander timmerde,
is het in hoofd-zaak gebleven. Ook nu nog
kiezen de door de kieswet aangewezen kiezers
en kiezeressen de Tweede Kamer. Ook
nu nog wordt de Eerste Kamer gekozen door
de Provinciale Staten. Maar al is de vorm be
waard, het wezen is eruit genomen. De toe
passing van de evenredige vertegenwoordiging
en vooral de samenvoeging van verschillende
provinciën tot n kiesdistrict hebben deze
verkiezing geheel gedenatureerd. Want een
gevolg daarvan is vooral dit, dat het politiek
karakter van deze verkiezing nog veel scherper
is geaccentueerd dan ongelukkig reeds het ge
val was. Dat is zeer bedenkelijk; want daar
door komt het partijkarakter van deze ver
kiezing zoozeer op den voorgrond, dat op
bekwaamheid nauwelijks meer kan worden
gelet. Geen enkele partij gaat in dezen geheel
vrij uit. Maar de zwaarste zonden pleegt in
dit opzicht ook nu weer de S. D. A. P. Het
is onbegrijpelijk, dat deze partij haar eigen
belang niet beter begrijpt. Zij heeft nu ook
weer eenige leden naar de Eerste Kamer ge
zonden die iedereen daar om hun karakter en
bekwaamheid gaarne zal zien. Maar zij heeft
daarnaast mannen verkozen, wier verdiensten
buiten den engen kring van het partijverband
nauwelijks bekend zijn en die in het geheel
niets zouden zijn, zoo zij geen politiekers
waren. Het is dit soort menschen, dat, zooals
Multatuli het zoo treffend zeide, door gebrek
aan zwaarte omhoog valt. En het zijn ook
deze menschen, die wel zullen zorgen, dat de
Eerste Kamer op het peil komt van de Tweede.
H. BRUGMANS
DE INTERNATIONALE
PUZZLE
Einde Juli 1923
Een gewichtig feit is voldongen geworden,
een even verblijdende als gewichtige stap ge
zet op den weg die ons uit het moeras naar
den vasten grond moet voeren. Te Lausanne
is het tractaat van vrede met Turkije
geteekend. Wat zich een tijdlang als een onont
warbaar muizennest liet aanzien, is nu in
hoofdzaak geregeld geworden. Wat eigenlijk
sinds 1919 een geladen vraagstuk was geble
ven, vol zaad voor conflicten, is nu de ver
evening nabij gebracht. Er is weer een vaste
orde van zaken geschapen om den Bosporus
en in Klein-Azië. Het Turksche probleem is op
papier aan kant. Zelfs de Sovjctregeering te
Moscou zal de getroffen regeling aanvaarden.
Een belangrijk element van rust is verkregen.
De vrede van Lausanne is slechts in zeer
betrekkelijke mate een succes voor de Groote
Mogendheden. Het is een succes, dat zij ten
slottc nog een vrede hebben weten tot stand te
brengen. Vergeleken evenwel met den oor
spronkelijker! opzet van hun actie jegens het
overwonnen Turksche Rijk, hebben de re
geeringen van Parijs, Londen en Rome heel
wat steken laten vallen. Het is misschien
beter, niet uit te pluizen wie het meest in de
wiek geschoten is. Italiëbehaalt profijten, en
het zal met het nieuwe Turkije de beste ver
houdingen krijgen. De ontwikkeling der za
ken komt vooral aan ItaliëalsMiddellandsche
Zeemogendheid ten goede. Engeland heeft
niets bereikt van wat het voor Griekenland
had beoogd. Het wordt in en om
Constantinopel als de vijand gehaat. Frankrijk scheen
een oogenblik de vriend te zullen worden, en
de beschavingspost der Franken op den weg
naar Damascus blijft ook wel verzekerd. De
overwegende commercieele Fransche belangen
zijn evenwel deerlijk beknipt. Te midden van
hunne hooghartige disputen over hè' Duitsche
probleem, moet de onderteekening te Lausanne
aan de kabinetten te Londen en Parijs toch
een katterig oogenblik bezorgd hebben.
