De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 11 augustus pagina 3

11 augustus 1923 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

11 Aug. 23. - No. 2407 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOK NEDERLAND BOUWT IN HET OOSTERPARK D.OBERINKUo.,AMSTERDAM Prinsengracht 456 ' b.d. Leidscbestrnat Telefoon 41458 , Toepassing der electriciteit op elk gebied BILTHOYEN INLIGHTIIISEII VERSTREKT DE DIRECTIE TEL. INT. :?No. 6538 Electrische Illvminatien mr de a s .Feesten WEERT HEERTJE KUNSTHANDEL t. J. STEGEMAM OVERTOOM 163 TELEFOON 28292 SmaaNleOmlijstinp BINNENHUIS KUNST UIT T BINNENHUIS TEL. 22039 .OEMENDA, INRICHTING TOT MEUBELEERING B N VERSIERING OER WONING DIRECTEUR JAC. VAN DEN BOSCH l MöBEt GEMEUBILEERDE l VILLA SORGH-VLIET | BLOEMEN DAALSCHEWEG 148 TEL. Z. 27603 STERDA' TOONKAMERS Bijl BECHT A DYSERINCxl STAOHOUDERSKADE| 80-81-82 .T BINNENHUIS" BLIJFT VOLHARDEN IN ZIJN STRIJD TEGEN SMAAKMISLEIDING, STIJL" IMITATIE EN AMBACHTSBEDERF IN DE MEUBELKUNST UPS 2 PETER5-DORDRECHT FABRIEK VAN H/V/V R» D EN TELEFOON 44915 Filiaal; WILLEMSP ARK WEG 175 TELEFOON 20333 Depfit ALKMAAR, Bargerweg 7a Speciale Inrichtingen voor Stoppage VIERHOUTEN - VELUWE HOTEL DE MALLEJAN" Telef. 2 Moderne Inrichting, rustige ligging, bosch, hei en duinen,33 kamers deels stroomend water, badkamer. Voor- en Najaar volledig pension f 4,50 p. p. p. d, ^^^ H. Molenaar. LEUVENUM - VELUWE HOTEL DE ZWARTE BOER" Telef. Elspeet 8 Geheel gerestaureerd, modern ingericht, pracht ligging, bosch en heide, 15 kamers, badkamer, in depandance. 't Jachthuis". Voor- en Najaar volledig pension f 4,50 p. p. p. d. P- Molenaar. INSTITUUT OVERTOOM Amsterdam Overtoom 57 en 93a Rotterdam Kruisstraat 40 'Typen-Steno-Talen Boekhouden DE AMSTERDAMMER Weekblad rooi Nederland kost slechts f 10.?per Jaai iiiiiniimiiiiiiiHii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIiiiiHII iiiiiliiii l i u nu muil i i luim ' '""""""""""" iitini iiimiiinmiiim Spelen we of spelen we niet?" vroeg Broeder Hughes, die juist gedeeld had, en de zaak kwam tot haar bestand. In Engeland maakte dit alles een goeden indruk. In plaats van poker legde men met Ame rika nog een cartétje en ziet! het probleem van de oorlogs-leening was ook alweer uit de wereld. Toen kwamen er andere liefhebbers opdagen. Zelfs de kameraden uit Moskou zeiden.dat men nu toch zoo'n aardig ganzebordje uitge vonden had in het Kremlin, en dat Washington het ook eens moest probeeren. Maar het zou niet gaan. Harding prefereerde zijn eigen kaarten en zijn eigen woonkamer. Die rare buitenlandsche mouwen waarin men heele stellen azen en koningen en boeren verbergen kon, vervulden hem met een vage vrees. Als Europa die mode prefereerde, dan was dat de zaak van Europa en niet de zijne. Ondertusschen echter stelde hij zich voor kalmpjes in Washington te blijven. Wilde men bij hem op bezoek komen en spelen vol gens de regels van de Nieuwe Wereld, dan zou hem dat hoogst aangenaam zijn. Maar geen kunststukjes, geen trucs, en voor al geen dobbelsteenen gevuld met dynamiet en schietkatoen. Het scheen dat Europa er anders over dacht. Het bedankte voor de invitatie. Harding moraliseerde er -verder niet over. Als Europa het prettig vond om met soldaatjes en geweren en kanonnen te zwarte pieten, ook alweer goed. Dat was alweer dt zaak van Europa en niet van Amerika. Maar men moest niet verwachten dat Amerika goed zou maken wat de Europeanen in hun waan met elkaar vergokt hadden. Dat, in de taal die mijn collega's van de pers zullen begrijpen, was de stelregel van wijlen Warren Eumaliel Harding. Het is en blijft de stelregel van het meerendeel van zijn landgenboten. Harding was een bezadigd man. Ik heb hem wel eens boos gezien maar dan was het na een eindeloos onderhoud met dezen of genen fanatieken idioot die den invloed van het Witte Huis voor zijn eigen slechte zaak wilde winnen. Hij