Hoe anders zag dat tractaat van Sévres
eruit, waarvan nu zoo weinig is overge
bleven.?'t welk in 1919 de Conseil Suprême"
aan de toenmalige Turksche delegatie meende
te kunnen opleggen. Hoe andere tonen klon
ken tijdens de conversatie's te Londen. Er
bleef van Turkije bijkans niets meer over.
Een nieuw, Helleensch rijk scheen zich baan te
breken.
En thans is weer een stevige Turksche staat
erkend geworden. Wanneer alles goed gaat,
kan hij een beter element van rust en vrede in
't Naburige Oosten worden, dan vóór 1914 het
oude Ottomaansche Rijk ooit is geweest.
Het nieuwe Turkije is zuiverder van karakter,
en minder aan internationale intrigues bloot
gesteld, dan het vroegere rijk van den
Padischah.
Want dit is wel, behalve het feit der
vredesluiting zelf, 't moment van historisch gewicht:
dat een geheel nieuw wezen, een geheel nieuwe
gedaante, als Turksche staat de familie der
volken binnentreedt.
De Zieke Man is volledig geliquideerd. Zal
de gezonde jongeling waardiger zijn plaats
innemen?
Het oude Turkije was een on-nationaal
machtsgebied. On-nationaal, omdat het voor
't grootste deel on-Turksch was en tal van
vreemde elementen door overheersching om
vatte. Onnationaal ook, omdat het sinds bij
kans twee eeuwen onderhevig was aan de
beurtelingsche inmenging van de Westersche
Mogendheden. Yildiz Kiosk was een mengeling
van overmacht op anderen, en eigen onmacht.
De nationaliteitenstrijd heeft gaandeweg het
Turksche Rijk ontleed; en allerlei volken er
van af doen vallen. Maar hij heeft nu ten slotte
het mirakel gebracht, dat hij den Turkschen
staat nieuw, zelfstandig leven heeft gegeven.
Want dit is de zege van Kemel Pascha en
van de Nationale Vergadering te Angora, dat
zij het Nieuwe Turkije op nationale beginselen
hebben gevestigd.
Met groote hardnekkigheid hebben zij
tijdens de onderhandelingen te Lausanne ge
streden tegen alles wat nog op hun nationale
souvereiniteit inbreuk maakte.
Nu zijn de capitulaties, zinnebeeld van on
mondigheid, vervallen. Het internationale
toezicht, dat de Zee-engten boven het hoofd
hing, is losgelaten. De politieke druk der
concessie's en staatsschuldeischers is tegen
gegaan; commercie en staatkunde zijn duide
lijker gescheiden. Turkije is een Turksche
staat in Klein-Aziëgeworden, met den voet
steun in Europa door Konstantinopel en
langs de zee-engten, onder internationale
verplichtingen van demilitarisatie. Het Ara
bische deel van 't oude rijk is er los van ge
worden, en vat een eigen leven op, als Iracq,
in Syriëen Mesopotamië. Palaestina krijgt
een eigen, ingewikkelder! bestuursvorm. Het
Kurdische element, met Mossou!, ziet een
eigen kans. De eilanden in de Middellandsche
Zee zijn ontturkt".
UTENBU1G l FDLME1
| Don Haag ?:? Hoiigenspark 22.
SPBC lALITBITi
Vorhuizingtn ondtr Gorontio
Borgpluaitan voor Inbotdalt
Nog blijven groote vragen over. Zal de
nieuwe Turksche staat inderdaad vrij blijven
van de fouten, die den voorganger tot zijn
noodlot hebben gebracht? Wat zal er komen
van de belangen van Armenië? Wat van de
Grieken in Oost-Thracië? Wat van de
chisten-minderheden in Anatolië, in Konstanti
nopel, en elders?
Aan dat alles zal Europa nog de aandacht
moeten blijven geven. De nieuwe Turksche
geest duldt geen inmenging van eenig ander
gouvernement, hoe philanthropisch het zich
voor moge doen. Daarom zal ook in dit opzicht
de Volkenbond het nut kunnen bewijzen van
't gronddenkbeeld: wat van n of van enkele
mogendheden ongewenschte inmenging zou
zijn, leidt, indien het uitgaat van de gezamen
lijke organisatie der volken, tot aannemelijke
samenwerking.
Turkije's toetreding tot den Volkenbond
zal de nieuwe verhoudingen bezegelen. De
Volkenbond zal, evenals met andere nieuwe
staten het geval is, ten aanzien van Turkije
de garant van de bescherming der minderhe
den worden. Hij moet den christenen, die onder
Turksch bestuur zijn gelaten, een waarborg
bieden. De verhouding tusschen Europa wordt
daardoor ver-onpolitiekt.
Bovendien zal een uitvoerig stelsel van uit
wisseling van bevolkingen, een in den Bal
kan meer en meer erkende methode, egali
satie brengen, en eenigermate verhoeden dat
onder turksch bestuur moeten blijven, wie er
niet hooren.
De pan-helleensche droom, dien eenmaal
Venezilos gedroomd heeft, is uit. Maar de
vrede van Lausanne brengt toch tenminste
aan het zwaar bezochte Griekenland de gele
genheid om op zijn verhaal te komen, en door
vermindering der militaire uitgaven 't
financieele evenwicht terug te zoeken.
De naaste toekomst zal intusschen nog wel
doen zien, dat menig punt van beslommering
is overgebleven. Dit betreft vooral de
financieele en commercieele zijde. Inzake de ver
deeling der Dette Ottomane" over de ver
schillende successie-staten, bijvoorbeeld, zijn
de groote mogendheden wel wat zeer cavalier
achtig te werk gegaan, en verschillende
Balkengouvernementen hebben de haar opge
drongen verplichtingen nog niet aanvaard.
Men zou de nationaliseering" van Turkije
eenigszins kunnen vergelijken met wat, nu
een 60 jaren geleden, in het Verre Oosten in
Japan heeft plaats gegrepen.
Het voorbeeld, zoo 't opgaat, is niet on
gunstig. Want de nationale Japansche staat,
die zich sindsdien gevormd heeft, is een nuttige
factor in de statenrij geworden.
Japan is in het bijzonder weer in het licht
getreden, deze week, door de felle bespreking
der Britsche plannen om van Singapore een
vlootbasis te maken.
Wat zit daarachter? vragen velen zich af.
Is er grond tot vrees voor Japan, in de Stille
Zuidzee, en moet Engeland nieuwe maatrege
len nemen? Waarvoor? Paniek- en
sensatielustigen kijken reeds mede gewichtig rond, en
weten allerlei te vertellen.
Inderdaad is op 't eerste gezicht iets
eigenaardigs in de houding van Engeland, dat ver
leden jaar het Washington Pact teekende, en
daarbij Hongkong als vlootbasis prijsgaf,
en nu, aan dezen kant van den llOden Meridi
aan ,groote vlootwerken wil gaan uitvoeren.
Men behoeft evenwel hierin geen aanwijzing
voor vrees jegens Japan's bedoelingetïte zien,
bedoelingen die de leidende Japansche staats
lieden dan ook niet bezitten. Het ware jammer
indien ongerijmde beweringen als van die
gelbe Gefahr" weir 't hoofd opstaken. Japan
heeft dit door zijne houding na den oorlog
niet verdiend. Het is met ongedacht succes
uit de Conferentie te Washington te voorschijn
gekomen, maar heeft daar toch de algemeene
zaak gesteund, en zijn ontwikkeling is vreed
zaam.
Eerder moet men zich de Britsche
vlootplannen dan ook verklaren als de voortleving
van het Engelsche empire idee, dat zich het
Britsche Rijk nog niet denken kan dan met
een vloot, met steunpunten, als bindmiddel,
zonder dat daarbij aan bepaalde politieke
mogelijkheden, constellatie's of conflicten
wordt gedacht. Dit is de traditie der navy
en die valt niet licht weg. Misschien dat deze
zienswijze ook haar nut kan hebben bij de
beoordèeling van Nederland's vlootpuzzles.