had onder dat kalme uiterlijk toch ook wel heel veel gevoel. Eenmaal werd het hem de baas en in zijn woorden, onbewust van eigen grootheid, legde hij den grondsteen voor een nieuwe wereld-politiek. Er was een schip binnengekomen in de haven van New York. Dat schip was geladen met een lugubere vracht. Duizenden jonge Amerikanen die naar Euro pa waren getrokken vol enthousiasme voor de goede zaak van de vrijheid, kwamen eindelijk naar huis terug. Men droeg hen naar den wal, dood in hun kist. En toen die houten doozen daar op lange rijen stonden, kwam de man die hun opperbevelhebber was naar voren en trachtte iets te zeggen. Maar dat ging niet. Toen sprak hij een zinnetje dat de Amerikaansche wereld zich lang zal herinneren. Dit mag nooit weer gebeuren", f luisterde hij, wijzende op zijn stille toehoorders. Het is vreeselijk en het mag nooit weer gebeuren". Het is toch gebeurd. Het gebeurt iederen dag. Europa, eeuwig terugziende naar het ver leden, geraakt verder en verder verwijderd van Amerika, dat de oogen gericht houdt op de toekom s't. ~ De laatste vier maanden maakte Harding den indruk van een man die doodelijk vermoeid was. . Hij heeft thans rust. Rookt TABA SIGAREN 't nieuwste 't fijnste Maar de wereld die hij achterlaat kan nccde zonder de praktische welwillendheid van dezen eenvoudigen kranténman (zooals hij zichzelf noemde) die kalm zijn weggetje ging, die nie mand een kwaad hart toedroeg en die goede trouw en eerlijkheid tot de hoogste deugden verheven had in een wereld die aan haar eigen dwaasheid te gronde gaat. IIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIffflfl IffflIflIlflfMIdfJIIIIHIIIIIIII"""*""1' IN MEMORIAM STRUYCKEN Le terrible Struycken. Zoo noemde hem laatst een van de Franschen die internationale conferenties en vergade ringen pleegt bij te wonen. Terrible om zijn doorzicht, zijn klaarheid en vasthoudendheid want het werd in bewonderenden zin gezegd. Niets ontsnapte aan zijn aandacht, als hij, door brilleglazen groot als die van auto lantaarns, over de tafel heen den aan het woord zijnden gedelegeerde aanzag. De beteekenis van iedere uitdrukking zag hij, de beteekenis ook die in een overeenkomst een woord zou kunnen krijgen na tien, twintig jaren, onder gewijzigde omstandig heden en tegenover nieuwe eischen. Hij was altijd een man die zich onderscheidde. Zelfs daar waar hij niet uitstak stond hij toch apart. Maar het was of hij in de laatste jaren, sedert hij zich bijna geheel in de internationale sfeer bewoog, eerst tot vollen bloei kwam. Daar was, een jaar of acht, negen terug, iets glansloos over hem, als van een plant die niet in de goede omgeving staat. Wrang is een te sterk woord voor zijn gesteldheid van dien tijd, maar blijde, tevreden, zou men haar toch niet hebben kunnen noemen. Hij had grooten aanleg voor de politiek. Al wat hij schreef getuigde ervan. Maar de moderne ontwikkeling van het politieke leven liet weinig plaats voor mannen als hij. Daar waar de onkunde van velen meer wordt gerekend dan de kennis van enkelen, moest Struycken zich slecht te moede voelen. Struycken, zich in de gunst van de kiezers aanbevelende dat beeld doet denken aan Coreolanus. Al miste Struycken geheel diens hoogmoed en verwatenheid van uit drukking. Misschien legt de katholieke partij, in haar pogen de Katholieke arbeiders niet aan de sociaal-democratie te verliezen, zich den laatsten tijd meer dan andere (burgerlijke) partijen toe op het liefkoozen van de massa. Maar vermoedelijk zou Struycken zich, ware hij niet zoo overtuigd Katholiek geweest, of waren de politieke verhoudingen in ons land anders, ook in andere politieke partijen evenmin op zijn gemak gevoeld hebben. Eerst de wereld der internationale politiek won hem geheel. .Daar, in de conferenties, de niet-publiekej beraadslagingen, waar het niet noodig is de massa te behagen, waar rhetorika weinig telt en