BRANDARIS
iiiiiiiitiniiiiii miiiiiiFiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiMiiiiiiHiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiniiilii
iiilllliiiiiiliiliiilliiiiiiiiui
Ik had een
telegrammctjc gehad van de
Sun en die vroeg me
even Mohamed te inter
viewen. (,,Z. H. te ver
zoeken mij eventueel
een onderhoud toe te
staan" zo g Is dat inde
Hollandsche kranten
heet). Je bent toch in
de buurt, "telegrafeerde ze en hij mag natuur
lijk niet in Amerika binnen komen vanwege
de veelwijverij en vraag hem dus wat hij van
die Angora-westie denkt. Twee honderd
woorden alsjeblief. Meer is het niet waard,
want morgen begint de strijd om het
zwemkampioenschap voor Maryland".
Ik was dus op weg gegaan, maar even voorbij
Biggekerke schijn ik de verkeerde route ge
nomen te hebben. Want na drie uur fietsen
(ik kan het alweer heel goed, alleen gaat het
losrijden nog niet zoo gemakkelijk als inder
tijd op Noorthey), wel na drie uurfietsen was
ik geheel en al verdwaald. In de verte stond
iets dat wel wat op den toren van
Westcapelle geleek. Ik dacht, dat het de minaret
was van het hemelsche Mekka, maar toen ik
dichterbij kwam bleek het de achterpoort te
zijn van het Paradijs.
Natuurlijk mocht ik niet naar binnen, want
ik had alleen een Noorsch, IJslandsch, Deensch
Zweedsch, Duitsch, Hollandsch en Engelsch
visum op mijn pas. Bovendien stond daarop
geschreven, dat ik journalist was.
.,Het gaat niet", zei de dienstdoende Engel
wij moeten ergens de grens trekken. We zijn
heel liberaal. Dat moesten we wel worden
in den oorlog toen ze hier eiken morgen bij
duizenden voor den ingang stonden alsof het
Ellis Eiland was. Maar journalisten staan nu
op de zwarte lijst. Er zijn er te veel. Vooral
met Hollandsche namen. En u moet dus buiten
blijven".
Meneer," zei ik, want je weet zoo maar niet
ineens hoe je zoo iemand noemen moet ik kom
vanavond niet meer in Middelburg terug. Het
is al heel donker en ik heb in geen twintig jaar
gefietst. Ik ben wel een beetje stijf. Hebt u
hier niet net als op den St. Bernhard een hotel
letje voor vreemdelingen, die niet in het eigen
lijke klooster mogen?"
Maar neen. Dat was er niet en daarom
ging ik maar buiten op een bankje zitten
totdat het morgen zou worden en er genoeg
licht zou zijn op den breeden en beschaduw
den weg, die naar het verblijf van de
Mohamedanen voerde, die nu een deel van hun gebou
wen aan de Zionisten verhuurd hebben.
Ik schijn ingedommeld te zijn, want ik
werd uit een diepen slaap gewekt door het
hevige leven van vele booze stemmen.
Voor de poort, die op een kiertje geopend
was, stond een groep heeren, in deftige zwarte
jassen.
De portier, die voor den nacht zijn vleugels
had afgelegd,keek met een angstig gezicht door
het kleine raampje en vroeg met beverige
stem wat er aan de hand was.
Het is dat kind" zei een deftig
man met een hoogen hoed en hij gebruikte een
taaltje, dat ik liever maar met streepjes
weergeef omdat de Groene" in zulke nette
families gelezen wordt.
Wij houden hier anders wel van kinderen"
zei de deurbewaarder. Maar dit is een slecht
kind", antwoordde een ander heer in een
lange zwarte jas terwijl hij van toorn aan zijn
plastronnetje trok en daarbij het mekaniek
van zijn das uit het evenwicht brak, zoodat het
als een onveiligheids-sein van de spoor van
boven naar beneden begon te wijzen.
Wat heeft het dan gedaan?" informeerde
de brave engel, die medelijden met het meisje
kreeg.
Mag ik me even voorstellen," zei de eerste
deftige burger. Ik ben burgemeester van
En ik ben er de dominee. ..." zei nummer
twee.
En ik ben er schoolmeester" zei een num
mer drie, dien ik tot nu toe niet gezien had.
Als burgemeester en Christen en Neder
lander was het mijn plicht de Heilige Geboden
van het oude Joodsche volk ook nog na veertig
eeuwen geldend te maken. Ik had
verordeneerd, en wie zal wagen mij tegen te spreken?
dat de Sabbath geheiligd moest worden. Dit
zedelooze kind zocht schelpjes op het strand,
niettegenstaande mijn verbod en dat van
Mozes".
De Engel trachtte iets in het midden te
brengen, maar de eerwaardige persoon met de
witte das legde hem het zwijgen op.
Als Dominee en Christen en Nederlander
moet ik er mij met stelligheid tegen verzetten
dat een dergelijk wicht in de nabijheid des
Troons verschijne. Haar overgrootvader
heeft mij met Sint
Nikolaas dat verschrikke
lijke boek van Lessing
ais surprise gestuurd.
Het was een aardig
heidje, vertelde hij mij
later. Ik ken geen aar
digheidjes als onze hei
ligste beginselen ermee
gemoeid zijn. Ik ken
heelemaal geen aardig
heidjes. En u, meneer,
u bent nu weleen En
gel, maar bij wien bent
u eigenlijk op de
cathechisatie gegaan en bij wien bent u aangenomen?.
Ik ben heelemaal niet aangenomen,"
antwoordde de goede Engel. Dat is hier niet
noodig".
Godslastering" viel hem de dominee ander
maal in de rede. Godslastering. Er moest
hier een vloekverbod bestaan, Meneer".
En ze moesten wat meer op hun examens
letten" bromde de schoolmeester. Er is laatst
hier iemand binnen gelaten, die had nog geen
eens Acte A voor schoonschrijven en die wilde
hier heiligenverhalen gaan vertalen".
Plotseling klonk er een schoone muziek
gemengd met het luiden van vele duizenden
klokken.
Daar komt Sint Pieter de deur openen,"
zei de engel. Hier kindje. Kom even hier
voordat de Heilige Man hier is. Wat wilde je
nu eigenlijk?"
Eigenlijk niets," zei het kind dat heel ver
legen was geworden door al dat gekibbel,
,;Maar ziet u, ik had zoo'n mooie schelp
aan het strand gevonden en die was net als
een stukkie zon dat in het water bevroren
was en die wilde ikaanOnzen Lieven Heer laten
zien .. .. "
En toen werd het leven van trompetten en
klokken nog vee! heviger en ik werd wakker
en dacht er opeens aan dat het Zondag was
en dat er in de Abdij koralen gespeeld werden
en dat die muziek met de deuntjes van den
Langen Jan mij een uiterst dwazen droom be
zorgd hadden waarover ik eens aan Professor
Freud moet schrijven.
Hij kan dien dan tegelijk met mijn Zure
Druiven-Complex in de Preussische
Jahrbuecher drukken laten.
Dit is een aardige gewoonte in Middelburg,
die wij wel naar Amerika wilden importeeren.
Des Zondags speelt men tusschen acht en
negenen gewijde muziek. Wie de dirigent is
weet ik niet, maar de man verstaat zijn vak,
want er wordt werkelijk uitstekend geblazen.
Ik heb van mijn leven veel goede klavier-,
viool- en contra-bas-virtuozen gekend, maar
heel weinig goede blazers.
Of liever vertrouwbare bespelers van wat
gemeenlijk het koper" genoemd wordt.
Er zijn weinig dingen zoo onaangenaam als
die vage angst die ons op de schouders zit
als we een niet al te solieden cornettist moeten
aanhooren. Misschien komt hij er en misschien
niet. Wat die dirigent hier uit zijn mannetjes
haalt, verdient meer lof dan het gehamer en
gezaag en gehuppel van de Achter-Podoliërs
en de Russo-Galliciërs die week in en week uit
de rubriek kunst" van onze kranten vullen
met jargoensche verhalen omtrent hun
vingervaardigheid en hun rhytmisch temperament
en tempo.