de werkelijke beteekenis der menschen bijna onmiddellijk wordt ontdekt, daar kon hij zich laten gaan, daar werd zijn werk tegelijk zijn levetvsvreugd. Wat was hij, óók en juist in de internatio nale politiek, volmaakt een Hollander. Gelijk Hugo de Groot. Geen pessimist. Het ideaal vol vertrouwen voor oogen. Maar met altijd aanwezig gevoel voor de werkelijkheid. De menschen zien zooals ze zijn, niet slechter maar ook niet beter; met bijna onbewust begrip van de betee kenis der doelstelling in het politieke leven. Eerbied voor de theorie, maar het oog vooral op de praktijk. Zoo liet hij zich zien, aan allen die hem de laatste jaren in het internationale politieke leven konden waarnemen, en telkens als hij in artikel of brochure zich uitsprak. Misschien doet men aan beide partijen te kort door Struycken met Prof. v. Vollenhoven te vergelijken. Toch dit: wat van Vollenhoven schreef wekte misschien meer algemeen enthousiasme. Maar de staatslieden grepen eer naar Struycken's brochures. En nu is hij, nog bijna aan het begin van zijn eigenlijke loopbaan, weggesneden uit ons publieke leven. Hij zal moeilijk te vervangen zijn". zei mij een va'n onze beste staatsmenschen, op het oogenblik dat op zijn genezing niet meer te hopen viel. Wie zal met zooveel doorzicht, zoo on metelijke kennis en bekwaamheid, ons den weg helpen zoeken in de nieuwe internationale verhoudingen, die bezig zijn te ontstaan? Wie zal zijn werk voltooien over ons staats recht, daf werk waaraan zooveel behoefte is, dat beter beloofde te worden nogdan dat van Buijs, omdat Struycken meer wijsgeer was dan Buijs. Struycken" riep een paar jaar geleden een der schrandere leden van onzen Raad van State uit Struycken is verschrikkelijk. Die en die hij noemde een beroemd jurist kan je ten minste nog eens op een punt van de praktijk vast zetten. Maar Struycken is ons in allebei de baas, in de theorie en de praktijk". Le terrible Struycken" ! Maar alleen, terrible in die beteekenis. Want ik weet niemand anders aan wie mannen van andere levensovertuiging en uit ander kamp met zooveel eerbied de hand tot afscheid reikten. F. J. W. D R i o N. J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND IIUIIIIIIIIMIItlllllllllHIUHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIUIIIIIIlmlMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI miiuimiiiiiiiiiiii iiiiiliiliiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi VOL AU VENT XII Kiezers! Ge weet het toch? Het gaat om de eere Gods !" OPEN, DIEPST-VERONTWAARDIGDE BRIEF AAN MINISTER DE GEER Ex-Excellentie! Nu gij U martelaar waant door het applaus van het platste, domste, aanmatigendste deel van onze natie, nu gij sinds eenige dagen de ganschelijke, heele of halve held zijt geworden van met demagogische drogredenen bedrogen lieden, die opnieuw onze straten met de meest-verderflijke leuzen bekladden, nu Holland in den anders besten tijd van zijn nationaal bestaan, den voldragen kom kommertijd, aan ziekelijke broedertwisten en duldelooze scheurmakerij overgeleverd dreigt te worden, en iedereen voor Uwen misstap nog egards over schijnt te hebben; nu acht ik het mijne plicht in den meestopenlijken vorm te getuigen, dat ik U een blamage voor een land, dat zijn jubileumweken tegemoet gaat, of alreede begonnen is, acht. Ik vind U en het kost mij moeite mijne kwalificatie binnen de perken van het oirbare te houden ik vind U een spelbreker, een beentjes-lichter, een inferieur soort marqué, een klikspaan, een volks-hielenlikker, een geestelijken zwijntjesjager. Mijne hospita, gelukkig wederom uit De Steeg terug het was geen doen met het nichtje met de kort-geknipte haren zei zeer terecht, toen zij van uwe daad vernam: Die man is een naarling. Hij moest zich schamen. Samen uit, samen thuis". En met deze laatste woorden uitte zij wat het goedgezind en niet aan Engelsche ziekte lijdend deel van