Een erg warme zaal met een erg warme
en niet aanlokkelijke figuur uit Brest-Litowsk
is iets heel anders dan de groene boomen van
de statige oude Abdij.
En daarover wilde ik heden eigenlijk mijn
preekje wel preeken. Ik zat zoo eens te denken
dat Couperus nu dood is en wat een schade
dat isjvoor deHollandsche zaak in den vreemde.
Hij was de eenige Hollander dien men las of die
ueberhaupt vertaald werd.
Wie moet zijn plaats innemen?
Mijn uitgevers vragen mij voortdurend om
hun eens iets te geven dat vertaald kan worden.
Andere uitgevers (want we zijn in dergelijke
dingen in Amerika heel goede en gemakkelijke
vrienden met elkaar) doen dat ook. Je kent
toch Hollandsch" zeggen ze. Wat moeten
we nu eens laten vertalen?"
Ik weet het hetisch niet.
Op mijn eigen gebied (de geschiedenis)
schrijven wij eenvoudig niets dat leesbaar is.
Wij doen ontzettend veel werk, dat ook wel
nuttig is,maar te vertalen valt er niets. Het
vervelende genre is in Amerika en in Enge
land onmogelijk en onze historie huldigt bij
uitstek het vervelende genre.
Maar voor zoo gewone litteratuur, waf
moeten wij dan laten vertalen?
Geen mensch die de Hollandsche dingen
koopt.
Is er iets zwaarder dan een Hollandsen
auteur?
Hij zou het als een beleediging beschouwen,
indien men hem zeide dat hij volksliteratuur
schreef.
De pose van publiek, il< veracht u" gill
dik op de bestoven blaren van zijn epos.
Hij begint in de diepte en graaft zich dan
nog dieper in en komt eindelijk op een
onbewo'ond eiland bij de antipoden uit.
Ja maar" zeggen dan de menschen, die mij
hun boeken aanbevelen, dat is de schuld van
die onopgevoede Amerikanen. Als die nu
onzen smaak hadden, zouden ze dit óók mooi
vinden" en dan bevat
dezelfde brief het ver
zoek om vooral zooveel
mogelijk geld van( mijn
uitgevers te krijgen
voorhun geschrijf,want
dat er in Holland met
die boeken niets te ver
dienen valt.
Natuurlijk niet.
In Amerika nog min
der.
Laat ik eens heel kettersch zijn.
Ik hoor heel veel over inspiratie en gemoeds
leven en psyche en de hemel mag weten wat
nog meer.
Doremifasollasido !
Het is larie.
Ja, soms gaat het schrijven en spelen niet
zoo goed als anders. Maar in zaken gaat ons
het koopen en verkoopen ook niet even goed
als op andere dagen.
De koopman die dan zegt ik heb vandaag
heelemaal geen hersenen voor qjisjovis",
gaat faillieten zoo is het ook met de hcele
en halve kunstenaars.
Ze steken het niet onder stoelen of banken
dat ze onze Amerikaansche methode diep
verachten en dat we kruideniers-zielen hebben
en de kunst even nuchter beschouwen als
timmeren of schoenen maken.
Maar hebben die heeren van de kritiek ooit
getracht een goede deur te timmeren of een
paar schoenen te maken?
Dat is heel moeilijk.
Maar nog niet zoo lastig als een roman aan
den man te brengen die handelt over een
groenen sloot, met een oud huis en een
diepvoelend dichter en een nog dieper-voelende
Jonkvrouw, die dan vijfhonderd bladzijden
Tang diepe gesprekken voeren over nog veel
diepere onderwerpen totdat zij allen
gezamelijk in den diepen sloot terecht komen.
En kandidaten voor de geneugten van Ame
rikaansche dollars, per litteratuur uit de
Groote Republiek verkregen, raad ik aan liever
het geld voor de postzegels te besparen.
Men koopt er met de dure post allicht een
broodje voor.