ons volk over Uwe houdinglooze, anarchistische, anti-nationale handel wijze denkt. Gij herinnert mij, Ex-Excellentie, aan een infamen neef van moeder's zijde, die toen hij meeningsverschümet eenige hoogstrespectabele leden van mijne familie had, aan vele buren, ja zelfs in een koffiehuis-met-verlof vertelde, hoeveel weken de slager, de kruide nier en de Stoomglans- en Strijkinrichting kregen. Nog staat mij het droevig gelaat van wijlen mijne moeder voor den geest, toen zij getuigde : ,,il faut laver son linge sale en familie". Gij hebt U hieraan niet alleen niet gehouden: Gij hebt in dagen, dat wij allen mijmeren over wollen huisvlaggen, pavoiseervlaggen, vlaggendoek, wimpels, guirlandes en vetpotjes, de vuile wasch van een volk, dat een De Ruyter, een Tromp, een Piet Hein vereert, ten aanschouwe van heel de boosaardige wereld,aan lijnen en droogstokken gehangen. Het is schandelijk. Ik zoude bijna het uur verwenschen, toen Gij in het rampzalig jaar 1921 het levenslicht als Minister leerde kennen. Zulk een gemis aan takt is meer dan ergerlijk, baldadig, karakterloos, blameerend ! Zelfs wanneer het in den intiemen Minister raad tot handtastelijkheden gekomen was, hadt Gij Uwe demokratische gezindheid door het onvoorwaardelijk mede-gaan met de Ministerieele meerderheid moeten laten blijken. Het is erger dan ongepast, om bij eene eerlijke en fatsoenlijke stemming van negen tegen een, er het werk op horrible wijze bij neer te smijten, in on-voorname navolging van een boudeerend kind of van een op zijne teenen getrapten polderjongen. Ik zoude in Uwe plaats ontzag hebben getoond voor het inzicht van mijne collega's met niet geringe diplomatieke ervaring en mij niet op mijn al-omvattend weten verhoovaardigd hebben. Heel Europa, dat thans de begeerige oogen op de kelders van mijn vriend Vissering en van de Nederlandsche Bank gevestigd houdt hoe dikwijls krimpt mijn hart niet bij de gedachte, dat het in de poelen van het Rokin verborgen G o u d, 's nachts slechts door n slaperigen milicien bewaakt, met iederen Valuta-beursdag, grootere onchristelijke heb zucht van de Ponden, Francs en Marken bezitters moet wekken ! heel Europa hebt Gij, beginsel-ruiter, wakker geschud over onze vlootplannen doen fluisteren, smoezen en konkelen, terwijl er geen haan naar gekraaid zoude hebben, als wij ons in niet geniepige, maar dan- toch niet te veel aandacht trekkende wijze zwaarder bewapend hadden. Of denkt gij, finantieele specialiteit, dat een Millioen Reichsmark voor 48 cent zegge : achten veertig cent vooreen Millioen geen roode lap in het aangezicht der ontel bare onrechtvaardigen is? Is het eerste schip, de ark van Noach, aan Uw geheugen ontglipt, ten dage dat de aarde reeds menigvuldig van boosheid was, edoch van eene boosheid, waarom wij vandaag bijna moeten glimlachen, als wij de statis tieken van roof, moord, inbraak, in het groot en in het klein, raadplegen ! Ik acht het geenszins buitengesloten, dat wij eenen nieuwen zondvloed tegemoet gaan, dat wederom alle fonteinen des grooten afgronds openbreken en de sluizen des hemels worden geopend. Mijn vriend Ruys vriend, want ik mocht reeds tweemaal het genoegen smaken hem de hand te drukken heeft dit. met zijne zoons Sem van oorlog, Cham van Landbouw en Jafeth van Onderwijs, mitsgaders de zeven en zeven van het rein gedierte, in gezien. Waar was uw koel, finantieel hoofd, waar school uw dienend gemoed, dat Gij, ExExcellentie, den huiveringwekkenden val van het soliedc Engelsche Pond, den Franschen en Belgischen Franc, den in den jammerlijksten poel verdwijnenden Mark (mijne 10000 Reichsmark, die ik de vorige week op tweeen-halve-cent waarde stelde, zijn thans volkouiiiiiiitnittttiiitiiiitiiiiiiitiniumi 9PAAKSQH, EHQELSOH, FRAH3OH, DUIT8OH oto. Berlitz-School *Bt Tel. 43286 Pracf, Qgderpiji door baltenl. Leeraren men waardeloos, omdat Vissering den halven cent uit de economische berekening der Bankstaten geschrapt heeft!) met een hooghartigen glimlach verwaarloosde? Hadt Gij niet zooveel staatsmanswijsheid, om te bevroeden, dat in deze debacle, waarbij alle wereldgebeurtenissen tot in de fossiele tijdperken kinderspel worden, het land onzer vaderen door waardelooze Valuta-roovers bedreigd is? Ligt het niet voor de hand, dat óf de rechts-radikalen, door het zwijgen van Doorn eu Wieringen gesteund, óf de linksradikalen, niet hun Sovjet-agentschappen in alle landen, gedwongen zijn hun slag te slaan, letterlijk opgezweept worden naar de gouden schatten aan den oever van het Rokin, dat de Regeering thans terecht met modderbaggermachines, die ik dagelijks uit mijne Munt-kamer bewonder, doet uitdiepen, om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn. Of van rechts, of van links is de lawine te wachten. Drong dit niet tot U, Minister van Finantiën, door?' Voorziet gij Uwe persoonlijke huisdeur niet van extra Vale-sloten en is er op Uw deurpost geen bord je van den Particulieren Nacht veilig heidsdienst? Wanneer Ruys-Noach niet zijne zoons Sem, Cham en Jafeth de Ark in modernen /in in gereedheid wii brengen, het goferhout bestelt, en de kameren van buiten en van binnen wil bepekken, wanneer hij, wetend dat de aarde ergerlijker dan ooit, vervuld is met wrevel, de deur der ark in het midden zet, de verdiepin gen ontwerpt, en uit het venster zijn hoofd steekt, om te berekenen waar en wanneer hij in den chaos den raaf en daarna de duif zal uitlaten, in afwachting van het reddend teeken van het afgebroken olijfblad, dan speelt gij de rol van den knecht der knechten en verraadt de naaktheid Uws vaders. Foei. Mijne hospita gebruikte het juiste woord: Hij is een naarling, hij moest zich schamen !" Men bouwt heden ten dage geen ark. waarin men als de sluizen der rechtsche of linkschc reactie zich openen, de kelderen der Neder landsche Bank, waarin wij het reine en het onreine vee belegd hebben, met bezonnenheid overlaadt, zonder dat men die ark, in een tijd van den modernen mensch, door den paar kruisers, torpedo-jagers, onderzee-booten, flot tielje-vaartuigen, mijnenleggers enz. doet begeleiden. Ja, ik acht een aantal van 2510 mijnen in Nederland en van 4740 in Indië, als de ark door den te wachten zondvloed van honk drijft, zoo schamel, dat ik eene geheel-andere Vlootwet zou ingediend hebben. Zond men in gindsche dagen een raaf en daarna een duif uit, om te rapporteeren nu kunnen we het niet zonder verkennings vliegtuigen, jachtvliegtuigen en gevechts vliegtuigen. Ik ben geen bloeddorstig man, eerlijk gebiecht: ik kan geen bloed zien, maar een goed vaderlander moet ten slotte alles, ook dat, leeren, en een staatsburger, die zijn post van Minister van financiën verlaat, moet voorzeker het mannelijk voorbeeld geven, om in tijden van debacle de ark met onze beste bezittingen, met onze vrouwen en zonen en onze belegging, tegen den wrevel, waarvan de aarde vervuld is, te verdedigen. Wee, als Sem, Cham en Jafeth den ouden Noach verraden hadden ! Wee de Kains-rol die Gij, Ex-Excellentie gespeeld hebt! Ik tril op mijn stoel, als ik onverlaten de straten met ophitsende kalkletters tegen de Vlootwet zie besmeuren. Gij hebt het op Uw geweten, dat de Jubileum-feesten in het ge drang raken. Gij waart een slang, die dit Ministerie aan haar boezem koesterde, daar Gij op 3 November 1921 zelf het Vlootontwerp ter beveiliging der ark, indiende, om het reeds op l Januari 1922 te doen ingaan. Toen stond de Mark op veertien gulden of hooger thans zijn mijne 10000.?totaal n halve, te verwaarloozen cent waard. Het is een ruïne. En het wordt zonedr Colijn een catastrophe. Waarlijk ik teeken uitsluitend voor den vorm : Hoogachtend Van Uwe Ex-Excellentie de dienst willige dienaar HANS L u D i F i c o « Amsterdam, i) Augustus.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl